35 925 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2022

Nr. 85 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2022

In deze brief informeer ik u over de stand van zaken van het advies van de Commissie Heerma van Voss over de Uitkeringsregeling chroom-6, luchtkwaliteitsmetingen op Curaçao, de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS) en het inspectietraject gevaarlijke stoffen van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Ik eindig met informatie over een briefadvies van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) over inzicht in gevaarlijke stoffen1.

Voortgang Commissie Heerma van Voss (advies Uitkeringsregeling)

Naar aanleiding van het wetgevingsoverleg van 30 november 2020 (Kamerstukken 35 570 X en 35 570 K, nr. 72) en de door uw Kamer aangenomen moties van de leden Van Helvert, Kerstens en van het lid Belhaj c.s. (Kamerstukken 35 570 X, nrs. 60 en 41) heeft de toenmalig Staatssecretaris van Defensie een onafhankelijke commissie ingesteld onder voorzitterschap van prof. mr. G.J.J. Heerma van Voss. Deze commissie is gevraagd advies uit te brengen over drie vragen over de Regeling uitkering chroom-6 Defensie (Uitkeringsregeling).

Het gaat om de volgende vragen:

  • Bepaal hoe de Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie zich verhoudt tot het wettelijk kader, tot vergelijkbare regelingen zoals die Rijksbreed zijn vastgesteld, en betrek hierbij ook de aanbevelingen van de commissie Vergemakkelijken Schadeafhandeling Beroepsziekten (commissie Heerts);

  • Onderzoek in hoeverre de arbeidsomstandigheden op de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS)-locaties in vergelijking met de arbeidsomstandigheden op andere locaties bij Defensie dermate uniek waren dat het gerechtvaardigd kan zijn om alleen voor alle oud-medewerkers van de POMS-locaties een aparte regeling in te stellen;

  • Voer een impactanalyse uit voor de situatie waarin voor het recht op een uitkering als uitgangspunt wordt gehanteerd een vergoeding voor iedere werknemer die mogelijk is blootgesteld aan chroom-6 / gevaarlijke stoffen in plaats van de uitgangspunten zoals gehanteerd bij het opstellen van de Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie. De impactanalyse moet zich minimaal richten op wat de mogelijke (juridische, maatschappelijke en financiële) consequenties zijn voor Defensie, de rijksoverheid, het bedrijfsleven en voor de betrokken (oud-)medewerkers en nabestaanden.

In de brief van 25 oktober 2021 (Kamerstuk 35 925 X, nr. 10) bent u geïnformeerd over het tussenrapport van de commissie. Het tussenrapport gaat over de eerste deelvraag en heeft een beschrijvend, analytisch karakter. Het was voorzien dat de commissie voor de zomer haar eindrapport gereed zou hebben. Ik zou uw Kamer hierover dan voor het zomerreces informeren. De voorzitter van de commissie heeft mij op 7 juni 2022 echter gemeld meer tijd nodig te hebben om met name de derde opdracht verantwoord te kunnen uitvoeren.

De voorzitter van de commissie verwacht haar eindrapport na het zomerreces op te kunnen leveren. Na ontvangst van het eindrapport van de commissie zal ik uw Kamer hierover informeren.

Luchtkwaliteitsmetingen Curaçao

Daarnaast wil ik u informeren over de metingen naar de luchtkwaliteit op Curaçao vanwege de uitstoot door de industrie in het Schottegat en de risico’s daarvan voor de gezondheid van het personeel van Defensie en hun gezinnen.

Een deel van het Defensiepersoneel woont bij Julianadorp in de buurt van de industrie. De meetresultaten gaven daar geen aanleiding tot zorg. De gezondheidskundige interpretatie opgesteld door de GGD Amsterdam in december 2021 bevat onder meer de conclusie: «In het algemeen kan gezegd worden dat de luchtkwaliteit in Julianadorp beter is dan de luchtkwaliteit gemeten op de andere meetlocaties van de GGD Amsterdam, en verder niet uitzonderlijk wanneer met Nederland vergeleken wordt. Het voortzetten van de metingen in Julianadorp lijkt niet nodig om een beter beeld van de luchtkwaliteit te krijgen». Op grond van deze conclusie heb ik besloten de opdracht aan de GGD Amsterdam te beëindigen. Belangrijke reden om de metingen in Julianadorp te beëindigen is de hoogte van de gemeten concentraties. Deze zijn in de periode 2016–2020 voor een aantal belangrijke componenten, zoals SO2, nikkel en vanadium, aanzienlijk gedaald. Andere componenten, zoals PM10 en PM2.5, zijn in deze periode minder of niet afgenomen, maar liggen duidelijk lager dan op de andere twee meetlocaties op het eiland.

Ik blijf de ontwikkelingen op Curaçao volgen vanwege mijn verantwoordelijkheid voor de gezondheid van het personeel van Defensie. Wanneer daartoe aanleiding is, zal ik nadere maatregelen nemen en uw Kamer daarover informeren.

Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS)

Om de risico’s van het werken met chroom-6 terug dringen, is het plan van aanpak beheersing chroom-6 van 4 december 2018 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 70) in uitvoering genomen. De maatregelen in dat plan zijn deels geordend langs het zogenoemde S-T-O-P-principe en daarmee volgens de arbeidshygiënische strategie: eerst Substitutie, Technische maatregelen, Organisatorische maatregelen en als laatste Persoonlijke bescherming. In een brief van 31 mei 2021 (Kamerstuk 35 570 X, nr. 92) is gemeld dat alle maatregelen zijn voltooid of worden vervolgd als onderdeel van de reguliere bedrijfsvoering.

Defensie blijft zich echter inspannen om de risico’s van het werken met chroom-6 en met andere gevaarlijke stoffen verder te reduceren. We vervolgen de zogenoemde Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS). Hierdoor ontstaat inzicht in de aard, de mate en de duur van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij de werkzaamheden. De NIGS is begonnen met de carcinogene (kankerverwekkend), mutagene (genetische verandering veroorzakend), en reproductietoxische (giftig voor de voortplanting en/of het nageslacht) bedrijfsstoffen (CMR-stoffen). Uiteindelijk worden alle werkzaamheden met gevaarlijke stoffen beoordeeld op de risico’s voor het personeel.

Vanwege de diversiteit aan werkzaamheden en gevaarlijke stoffen is dit een omvangrijk, meerjarig traject. De NIGS wordt daarom gefaseerd uitgevoerd. Het Coördinatie en Expertisecentrum Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG), de interne arbodienst van Defensie, is verantwoordelijk voor de beoordeling van de blootstellingen op basis van de (wettelijke) grenswaarden. De aanpak van Defensie sluit aan op het recent vastgestelde beheersregime chroom-6, voor de sector Rijk. De kern van dit beheersregime is stofvrij werken, zodat inademing van stof zo veel mogelijk wordt voorkomen.

Inspectietraject gevaarlijke stoffen Nederlandse Arbeidsinspectie afgesloten

In het kader van hun programma «Bedrijven met gevaarlijke stoffen», heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA, voorheen I-SZW) vanaf 2018 enkele inspectiebezoeken uitgevoerd bij eenheden van Defensie. In het algemeen overleg Personeel op 12 maart 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 111) en tijdens het verslag algemeen overleg chroom-6 op 9 april 2019, alsmede in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Bruins Slot (CDA) van 28 mei 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2827) is Defensie op diverse handhavingstrajecten ingegaan.

Bij de drie groot-onderhoudsbedrijven van Defensie is een inspectietraject uitgevoerd naar het werken met gevaarlijke stoffen en het uitvoeren van de hierboven genoemde NIGS. De NLA concludeert na de meest recente inspectiebezoeken in mei 2022 bij de bedrijven van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht dat de eerdere overtredingen niet (meer) zijn aangetroffen. De inspecteurs constateerden dat de nodige inspanningen zijn verricht en nog worden verricht conform het plan van aanpak van de NIGS om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen die gelden voor het werken met gevaarlijke stoffen. De organisatie van de werkzaamheden voor dit traject is adequaat vormgegeven en geborgd. De NLA heeft gemeld dat het inspectietraject hiermee wordt afgesloten.

Zoals eerder aan uw Kamer is toegezegd plaatst Defensie de brieven van de NLA over gevaarlijke stoffen op de website van Defensie2.

IVD briefadvies: Inzicht in Gevaarlijke Stoffen

De Inspectie Veiligheid Defensie (IVD) heeft ook onderzoek gedaan naar de voortgang van de NIGS bij Defensie. Waar de NLA drie onderhoudsbedrijven bezocht, deed de IVD een Defensiebreed onderzoek. Graag informeer ik u over een brief die de IVD hierover aan mij heeft gestuurd en de informatie die de IVD hierover op haar website heeft gepubliceerd3. De IVD constateert in haar brief dat Defensie verbeteringen heeft gerealiseerd op vier aandachtspunten voor het werken met gevaarlijke stoffen:

  • Beschikbaarheid gekwalificeerd personeel

    Defensie heeft extra personeel beschikbaar gesteld in 2019 voor het veilig werken met gevaarlijke stoffen. Daarnaast heeft Defensie een opleiding Middelbare Arbeidshygiëne verworven om te zorgen voor meer expertise op dit vakgebied.

  • Ontwikkelde software applicatie

    Het vastleggen van NIGS-gegevens gebeurde vooral met excel-sheets. Om gegevens beter vast te leggen is een software applicatie ontwikkeld. Deze is inmiddels beschikbaar en wordt gefaseerd ingevoerd.

  • NIGS in de managementrapportage

    Over de voortgang van de NIGS rapporteren Defensieonderdelen via de managementrapportage zodat eventuele knelpunten op het juiste niveau kunnen worden geanalyseerd.

  • Coördinatie NIGS

    De coördinatie rondom de NIGS (en gevaarlijke stoffen in het algemeen) vindt plaats binnen de Defensiebrede werkgroep gevaarlijke stoffen.

Vervolgens stelt de IVD dat het niet gelukt is inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken van de NIGS voor alle eenheden. Uiteraard zal ik de IVD de informatie over de stand van zaken aanleveren. In de toekomst blijf ik de voortgang van de NIGS volgen.

Slot

In deze brief heb ik u geïnformeerd over verschillende ontwikkelingen over gevaarlijke stoffen. Het uitvoeren van de NIGS is een omvangrijk traject met meerdere stappen. Dit zal de komende jaren veel inzet vragen.

Ik ben mij ervan bewust dat dit onderwerp belangrijk is voor veel (oud-) medewerkers die werken of gewerkt hebben met gevaarlijke stoffen. Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor personeel houdt het uitvoeren hiervan dan ook mijn volle aandacht.

De Staatssecretaris van Defensie, C.A. van der Maat

Naar boven