35 906 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 (Elfde incidentele suppletoire begroting)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze elfde incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, en niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de brief van 8 september 2021 met kenmerk 3240446–1013811-FEZ, de brief Besluitvorming volgende stap maatregelen COVID-19 van 3 september 2021 met kenmerk 3249885–1014762-PDC19 en de Stand van zaken brief COVID-19 van 13 augustus 2021(Kamerstukken II, 2020/21, 25295 nr. 1396).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

B ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige- en technische mutaties toegelicht worden vanaf € 2,5 miljoen of wanneer deze politiek relevant zijn.

2. Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 1 Belangrijkste mutaties 11e incidentele suppletoire begroting 2021 (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

Bedrag 2021

Bedrag 2022

Bedrag 2023

Bedrag 2024

Bedrag 2025

A. Begrotingsgefinancierd

         

1) Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen

– 33,1

62,0

28,3

0,0

0,0

2) GGD'en en veiligheidsregio's

332,8

410,7

0,0

0,0

0,0

3) IC-capaciteit

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

4) Ondersteuning sportsector

5,0

0,0

0,0

0,0

0,0

5) Ondersteuning zorgpersoneel

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

6) Onderzoek inzake COVID-19

5,0

15,0

15,0

0,0

0,0

7) Testcapaciteit

254,5

753,4

0,0

0,0

0,0

8) Vaccin ontwikkeling, implementatie en medicatie

7,8

195,6

0,0

0,0

0,0

9) Zorgbonus

– 12,1

10,6

1,4

0,0

0,0

10) Omscholen personeel voor arbeidsmarkt zorg

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

11) Zorgkosten en bijstand Caribisch Nederland

0,0

0,0

0,0

   

12) Overige maatregelen (plafond Rijksbegroting)

6,7

42,6

1,1

   

Totaal A

566,6

1.489,9

45,8

0,0

0,0

           

B. Premiegefinancierd

         

13) Meerkosten COVID-19 Wlz (plafond Zorg)

0,0

0,0

0,0

   

14) Overige maatregelen (plafond Zorg)

0,0

25,7

0,0

   

Totaal B

0,0

25,7

0,0

0,0

0,0

           

Totaal A+B=C

566,6

1.515,6

45,8

0,0

0,0

Tabel 2 Totaal COVID-19 gerelateerde uitgaven- en ontvangsten (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

Bedrag 20211

Bedrag 2022

Bedrag 2023

Bedrag 2024

Bedrag 2025

A. Begrotingsgefinancierd

         

1) Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen

7

51

28

   

2) GGD'en en veiligheidsregio's

2.558

411

     

3) IC-capaciteit

191

162

     

4) Ondersteuning sportsector

391

       

5) Ondersteuning zorgpersoneel

22

       

6) Onderzoek inzake COVID-19

25

62

32

6

2

7) Testcapaciteit

5.472

753

     

8) Vaccin ontwikkeling, implementatie en medicatie

1.985

623

400

   

9) Zorgbonus

1.024

12

1

   

10) Omscholen personeel voor arbeidsmarkt zorg

96

       

11) Zorgkosten en bijstand Caribisch Nederland

73

       

12) Overige maatregelen (plafond Rijksbegroting)

513

51

5

4

 

Totaal A

12.356

2.125

466

10

2

           

B. Premiegefinancierd

         

13) Meerkosten COVID-19 Wlz (plafond Zorg)

162

       

14) Overige maatregelen (plafond Zorg)

100

29

     

Totaal B

261

29

0

0

0

           

Totaal A+B=C

12.617

2.153

466

10

2

X Noot
1

ISB1 Kamerstukken II 2020/21, 35 678, nr. 1, ISB2 Kamerstukken II 2020/21, 35 684, nr. 1, ISB3 Kamerstukken II 2020/21, 35 703, nr. 1, ISB4 Kamerstukken II 2020/21, 35 763, nr. 1, ISB6 Kamerstukken II 2020/21, 35 815, nr. 1, ISB7 Kamerstukken II 2020/21, 35 841, nr. 1, ISB8 Kamerstukken II 2020/21, 35 854, nr. 1, ISB9 Kamerstukken II 2020/21, 35 884, nr. 1, ISB 10 Kamerstukken II 2020/21, 35 895, nr. 1

Bovenstaand overzicht geeft het totaal van alle COVID-19 gerelateerde uitgaven en ontvangsten op de VWS-begroting weer, zoals verwerkt in de relevante begrotingsstukken. Het betreft de corona gerelateerde mutaties zoals opgenomen in de eerste, tweede, derde, vierde, zesde2, zevende, achtste, negende en tiende incidentele suppletoire begroting 2021. De tabel is inclusief de mutaties van deze elfde incidentele suppletoire begroting 2021. Er is voor gekozen om een uitsplitsing te maken in begrotingsgefinancierde uitgaven en premiegefinancierde uitgaven en een totaaltelling.

Naast de verschillende corona gerelateerde uitgaven zijn in de elfde incidentele suppletoire begroting 2021 ook enkele niet corona gerelateerde uitgaven opgenomen bij de artikelen.

Tabel 3 Belangrijkste uitgavenmutaties 11e incidentele suppletoire begroting 2021 niet-COVID-19 gerelateerd (bedragen x € 1.000)

Mutatie

art.

Bedrag 2021

Bedrag 2022

Bedrag 2023

Bedrag 2024

Bedrag 2025

Bedrag 2026

Pandemische paraatheid

1

3.000

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

Pandemische paraatheid

2

3.600

4.500

0

0

0

0

Pandemische paraatheid

3

200

1.500

1.200

1.000

1.000

1.000

Pandemische paraatheid

4

0

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Arbeidsvoorwaardemiddelen

4

29.000

63.500

0

0

0

0

Pandemische paraatheid

10

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Totaal

 

36.800

81.500

13.200

13.000

13.000

13.000

Tabel 4 Overzicht verstrekte garanties t.b.v. COVID-19 maatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2020

Verleend/vervallen 2021

Uitstaande garanties 2021

Vervalt per datum1

Totaal plafond

Totaalstand risico voorziening

Artikel 1. Volksgezondheid

Garantie testmaterialen

214.448

6.552

221.000

31 december 2021

221.000

Artikel 1. Volksgezondheid

Garantstelling analysecapaciteit (COVID-19)

0

165.100

165.100

31 december 2021

151.600

Totaal

 

214.448

171.652

386.100

 

372.600

X Noot
1

kan indien nodig verlengd worden

De garantie testmaterialen en de garantstelling analysecapaciteit in de bestrijding van corona zijn verlengd van 22 september 2021 naar 31 december 2021. De garantstelling analysecapaciteit is met de verlenging verhoogd met € 13,5 miljoen, van € 151,6 miljoen naar € 165,1 miljoen.

In de bijlage van deze elfde incidentele suppletoire begroting zijn de toetsingskaders van bovenstaande garanties opgenomen.

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Volksgezondheid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's

Mutaties 11e ISB

Stand 11e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

9.826.790

2.627.023

12.453.813

6.000

6.000

6.000

6.000

6.000

                 

Uitgaven

11.050.808

600.350

11.651.158

1.374.049

21.000

6.000

6.000

6.000

waarvan juridisch verplicht (percentage)

               
                 

1. Gezondheidsbeleid

594.833

0

594.833

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

24.311

0

24.311

0

0

0

0

0

(Lokaal) gezondheidsbeleid

23.943

0

23.943

0

0

0

0

0

Overige

368

0

368

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

3.663

0

3.663

0

0

0

0

0

(Lokaal) gezondheidsbeleid

3.663

0

3.663

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

122.115

0

122.115

0

0

0

0

0

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

99.165

0

99.165

0

0

0

0

0

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

22.199

0

22.199

0

0

0

0

0

Overige

751

0

751

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

436.611

0

436.611

0

0

0

0

0

ZonMw: programmering

436.611

0

436.611

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

8.133

0

8.133

0

0

0

0

0

Aanpak Gezondheidsachterstanden

8.000

0

8.000

0

0

0

0

0

Overige

133

0

133

0

0

0

0

0

                 

2. Ziektepreventie

10.295.304

600.350

10.895.654

1.374.049

21.000

6.000

6.000

6.000

                 

Subsidies

700.576

– 121.756

578.820

0

0

0

0

0

Ziektepreventie

478.375

– 121.756

356.619

0

0

0

0

0

Bevolkingsonderzoeken

152.156

0

152.156

0

0

0

0

0

Vaccinaties

70.045

0

70.045

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

7.614.297

648.301

8.262.598

1.085.787

6.000

6.000

6.000

6.000

Ziektepreventie

7.614.297

648.301

8.262.598

1.085.787

6.000

6.000

6.000

6.000

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdrage aan agentschappen

513.981

5.000

518.981

72.600

15.000

0

0

0

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

343.920

5.000

348.920

72.600

15.000

0

0

0

RIVM: Bevolkingsonderzoeken

40.795

0

40.795

0

0

0

0

0

RIVM: Vaccinaties

129.253

0

129.253

0

0

0

0

0

Overige

13

0

13

0

0

0

0

0

                 

Bijdrage aan medeoverheden

1.459.450

68.805

1.528.255

215.662

0

0

0

0

Overige

1.459.450

68.805

1.528.255

215.662

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

7.000

0

7.000

0

0

0

0

0

Overige

7.000

0

7.000

0

0

0

0

0

                 

3. Gezondheidsbevordering

129.367

0

129.367

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

105.047

0

105.047

0

0

0

0

0

Preventie van schadelijk middelengebruik

18.726

0

18.726

0

0

0

0

0

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

22.271

0

22.271

0

0

0

0

0

Letselpreventie

4.689

0

4.689

0

0

0

0

0

Bevordering van seksuele gezondheid

58.473

0

58.473

0

0

0

0

0

Overige

888

0

888

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

8.029

0

8.029

0

0

0

0

0

Gezondheidsbevordering

8.029

0

8.029

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

1.452

0

1.452

0

0

0

0

0

Overige

1.452

0

1.452

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

134

0

134

0

0

0

0

0

Overige

134

0

134

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

14.705

0

14.705

0

0

0

0

0

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

14.705

0

14.705

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

4. Ethiek

31.304

0

31.304

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

28.142

0

28.142

0

0

0

0

0

Abortusklinieken

17.881

0

17.881

0

0

0

0

0

Medische Ethiek

10.261

0

10.261

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

688

0

688

0

0

0

0

0

Medische Ethiek

688

0

688

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

2.474

0

2.474

0

0

0

0

0

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

2.474

0

2.474

0

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

87.703

– 13.100

74.603

– 4.400

0

0

0

0

Overige

87.703

– 13.100

74.603

– 4.400

0

0

0

0

Uitgaven

2. Ziektepreventie

Subsidies

Entvergoedingen

Bij eerdere incidentele suppletoire begroting zijn de middelen ten behoeve van entvergoedingen huisartsen en ziekenhuizen op «ziektepreventie – subsidies» terecht gekomen, dit had «opdrachten» moeten zijn. In deze incidentele suppletoire begroting wordt dit juist verwerkt. Dit verklaart de technische correctie van € 121,7 miljoen.

Opdrachten

Ziektepreventie

Entvergoedingen

Bij eerdere incidentele suppletoire begroting zijn de middelen ten behoeve van entvergoedingen voor huisartsen en ziekenhuizen op «ziektepreventie – subsidies» terecht gekomen, dit had «opdrachten» moeten zijn. In deze incidentele suppletoire begroting wordt dit juist verwerkt. Dit verklaart deze technische correctie van € 121,7 miljoen.

XL teststraten

Dit betreft de vergoeding voor het opzetten van XL teststraten. Bij eerdere incidentele suppletoire begroting zijn de middelen voor het opzetten van teststraten op «ziektepreventie- bijdrage aan medeoverheden » terecht gekomen, dit had «opdrachten» moeten zijn. In deze incidentele suppletoire begroting wordt dit juist verwerkt. Dit verklaart de technische correctie van € 264 miljoen.

Beveiliging vaccins

Dit betreft de beveiliging van de transporten van de vaccins naar vaccinatielocaties. Hiervoor wordt in 2022 € 5 miljoen beschikbaar gesteld.

Laboratoriumanalyse van testen

Dit betreft de betaling van GGD'en en pandemielabs voor de laboratoriumanalyse van testen. Het RIVM heeft, in zijn rol van kassier, de facturen betaald. Het gaat om een bedrag van € 9,7 miljoen.

GGD-GHOR

Voor de uitvoering van het coronabeleid via de GGD-GHOR zijn middelen beschikbaar om het klant- en contactcentrum operationeel te houden, zodat mensen een afspraak kunnen maken voor een vaccinatie of een test. Daarnaast zijn de middelen voor bron- en contactonderzoek, digitale ondersteuning en bijbehorende randvoorwaarden in de ondersteuning bij het werk van de GGD’en. Tevens blijft het landelijk serviceloket teststraten beschikbaar zodat de testcapaciteit vanuit de GGD’en wordt ondersteund. Voor voortzetting van deze taak in het begin van 2022 wordt € 195 miljoen beschikbaar gesteld.

Dienst Testen

De Dienst Testen heeft extra middelen nodig in 2021 (€ 162,3 miljoen) vanwege het vervallen van de btw vrijstelling op testen per 1 oktober 2021 en in 2022 (€ 743 miljoen) om contracten te sluiten voor de testcapaciteit passend bij het staand beleid.

Spoor 2a Testen voor toegang

Testen voor toegang heeft als de doel de samenleving zo snel mogelijk weer te openen. Voor de uitvoering hiervan in oktober 2021 is € 82,5 miljoen beschikbaar.

Brede inzet coronatoegangsbewijzen

Om een open house constructie te starten met Stichting Open Nederland wordt de verplichtingenruimte op artikel 1 opgehoogd met € 630,1 miljoen in deze 11e IBS. Afhankelijk van de besluitvorming. Uw Kamer is hierover geïnformeerd met een separate brief de brief Besluitvorming volgende stap maatregelen COVID-19 van 3 september 2021 met kenmerk 3249885–1014762-PDC19.

Vaccin implementatie

Deze middelen zijn bestemd voor de uitvoering van de vaccinatiestrategie voor COVID-19 vaccins. Eerste inschatting voor 2022 betreft een bedrag van € 134 miljoen.

Toedieningsmaterialen

De aangekochte vaccins worden gezet met spuiten en naalden die worden aangeschaft door het RIVM. Er worden extra spuiten en naalden aangeschaft zodat de vaccinimplementatie niet wordt belemmerd door een gesprek aan materialen. Hiervoor wordt een bedrag van € 5 miljoen opgenomen.

Bijdragen aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

RIVM Coronaprogramma

Dit betreft de werkzaamheden die het RIVM uitvoert in het kader van de coronapandemie voor het rioolwateronderzoek in 2022 en 2023 voor € 15 miljoen per jaar. In 2021 gaat het om een ophoging van het budget van € 5 miljoen voor diverse werkzaamheden. Dit betreft epidemiologisch, immunologisch en virologisch onderzoek, monitoring, surveillance en onderzoek gericht op de impact op het gedrag, en inzicht in de gezondheidseconomie en het zorgsysteem.

RIVM vaccinatieprogramma

De taken die het RIVM uitvoert voor de vaccinatiecampagne zijn van cruciaal belang. Daartoe wordt een opdracht gegeven aan het RIVM om met het CIMS systeem, waarmee de prikken worden geregistreerd en die bijvoorbeeld gebruikt worden voor het Digitaal Corona Certificaat (DCC), te continueren. Ook wordt de logistiek van de vaccindistributie en toedieningsmaterialen binnen dit programma voorzien. Dit gaat om € 55 miljoen in 2022.

RIVM: PCR-diagnostiek (OGZ)

Het Openbare Gezondheidszorgbudget (OGZ)-budget wordt gebruikt voor PCR-diagnostiek. Dit zal in 2022 tot kosten leiden bij voortgezette werkwijze (€ 2,6 miljoen).

Bijdrage aan medeoverheden

Meerkosten GGD'en

De meerkostenafspraak GGD’en vergoed alle extra kosten die voortvloeien uit het directe bevel dat gegeven is onder de Wet Publieke Gezondheid. De meerkosten worden tot einde 2021 bijgesteld met € 332,8 miljoen. Voor begin 2022 wordt de werkwijze voortgezet en daartoe een bedrag opgenomen van € 200,6 miljoen.

Vergoeding meerkosten Veiligheidsregio’s

Eerder is € 15 miljoen euro beschikbaar gesteld om de veiligheidsregio’s te compenseren voor haar werkzaamheden in de coronacrisis. Deze middelen zijn eind 2020 vrijgevallen. Afgesproken is dat de veiligheidsregio's de kosten die zij maken gecompenseerd krijgen. Hiervoor is voor 2022 bedrag van € 15 miljoen opgenomen.

XL teststraten

Dit betreft de vergoeding voor het opzetten van XL teststraten. Bij eerdere incidentele suppletoire begroting zijn de middelen voor het opzetten van teststraten op «ziektepreventie- bijdrage aan medeoverheden » terecht gekomen, dit had «opdrachten» moeten zijn. In deze incidentele suppletoire begroting wordt dit juist verwerkt. Dit verklaart de technische correctie van € 264 miljoen.

3.2 Artikel 2 Curatieve Zorg

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's

Mutaties 11e ISB

Stand 11e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

848.315

46.550

894.865

8.500

0

0

0

0

                 

Uitgaven

3.667.300

– 41.550

3.625.750

67.200

29.400

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (percentage)

               
                 

1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

648.286

– 41.550

606.736

63.200

29.400

0

0

0

                 

Subsidies

248.273

2.500

250.773

3.600

1.100

0

0

0

Medisch specialistische zorg

72.274

0

72.274

0

0

0

0

0

Curatieve ggz

31.525

0

31.525

0

0

0

0

0

Eerste lijnszorg

29.757

0

29.757

0

0

0

0

0

Lichaamsmateriaal

24.821

0

24.821

0

0

0

0

0

Medische producten

89.896

2.500

92.396

3.600

1.100

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

328.138

– 44.050

284.088

16.500

2.000

0

0

0

Medisch specialistische zorg

773

0

773

0

0

0

0

0

Curatieve ggz

3.554

0

3.554

0

0

0

0

0

Eerste lijnszorg

89

0

89

0

0

0

0

0

Lichaamsmateriaal

3.627

0

3.627

0

0

0

0

0

Medische producten

320.095

– 44.050

276.045

16.500

2.000

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

70.692

0

70.692

43.100

26.300

0

0

0

aCBG

2.292

0

2.292

0

0

0

0

0

aCBG

2.521

0

2.521

0

0

0

0

0

CIBG

64.366

0

64.366

43.100

26.300

0

0

0

Overige

1.513

0

1.513

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

1.183

0

1.183

0

0

0

0

0

Overige

1.183

0

1.183

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

3. Ondersteuning van het zorgstelsel

3.019.014

0

3.019.014

4.000

0

0

0

0

                 

Subsidies

118.874

0

118.874

0

0

0

0

0

Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen

1.337

0

1.337

0

0

0

0

0

Regeling medisch noodzakelijke zorg onverzekerden

37.924

0

37.924

0

0

0

0

0

Regeling veelbelovende zorg

10.299

0

10.299

0

0

0

0

0

Medisch-specialistische zorg

43.796

0

43.796

0

0

0

0

0

Curatieve ggz

12.938

0

12.938

0

0

0

0

0

Eerste lijnszorg

12.569

0

12.569

0

0

0

0

0

Overige

11

0

11

0

0

0

0

0

                 

Bekostiging

2.847.304

0

2.847.304

0

0

0

0

0

Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-

2.796.504

0

2.796.504

0

0

0

0

0

Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen

50.800

0

50.800

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Inkomensoverdrachten

22.364

0

22.364

0

0

0

0

0

Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel

22.238

0

22.238

0

0

0

0

0

Overige

126

0

126

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

12.220

0

12.220

4.000

0

0

0

0

Risicoverevening

2.019

0

2.019

0

0

0

0

0

Uitvoering zorgverzekeringstelsel

566

0

566

0

0

0

0

0

Medisch-specialistische zorg

6.210

0

6.210

4.000

0

0

0

0

Curatieve ggz

424

0

424

0

0

0

0

0

Eerste lijnszorg

102

0

102

0

0

0

0

0

Overige

2.899

0

2.899

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

10.640

0

10.640

0

0

0

0

0

CJIB: Onverzekerden en wanbetalers

10.640

0

10.640

0

0

0

0

0

       

0

0

0

0

0

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

7.612

0

7.612

0

0

0

0

0

SVB: Onverzekerden

3.877

0

3.877

0

0

0

0

0

Overige

3.735

0

3.735

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

0

0

0

JenV: Bijdrage C2000

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

373.705

0

373.705

0

0

0

0

0

Overige

373.705

0

373.705

0

0

0

0

0

Uitgaven

1. Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg

Subsidies

Medische producten

NFKOO

Voor het Nationaal Farmaceutisch Kennis, onderzoek en opleidingscentrum (NFKOO) zijn eerder middelen toegekend. Bij de toekenning zijn echter de BTW-lasten niet opgenomen. Voor de dekking van de BTW-lasten wordt voor 2021 en 2022 een bedrag van € 1,1 miljoen gereserveerd.

Pandemische paraatheid

Het budget zal worden ingezet bij het opstarten van productie voor de medische sector in Nederland waar nu aantoonbaar een tekort is gebleken in de Europese Unie.

Opdrachten

Medische producten

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Voor de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen is voor 2021 een budget van € 189 miljoen generaal beschikbaar gesteld. In verband met de houdbaarheid en opslagcapaciteit van de mondmaskers is leveranciers gevraagd op een later tijdstip te leveren. Dit heeft als gevolg dat de verplichtingen niet volledig tot betaling komen in 2021 en € 16,5 miljoen in 2021 vrijvalt. Deze middelen zijn nodig in 2022 (€ 14,5 miljoen) en voor 2023 (€ 2,0 miljoen) en leiden dan tot kasuitgaven.

Pandemische paraatheid

Om de opgave voor het nieuwe kabinet inzake leveringszekerheid verder uit te werken wordt budget beschikbaar gesteld voor bijvoorbeeld marktonderzoek, het inkopen van adviesdiensten en onderzoek naar kwetsbaarheden in mondiale productie en toeleveringsketen voor geneesmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, medische technologie en verdere verkenning van mogelijkheden voor eventuele productie in Europees en nationaal verband. Hiervoor is in 2021 een bedrag van € 1,1 miljoen en in 2022 € 2 miljoen opgenomen.

Bijdragen aan agentschappen

Leveringszekerheid – CIBG kosten beheer en afbouw voorraden

Voor het beheer en de afbouw van de noodvoorraad persoonlijke beschermingsmiddelen door het CIBG is een budget van € 43 miljoen in 2022 en € 26 miljoen in 2023 opgenomen.

2. Ondersteuning van het zorgstelsel

Opdrachten

Medisch specialistische zorg:

Versterken crisisbestendigheid acute kolom

Dit betreft middelen voor 2022 (€ 4 miljoen) die zijn bestemd voor de voortzetting van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiëntenspreiding (LCPS).

3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's

Mutaties 11e ISB

Stand 11e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

2.508.272

4.600

2.512.872

1.500

1.200

1.000

1.000

1.000

                 

Uitgaven

13.370.081

4.600

13.374.681

1.500

1.200

1.000

1.000

1.000

waarvan juridisch verplicht (percentage)

               
                 

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

420.487

4.600

425.087

1.500

1.200

1.000

1.000

1.000

                 

Subsidies

57.599

4.600

62.199

1.500

1.200

1.000

1.000

1.000

Toegang tot zorg en ondersteuning

8.592

0

8.592

0

0

0

0

0

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

21.186

4.400

25.586

0

0

0

0

0

Inclusieve samenleving

13.387

200

13.587

1.500

1.200

1.000

1.000

1.000

Kennis en informatiebeleid

10.649

0

10.649

0

0

0

0

0

Overige

3.785

0

3.785

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

294.125

0

294.125

0

0

0

0

0

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

61.204

0

61.204

0

0

0

0

0

Toegang tot zorg en ondersteuning

1.780

0

1.780

0

0

0

0

0

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

4.487

0

4.487

0

0

0

0

0

Inclusiviteit

214.507

0

214.507

0

0

0

0

0

Kennis, informatie en innovatiebeleid

1.525

0

1.525

0

0

0

0

0

Aanbesteden Sociaal Domein

2.569

0

2.569

0

0

0

0

0

Overige

8.053

0

8.053

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

13.714

0

13.714

0

0

0

0

0

Doventolkvoorzieningen

13.714

0

13.714

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

8.921

0

8.921

0

0

0

0

0

Overige

8.921

0

8.921

0

0

0

0

0

                 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

42.628

0

42.628

0

0

0

0

0

Stimulerings regeling wonen en zorg

42.628

0

42.628

0

0

0

0

0

                 

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

12.949.594

0

12.949.594

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

191.550

0

191.550

0

0

0

0

0

Zorg merkbaar beter maken

115.788

0

115.788

0

0

0

0

0

Kennis, informatie en innovatiebeleid

35.090

0

35.090

0

0

0

0

0

Palliatieve zorg en ondersteuning

40.672

0

40.672

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bekostiging

12.573.600

0

12.573.600

0

0

0

0

0

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

4.073.600

0

4.073.600

0

0

0

0

0

Bijdrage Wlz

8.500.000

0

8.500.000

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

37.007

0

37.007

0

0

0

0

0

Zorgdragen voor langdurige zorg

37.007

0

37.007

         

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

441

0

441

0

0

0

0

0

Overige

441

0

441

         
                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

146.996

0

146.996

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank

43.596

0

43.596

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

103.400

0

103.400

0

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

5.691

0

5.691

0

0

0

0

0

Overige

5.691

0

5.691

0

0

0

0

0

Uitgaven

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Subsidies

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

Rode Kruis

Continuering van de hulpverlening van het Rode Kruis in het kader van hun Nationaal Actieplan COVID-19. Hiervoor is in 2021 bedrag van € 4,4 miljoen opgenomen.

Opdrachten

Inclusiviteit

Pandemische paraatheid

Toekomstige pandemische paraatheid stelt eisen aan de langdurige zorg. Het betreft dan het bevorderen en handhaven van hygiënemaatregelen, richtlijnontwikkeling alsook ventilatie op locaties voor langdurige zorg en ondersteuning; een blijvend goede aansluiting op de ROAZ en ander regionale samenwerkingsverbanden; het ondersteunen van vrijwilligersnetwerken en respijtzorgmogelijkheden; en het systematisch monitoren van sociale effecten. Hiervoor is tot en met 2026 een bedrag van € 5,9 miljoen mee gemoeid.

3.4 Artikel 4 Zorgbreed beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's

Mutaties 11e ISB

Stand 11e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

1.957.173

34.467

1.991.640

68.500

5.000

5.000

5.000

5.000

                 

Uitgaven

2.446.528

19.165

2.465.693

83.802

5.000

5.000

5.000

5.000

waarvan juridisch verplicht (percentage)

               
                 

1. Positie cliënt en transparantie van zorg

69.699

0

69.699

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

35.760

0

35.760

0

0

0

0

0

Patiënten- en gehandicaptenorganisaties

17.000

0

17.000

0

0

0

0

0

Transparantie van zorg

18.610

0

18.610

0

0

0

0

0

Overige

150

0

150

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

27.326

0

27.326

0

0

0

0

0

Ondersteuning cliëntorganisaties

4.000

0

4.000

0

0

0

0

0

Transparantie van zorg

2.935

0

2.935

0

0

0

0

0

Overige

20.391

0

20.391

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

6.613

0

6.613

0

0

0

0

0

CIBG

6.613

0

6.613

0

0

0

0

0

                 

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

1.771.419

19.000

1.790.419

78.500

5.000

5.000

5.000

5.000

                 

Subsidies

1.748.092

19.000

1.767.092

78.500

5.000

5.000

5.000

5.000

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

1.748.092

19.000

1.767.092

78.500

5.000

5.000

5.000

5.000

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

8.774

0

8.774

0

0

0

0

0

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

8.774

0

8.774

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

14.553

0

14.553

0

0

0

0

0

CIBG

14.553

0

14.553

 

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

0

0

0

0

0

0

ZiNL

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

3. Informatiebeleid

136.517

165

136.682

5.302

0

0

0

0

                 

Subsidies

47.502

165

47.667

0

0

0

0

0

Informatiebeleid

18.239

165

18.404

 

0

0

0

0

Maatschappelijke diensttijd

19.256

0

19.256

         

Overige

10.007

0

10.007

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

50.781

0

50.781

5.302

0

0

0

0

Informatiebeleid

43.876

0

49.178

5.302

0

0

0

0

Overige

6.905

0

6.905

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan agentschappen

38.234

0

38.234

0

0

0

0

0

Informatiebeleid

38.234

0

38.234

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

4. Inrichting Zorgstelsel

254.319

0

254.319

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

550

0

550

0

0

0

0

0

Programma's Zorgstelsel

550

0

550

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

1.823

0

1.823

0

0

0

0

0

Programma's Zorgstelsel

1.275

0

1.275

0

0

0

0

0

Overige

548

0

548

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

251.946

0

251.946

0

0

0

0

0

CAK

117.547

0

117.547

0

0

0

0

0

NZa

63.116

0

63.116

0

0

0

0

0

Zorginstituut Nederland

68.636

0

68.636

0

0

0

0

0

CSZ

1.900

0

1.900

0

0

0

0

0

Overige

747

0

747

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

0

0

0

EZK: ACM

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland

214.574

0

214.574

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

3.548

0

3.548

0

0

0

0

0

Zorg en Welzijn

3.548

0

3.548

0

0

0

0

0

                 

Bekostiging

206.773

0

206.773

0

0

0

0

0

Zorg en Welzijn

206.773

0

206.773

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

4.253

0

4.253

0

0

0

0

0

Overige

4.253

0

4.253

0

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

11.153

0

11.153

0

0

0

0

0

Wanbetalers en onverzekerden

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

11.153

0

11.153

0

0

0

0

0

Uitgaven

2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Subsidies

Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt

Bonusregeling

Het betreft een kasschuif van € 10 miljoen van 2021 naar 2022.

Pandemische paraatheid

Voor pandemische paraatheid is het noodzakelijk om een Nationale Zorgreserve van oud-zorgmedewerkers (verpleegkundigen en verzorgenden inzetbaar binnen verschillende sectoren in de zorg) beschikbaar te houden, die bereid zijn om in noodsituaties/crisis tijdelijk bij te springen als zorgreservist. Dit betreft een bedrag van € 5 miljoen per jaar vanaf 2022 tot en met 2026.

Arbeidsvoorwaardenmiddelen

Er zijn middelen beschikbaar voor innovatieve begeleidingsvormen voor stages zodat onder meer de stageprop en stagetekorten kunnen worden aangepakt. Dit betreft in 2021 een bedrag van € 29 miljoen en in 2022 een bedrag van € 63,5 miljoen.

3. Informatiebeleid

Subsidies

Informatiebeleid

Voor de ontwikkeling van standaarden om COVID-19 vaccinatiegegevens in een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) te kunnen laden is in 2021 een budget van circa € 0,2 miljoen benodigd.

Opdrachten

Informatiebeleid

Voor het realiseren van digitale oplossingen die kunnen bijdragen aan de bestrijding van het COVID-19 is in 2022 een aanvullend budget van € 5,3 miljoen benodigd.

3.5 Artikel 6 Sport en bewegen

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid incidentele suppletoire begroting (ISB) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's

Mutaties 11e ISB

Stand 11e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

710.924

5.000

715.924

0

0

0

0

0

                 

Uitgaven

770.906

5.000

775.906

0

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (percentage)

               
                 

1. Passend sport- en beweegaanbod

360

0

360

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

360

0

360

0

0

0

0

0

Passend sport- en beweegaanbod

360

0

360

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

2. Uitblinken in sport

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

0

0

0

0

0

0

0

0

Uitblinken in sport

0

0

0

0

0

0

0

0

                 

4. Sport verenigt Nederland

770.546

5.000

775.546

0

0

0

0

0

                 

Subsidies

309.791

5.000

314.791

0

0

0

0

0

Sportakkoord

223.463

5.000

228.463

 

0

0

0

0

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

76.113

0

76.113

0

0

0

0

0

Kennis en innovatie

10.215

0

10.215

0

0

0

0

0

                 

Inkomensoverdrachten

13.778

0

13.778

0

0

0

0

0

Financiële voorziening topsporters

13.778

0

13.778

0

0

0

0

0

                 

Opdrachten

3.672

0

3.672

0

0

0

0

0

Sportakkoord

3.320

0

3.320

 

0

0

0

0

Kennis en innovatie

140

0

140

0

0

0

0

0

Overige

212

0

212

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.932

0

2.932

0

0

0

0

0

Dopingautoriteit

2.932

0

2.932

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan medeoverheden

439.983

0

439.983

0

0

0

0

0

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

187.586

0

187.586

0

0

0

0

0

Sportakkoord

252.397

0

252.397

 

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

325

0

325

0

0

0

0

0

Dopingbestrijding

325

0

325

0

0

0

0

0

                 

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

65

0

65

0

0

0

0

0

Sportakkoord

65

0

65

0

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

71.740

0

71.740

0

0

0

0

0

Overige

71.740

0

71.740

0

0

0

0

0

Uitgaven

4. Sport verenigt Nederland

Subsidies

Sportakkoord

De motie Heerema, die eind 2020 door de Tweede Kamer is aangenomen, verzoekt een eenmalige tegemoetkoming van € 5 miljoen te doen aan sportbonden met een of meer topsport- en/of talentprogramma’s om de financiële druk als gevolg van corona op deze programma's te verlichten en een daling van de eigen bijdrage te compenseren.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Tabel 10 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB's

Mutaties 11e ISB

Stand 11e ISB

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

501.873

43.660

545.533

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

                 

Uitgaven

502.692

2.757

505.449

40.473

2.430

1.000

1.000

1.000

                 

Personele uitgaven

405.082

2.757

407.839

40.059

2.430

1.000

1.000

1.000

waarvan eigen personeel

323.304

– 1.063

322.241

16.175

2.430

1.000

1.000

1.000

waarvan inhuur externen

78.386

3.820

82.206

23.884

0

0

0

0

waarvan overige personele uitgaven

3.392

0

3.392

0

0

0

0

0

                 

Materiële uitgaven

97.610

0

97.610

414

0

0

0

0

waarvan ICT

16.159

0

16.159

0

0

0

0

0

waarvan bijdrage aan SSO's

52.338

0

52.338

0

0

0

0

0

waarvan overige materiële uitgaven

29.113

0

29.113

414

0

0

0

0

                 

Ontvangsten

9.939

0

9.939

0

0

0

0

0

Overige

9.939

0

9.939

0

0

0

0

0

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Personele uitgaven kerndepartement

Eigen personeel

Uitvoeringskosten bonusregeling

Het betreft een kasschuif in verband met werkzaamheden door DUS-i voor de uitvoering van de bonusregeling in 2022 en 2023. Hiervoor wordt een bedrag vanuit 2021 van € 2 miljoen overgeheveld naar 2022 (€ 0,6 miljoen) en 2023 (€ 1,4 miljoen).

Tevens wordt er in het kader van de bestrijding van corona € 14,5 miljoen in 2022 beschikbaar gesteld.

Pandemische paraatheid

Dit betreft personele uitgaven voor de (herstel)opgaven en transitie voor pandemische paraatheid. Hiervoor is tot en met 2026 jaarlijks een bedrag van € 1 miljoen opgenomen.

Externe inhuur

Voor externe inhuur in het kader van bestrijding corona budget beschikbaar gesteld voor onder andere projecten betreffende coronadata, coronadashboard, communicatiecapaciteit en realisatie digitale oplossingen. Het gaat om een bedrag van € 3,8 miljoen in 2021 en van € 23,9 in 2022.

5. Financieel beeld zorg

5.1 Financieel beeld zorg

In deze paragraaf zijn de corona gerelateerde uitgaven opgenomen, die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen.

Tabel 1 Corona uitgaven Uitgavenplafond Zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2022

Zorgverzekeringswet (Zvw)

 

Verlengen voorwaardelijke toelating paramedische herstelzorg i.v.m. corona

5,7

Reservering opschalingsplan i.v.m. corona

20,0

Totaal

25,7

Bron: VWS

 

Toelichting

Verlengen voorwaardelijke toelating paramedische herstelzorg i.v.m. corona

De regeling Voorwaardelijke toelating paramedische herstelzorg wordt in verband met corona verlengd.

Reservering opschalingsplan i.v.m. corona

Voor mogelijke extra uitgaven in verband met het opschalingsplan worden in 2022 extra middelen gereserveerd.

BIJLAGE GARANTIEREGELING TOETSINGSKADERS

Verlenging garantstelling analysecapaciteit (ten behoeve van het testbeleid COVID-19)

De Staat is eind 2020 en begin 2021 overeenkomsten aangegaan met leveranciers om in de analysecapaciteit «polymerase chain reaction tests» (hierna: PCR) te voorzien. Het betreft overeenkomsten die ervoor zorgen dat GGD’en de afgenomen testmonsters kunnen sturen naar een door de Staat (in deze het Ministerie van VWS) gecontracteerd laboratorium en waarbij, wanneer dit níet gebeurt, het Ministerie van VWS garant staat om aan te vullen tot het afgesproken niveau. Een garantstelling in de overeenkomsten is nodig om – altijd – voldoende analysecapaciteit voor laboratoria te garanderen voor Nederland om testen te kunnen verwerken. Dit als onderdeel van de beheers- en controleerstrategie van COVID-19 van het kabinet. De Minister van VWS staat hiermee garant voor het risico dat gemaakte (beschikbaarheids)kosten niet kunnen worden terugverdiend als de afname tegenvalt, waarbij eens minimumafname van het aantal PCR tests wordt gegarandeerd. Het toetsingskader is eerder vastgesteld voor een garantie met een looptijd tot 15 juli 2021 (2 april 2021 Kenmerk 25292 nr. 1098) en verlengd tot 22 september 2021 (9 juli 2021 Kenmerk 35 884 nr 2). Dit toetsingskader verlengt deze periode tot en met 31 december 2021.

Probleemstelling en rol van de overheid

Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 2018- 2021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het «Toetsingskader Risicoregelingen». Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 geeft VWS garanties af om de aankoop van analysecapaciteit gerelateerd aan de diagnostiek van COVID-19 te borgen.

1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?

Sinds de COVID-19 uitbraak worden wereldwijd grote aantallen COVID-19-testen uitgevoerd. Het is van groot belang dat er voldoende getest kan worden om verspreiding van het virus te controleren en om mensen in Nederland te beschermen tegen besmetting. Hiervoor is analysecapaciteit van laboratoria nodig. Het risico bestond bij het afsluiten van de contracten dat de beschikbaarheid van specifiek voor de diagnostiek van COVID-19 benodigde analysecapaciteit niet voorhanden was. Om dit te voorkomen werden door de Staat afspraken gemaakt over de beschikbaarheid van analysecapaciteit ten behoeve van COVID-19-diagnostiek in Nederland. Om voldoende analysecapaciteit beschikbaar te houden voor Nederland, is het noodzakelijk geweest om een aantal financiële risico’s van marktpartijen af te dekken. Met laboratoria is daarom afgesproken dat zij een zeker volume aan analysecapaciteit voor Nederland reserveren en dat het Ministerie van VWS een minimale afname garandeert. Het Ministerie van VWS heeft daarom garantieovereenkomsten afgesloten met laboratoria teneinde een minimumvolume aan analysecapaciteit te garanderen. Het Ministerie van VWS is nu voornemens deze garanties te verlengen tot en met 31 december 2021 om voldoende analysecapaciteit te kunnen garanderen.

Verlenging van de garantieperiode is noodzakelijk om zeker te zijn dat er in de overbruggingsperiode tot aan de gunning van de aanbesteding voor NAAT testen, voldoende testcapaciteit beschikbaar blijft. Eerder is het toetsingskader verlengd tot 21 dagen na de geplande gunning van de aanbesteding. Er is namelijk een transitieperiode van 21 dagen om de bestaande teststromen te verleggen. De procedure van de aanbesteding wordt mogelijk iets vertraagd, vanwege een juridische procedure. Het is nog niet duidelijk wanneer de definitieve gunning van de aanbesteding zal plaatsvinden. Vandaar dat het toetsingskader, voor de zekerheid, tot en met 31 december 2021 wordt verlengd. De huidige contracten, inclusief de garanties, vervallen 21 dagen na gunning van de aanbesteding.

De garanties hebben tot nu toe goed gewerkt om de testcapaciteit te garanderen omdat laboratoria vanwege de garanties altijd voldoende analysecapaciteit beschikbaar kunnen stellen.

De contracten en garanties zijn wel bijgesteld sinds 1 januari 2021 en opnieuw per 1 april 2021. Zo zijn de tarieven per test naar beneden bijgesteld. En de oorspronkelijke garanties zijn afgesproken op 30% van de maximale analysecapaciteit, dit is al teruggebracht naar 0–10% bij verlenging per 1 april. Voor de verlenging vanaf 22 september tot 31 december 2021 blijft de garantie van max 10% van de maximale capaciteit van kracht.

2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?

Het handhaven van de testcapaciteit is een overwogen onderdeel van het kabinetsbeleid om COVID-19 te bestrijden. Testen is noodzakelijk om het virus te controleren. Zo houden we zicht op de verspreiding van het virus in Nederland en kan geanticipeerd worden als er brandhaarden ontstaan. De laboratoriumcapaciteit van voor de COVID-19 pandemie, was niet toereikend en de normale gang van zaken (waarbij een GGD een kleine overeenkomst sluit met een laboratorium) leidt, gelet op de noodzakelijke aantallen, niet tot voldoende extra capaciteit. Daarom is gekozen om contracten aan te gaan met hoogvolume laboratoria. Met deze laboratoria zijn garanties afgesproken zodat altijd voldoende materiaal, apparatuur en personeel beschikbaar is om de benodigde analysecapaciteit te leveren.

3. Is het voorstel voor de risicoregeling:

  • a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of

  • b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.

Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19-crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden is het niet mogelijk om een stabiele vraagvoorspelling te doen. De leveranciers en de laboratoria kunnen dit risico niet dragen en ook niet verzekeren op de markt tegen aanvaardbare risicopremies. Het afgeven en verlengen van garanties door VWS is derhalve vereist.

4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?

Gezien het karakter van een noodmaatregel is er geen gelegenheid risico’s van andere risicoregelingen binnen de begroting te compenseren.

Risico’s en risicobeheersing

5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?

a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?

Begin 2021 zijn met laboratoria overeenkomsten afgesloten tot 15 juli 2021 ten behoeve van gereserveerde laboratoriumcapaciteit voor de diagnostische testen (analysecapaciteit). Binnen deze overeenkomsten worden garantstellingen afgesproken ter compensatie van deze gereserveerde laboratoriumcapaciteit. Deze verstrekte garantstellingen hadden een plafondbedrag van € 151,6 miljoen tot 22 september 2021.

Voor de verlenging van het toetsingskader, wordt het plafondbedrag vastgesteld op € 165,1 miljoen. Hieronder wordt de onderbouwing van het nieuwe plafond bedrag toegelicht. Het totaalrisico bevat de reeds gerealiseerde garantieuitbetalingen in de periode dat dit toetsingskader geldt, plus de verwachte maximale garantiebetalingen in de verlengingsperiode. Voor de periode 1 januari tot en met 30 juni 2021, is voor € 85 miljoen aan garanties gerealiseerd. Voor de periode 1 juli tot en met 15 augustus, is voor € 1,2 miljoen aan garanties gerealiseerd. Voor de periode van 15 augustus tot en met 31 december, is nog niet bekend hoeveel garanties er gerealiseerd zullen worden. Daarom is voor deze periode het maximale bedrag aan garanties opgenomen in dit toetsingskader. Dat is € 78,9 miljoen, namelijk 10% van de contractwaarde in deze periode. Samen telt dit op tot het nieuwe plafond van € 165,1 miljoen. De mutatie van € 13,5 miljoen ten opzichte van het vorige plafond is dus gelegen in het verschil van de optelsom van de uitbetaalde garanties plus de nog uitstaande maximale garanties in de aankomende periode. De daadwerkelijke realisatie van de betaalde garanties tot en met 15 augustus is lager uitgevallen dan verwacht werd in de vorige versie van het toetsingskader, waardoor de stijging van de maximale nog te verwachten garantsteling deels gecompenseerd wordt.

De garanties vervallen 21 dagen na de definitieve gunning van de aanbesteding NAAT.

De overeenkomsten lopen door tot 21 dagen na definitieve gunning van de aanbesteding. Hiermee verzekert het Rijk zich van een continue analysecapaciteit van 120.700 testen per dag. Vanwege onzekerheid over de aanbestedingsprocedure wordt het toetsingskader verlengd tot en met31 december 2021 zodat het toetsingskader bij eventuele vertragingen blijft gelden en niet opnieuw moet worden vastgesteld.

b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?

Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen marktconforme risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement. VWS regelt met de garantie dat voldoende analysecapaciteit beschikbaar is voor Nederland.

c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmaatregel?

Voor de verlenging van het toetsingskader, wordt het plafondbedrag vastgesteld op € 165,1 miljoen. Dit is het totale bedrag dat aan garanties is vastgesteld voor de periode heel 2021.

Na de garantieperiode wordt duidelijk in hoeverre het Rijk garant heeft moeten staan voor de risico’s die zich tot en met 31 december voordoen. De exacte mate waarin is vooralsnog niet goed voorzienbaar. De testvraag ontwikkelt zich grillig, mede onder invloed van maatregelen. Door deze grilligheid kan ook het risico niet worden genomen dat bij een plotseling toenemende testvraag er onvoldoende analysecapaciteit ontstaat. Dit betekent tegelijkertijd dat wanneer de testvraag achterblijft – het risico op uitbetalen van de garanties zich voordoet. Het financiële risico ziet dan enkel op de afgesproken hoeveelheid tests met de laboratoria.

6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke Minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd?

Er zijn de volgende afspraken vastgelegd c.q. maatregelen getroffen om de risico’s te mitigeren:

  • De contracten zijn afgesloten door Dienst Testen, die tevens de opdracht heeft om de teststromen landelijk te coördineren, waarbij ze ook zo veel als mogelijk rekening houden met de aangegane garanties.

  • De garantieovereenkomsten worden afgesloten door het Ministerie van VWS met de betreffende laboratorium, waardoor het ministerie zicht houdt op het aantal afgesloten overeenkomsten, de daarmee gepaard gaande risico’s en analysecapaciteit waarvoor garanties worden afgegeven.

  • De regeling kent een totaalplafond (€ 165,1 miljoen) en wordt, behoudens een aanvullend besluit door de Minister van VWS, niet verlengd zoals hierboven toegelicht.

  • De laboratoria factureren op maandbasis en daarin vermelden zij het aantal geanalyseerde tests en het eventuele beroep op de garantiebepaling.

7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstelen de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?

Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd. Echter is deze opdracht wel belegd bij een Dienst die als opdracht heeft een duurzaam testlandschap te realiseren.

8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premie kostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?

VWS vraagt geen premie, omdat de kosten uit collectieve middelen worden betaald. Dit is conform de wens van de Kamer. Voor de budgettaire ruimte die VWS voor de analysecapaciteit inzet, wordt verwezen naar vraag 5c.

9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?

Er is geen risicovoorziening ingesteld gezien de aard van de garantieregeling.

10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?

De regeling ten behoeve van de analysecapaciteit is naar verwachting nodig tot en met 31 december 2021.

11. Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?

Er zijn geen operationele kosten bovenop de huidige operationele kosten van VWS.

12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?

Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van noodmaatregelen in de COVID-19-crisis. De aandacht gaat uit naar de beheersing van de acute crisis. De rapportageverplichtingen genoemd onder punt 6 zullen naar verwachting voldoende informatie opleveren over de uitvoering van deze regeling om een toekomstige evaluatie mogelijk te maken.

Verlenging garantstelling testmaterialen tot 31 december 2021

Dit toetsingskader betreft een verlenging van de reeds bestaande garantstelling.

De Staat is vanaf 10 augustus 2020 overeenkomsten aangegaan met derden om in de aankoop van testmaterialen, gerelateerd aan de diagnostiek van COVID-19, te voorzien. In de overeenkomsten zijn destijds garanties opgenomen om te zorgen dat een leverancier voldoende testmaterialen voor de Nederlandse markt kon garanderen zodat in Nederland altijd voldoende testcapaciteit beschikbaar is. De garanties zijn in eerste instantie afgegeven in een periode tot 1 april 2021 en daarmee was ook aanvankelijk het toetsingskader vastgesteld tot 1 april 2021 voor testmaterialen. Daarna is met het toetsingskader (d.d. 2 april) de periode van garantstelling verlengd tot 15 juli 2021 en vervolgens tot 22 september 2021. De garantstelling wordt middels dit toetsingskader verlengd tot en met 31 december 2021. Met de verlenging van dit toetsingskader worden geen extra garanties aangegaan, daarom wordt het plafondbedrag van dit kader niet verlaagd of verhoogd. Dit toetsingskader verlengt alleen de periode waarin de garanties gelden. Als de garantieperiode niet verlengd zou worden, zou de Staat na 22 september 2021 de garanties op ongebruikte testmaterialen moeten uitbetalen. Door de periode te verlengen, kunnen de testmaterialen nog ingezet worden in de periode tot en met 31 december 2021. De kans dat de garanties uitbetaald moeten worden, wordt hiermee dus verkleind. De testmaterialen worden dan namelijk ingezet voor uitgevoerde testen, de garantie wordt dan een realisatie. Doordat echter de overeenkomst met de leveranciers blijft bestaan, dient ook het toetsingskader verlengd te worden.

Probleemstelling en rol van de overheid

Conform het beleidskader risicoregelingen (dat onderdeel uitmaakt van de begrotingsregels 2018–2021) vindt besluitvorming over een nieuwe risicoregeling (garantie, lening en achterborgstelling) en/of aanpassing van een bestaande risicoregeling plaats aan de hand van het «Toetsingskader Risicoregelingen».

Als onderdeel van de noodmaatregelen voor de beheersing van COVID-19 heeft VWS garanties afgegeven om de aankoop van testmaterialen gerelateerd aan de diagnostiek van COVID-19 te borgen.

1. Wat is het probleem dat aanleiding is geweest voor het beleid?

Sinds de COVID-19 uitbraak werden wereldwijd grote aantallen COVID-19-testen uitgevoerd. Het is van groot belang dat er voldoende getest kan worden om verspreiding van het virus te controleren en om mensen in Nederland te beschermen tegen besmetting. Hiervoor zijn testmaterialen nodig. Het risico bestond dat de beschikbaarheid van specifiek voor de diagnostiek van COVID-19 benodigde testmaterialen in het gedrang kwam. Om dit te voorkomen werden door de Staat afspraken gemaakt over de aankoop van testmaterialen ten behoeve van COVID-19 diagnostiek in Nederland. Om voldoende testmaterialen beschikbaar te houden voor Nederland, was het noodzakelijk om een aantal financiële risico’s van marktpartijen af te dekken. Het Ministerie van VWS heeft daarom garantieovereenkomsten afgesloten met de leveranciers om afname van een minimaal aantal testmaterialen te garanderen voor de Nederlandse markt.

Deze risico’s kwamen door de uitzonderlijke marktomstandigheden (beperkte leverbetrouwbaarheid en de wenselijkheid voorraden aan te kopen met onzekerheid over de toekomstige vraag daarnaar). Het risico werd afgedekt dat de zorgaanbieder niet of slechts gedeeltelijk het gegarandeerd aantal testmaterialen afneemt en dat de ingekochte testmaterialen (deels) niet binnen de uiterste houdbaarheidsdatum kunnen worden verkocht of ingezet.

Verlenging van de garantieperiode is noodzakelijk om zoveel mogelijk testmaterialen, waarvoor garanties gelden, alsnog om te kunnen zetten in realisatie.

De garanties hebben tot nu toe goed gewerkt om de testcapaciteit te garanderen omdat leveranciers mede vanwege de garanties voldoende materialen beschikbaar hebben gesteld.

In de eerste contracten ging het om een garantie per maand. Dit is bij de verlenging van 1 april tot 15 juli 2021, al gewijzigd in een totale garantie per geleverde machine. Datzelfde geldt voor de verlenging van 16 juli tot 22 september 2021, en de nu voorliggende verlenging tot en met 31 december 2021 waarbij het aantal machines gelijk blijft, en er niet meer capaciteit per machine wordt afgesproken. In praktijk betekent dit dat de testmaterialen waar een garantie voor geldt, een langere periode ingezet kunnen worden. Dit houdt in dat het risico om een garantie uit te moeten betalen, juist wordt verlaagd met het verlengen van dit toetsingskader. Er is namelijk een langere periode waarin de testmaterialen verbruikt kunnen worden.

2. Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?

Het was bij het opstellen van dit garantie toetsingskader noodzakelijk om op centraal niveau de aankoop van testmaterialen gegarandeerd te hebben voor de diagnostiek van COVID-19. Gezien de marktomstandigheden aan het begin van de COVID-19 pandemie, kwam deze zekerheid onvoldoende tot stand zonder afdekking van financiële risico’s door de centrale overheid.

3. Is het voorstel voor de risicoregeling:

  • a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of

  • b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.

Door de onvoorspelbaarheid en wereldwijde omvang van de COVID-19 crisis en daardoor voortdurend wijzigende omstandigheden was het niet mogelijk om een stabiele vraagvoorspelling te doen. De leveranciers konden dit risico niet dragen en ook niet verzekeren op de markt tegen aanvaardbare risicopremies. Het afgeven van garanties door VWS was derhalve vereist.

4. Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?

Gezien het karakter van een noodmaatregel is er geen gelegenheid risico’s van andere risicoregelingen binnen de begroting te compenseren.

Risico’s en risicobeheersing

5. Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk?

a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?

Ten behoeve van garanties van machines en testmaterialen wordt met dit afwegingskader geen aanvullend bedrag opgenomen. Het plafondbedrag blijft staan op € 221 miljoen. Dit is € 141 miljoen voor leveranciers inclusief eventueel transport en opslag van overgebleven testmaterialen en € 80 miljoen voor laboratoria die testmaterialen op voorraad hebben. De hoogte van de uitbetaling op de garantie is mede afhankelijk van de ingangsdatum van de gunning van de aanbesteding Nucleic Acid Amplification Test (NAAT).

De verwachting is niet dat er nieuwe contracten afgesloten zullen worden voor testmaterialen. Indien dit toch nodig is, zullen er geen garanties meer worden opgenomen in contracten.

Het alternatief «zelf aankopen, distribueren en factureren» vanuit de rijksoverheid heeft overigens dezelfde risico’s, maar dan moet de overheid de risico’s zelf beheersen en zich op een markt begeven die niet tot de kerntaak van de overheid behoort.

b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?

Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen marktconforme risicopremie wordt gevraagd. De Staat ontvangt dus geen rendement. VWS regelt met de garantie dat voldoende analysecapaciteit en testmaterialen beschikbaar zijn voor Nederland.

c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate?

Het risico waarvoor het Rijk garant zal moeten staan in 2021, wordt geschat op maximaal € 221 miljoen. Dit ligt lager dan de eerder geschatte € 341 miljoen omdat er al risico mitigerende maatregelen zijn genomen. Na de garantieperiode wordt de exacte realisatie bekend waarvoor het Rijk garant moet staan.

6. Welke risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke Minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd?

Er zijn de volgende afspraken vastgelegd c.q. maatregelen getroffen om de risico’s te mitigeren:

  • De garanties zijn bij de verlenging van contracten niet meer per tijdseenheid opgenomen, maar per machine. Dit zorgt ervoor dat het plafondbedrag niet hoeft te worden verhoogd en de realisatie zelfs lager uitvalt.

  • De garantieovereenkomsten worden afgesloten door het Ministerie van VWS met de betreffende leverancier of lab, waardoor het ministerie zicht houdt op het aantal afgesloten overeenkomsten, de daarmee gepaard gaande risico’s, de testmaterialen waarvoor garanties worden afgegeven.

  • De regeling kent een totaalplafond (€ 221 miljoen) De verwachte realisatie is maximaal € 221 miljoen waarmee dit plafondbedrag lager ligt dan eerder geschatte € 341 miljoen.

  • De leveranciers waarmee een garantieovereenkomst wordt afgesloten zijn verplicht maandelijks een rapportage te overleggen aan de Minister van VWS waarin de hoeveelheid bestelde testmaterialen is vermeld. Hierdoor kan bijgestuurd worden.

  • In de garantieovereenkomsten wordt vastgelegd dat de geleverde testmaterialen minimaal een jaar houdbaar dienen te zijn, zodat de testmaterialen kunnen worden doorverkocht indien de materialen na de garantieperiode door het Ministerie van VWS moeten worden afgenomen.

7. Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstelen de risico-beheersende en risico-mitigerende maatregelen van Rijk?

Het betreft een tijdelijke noodmaatregel waarvoor geen onafhankelijke expertopinie is gevraagd.

Dienst Testen maakt bij verlenging wel een afweging over de noodzakelijkheid.

Vormgeving

8. Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premie kostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt het door het vakdepartement specifiek ingezet?

VWS vraagt geen premie. De zorgaanbieders die COVID-19-testen uitvoeren, betalen zelf de kosten van de testmaterialen. Wanneer minder testmaterialen zijn ingekocht dan het gegarandeerde aantal, dan koopt VWS de overgebleven testmaterialen op. Deze kunnen mogelijk tegen de kostprijs via het LCH worden doorverkocht aan zorgaanbieders, zo lang de houdbaarheidsdatum niet is overschreden en er voldoende vraag is. Aangezien het niet zeker is dat er iets doorverkocht kan worden, heeft dit geen effect op het plafond van de garantieregeling.

9. Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?

Er is geen risicovoorziening ingesteld gezien de aard van de garantieregeling.

10. Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?

De regeling ten behoeve van de extra testmaterialen is geldig tot 31 december 2021, maar kan indien nodig verlengd worden.

11. Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?

Er zijn geen operationele kosten bovenop de huidige operationele kosten van VWS.

12. Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant evaluatie en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?

Momenteel zijn nog geen afspraken gemaakt over de evaluatie van noodmaatregelen in de COVID-19-crisis. De aandacht gaat uit naar de beheersing van de acute crisis. De rapportageverplichtingen genoemd onder punt 6 zullen naar verwachting voldoende informatie opleveren over de uitvoering van deze regeling om een toekomstige evaluatie te kunnen uitvoeren.


X Noot
2

De vijfde incidentele suppletoire begroting betreft een bijstelling vanwege kwijtschelden van publieke schulden n.a.v. Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Derhalve heeft deze vijfde incidentele suppletoire begroting geen invloed op de corona gerelateerde uitgaven op de VWS-begroting.

Naar boven