35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

AD VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 november 2022

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid1 hebben in haar commissievergadering van 4 oktober 2022 kennisgenomen van de brief van 28 september 2022 over de gewijzigde overeenkomst tussen de Staat en de landsadvocaat en de instelling van de onderzoekscommissie advocatendiensten aan de Staat.2

Naar aanleiding hiervan is op 12 oktober 2022 een brief gestuurd aan de Minister van Justitie en Veiligheid met enkele vervolgvragen.

De Minister heeft op 4 november 2022 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 4 oktober 2022

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben in haar commissievergadering van 4 oktober 2022 kennisgenomen van uw brief van 28 september 2022 over de gewijzigde overeenkomst tussen de Staat en de landsadvocaat en de instelling van de onderzoekscommissie advocatendiensten aan de Staat.3 De leden van de fractie van de PvdD danken u voor de beantwoording van hun vragen en hebben naar aanleiding daarvan nog enkele vervolgvragen. De leden van de Fractie-Otten sluiten zich aan bij de vragen van de PvdD. Daarnaast hebben de leden van de Fractie-Otten ook nog een aanvullende vraag aan u.

Vragen van de leden van de fractie van de PvdD – mede namens de fractie-Otten

Uit de beantwoording blijkt niet duidelijk of de regering onderschrijft dat van een advocatenkantoor, dat als «landsadvocaat» voor de Staat der Nederlanden optreedt, mag worden verlangd dat het uitdrukkelijk de ethische waarden onderschrijft die de rechtsstaat Nederland als leidend aanvaardt. Onderschrijft de regering dat uitgangspunt?

Als de regering dat uitgangspunt niet onderschrijft, hoe valt dat standpunt dan te rijmen met uw bevestiging dat de regering veel belang hecht aan waarden als respect, inclusiviteit en diversiteit?

Als de regering dat uitgangspunt wel onderschrijft, op welke wijze wordt dan gerealiseerd dat het advocatenkantoor dat als landsadvocaat optreedt uitdrukkelijk de ethische waarden onderschrijft die de rechtsstaat Nederland als leidend aanvaardt?

Bent u het met de leden van de PvdD eens dat het aangaan van een contract met een advocatenkantoor om als landsadvocaat op te treden niet te vergelijken is met het inkopen van een goed of een dienst waarop de Rijksinkoopvoorwaarden van toepassing zijn?

Bent u het met de leden van de PvdD eens dat van de landsadvocaat niet een door deze zelfstandig inhoudelijk in te vullen dienst wordt ingekocht, maar dat deze «in dienst» van de Staat dient op te komen voor de naleving van rechten en waarden die de Staat heeft vastgelegd en dient uit te dragen wat de Staat hem op dat punt meegeeft?

Bent u het met de leden van de PvdD eens dat de landsadvocaat, wanneer deze optreedt voor de Staat, fungeert als een «visitekaartje» van de Staat en zo ook door burgers wordt ervaren?

Zo ja, brengt dat dan niet mee dat een kantoor waarin een cultuur heerst van onvoldoende weersproken racistische opmerkingen en denigrerende uitlatingen over mensen die zich tot de regenbooggemeenschap rekenen, niet als de landsadvocaat mag optreden?

Bent u het met de leden van de PvdD eens dat de tijdelijkheid van de wijziging van de overeenkomst er niet aan in de weg zou kunnen staan om daarin op te nemen dat de landsadvocaat de ethische waarden dient te onderschrijven die de rechtsstaat Nederland als leidend aanvaardt, met name op het gebied van respect, inclusiviteit en diversiteit, indien de Staat als contractspartij deze voorwaarde inhoudelijk van belang acht?

Vraag van de leden van de Fractie-Otten

Hoe voorziet de staat momenteel in haar notariële diensten nu de landsadvocaat het notariaat heeft afgestoten na de fraude die daar heeft plaatsgevonden, aangezien de landsadvocaat in het recente verleden ook optrad als notaris voor diverse bewindslieden?

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, M.M. de Boer

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2022

Hierbij bied ik uw Kamer de antwoorden aan op de nadere vragen van 12 oktober 2022 van de leden van de fracties van de Partij voor de Dieren (PvdD) en de Fractie-Otten naar aanleiding van mijn brief van 28 september 2022 over de gewijzigde overeenkomst tussen de Staat en de landsadvocaat.

Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de vragen van de leden van deze fracties. De vragen beantwoord ik hierna. Bij de volgorde van de beantwoording is de volgorde van de brief van 12 oktober 2022 aangehouden.

Vragen van de leden van de fractie van de PvdD – mede namens de fractie-Otten

Ten eerste vragen de leden van de PvdD en de Fractie-Otten of de regering het uitgangspunt onderschrijft dat van een advocatenkantoor dat als landsadvocaat voor de Staat optreedt mag worden verlangd dat het uitdrukkelijk de ethische waarden onderschrijft die de rechtsstaat Nederland als leidend aanvaardt. Als de regering dat uitgangspunt niet onderschrijft, dan vragen de PvdD en Fractie-Otten hoe dat standpunt valt te rijmen met mijn bevestiging dat de regering veel belang hecht aan waarden als respect, inclusiviteit en diversiteit. Als de regering dat uitgangspunt wel onderschrijft, dan vragen de PvdD en Fractie-Otten op welke wijze dan wordt gerealiseerd dat het advocatenkantoor dat als landsadvocaat optreedt uitdrukkelijk de ethische waarden onderschrijft die de rechtsstaat Nederland als leidend aanvaardt.

Ten tweede vragen de leden van de PvdD en de Fractie-Otten of ik het met hen eens ben dat het aangaan van een contract met een advocatenkantoor om als landsadvocaat op te treden niet te vergelijken is met het inkopen van een goed of een dienst waarop de Rijksinkoopvoorwaarden van toepassing zijn. Daarbij vragen zij of ik het met hen eens ben dat van de landsadvocaat niet een door deze zelfstandig inhoudelijk in te vullen dienst wordt ingekocht, maar dat deze «in dienst» van de Staat dient op te komen voor de naleving van rechten en waarden die de Staat heeft vastgelegd en dient uit te dragen wat de Staat hem op dat punt meegeeft. Ook vragen zij of ik het met hen eens ben dat de landsadvocaat, wanneer deze optreedt voor de Staat, fungeert als een «visitekaartje» van de Staat en zo ook door burgers wordt ervaren. Als ik het daarmee eens ben, dan vragen de PvdD en Fractie-Otten of dat dan niet meebrengt dat een kantoor waarin een cultuur heerst van onvoldoende weersproken racistische opmerkingen en denigrerende uitlatingen over mensen die zich tot de regenbooggemeenschap rekenen, niet als de landsadvocaat mag optreden.

Ten derde vragen de leden van de PvdD en de Fractie-Otten of ik het met hen eens ben dat de tijdelijkheid van de wijziging van de overeenkomst er niet aan in de weg zou kunnen staan om daarin op te nemen dat de landsadvocaat de ethische waarden dient te onderschrijven die de rechtsstaat Nederland als leidend aanvaardt, met name op het gebied van respect, inclusiviteit en diversiteit, indien de Staat als contractspartij deze voorwaarde inhoudelijk van belang acht.

Antwoord

Ten eerste onderschrijft de regering het uitgangspunt dat van een advocatenkantoor dat als landsadvocaat voor de Staat optreedt mag worden verlangd dat het integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit hoog in het vaandel heeft staan en oog heeft voor het publieke belang dat door het kabinet wordt gediend. Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 28 september 2022 voert de Staat bestuurlijke overleggen met de landsadvocaat en zijn kantoor waarin ook deze thema’s kunnen worden besproken. In het eerste bestuurlijk overleg is bijvoorbeeld ook expliciet stilgestaan bij het diversiteitsbeleid van het kantoor van de landsadvocaat en de instrumenten die een open kantoorcultuur moeten bevorderen. Daarnaast merk ik op dat in het landscontract geen verplichting bestaat om diensten bij het kantoor van de landsadvocaat af te nemen. Indien de Staat daartoe aanleiding ziet, staat het haar vrij om diensten bij een ander kantoor af te nemen.

De leden van de PvdD en de Fractie-Otten hebben mij vervolgens gevraagd of ik het met hen eens ben dat het aangaan van een contract om als landsadvocaat op te treden niet in alle gevallen te vergelijken is met het inkopen van een goed of een dienst waarop de Rijksinkoopvoorwaarden van toepassing zijn. Ik heb, toen ik in mijn eerdere beantwoording van vragen van deze leden de vergelijking trok met de Rijksinkoopvoorwaarden, slechts willen aangeven dat het bij de inkoop van diensten door het Rijk niet gebruikelijk is deze eisen te stellen. Dat wil echter niet zeggen dat ik geen belang hecht aan waarden als integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit. Integendeel. Zoals ik in mij eerdere beantwoording en hierboven heb aangegeven, voert de Staat bestuurlijke overleggen met de landsadvocaat en zijn kantoor waarin ook deze thema’s worden besproken. De landsadvocaat en zijn kantoor onderschrijven overigens ook nadrukkelijk het belang van deze waarden.

Ik ben het dan ook eens met de leden van de PvdD en de Fractie-Otten dat de landsadvocaat, wanneer deze optreedt voor de Staat, fungeert als een «visitekaartje» van de Staat en zo ook door burgers wordt ervaren. Daarbij hoort dat waarden als integriteit, respect, inclusiviteit en diversiteit worden onderschreven en in de praktijk worden gebracht.

Verder hebben de leden van de PvdD en de Fractie-Otten gevraagd of ik het met hen eens ben dat de tijdelijkheid van de wijziging van de overeenkomst er niet aan in de weg hoeft te staan om daarin een bepaling op te nemen die erin voorziet dat respect, inclusiviteit en diversiteit door het kantoor als waarden (moeten) worden onderschreven en in praktijk worden gebracht. Zoals ik hierboven heb aangegeven heb ik het niet noodzakelijk geacht om een dergelijke passage op te nemen in de tijdelijke gewijzigde overeenkomst, aangezien ook over die waarden kan worden gesproken zonder opname in de overeenkomst, zoals ik eerder in deze brief heb toegelicht. Daarnaast bestaat er, zoals hierboven beschreven, geen afnameverplichting bij het kantoor van de landsadvocaat. Bovendien zal de commissie Silvis – als gezegd in mijn brief van 28 september 2022 – adviseren over welke eisen de Staat minimaal zou moeten stellen aan een advocatuurlijke dienstverlener. Hierbij is ook expliciet gewezen op eisen aan integriteit en ethische normen. De commissie is ook gevraagd te adviseren over (on)mogelijkheden voor de Staat om op de naleving van de te stellen eisen zicht te houden.

Vraag van de leden van de Fractie-Otten

De leden van de Fractie-Otten vragen aanvullend hoe de Staat momenteel voorziet in haar notariële diensten nu de landsadvocaat het notariaat heeft afgestoten na de fraude die daar heeft plaatsgevonden, aangezien de landsadvocaat in het recente verleden ook optrad als notaris voor diverse bewindslieden.

Antwoord

Allereerst merk ik op dat het landscontract geen betrekking had op notariële diensten die door het Rijk werden afgenomen. Ieder onderdeel van de Staat bepaalde en bepaalt zelf bij welke notaris hij diensten afneemt.

Het klopt dat in het verleden door aanstaande bewindslieden gebruik is gemaakt van de landsadvocaat voor advisering over het op afstand plaatsen van hun financiële en zakelijke belangen, en dat er daarbij, waar nodig, ook gebruik is gemaakt van de notariële diensten van Pels Rijcken of andere kantoren.

Omdat eisen die relevant zijn voor advocatendiensten mogelijk ook van belang kunnen zijn voor het afnemen van notariële diensten is, zoals aangegeven in mijn brieven van 16 mei 2022 en 28 september 2022, aan de commissie Silvis ook de vraag voorgelegd of de eisen die relevant zijn voor advocatendiensten ook aan een notariële dienstverlener gesteld zouden kunnen worden. De commissie wordt daarbij specifiek gevraagd in de advisering ten aanzien van het notariaat onderscheid te maken tussen ambtshandelingen (zoals het opmaken van authentieke akten).Ik verwacht dat de commissie op korte termijn haar rapport aan mij aanbiedt.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Samenstelling:

Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU), Hiddema (Fractie-Frentrop) en Krijnen (GL).

X Noot
2

Kamerstukken I 2022/23, 35 925 VI, AB.

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, 35 925 VI, AB.

Naar boven