Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2021
In mijn brief van 6 december (Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 159) inzake amendement met Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 158 heb ik aangegeven dat ik nog voor het einde van het jaar de Kamer zou informeren
over de uitvoering van steun aan Thialf. Het amendement is Kamerbreed aangenomen.
Ik zal uitvoering geven aan dit amendement door € 1 mln. beschikbaar te stellen voor
de acute problematiek in Thialf met betrekking tot vervangingsinvesteringen waarvoor
geen financiële middelen beschikbaar zijn.
Om uitvoering aan dit amendement te geven en de Kamer hier nog voor het einde van
het jaar uitsluitsel over te geven heb ik in de afgelopen weken intensief contact
gehad met de provincie Fryslân als aandeelhouder en de directie van Thialf zelf. Uit
de gesprekken is naar voren gekomen dat de in het amendement benoemde vervangingsinvesteringen
op de planning staan om in april te worden uitgevoerd, na het schaatsseizoen, tenzij
acute vervangingen nodig zijn. Hiermee wordt achterstallig onderhoud weggewerkt en
Thialf klaar gemaakt voor het seizoen 2022–2023. Voor zover daarvan al sprake was,
komt de Olympische voorbereiding van de schaatsploeg voor Peking niet in gevaar.
Ik zal de middelen voor Thialf beschikbaar stellen via de provincie. Hiermee worden
de eerder door mij geschetste potentiële staatssteunproblemen voorkomen. Deze maatwerkoptie
is mogelijk omdat provincie Friesland een breder herstructureringsplan voor Thialf
voorbereidt en hiervoor al een staatssteuntraject bij de Europese Commissie heeft
lopen. De impuls op vervangingsinvesteringen past hierbinnen.
Het volgende kabinet zal bij de uitwerking van het regeerakkoord verder invulling
geven aan de motie met Kamerstuk 35 925 XVI, nr. 151 waarmee ook op middellange termijn voor Thialf en andere topsportaccommodaties gewerkt
gaat worden aan de wijze waarop de rijksoverheid hierbij verantwoordelijkheid zou
kunnen nemen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis