Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35925-VI nr. AG |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35925-VI nr. AG |
Vastgesteld 15 februari 2023
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid1 hebben in haar commissievergadering van 31 november 2022 beraadslaagd over de brief van 4 november 2022 met een reactie op de nadere vragen van de leden van de PvdD-fractie en de Fractie-Otten van 12 oktober 2022 over de gewijzigde overeenkomst tussen de Staat en de landsadvocaat en de instelling van de onderzoekscommissie advocatendiensten aan de Staat.2 De leden van de fractie van de PvdD en de Fractie-Otten gezamenlijk hebben naar aanleiding van de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 4 november 2022 een aantal vervolgvragen opgesteld.
Naar aanleiding hiervan is op 6 december 2022 een brief gestuurd aan de Minister van Justitie en Veiligheid.
De Minister heeft op 15 februari 2023 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren
Aan de Minister van Justitie en Veiligheid
Den Haag, 6 december 2022
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben in haar commissievergadering van 31 november 2022 beraadslaagd over uw brief van 4 november 2022 met een reactie op de nadere vragen van de leden van de PvdD-fractie en de Fractie-Otten van 12 oktober 2022 over de gewijzigde overeenkomst tussen de Staat en de landsadvocaat en de instelling van de onderzoekscommissie advocatendiensten aan de Staat.3 De leden van de fractie van de PvdD en de Fractie-Otten gezamenlijk hebben naar aanleiding van uw brief van 4 november 2022 nog enkele vervolgvragen.
De fractie van de PvdD en de Fractie-Otten zijn verheugd dat u uitdrukkelijk onderschrijft «dat van een advocatenkantoor dat voor de Staat optreedt, mag worden verlangd dat het integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit hoog in het vaandel heeft staan». U geeft aan: «De landsadvocaat en zijn kantoor onderschrijven overigens ook nadrukkelijk het belang van deze waarden». Bent u bereid om het document met de Eerste Kamer te delen waarin dat onderschrijven plaats vindt? Is ook onderschreven dat het kantoor daadwerkelijk aan die waarden voldoet? Zo nee, acht u het voldoende dat een kantoor het belang van die waarden onderschrijft maar niet aangeeft dat het aan die waarden voldoet? Als er een document is waarin de landsadvocaat en zijn kantoor onderschrijven dat die waarden worden gedeeld en in de praktijk worden gebracht, waarom wordt dat document dan niet in de tijdelijke overeenkomst tussen de Staat en de Landsadvocaat opgenomen? Welk bezwaar kan daar tegen bestaan?
U acht het voldoende dat in bestuurlijke overleggen met de landsadvocaat het respecteren van de waarden wordt besproken. Dat kon ook al voordat in de NRC een artikel verscheen waarin de volgende informatie werd gegeven:
Bij Pels Rijcken, blijkt uit de gesprekken, houden bepaalde advocatenafdelingen er al jaren uiterst grove omgangsvormen op na. De top van de organisatie – gevormd door de 37 partners – geeft niet bepaald het goede voorbeeld. Het „plezierig en stimulerend werkklimaat» dat het kantoor nastreeft, is soms ver te zoeken. Er zijn schreeuwende partners en medewerkers die huilen. Een partner spreekt over homoseksuele collega’s als „flikkers». Hij imiteert Chinezen en omschrijft hen als spleetogen. Hij noemt zwarte collega’s „neger» en Surinamers „lui». Gecorrigeerd wordt hij niet.
Ook elders klinkt racistische taal over buitenlanders – «grappig» bedoeld bij de lunch of bij het bespreken van werkopdrachten. Een advocaat in opleiding met een migratieachtergrond werd er in de ruim twee jaar dat hij bij Pels Rijcken werkte meermaals mee geconfronteerd. Juristen met een migratieachtergrond zijn zeldzaam bij het kantoor van de landsadvocaat. Van de 183 advocaten en notarissen bij Pels Rijcken hebben er vijf een niet-westerse achternaam, inclusief hij, blijkt uit het online personeelsoverzicht van eind oktober.4
Wat heeft een bestuurlijk overleg voor nut als u pas door zo’n publicatie in de pers op de hoogte komt van de schending van de waarden? Hoe kan een bestuurlijk overleg ertoe leiden dat voorkomen wordt dat het kantoor de waarden schendt? Is in het bestuurlijk overleg in de periode voor de publicatie in de NRC de informatie met u gedeeld, die in de NRC openbaar is gemaakt? Bent u het met de leden van de fractie van de PvdD en van de fractie-Otten eens dat het «visitekaartje» van de Staat door de publicatie al zodanig besmeurd was, dat niet langer kon worden volgehouden dat het kantoor Pels Rijcken de waarden respecteert?
Blijkens de in de NRC gegeven informatie die hierboven is geciteerd, heerst(e) op het kantoor Pels Rijcken een onveilig werkklimaat. Bent u dat met de leden van de fractie van de PvdD en de fractie-Otten eens? Bent u het met de leden van de fractie van de PvdD en van de fractie-Otten eens dat dit kantoor niet mag worden ingeschakeld bij conflicten die verband houden met een onveilig werkklimaat? In de kwestie-Arib is het kantoor van de landsadvocaat ook ingeschakeld geweest. Was u of een ander lid van de regering ervan op de hoogte dat dit kantoor in verband met die kwestie zou worden ingeschakeld? Hoe oordeelt u over het inschakelen van dat kantoor in die kwestie?
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.
Voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2023
Hierbij bied ik uw Kamer de antwoorden aan op de vervolgvragen van 6 december 2022 van de leden van de fracties van de Partij voor de Dieren (PvdD) en de Fractie-Otten naar aanleiding van mijn brief van 4 november 2022 over de gewijzigde overeenkomst tussen de Staat en de landsadvocaat.
Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de vragen van de leden van deze fracties. De vragen beantwoord ik hierna. Bij de volgorde van de beantwoording is de volgorde van de brief van 6 december 2022 aangehouden.
Vragen van de leden van de fractie van de PvdD en de fractie-Otten
De leden van de fractie van de PvdD en de Fractie-Otten vragen allereerst om het document waarin de landsadvocaat en zijn kantoor nadrukkelijk het belang van waarden als integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit onderschrijven. Tevens wordt gevraagd of ook wordt onderschreven dat het kantoor daadwerkelijk aan die waarden voldoet en als dat niet het geval is, of ik het voldoende acht dat een kantoor het belang van die waarden onderschrijft maar niet aangeeft dat het aan die waarden voldoet. Verder vragen de leden van de fractie van de PvdD en de Fractie-Otten waarom, als er een document is waarin de landsadvocaat en zijn kantoor onderschrijven dat die waarden worden gedeeld en in de praktijk worden gebracht, dit dan niet in de tijdelijke overeenkomst tussen de Staat en de Landsadvocaat is opgenomen.
Tevens vragen de leden van de fractie van de PvdD en de Fractie-Otten hoe een bestuurlijk overleg met de landsadvocaat ertoe kan leiden dat voorkomen wordt dat het kantoor de waarden schendt. Daarbij vragen deze leden of in het bestuurlijk overleg in de periode voor de publicatie in de NRC de informatie met mij is gedeeld, die in de NRC openbaar is gemaakt. Tevens vragen zij of ik het met hen eens ben dat het «visitekaartje» van de Staat door de publicatie al zodanig besmeurd was, dat niet langer kon worden volgehouden dat het kantoor Pels Rijcken de waarden respecteert.
Daarnaast wijzen de leden erop dat de informatie uit de NRC erop duidt dat er een onveilig werkklimaat heerst(e) op het kantoor Pels Rijcken. De leden vragen of ik dat met hen eens ben. Ook vragen de leden of ik het met hen eens ben dat dit kantoor niet mag worden ingeschakeld bij conflicten die verband houden met een onveilig werkklimaat. Tot slot noemen de leden dat in de kwestie-Arib het kantoor van de landsadvocaat ook ingeschakeld is geweest. De leden vragen of ik of een ander lid van de regering ervan op de hoogte was dat dit kantoor in verband met die kwestie zou worden ingeschakeld en hoe ik oordeel over het inschakelen van dat kantoor in die kwestie.
Antwoord
De landsadvocaat en zijn kantoor hebben het belang van waarden als integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit onder meer onderschreven in hun Diversiteits- en Inclusieverklaring5. Het belang dat het kantoor hecht aan deze waarden komt verder tot uitdrukking in de door het kantoor vastgestelde gedragscode en kernwaarden.6 Het bevorderen van diversiteit en inclusie is één van de vier pijlers van de organisatiestrategie van het kantoor van de landsadvocaat. Het bevorderen van een Open Kantoor Cultuur is één van de andere pijlers.
Zoals ik in mijn eerdere beantwoording heb aangegeven, kan over deze thema’s tevens in de bestuurlijke overleggen die met de landsadvocaat en zijn kantoor worden gevoerd, worden gesproken. In het eerste bestuurlijk overleg is ook expliciet stilgestaan bij het diversiteitsbeleid van het kantoor van de landsadvocaat en de instrumenten die een open kantoorcultuur moeten bevorderen. De voorzitter van het bestuur van het kantoor van de landsadvocaat heeft in dit overleg uiteengezet dat het diversiteitsbeleid van het kantoor en een open kantoorcultuur belangrijke pijlers zijn waarin fors wordt geïnvesteerd. Zij heeft toegelicht dat hierbij door het kantoor goed wordt gekeken naar de doelstellingen van het diversiteitsbeleid van de rijksoverheid. Doelstelling is steeds resultaatgericht beleid waarbij er meetbare vooruitgang is. Ook heeft zij toegelicht dat het beleid voortdurend wordt gemonitord en herzien, er werkgroepen ter bevordering van de concrete doelstellingen zijn ingesteld, er een opleidingsprogramma ter stimulering van het bewustzijn van kantoorgenoten wordt opgezet en er duurzame partnerschappen zijn met organisaties die diversiteit en inclusiviteit in Nederland bevorderen, zoals Global People, Stichting IMC Weekendschool, Stichting Giving Back, Stichting Forward en Bridges network, alsmede met het sociaal leer- en werkbedrijf Pantar en het platform «Onbeperkt aan de slag». Ook is een principle-based gedragscode opgesteld door de medewerkers van het kantoor en vinden er periodiek bijeenkomsten plaats om over de praktische dilemma’s te spreken. Via de jaarlijkse medewerkerstevredenheidsonderzoeken wordt onder meer onderzocht of respondenten herkennen dat de gedragscode wordt nageleefd. De resultaten daarvan worden vervolgens weer besproken. Ook tijdens de jaarlijkse evaluatiegesprekken wordt stil gestaan bij de naleving van de gedragscode. Daarnaast spreekt de raad van commissarissen eenmaal per jaar met de eerder ingestelde vertrouwenspersonen.
Het bestuurlijk overleg is één van de middelen om te bespreken of het kantoor van de landsadvocaat aan de eerdergenoemde waarden voldoet. Ook gelden de kernwaarden voor de advocatuur voor alle advocaten van Pels Rijcken. Eén van de kernwaarden is dat de advocaat integer is en zich onthoudt van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Zoals ik de Tweede Kamer op 4 februari 2022 heb gemeld, is vanuit het belang als cliënt van het kantoor van de landsadvocaat in een telefoongesprek met de deken door mijn ambtsvoorganger aandacht gevraagd voor de berichtgeving over de sociale veiligheid, ten behoeve van het destijds lopende toezichttraject. Het toezichtstraject is door de deken per 1 mei 2022 beëindigd. Dit nadat zij onder meer gesprekken met medewerkers had gevoerd over hoe de kantoorcultuur door hen op dat moment werd ervaren.
Of er aanleiding is nadere bepalingen ten aanzien van waarden als integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit alsnog in de overeenkomst met de landsadvocaat op te nemen, zal het kabinet bezien in het kader van de voorbereiding van een inhoudelijke reactie op het recent uitgebrachte rapport van de commissie advocatendiensten aan de Staat. Ik streef ernaar deze reactie uiterlijk aan het begin van het tweede kwartaal aan uw Kamer aan te bieden.
Voorts vragen de leden van de fractie van de PvdD en van de fractie-Otten of ik het met hen eens ben dat het kantoor van de landsadvocaat niet mag worden ingeschakeld bij conflicten die verband houden met een onveilig werkklimaat en hoe ik oordeel over het inschakelen van zijn kantoor in de kwestie-Arib.
Het presidium van de Tweede Kamer beslist zelf of en wanneer het een advocaat inschakelt voor juridisch advies. Ook beslist het presidium zelf welke advocaat daarvoor wordt ingeschakeld. Dit valt onder het recht op vrije advocaatkeuze. Andere onderdelen van de Staat hebben daar geen inzicht in of zeggenschap over. Het kabinet is ook niet vooraf over de inschakeling geïnformeerd. Als de landsadvocaat of zijn kantoorgenoten worden ingeschakeld door een andere cliënt, zoals het presidium, valt dat onder de geheimhoudingsplicht van die advocaat. Tot slot hecht ik eraan te benadrukken dat de landsadvocaat en zijn kantoor met voortvarendheid een groot aantal verbetermaatregelen heeft doorgevoerd, ook op het vlak van een open kantoorcultuur. Ik zie dan ook geen aanleiding de landsadvocaat uit te sluiten van opdrachten die betrekking hebben op sociale veiligheid.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
Samenstelling:
Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU), Hiddema (Fractie-Frentrop) en Krijnen (GL).
C. Driessen & P. de Witt Wijnen, «Racisme en geschreeuw bij landsadvocaat Pels Rijcken», NRC 3 november 2021.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-VI-AG.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.