Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 830 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2020

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2020‒2021

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

  • 2. de begrotingsstaten inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Justitie en Veiligheid,F.B.J. Grapperhaus

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)

1. Leeswijzer

2. Beleidsartikelen

31 Politie

32 Rechtspleging en rechtsbijstand

33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

34 Straffen en Beschermen

36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

37 Migratie

3. Niet beleidsartikelen

91 Apparaat kerndepartement

92 Nog Onverdeeld

93 Geheim

1 Leeswijzer

De slotwetmutaties die groter zijn dan € 5,0 mln. worden toegelicht. In de regel geldt dat uitgavenmutaties en verplichtingenmutaties aan elkaar gelijk zijn. De toelichtingen gelden daarom voor zowel de uitgaven- als de verplichtingenmutaties. Wanneer dit niet het geval is, wordt voor de verplichtingmutaties een aparte toelichting opgenomen als er sprake is van een opmerkelijk verschil met de uitgavenmutaties

2 Beleidsartikelen

Artikel 31: Politie

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 6,5 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 145,9 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 0,3 mln. lager dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.

Toelichting

UitgavenEr is 6,5 mln. minder uitgegeven dan begroot. Door corona werd er onder andere minder gebruik gemaakt van (tap)tolken en zijn er minder taken uitgevoerd bij beide Caribisch Nederland (CN) korpsen.

VerplichtingenOp dit artikel zijn de verplichtingen verhoogd met 145,9 mln. door o.a. de volgende mutaties:

  • In verband met de verslaglegging van de RVU (Regeling Vervroegde Uittreding) politie vormt politie een voorziening in 2020. De verplichting wordt in 2020 met 133,9 mln. verhoogd.;

  • In 2020 zijn voor de jaren 2020-2022 de aflopende contracten met de telecomproviders meerjarig voortgezet wat leidt tot een verplichtingenoverschrijding van 14,6 mln.;

  • Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.

Artikel 32: Rechtspleging en rechtsbijstand

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 1 mln. meer uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 49,7 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 1,1 mln. lager dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

VerplichtingenDe verplichtingen zijn verhoogd met 49,7 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door :

  • De verplichting toevoegingen rechtsbijstand is verhoogd met 44,8 mln. als gevolg van de tijdelijke toelage sociaal advocatuur (Kamerstukken II 2019/2020, 31 753, nr. 182) en loonbijstelling;

  • Op Autoriteit persoonsgegevens is 5,4 mln. meer aan verplichting aangegaan vanwege een hogere personele bezetting en als gevolg van loonbijstelling;

  • Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.

Artikel 33: Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 16,4 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 64,2 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 288,5 mln. lager dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

UitgavenOp de uitgaven is 16,4 mln. minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door:

  • Bij het eigen personeel van het Openbaar Ministerie is een onderuitputting van 25,7 mln. Het vervullen van vacatures duurt langer dan verwacht, mede door de coronacrisis. Daarnaast is er een besparing van de kosten van het woon-werkverkeer. Tenslotte zijn er enkele personeel gerelateerde posten die niet in 2020 konden worden betaald, maar begin 2021 tot betaling zullen komen zoals personele kosten als gevolg van de onlangs afgesloten CAO Rechterlijke macht en een nabetaling met betrekking tot onregelmatigheidstoeslag;

  • Bij het OM is op de onderdelen ICT, extern en overig materieel een totale overschrijding van 20,6 mln. Dit om het ICT-beheer op niveau te houden en om de benodigde vernieuwing te realiseren;

  • Op schadeloosstellingen griffie is 7,3 mln. meer gerealiseerd dan geraamd. Op dit budget kan niet worden gestuurd, omdat de uitgave plaatsvindt op basis van de uitspraak van de rechter;

  • Een onderuitputting van 5,6 mln. voor gerechtskosten. Door capaciteitsproblemen bij het Nederlandse Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) en de coronacrisis zijn er minder kosten gemaakt die gerelateerd zijn aan de behandeling van strafzaken;

  • Op het artikelonderdeel vervolging en berechtiging MH17-verdachten zijn door de corona omstandigheden de declaraties van de Raad voor de rechtspraak en OM lager uitgevallen dan verwacht. Conform politieke afspraak blijft het budget ad 4,7 mln. beschikbaar voor MH17;

  • Het restant saldo wordt verklaard door een aantal kleinere mutaties.

VerplichtingenNaast de verlaging met 16,4 mln. bij de uitgaven worden de verplichtingen ook verlaagd met o.a. de volgende mutaties:

  • Vanwege overlopende verplichtingen vanuit 2019 is er een meevaller op het budget «aanpak ondermijning» van 33,2 mln. ;

  • Op het budget Verkeershandhaving Openbaar Ministerie is de verplichting na najaarsnota met 9,4 mln. neerwaarts bijgesteld. Door overlopende verplichtingen uit eerdere jaren is de verplichtingenruimte zoals beschikbaar in 2020 niet volledig benut;

  • Het restant saldo betreft kleinere mutaties.

OntvangstenHet ontvangstenbudget op dit artikel wordt verlaagd met 288,5 mln. Deze verlaging wordt veroorzaakt door het onderdeel afpakken dat 297,9 mln. lager is uitgekomen dan bij de tweede suppletoire begroting geraamd. Wegens het ontbreken van een grote afpakopbrengst is het begrote bedrag niet gerealiseerd. Daarnaast is er ook een meevaller bij boeten en transacties van 4,7 mln. En een meevaller van 7,2 mln. aan vrijval voor inbeslaggenomen gelden en profijtrente. Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

Artikel 34: Straffen en Beschermen

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 9,8 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 248,9 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 2,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

UitgavenDe mutatie 9,8 mln. op de uitgaven bestaat uit diverse mutaties kleiner dan 5 mln. zoals:

  • De Raad voor de Kinderbescherming heeft een meevaller van 3,7 mln. Er zijn minder uitzendkrachten en externe deskundigen ingezet. Daarnaast is de meevaller vanwege de corona-maatregelen groter dan geraamd;

  • Door het CJIB zijn er minder voorschotten op schadevergoedingen verstrekt dan initieel begroot. Deze meevaller bedraagt 3,4 mln.

VerplichtingenOp dit artikel is 248,9 mln. minder verplicht. Naast de verlaging met 15,6 mln. bij de uitgaven worden de verplichtingen ook verlaagd met o.a. de volgende mutaties:

  • De toekenning van het subsidiebedrag voor het jaar 2021 aan de drie reclasseringsorganisaties (Reclassering Nederland, Leger des Heils en Stichting Verslavingsreclassering GGZ) is in 2021 verplicht omdat de definitieve toekenningsbrieven in januari 2021 zijn verzonden in plaats van december 2020. Hierdoor is de verplichting in 2020 ad 248,6 mln. lager;

  • De aflopende contracten voor beheer en onderhoud aan het primair processysteem van de Raad voor de Kinderbescherming wordt meerjarig voortgezet wat leidt tot een verplichtingenoverschrijding van 11,9 mln.;

  • Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.

Artikel 36: Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

  • Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 11,3 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 1,1 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 1,4 mln. lager dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

UitgavenEr is 11,3 mln. minder uitgegeven dan begroot. Deze verlaging wordt met name veroorzaakt bij de onderdelen:

  • Op het onderdeel bijdrage medeoverheden nationale veiligheid en terrorismebestrijding is 5,2 mln. minder gerealiseerd. Door corona maatregelen zijn er minder activiteiten uitgevoerd;

  • Op het budget opdrachten Covid-19 een budgetverlaging van 9,8 mln. Een aantal projecten en onderzoeken die zich focussen op de middellange en lange termijn zijn uitgesteld van 2020 naar 2021. De inzet van DGSC-19 (Directoraat-generaal Samenleving en Covid-19) zag in 2020 voornamelijk toe op de korte termijn vanwege de aanhoudende crisis;

  • Het restant saldo betreft kleinere mutaties.

Verplichtingen Naast de verlaging met 11,3 mln. bij de uitgaven worden de verplichtingen verhoogd met o.a. de volgende mutaties:

  • Een overboeking met EZK waarbij de verplichting met 4 mln. wordt verhoogd inzake de subsidiebeschikking kennisopbouw TNO;

  • Ophoging van de verplichting ad 5,5 mln. voor beoordeling en toekenning versterkingsgelden lokale integrale aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme voor 2021 aan diverse gemeenten;

  • Het restant saldo betreft kleinere mutaties.

Artikel 37: Migratie

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 6,4 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 2,4 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 0,3 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

UitgavenDe mutatie 6,4 mln. op de uitgaven bestaat uit diverse mutaties kleiner dan 5 mln. zoals:

  • Een lagere uitgave van 3,2 mln. bij COA en Nidos omdat de bezetting lager is uitgevallen dan verwacht;

  • Een tegenvaller van 2,4 mln. vanwege meer kosten voor overheidsbijdrage voor het project Seamless Flow op Schiphol;

  • Op het onderdeel ‘vreemdelingen vertrek’ is een meevaller van 3,5 mln. ontstaan doordat er in 2020 weinig terugkeer mogelijk was als gevolg van Covid-19 en door afrekening van EU-subsidie.

Verplichtingen

  • Bij Nidos is in 2020 de realisatie op de verplichting 11 mln. lager dan geraamd. Uit de verplichting 2020 wordt de opdracht 2021 voor Nidos gegeven. Deze is als gevolg van een lagere bezetting aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen lager dan verwacht;

  • Een verhoging van de verplichting van 5,2 mln. door meerkosten voor het project Seamless Flow op Schiphol en een meerjarige verplichting die is aangegaan voor het opvangproject in Griekenland;

  • De verplichting voor het jaar 2020 en 2021 aan Dienst Vervoer en Ondersteuning (DVenO) is aangegaan in het boekjaar 2020. Hierdoor ontstaat een verplichtingoverschrijding van 8,8 mln. in 2020;

  • De uitgaven aan Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zijn gedaan op de verplichting uit 2019. De verplichting 2020 wordt daarom verlaagd met 5,5 mln.;

  • Het restant saldo betreft een aantal kleine mutaties.

3 Niet-Beleidsartikelen

Artikel 91: Apparaat kerndepartement

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 8,9 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 41,1 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 14,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

Uitgaven

  • Het HGIS-uitgavenbudget wordt met 9,3 mln. verlaagd in verband met de afrekening 2020 met Rijksvastgoedbedrijf gebruikersvergoeding Europol en Eurojust en wordt deels veroorzaakt door huisvestingprojecten die pas bij afronding in rekening worden gebracht;

  • Bij het Dienstencentrum (DC) is een tegenvaller van 6,9 mln. De nieuwe overeenkomst met SSC-ict is pas begin december getekend en nog niet doorbelast. De kosten hierbij zijn hoger dan verwacht;

  • 12,8 mln. verhoging van het Justid-uitgavenbudget. Het budget van Justid wordt in de loop van het jaar opgehoogd omdat een groot deel van de projecten van Justid niet via het budget wordt gefinancierd maar via facturen, waardoor zowel de kosten als ontvangsten hoger uitkomen;

  • Een budgetverlaging van 5,1 mln. door een vrijval op de derdenrekening met betrekking tot AMIF (Asiel, Migratie en Integratiefonds) EU middelen. Deze middelen zijn op de derdenrekening niet meer noodzakelijk voor het afdekken van risico’s bij het afrekenen met de EU;

  • 13 mln. lagere apparaatsuitgaven op centraal gereserveerde bedragen voor onder andere IKB (Individueel Keuzebudget) en thuiswerkvergoedingen;

  • Het restant saldo bestaat uit diverse kleinere mutaties.

Verplichtingen

  • Op het onderdeel DII is een verplichtingenoverschrijding van 24,2 mln. doordat een meerjarige verplichting is aangegaan betreffende ict met Microsoft licenties;

  • Bij Justid is een hogere verplichting te zien van 19,5 mln. doordat een deel van de uitgaven wordt gefinancierd via facturen en niet via het budget. Ook zijn er verplichtingen aangegaan in 2020 die niet tot betaling zijn gekomen Zie ook de toelichting bij de uitgaven;

  • Het restant saldo bestaat dit artikel uit diverse kleinere mutaties.

Ontvangsten

  • 5,2 mln. ontvangsten van FM-Haaglanden vanwege in 2019 gebruikte werkplekken.;

  • hogere ontvangsten bij Justid ad 7,5 mln. die samenhangen met extra opdrachten;

  • Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.

Artikel 92: Nog onverdeeld

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 2 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 1,5 mln. minder aan verplichtingen aangegaan.

Toelichting

Dit niet-beleidsartikel wordt uitsluitend gebruikt voor het tijdelijk parkeren van nog te verdelen middelen en nog te verdelen taakstellingen.

Artikel 93: Geheim

Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 0,2 mln. meer uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 0,2 mln. meer aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 0,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.

Toelichting

Op dit artikel hebben zich geen wijzigingen voorgedaan die een toelichting behoeven.

Naar boven