35 990 Wijziging van enige bepalingen in Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba met betrekking tot de keuze van de geslachtsnaam (introductie gecombineerde geslachtsnaam)

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

13 september 2022

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een gecombineerde geslachtsnaam mogelijk te maken en daartoe Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. na «dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben» en na «dat hun kind voortaan de geslachtsnaam van de andere ouder zal hebben» wordt telkens ingevoegd «of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde».

2. in de laatste zin wordt «de verklaring van de ouders hieromtrent» vervangen door «de verklaring van de ouders omtrent de geslachtsnaamkeuze».

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot beide adoptanten van verschillend geslacht, die met elkaar zijn gehuwd, heeft het kind de geslachtsnaam van de vader, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de moeder, de oorspronkelijke geslachtsnaam of de geslachtsnaam van beide adoptanten in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben. Indien de adoptanten niet met elkaar gehuwd zijn of indien beide adoptanten van hetzelfde geslacht zijn en met elkaar gehuwd zijn, houdt het kind de geslachtsnaam die het heeft, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het een van hun beider geslachtsnamen zal hebben of van hun beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van hun beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde, dan wel de geslachtsnaam van die ouder. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van de adoptanten omtrent de geslachtsnaamkeuze.

3. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben» wordt vervangen door «welke geslachtsnaam het kind zal hebben».

2. Na de eerste volzin wordt ingevoegd «Dat kan de geslachtsnaam zijn van één van de ouders of de geslachtsnamen van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde.»

3. De zinsnede «De eerste drie volzinnen zijn» wordt vervangen door «Het voorgaande is».

4. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «welke van hun beider geslachtsnamen het kind zal hebben» wordt vervangen door «welke geslachtsnaam het kind zal hebben».

2. Na de eerste volzin wordt ingevoegd «Dat kan de geslachtsnaam zijn van de moeder of de echtgenoot of echtgenote of geregistreerde partner, of van beide in een vrij te bepalen volgorde.»

3. De zinsnede «Van de verklaring van de ouders» wordt vervangen door «Van deze verklaring».

5. In het zevende lid wordt na «of het de geslachtsnaam van de ene of de andere ouder zal hebben» ingevoegd «of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde of bij adoptie, een geslachtsnaam die is gekozen overeenkomstig het derde lid».

6. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin vervalt «, derde».

2. Voor de laatste volzin wordt ingevoegd «Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot zijn adoptanten kan in afwijking van het voorgaande steeds worden gekozen voor de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind of een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam met de geslachtsnaam van een der adoptanten, waarbij alle kinderen van die adoptanten met een combinatie van geslachtsnamen tenminste een zelfde geslachtsnaam van de adoptant hebben en alle kinderen die niet door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de ouders komen te staan dezelfde geslachtsnaam of gecombineerde geslachtsnaam hebben. De gekozen oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind werkt niet door voor volgende kinderen van die adoptanten.»

7. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 14. Wordt voor het kind gekozen voor een combinatie van geslachtsnamen van de ouders, en een ouder heeft een geslachtsnaam die een combinatie is van twee geslachtsnamen van ouders, dan kan maximaal één geslachtsnaam uit de combinatie worden doorgegeven. Dat geldt ook als op grond van het derde lid bij adoptie wordt gekozen voor een geslachtsnaam van één van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind, of als die uit een combinatie van twee geslachtsnamen bestaat, één geslachtsnaam uit de combinatie.

B

In artikel 253t, vijfde lid, wordt na «ouder of de ander» ingevoegd «, of van een ouder en de ander in een vrij te bepalen volgorde. Artikel 5, veertiende lid, is van overeenkomstige toepassing».

C

In artikel 282, zevende lid, wordt na «een van de voogden» ingevoegd «, van beide voogden of van een voogd en de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind, in een vrij te bepalen volgorde. Artikel 5, veertiende lid, is van overeenkomstige toepassing».

ARTIKEL II

Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 19, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Indien de vreemdeling de nationaliteit van meer dan een staat bezit geldt het recht van de staat van zijn nationaliteit die tevens zijn gewone verblijfplaats is als zijn nationale recht, of bij gebreke daaraan het recht van de staat waarmee hij, alle omstandigheden in aanmerking genomen, het nauwst verbonden is, tenzij uitdrukkelijk of anderszins voldoende duidelijk een rechtskeuze voor het recht van een andere staat van een nationaliteit van de vreemdeling is gedaan.»

B

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a en f, wordt telkens na «van wie van beide ouders het de geslachtsnaam» ingevoegd «of welke combinatie daarvan».

2. In het eerste lid, onderdelen a, b, c, e en f wordt telkens na «van hun beider geslachtsnamen» ingevoegd «of combinatie daarvan».

3. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «of het de geslachtsnaam van de vader of moeder zal hebben» vervangen door «of het de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie daarvan zal hebben».

4. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «of het de geslachtsnaam van de vader of de moeder zal hebben» vervangen door «of het de geslachtsnaam van een van de ouders of een combinatie daarvan zal hebben».

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien het kind naast de Nederlandse nog een of meer andere nationaliteiten heeft of na registratie zal verkrijgen, kan ook de geslachtsnaam worden gekozen die het kind enkel volgens het recht van een andere nationaliteit van het kind zou kunnen krijgen.

ARTIKEL III

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Indien een kind in familierechtelijke betrekking staat tot één ouder, heeft het de geslachtsnaam van die ouder.

  • 2. Indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning. De eerste twee volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing bij erkenning van een ongeboren kind. De ouders kunnen evenwel ter gelegenheid van de voltrekking van hun huwelijk alsnog gezamenlijk verklaren, dat hun kind voortaan de geslachtsnaam van de andere ouder zal hebben, of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Indien een kind door brieven van vaderschap in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder ter gelegenheid van het verzoek verklaart dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben. In de brieven van vaderschap wordt de verklaring van de moeder hieromtrent vermeld.

  • 3. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot beide adoptanten heeft het kind de geslachtsnaam van de vader, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de moeder of de oorspronkelijke geslachtsnaam of de geslachtsnaam van beide adoptanten in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van de adoptanten omtrent de geslachtsnaamkeuze.

  • 4. Indien een kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan, verklaren de ouders gezamenlijk voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte welke geslachtsnaam het kind zal hebben. Dat kan de geslachtsnaam zijn van één van de ouders of de geslachtsnamen van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van de verklaring van de ouders die voor de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Van de verklaring van de ouders die ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, wordt melding gemaakt in de akte van geboorte. De verklaring die niet ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, kan ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand worden afgelegd.

  • 5. Wordt een verklaring houdende naamskeuze, bedoeld in het vierde lid, voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte afgelegd, dan heeft het kind de gekozen naam vanaf de geboorte. Geschiedt de naamskeuze niet uiterlijk ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand in de geboorteakte de geslachtsnaam van de vader op als geslachtsnaam van het kind.

  • 6. Indien de moeder na de geboorte van het kind op grond van artikel 199, onderdeel b, het vaderschap van de overleden echtgenoot ontkent en zij ten tijde van de geboorte en van de ontkenning is hertrouwd, kunnen de moeder en haar echtgenoot gezamenlijk ter gelegenheid van de ontkenning verklaren welke geslachtsnaam het kind zal hebben. Dat kan de geslachtsnaam zijn van één van de ouders of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van de verklaring van de ouders wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Bij gebreke van een verklaring heeft het kind de geslachtsnaam van de echtgenoot.

  • 7. Indien een kind op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder is, verklaart het zelf ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand of in geval van adoptie, ten overstaan van de rechter of het de geslachtsnaam van de ene of de andere ouder zal hebben of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde of bij adoptie, een geslachtsnaam die is gekozen overeenkomstig het derde lid. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning of in de rechterlijke uitspraak inzake adoptie.

  • 8. Een verklaring van de ouders als bedoeld in het tweede, vierde of zesde lid, kan slechts ten aanzien van de geslachtsnaam van hun eerste kind worden afgelegd. Onverminderd het zevende lid, hebben volgende kinderen van dezelfde ouders, dezelfde geslachtsnaam als het eerste kind, met dien verstande dat in het geval dat volgende kinderen blijkens de geboorteakte of krachtens toepasselijk recht een naam hebben die afwijkt van de naam van het eerste kind, de ouders kunnen verklaren dat het desbetreffende kind dezelfde geslachtsnaam zal hebben als het eerste kind. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot zijn adoptanten kan in afwijking van het voorgaande steeds worden gekozen voor de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind of een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam met de geslachtsnaam van een der adoptanten, waarbij alle kinderen van die adoptanten met een combinatie van geslachtsnamen tenminste een zelfde geslachtsnaam van de adoptant hebben en alle kinderen die niet door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de ouders komen te staan dezelfde geslachtsnaam of gecombineerde geslachtsnaam hebben. De gekozen oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind werkt niet door voor volgende kinderen van die adoptanten. Indien voor de geboorte of ter gelegenheid van de aangifte naamskeuze is gedaan ten aanzien van een kind dat levenloos ter wereld komt of is gekomen, wordt deze keuze opgenomen in de akte, bedoeld in artikel 19i, eerste lid, en geldt zij alleen ten aanzien van dit kind.

  • 9. Is één van de ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet zijn gedaan overleden en is de naamskeuze niet gedaan, dan legt de andere ouder een verklaring omtrent de naamskeuze af. Hetzelfde geldt indien één van de ouders wegens diens lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat dan wel indien ten aanzien van hem of haar een mentorschap bestaat.

  • 10. Zijn de vader en moeder onbekend, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand in de geboorteakte een voorlopige voornaam en geslachtsnaam op, in afwachting van het koninklijk besluit waarbij de voornamen en de geslachtsnaam van het kind worden vastgesteld.

  • 11. Indien op grond van het tweede tot en met het negende lid een kind, wiens vader van adel is, niet zijn geslachtsnaam verkrijgt, gaat de adeldom niet over op dat kind.

  • 12. Wordt voor het kind gekozen voor een combinatie van geslachtsnamen van de ouders, en een ouder heeft een geslachtsnaam die een combinatie is van twee geslachtsnamen van ouders, dan kan maximaal één geslachtsnaam uit de combinatie worden doorgegeven. Dat geldt ook als op grond van het derde lid bij adoptie wordt gekozen voor een geslachtsnaam van één van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind, of als die uit een combinatie van twee geslachtsnamen bestaat, één geslachtsnaam uit de combinatie.

B

In artikel 20 wordt na «akten houdende» ingevoegd «naamskeuze,».

C

In artikel 20f wordt na «vermelding van» en na «die de akte van» ingevoegd «naamskeuze,».

ARTIKEL IIIA

Indien een kind, dat als ongeboren kind voor de inwerkingtreding van deze wet is erkend, na de inwerkingtreding van deze wet wordt geboren, stelt, in afwijking van artikel 5, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de ambtenaar van de burgerlijke stand de ouders desgevraagd opnieuw in staat naamskeuze te doen ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte. Artikel 5 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek respectievelijk van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is voor het overige van toepassing.

ARTIKEL IIIB

  • 1. Tot en met een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen kinderen van dezelfde ouders de geslachtsnaam van beide ouders in een door hen te bepalen volgorde verkrijgen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a. de ouders verklaren gezamenlijk dat de kinderen een geslachtsnaam behoren te krijgen die bestaat uit een combinatie van de geslachtsnamen van beide ouders in een door hen eensluidend gekozen volgorde;

    • b. het oudste kind dat in familierechtelijke betrekking tot beide ouders staat, is geboren op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;

    • c. de verklaring betreft alle kinderen van dezelfde ouders.

  • 2. Tot en met een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen kinderen die op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn geboren en van wie de rechter voor de datum van inwerkingtreding van deze wet de adoptie heeft uitgesproken, de oorspronkelijke geslachtsnaam, de geslachtsnaam van beide adoptanten of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde verkrijgen indien beide adoptanten hiertoe een gezamenlijke verklaring afleggen. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing in geval van adoptie door de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder, met dien verstande dat de gezamenlijke verklaring de keuze voor de geslachtsnaam van die ouder en de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde kan betreffen.

  • 3. Een gemeenschappelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid onder a, kan worden afgelegd ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand. Van deze verklaring maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van naamskeuze op.

  • 4. De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing indien een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege het gezag als bedoeld in artikel 253sa van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek over het kind uitoefenen.

ARTIKEL IIIC

  • 1. In afwijking van artikel 1 van de Wet rechten burgerlijke stand is voor de naamskeuze op grond van artikel IIIA en IIIB een door Onze Minister voor Rechtsbescherming voor het Europese deel van Nederland te bepalen recht verschuldigd. Artikel 3 van de Wet rechten burgerlijke stand is voor het Europese deel van Nederland van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Voor de naamskeuze op grond van artikel IIIA en IIIB op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is een bij eilandsverordening te bepalen recht verschuldigd.

ARTIKEL IV

Onze Minister voor Rechtsbescherming zendt vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Rechtsbescherming,

Naar boven