Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2022
In deze brief informeren wij u hoe we, vanaf 2023, zullen rapporteren over niet-financiële
informatie in de begrotingscyclus van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW).1 Niet-financiële informatie betreft de resultaten van beleid, min of meer los van
het financieel systeem. De resultaten bestaan uit kwantitatieve en kwalitatieve gegevens.
Door ook te rapporteren over de niet-financiële informatie, willen wij in onze begrotingsdocumenten
meer inzicht geven in de effectiviteit van het beleid en de publieke middelen die
daarvoor worden ingezet. Voor een aantal beleidsterreinen van ons ministerie heeft
u al de hoofdlijnen van het beleid van het nieuwe kabinet ontvangen.2 Voor andere beleidsterreinen worden die hoofdlijnen nog uitgewerkt.
Om de effectiviteit van ons beleid zichtbaar te maken, zullen we de Strategische Evaluatie
Agenda3 (SEA) gebruiken. De SEA helpt om al bij de ontwikkeling van beleid na te denken over
hoe de effectiviteit ervan gemeten kan worden. Dat kan bijvoorbeeld met kwalitatieve
en kwantitatieve informatie, beleidsevaluatie(s) en onderzoek. Het is nu nog te vroeg
om te zeggen welke gegevens we exact willen gebruiken, omdat we onze beleidsdoelen
nog uitwerken.
Voor de ontwerpbegroting van ons ministerie voor 2023 zullen we voor alle beleidsterreinen
de beleidsdoelen in de beleidsagenda op hoofdlijnen weergeven, zonder specifieke tabellen
met indicatoren. We integreren nu al meer kwalitatieve en kwantitatieve informatie,
beleidsevaluaties en andere onderzoeken in de ontwerpbegroting. Voorafgaand aan de
behandeling van de OCW-begroting voor 2023 informeren we u waar dan reeds mogelijk
over de indicatoren en cijfers die we gebruiken om de effectiviteit van ons beleid
te beoordelen.
Een voorbeeld van de nieuwe aanpak is hoe we er vooralsnog aan denken de effectiviteit
van het Masterplan basisvaardigheden te gaan meten. Daarvoor overwegen we terug te vallen op reeds in de huidige begroting
opgenomen indicatoren over het aandeel leerlingen dat de referentieniveaus lezen,
taalverzorging en rekenen haalt. Die vullen we aan met informatie over sociale veiligheid,
vroeg- en voorschoolse educatie, loopbanen van leraren en bevoegdheden in het voortgezet
onderwijs en het techniekonderwijs. Die veelzijdige elementen samen zouden dan duidelijk
kunnen maken wat de resultaten zijn van het masterplan en het geld dat ervoor wordt
ingezet.
De kwantitatieve onderbouwing van de doelstellingen op basis van data, kwantitatieve
informatie, (beleids)evaluaties en onderzoek zullen we zo veelzijdig mogelijk op www.ocwincijfers.nl publiceren.
De ontwerpbegroting 2023 is dus een eerste stap naar een nieuwe begrotingssystematiek.
Die systematiek kan in de begroting van OCW voor 2024 voor het eerst in de hele cyclus
worden toegepast.
Met deze nieuwe werkwijze in de begrotingscyclus, in combinatie met de SEA, voldoen
we aan het verzoek van de Tweede Kamer.4 We voldoen graag aan dat verzoek, omdat het bijdraagt aan helderheid over de uitkomsten
van ons beleid, en daarmee aan de kwaliteit ervan. Bij de bespreking van onze ontwerpbegroting
voor 2023 informeren wij u graag hierover verder.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
G. Uslu