Aan de voorzitter van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2021
Na aanvaarding door de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Goedkeuringswet derde verlenging
geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm)1is op 9 november 2021 in de Eerste Kamer de behandeling gestart van dit wetsvoorstel.
Het voorstel inzake goedkeuring van de derde verlenging van de geldingsduur van de
Twm covid-19 vloeit voort uit de wet van 14 juli 20212 tot wijziging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 in verband met regeling
van het vereiste van goedkeuring bij wet van een koninklijk besluit tot verlenging
als bedoeld in artikel VIII, derde lid, van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19.
Door het tijdsverloop tussen het moment van indiening van de goedkeuringswet, 27 augustus
2021, en het moment waarop het voorstel in behandeling kon worden genomen, 9 november
2021, is de Eerste Kamer – afgezet tegen de periode3 waarop het verleningsbesluit4 betrekking heeft – ten aanzien van deze goedkeuringswet nauwelijks nog in de gelegenheid
om op betekenisvolle wijze invulling te geven aan een wettelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid.
Zich realiserend dat de Tweede Kamer haar eigen agenda bepaalt, willen de leden van
de vaste commissies die in de Eerste Kamer zijn belast met de behandeling van deze
goedkeuringswet u, als fungerend voorzitter van vaste commissie voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, verzoeken om volgende voorstellen tot verlenging van de geldingsduur
van de Twm covid-19 – zo mogelijk – zodanig voortvarend te behandelen en plenair af
te doen, dat de Eerste Kamer het dan voorliggende voorstel van een goedkeuringswet
op een eerder moment in behandeling kan nemen. Deze leden zijn zich ervan bewust dat
uw Kamer voor een voortvarende behandeling mede afhankelijk is van de snelheid waarmee
de regering5 uw vragen ter zake van een in behandeling zijnde goedkeuringswet beantwoordt. In
verband daarmee zal een afschrift van deze brief worden aangeboden aan de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De leden van de hierboven bedoelde commissies vertrouwen erop dat u begrip heeft voor
dit verzoek en zijn gaarne bereid tot nadere toelichting.
M.M. de Boer Voorzitter van vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
M.A.M. Adriaansens Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport