35 925 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022

Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2022

Hierbij bieden wij de kabinetsreactie aan op het adviesrapport «Fundament voor een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie» van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV). De AIV heeft op 20 april 2022 haar adviesrapport gepubliceerd, volgend op de motie van Kamerlid Kuik waarin de regering is verzocht een studie op te stellen naar de meerwaarde en mogelijkheden van een dergelijke strategie1. Zoals de AIV stelt heeft de COVID-19-pandemie meer dan ooit de noodzaak van een coherente mondiale gezondheidsstrategie aangetoond. Het kabinet spreekt haar waardering uit voor de analyse en heldere aanbevelingen van de AIV die goede aanknopingspunten en bouwstenen bieden voor een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie, zoals in het coalitieakkoord is aangekondigd. Specifieke inzet en keuzes van het kabinet zullen in deze strategie nader worden uitgewerkt.

In deze brief gaan wij op hoofdlijnen in op de aanbevelingen en aandachtspunten van de AIV en zetten wij uiteen hoe het kabinet op basis hiervan tot een mondiale gezondheidsstrategie zal komen.

Appreciatie AIV advies

Het kabinet onderschrijft de aanbevelingen van de AIV en deelt de analyse dat Nederland dient te investeren waar het de meeste meerwaarde heeft, en meer coherentie aan moet brengen in het beleid – met afstemming tussen verschillende ministeries, sectoren en internationale partners – om effectiever bij te dragen aan internationale gezondheidsdoelstellingen en het tegengaan van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen.

Mondiale gezondheid wordt door de AIV gekarakteriseerd als een multidimensionaal vraagstuk met een brede context. De COVID-19 pandemie heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat kwetsbaarheden in het mondiale gezondheidssysteem grote effecten hebben op zowel gezondheid, sociaaleconomische ontwikkeling, leefomgeving, welzijn en veiligheid, waarbij ook factoren als geopolitiek en klimaatverandering een rol spelen.

Deze uitdagingen dienen door de internationale gemeenschap gezamenlijk en met urgentie te worden aangepakt. Bovendien heeft de COVID-19 pandemie, met haar grensoverschrijdende karakter, eens te meer aangetoond hoezeer gezondheid in Nederland verbonden is met de gezondheidssituatie in de wereld. Ook bij de bestrijding van COVID-19 bleek de kwetsbaarheid voor varianten die elders opdoken en die een directe impact hadden op onze respons en weerbaarheid. Deze notie is niet nieuw, maar zoals ook de AIV aangeeft, maakt de omvang van de COVID-19 pandemie ons bewust van het belang om te investeren in mondiale gezondheid, weerbaarheid en internationale samenwerking.

Het kabinet ziet daarin een belangrijke rol voor Nederland en neemt graag verantwoordelijkheid. De Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie zal hiervoor het kader gaan vormen om onze prioriteiten voor de mondiale gezondheid-aanpak uit te werken.

De AIV schetst dat de bestaande internationale kaders, zoals de Sustainable Development Goals (SDGs), waaraan Nederland en andere landen zich gecommitteerd hebben, het uitgangspunt moeten vormen van een strategische en coherente Nederlandse inzet voor mondiale gezondheid.

Binnen deze internationale kaders is het van belang de Nederlandse meerwaarde te definiëren en in te zetten. De AIV beveelt aan om de door Nederland vast te stellen strategische prioriteiten aan te laten sluiten op de prioriteiten van de World Health Organization (WHO). Het kabinet onderschrijft dat de centrale en coördinerende rol van de WHO versterkt moet worden om het internationale gezondheidslandschap te structureren en de mondiale gezondheidsdoelstellingen te gaan behalen. Als sterke partner van de WHO en voorstander van coherentie binnen het mondiale gezondheidssysteem zal Nederland bij het ontwikkelen van een mondiale gezondheidsstrategie bezien op welke manier het zo effectief mogelijk kan bijdragen aan de prioriteiten van de WHO. Ook zal, zoals de AIV suggereert, worden uitgewerkt hoe het samenwerking met de Europese Unie (EU) en afstemming van prioriteiten en rolverdeling binnen de EU kan worden versterkt en beter kan worden benut. De EU heeft een centrale rol waar het gaat om samenwerking op gezondheidsvlak binnen Europa, speelt een belangrijke rol binnen de WHO en in internationale onderhandelingen en is een grote donor waar het gaat om opbouw en versterking van basisgezondheidszorgsystemen in ontwikkelingslanden.

De AIV noemt vier leidende beginselen voor een mondiale gezondheidsstrategie. De AIV benadrukt de samenhang van gezondheid van mens, dier en natuur (One Health), evenals het belang van dwarsdoorsnijdende aandacht voor gezondheid in andere sectoren (health in all policies). Voor monitoring en rapportage van beleid en interventies van overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties suggereert de AIV een do-no harm beginsel te hanteren. Tenslotte onderstreept de AIV het belang van een context specifieke benadering en vraaggestuurd werken. Het kabinet onderschrijft het belang van deze vier beginselen en zal deze integreren in de gezondheidsstrategie.

De AIV noemt in het advies drie strategische prioriteiten: (1) versterking van mondiale gezondheidsinfrastructuur ofwel gezondheidssysteemversterking; (2) voorbereiding op toekomstige pandemieën en (3) verbeteren van coherentie en coördinatie op nationaal en internationaal niveau. De door de AIV genoemde strategische prioriteiten bieden een goed kader voor uitwerking van een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie.

Een effectieve mondiale gezondheidsinfrastructuur, evenals sterke en veerkrachtige gezondheidssystemen op landenniveau en pandemische paraatheid wereldwijd zijn essentieel voor de mondiale gezondheid. Binnen het Nederlandse beleid voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking wordt prioriteit gelegd bij een centrale rol voor de WHO en de versterking van nationale gezondheidssystemen, inclusief seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), hiv/aids en TBC. De door de regering opgestelde beleidsagenda pandemische paraatheid kent ook een belangrijke internationale component, zowel in EU kader als wereldwijd. Het kabinet zal bij de inhoudelijke uitwerking van prioriteiten nadrukkelijk meewegen waar Nederland de meeste meerwaarde kan hebben. Bijvoorbeeld, zoals in het advies benoemd, door inzet van bestaande kennis en expertise op het terrein van SRGR en antimicrobiële resistentie (AMR) waar het op voort kan bouwen. Ook liggen er kansen voor het benutten van Nederlandse kennis op het gebied van digitalisering en innovatie.

Het kabinet onderschrijft de visie van de AIV dat, om een goede bijdrage te kunnen leveren aan mondiale gezondheid, coherent beleid bevorderd moet worden op basis van samenwerking tussen verschillende disciplines en partijen. Hiervoor is samenwerking nodig op nationaal en internationaal niveau. Het kabinet ziet de mondiale gezondheidsstrategie als kans om hier nader vorm aan te geven. Basis hiervoor vormt nauwe samenwerking tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op politiek, diplomatiek en inhoudelijk vlak. In het kader van een brede benadering van gezondheid en de door de AIV genoemde beginselen wordt ook nauw samengewerkt met andere ministeries. Het doel is te komen tot een breed gedragen, interdepartementale strategie, met gedeelde eigenaarschap. Ter bevordering van internationale coherentie en afstemming is goede samenwerking met internationale partners op zowel bilateraal als multilateraal vlak nodig. De AIV geeft aan dat goed moet worden meegenomen wat in EU kader wordt gedaan op het gebied van mondiale gezondheid. Ook door de EU zal een nieuwe mondiale gezondheidsstrategie worden opgesteld, die naar verwachting voor het einde van 2022 wordt afgerond. Er is nauw overleg met de Europese Commissie en andere lidstaten ter bevordering van synergie.

Op dit moment ontbreekt het volgens de AIV op nationaal niveau aan een platform waar maatschappelijke partijen hun ideeën op gestructureerde wijze bespreekbaar kunnen maken. Een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie biedt kansen deze samenwerking tussen overheid, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijfsleven te versterken. De AIV spreekt in dit verband over de Dutch Diamond, verwijzend naar samenwerking tussen deze vier actoren. Daar kan nu reeds vorm aan worden gegeven. Bij de ontwikkeling van een mondiale gezondheidsstrategie zullen genoemde partners nadrukkelijk worden betrokken, onder andere in de vorm van ronde tafelbijeenkomsten. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de input van onder andere de Dutch Global Health Alliance en de topsector Life Sciences and Health (LSH). Hiermee kan een goede basis worden gelegd voor effectieve multisectoriële samenwerking.

Zoals ook de AIV benadrukt in haar advies: voorop staat het belang om te handelen en niet te wachten op de volgende gezondheidscrisis. De te nemen stappen naar verbetering van de mondiale gezondheid moeten evenwel recht doen aan de complexiteit van de mondiale gezondheidsproblematiek.

Naar een breed gedragen Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie

Het Ministerie van BZ zal in nauw overleg met het Ministerie van VWS op basis van de aanbevelingen van de AIV een kabinetsbrede Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie opstellen. Dit doen we in nauwe samenwerking met andere departementen zoals het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Defensie, Ministerie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het Ministerie van Financiën, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel, en het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.

Ook zullen het maatschappelijk middenveld, het Nederlandse bedrijfsleven, kennisinstellingen en internationale actoren, zoals de WHO en andere relevante VN instellingen, multilaterale gezondheidsfondsen, de EU, gelijkgezinde landen en de zuidelijke partners worden geconsulteerd.

Het kabinet beoogt met een Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie een strategische en coherente inzet vast te stellen waarmee Nederland op basis van intensieve samenwerking op zowel nationaal als internationaal niveau op effectieve en duurzame wijze bij kan dragen aan gezondheid wereldwijd. De door de AIV aanbevolen bouwstenen vormen hiervoor een goede basis.

Zoals de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in haar brief over de hoofdlijnen van haar beleid aan uw Kamer heeft gecommuniceerd streven wij er naar u deze strategie in oktober 2022 te doen toekomen. Vervolgens wordt deze strategie verder uitgewerkt.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 22.

Naar boven