35 927 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)

Nr. 88 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2021

In deze brief geef ik een appreciatie van het kabinet op een motie met betrekking tot het pakket Belastingplan 2022. Het betreft de gewijzigde motie van de heer Stoffer c.s.1 ter vervanging van de afgelopen donderdag 11 november aangehouden motie van de heer Stoffer.2

In mijn appreciatie tijdens de plenaire behandeling van het pakket Belastingplan 2022 op woensdag 10 november jl. (Handelingen II 2021/22, m. 20, debat over het pakket Belastingplan 2022) heb ik de heer Stoffer reeds toegezegd dat ik de oorspronkelijke motie graag uitvoer nu het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hier al deels onderzoek naar heeft gedaan. In de brief die u afgelopen donderdag over de beoordelingen van amendementen en moties, ingediend met betrekking tot het pakket Belastingplan 2022, heeft ontvangen, is helaas bij de beoordeling van deze motie «ontraden» komen te staan. Met deze brief wil ik deze omissie herstellen en daarnaast de heer Stoffer van een meer uitgebreide appreciatie van zijn gewijzigde motie voorzien.

In de gewijzigde motie wordt gevraagd in kaart te brengen wat fiscale knelpunten zijn voor een goede en snelle bedrijfsbeëindiging in de veehouderij. Hierbij wordt gerefereerd aan verschillende stoppersregelingen (subsidies) voor agrarische bedrijven. In 2019 is de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) geïntroduceerd.3 In deze subsidieregeling is een aparte paragraaf «fiscale aspecten» opgenomen (paragraaf 10). Ook is een aparte paragraaf opgenomen met betrekking tot de sloopverplichting (paragraaf 6.4). De Srv is door wijziging van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 aangewezen als nationale regelgeving die leidt tot herstructurering of beëindiging van een bedrijfstak.4 Daarmee valt deze regeling voor de toepassing van de herinvesteringsreserve (HIR) onder overheidsingrijpen. Hierdoor hebben de betrokken varkenshouders ruimere mogelijkheden voor het afboeken van de HIR. In het algemeen geldt dat met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop niet pleegt te worden afgeschreven en bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaren pleegt te worden afgeschreven afboeking van een gevormde HIR op de aanschaffings- of voortbrengingskosten van het bedrijfsmiddel of de bedrijfsmiddelen waarin wordt geherinvesteerd slechts plaatsvindt voor zover de HIR is gevormd ter zake van de vervreemding van bedrijfsmiddelen met eenzelfde economische functie in de onderneming als de aangeschafte of voortgebrachte bedrijfsmiddelen. Met de aanwijzing van de Srv als overheidsingrijpen geldt die voorwaarde niet. Afboeking van een HIR die is gevormd als gevolg van het ontvangen van een subsidie in het kader van de Srv op de aanschaffings- of voortbrengingskosten van een bedrijfsmiddel of de bedrijfsmiddelen waarin wordt geherinvesteerd die niet eenzelfde economische functie hebben, is dan mogelijk. Aan de overige voorwaarden van de HIR moet logischerwijs wel worden voldaan. In het geval dat de varkenshouder zijn gehele onderneming staakt, kan, als aan de voorwaarden wordt voldaan, gebruik worden gemaakt van de regeling die doorschuiving naar een andere onderneming (via te conserveren inkomen) mogelijk maakt.

Het Ministerie van LNV heeft navraag gedaan bij varkenshouders die hun bedrijf, ondanks een positieve subsidiebeschikking op basis van de Srv, uiteindelijk niet definitief beëindigen. De fiscaliteit is daarbij door de varkenshouders niet als reden voor het afzien van beëindiging genoemd. Genoemde knelpunten zien op de hoogte van het subsidiebedrag om schuldenvrij te stoppen (subsidiebedrag niet hoog genoeg), het feit dat het bedrijf inmiddels verkocht is aan een andere ondernemer of dat er geen overeenstemming met de gemeente kan worden bereikt over herbestemming van de varkenshouderijlocatie.

Zoals is opgenomen in de Begroting van het Ministerie van LNV5 zal in 2022 de evaluatie van de Srv worden uitgevoerd. In deze evaluatie kunnen knelpunten met betrekking tot de Srv, zowel niet-fiscaal als fiscaal, aan bod komen. De motie van de heer Stoffer zie ik hiermee als ondersteuning van het kabinetsbeleid en apprecieer ik met het oordeel Kamer.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 35 927, nr. 87.

X Noot
2

Kamerstuk 35 927, nr. 78.

X Noot
5

Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 2, p. 128.

Naar boven