Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 830 IIA Jaarverslag en Slotwet Staten-Generaal 2020

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN DE STATEN-GENERAAL

Ontvangen 19 mei 2021

Vergaderjaar 2020–2021

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 185.602.000

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 3.604.000

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik u het jaarverslag van de begroting van de Staten-Generaal (IIA) over het jaar 2020 aan. Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2020 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • 1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • 2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;

  • 3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • 5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • 1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2020;

  • 2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • 3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • 4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2020 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten, alsmede over de saldibalans over 2020 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Voor u ligt het jaarverslag 2020 van de Staten-Generaal.

Het jaarverslag 2020 is als volgt opgebouwd:

A. een algemeen deel met de dechargeverlening;

B. het beleidsverslag met de artikelen en de bedrijfsvoeringsparagraaf;

C. de jaarrekening met de verantwoordingsstaat, de saldibalans en de WNT-verantwoording 2020.

Specificatie apparaatsuitgaven

De begroting van de Staten-Generaal heeft geen apart centraal apparaats-artikel. In de beleidsartikelen is bij de toelichting onder de tabel budgettaire gevolgen van beleid een uitsplitsing opgenomen van de apparaatsuitgaven.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag 2019 zijn in dit jaarverslag geen wijzigingen te melden.

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2021. Voor de begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast.

Focusonderwerpen

De Tweede Kamer heeft voor de verantwoording 2020 de toepassing van artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 als focusonderwerp aangewezen. Dit is voor de Staten-Generaal niet van toepassing.

Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

Een College dient, conform de Comptabiliteitswet 2016, artikel 2.1 lid 7 betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat de niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsprioriteiten. In aansluiting hierop worden geen beleidsprioriteiten opgenomen in het jaarverslag.

Beleidsartikelen

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

A. Algemene doelstelling;

B. Rol en verantwoordelijkheid;

C. Beleidsconclusies;

D. Budgettaire gevolgen van beleid;

E. Toelichting op de financiële instrumenten.

Het niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de tabel budgettaire gevolgen en de toelichting op de tabel.

Toelichting op de financiële instrumenten

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt een toelichting gegeven bij verschillen tussen de vastgestelde begroting 2020 en de realisatie 2020. Indien van toepassing wordt hierbij verwezen naar de eerste en tweede suppletoire begroting 2020. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2020 is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrens (staffel) op basis van de RBV

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Voor de Eerste Kamer en voor de Tweede Kamer is een afzonderlijke bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.

Jaarrekening

Verantwoordingsstaat

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de Staten-Generaal.

Saldibalans

In de jaarrekening is de saldibalans opgenomen met de bijbehorende toelichting.

WNT-verantwoording

Het jaarverslag wordt afgesloten met de verantwoording van de Wet Normering Topinkomens (WNT) van de Staten-Generaal.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1 Wetgeving en controle Eerste Kamer

A. Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstellingen van de Eerste Kamer liggen op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

C. Beleidsconclusies

Het beleid van de Eerste Kamer is in 2020 niet gewijzigd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

11.732

11.711

14.424

13.433

18.892

13.303

5.589

        

Uitgaven

11.771

10.889

12.707

12.636

16.848

13.303

3.545

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat Eerste Kamer

8.317

7.363

9.035

8.884

12.880

9.328

3.552

Personele uitgaven

       

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.360

3.439

3.590

3.639

3.751

3.899

‒ 148

Materiële uitgaven

       

Verenigde Vergadering

94

87

82

113

217

76

141

        

Ontvangsten

198

169

193

218

127

140

‒ 13

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 3 Specificatie apparaatsuitgaven artikel 1
 

2020

Totaal apparaat

16.631

waarvan personeel

5.613

Eigen personeel

5.183

Externe inhuur

355

Overig personeel

75

  

waarvan materieel

11.018

waarvan overig materieel

7.267

waarvan overig (leden EK)

3.751

Uitgaven

Apparaat Eerste Kamer

Huisvesting

De oplevering van de tijdelijke huisvesting is verschoven naar 2021. In 2020 zijn de nodige voorbereidingen getroffen voor de tijdelijke huisvesting. Hiertoe zijn middelen toegevoegd aan de begroting.

Individueel Keuzebudget

In 2020 is het Individueel Keuzebudget (IKB) ingevoerd. Hiervoor is extra budget ontvangen.

Covid-19

Als gevolg van de Covid-19 maatregelen vergadert de Eerste Kamer sinds mei 2020 in de Ridderzaal. Hiervoor zijn diverse kosten gemaakt. Idem voor het Covid-proof maken van het Eerste Kamergebouw zelf. Daar zijn middelen voor aan de begroting toegevoegd.

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

De vergoedingen aan voorzitter en leden van de Eerste Kamer zijn volgens beleid en wetgeving vergoed (€ 3,751 mln.). 

Verenigde Vergadering

In 2020 heeft de Verenigde Vergadering ter gelegenheid van de opening van het parlementaire jaar op Prinsjesdag conform de geldende Covid-19 maatregelen plaatsgevonden in de Nieuwe Kerk te Den Haag, in plaats van de gebruikelijke locatie de Ridderzaal. De organisatie van Prinsjesdag wordt bekostigd door de Eerste Kamer. De uitgaven waren hierdoor hoger dan in andere jaren. De uitgaven pasten binnen het budget. De viering van 75 jaar parlementaire vrijheid is in verband met Covid-19 niet doorgegaan.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn beperkt en lager dan geraamd als gevolg van de Covid-19 maatregelen. De restaurantopbrengsten vanaf maart 2020 zijn bijna geheel weggevallen.

3.2 Artikel 2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

A. Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement zorg voor de uitgaven ten behoeve van:

  • de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer;

  • de reis- en overige kostenvergoedingen van de leden van de Tweede Kamer;

  • de wachtgelden van oud-leden van de Tweede Kamer;

  • de pensioenen van oud-leden van de Tweede Kamer en hun nabestaanden ;

  • de schadeloosstelling van de Nederlandse leden van het Europees parlement (die niet door het Europees parlement betaald worden).

Tabel 4 Aantal deelgerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden (x 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Pensioenen oud-leden

460

455

448

442

430

432

Wachtgelden oud-leden

36

15

69

62

54

14

Totaal

496

470

517

504

484

446

Tabel 5 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel (x 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Schadeloosstelling

19.304

22.583

22.180

23.461

24.416

24.393

Gemiddeld per lid Tweede Kamer

129

152

148

156

163

163

Pensioenen en wachtgelden

8.775

8.606

11.296

10.943

9.463

9.468

Totaal

28.079

31.189

33.476

34.404

33.879

33.861

gemiddeld per lid Tweede Kamer

187

208

223

229

226

226

Schadeloosstelling leden Europarlement

99

103

103

117

45

0

Gemiddeld per lid Europees Parlement

99

103

103

117

45

0

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2

C. Beleidsconclusies

Vanaf de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei 2014 worden er geen Europarlementariërs meer betaald door de Tweede Kamer, met uitzondering van één herkozen lid. Dit lid is in mei 2019 niet herkozen, waardoor er in 2020 geen betalingen meer hebben plaatsgevonden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees parlement (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

20187

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

31.243

33.580

34.521

33.924

34.411

32.396

2.015

        

Uitgaven

31.292

33.580

34.521

33.924

33.862

32.396

1.466

        

Institutionele inrichting

       

Schadeloosstelling

22.583

22.181

23.461

24.416

24.394

21.486

2.908

Personele uitgaven

       

Pensioenen en wachtgelden

8.606

11.296

10.943

9.463

9.468

10.798

‒ 1.330

Schadeloosstelling Europarlementariërs incl. tegemoetkoming ziektekosten

103

103

117

45

0

112

‒ 112

        

Ontvangsten

33

25

14

30

29

86

‒ 57

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Schadeloosstelling

Op dit artikel is sprake van een overschrijding als gevolg van de betaalde eindheffing in 2020 over het jaar 2019 voor de werkkostenregeling.

Pensioenen en wachtgelden

Ten opzichte van 2019 is het aantal politieke pensioenen toegenomen met 2. Het aantal wachtgeldgerechtigden is ultimo 2020 afgenomen met 40 t.o.v. 2019.

Tabel 7 Pensioenen en wachtgelden (x 1.000)
 

Uitgaven 2019

Uitgaven 2020

Verschil

Pensioenen

6.286

6.742

456

Wachtgelden

3.074

1.868

‒ 1.206

Outplacement

95

97

2

Uitvoeringskosten

8

761

753

Totaal

9.463

9.468

5

Schadeloosstelling Europarlementariërs

Op dit artikel werden tot mei 2019 (Europese verkiezingen) de uitgaven van één Europarlementariër verantwoord. Dit lid is in mei 2019 niet herkozen, waardoor er in 2020 geen betalingen meer hebben plaatsgevonden.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de verrekening van neveninkomsten van de leden en bedragen € 0,029 mln.

3.3 Artikel 3 Wetgeving en controle Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Volksvertegenwoordiging

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: controle van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

Ondersteunen van het constitutioneel proces. Dit doen de ambtelijke diensten door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteiten, zoals door de Kamer bepaald, zijn daarbij leidend.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3

C. Beleidsconclusies

Renovatie/B67

Vanaf eind zomerreces 2020 zijn veel activiteiten op weg naar een definitief voorlopig ontwerp (VO) uitgevoerd ter voorbereiding van de besluitvorming in de Bouwbegeleidingscommissie (BBC) en het Presidium.

Werkwijze van de Kamer

Om de werkwijze van de Kamer te verbeteren zijn er voorbereidende stappen gezet. De in april 2018 ingestelde werkgroep Herziening Reglement van Orde heeft het eindrapport, met daarin voorstellen voor een integrale herziening van het Reglement van Orde, aangeboden. De Kamer heeft op 10 september 2020 een start gemaakt met de behandeling van het eindrapport. Na het kerstreces (en in ieder geval vóór 12 februari 2021) is de afrondende behandeling voorzien.

Reorganisatie Kamerorganisatie

Er is gebouwd aan een professionele, slagvaardige ambtelijke organisatie. In 2020 is het reorganisatieproces Kamerbreed tot een afronding gekomen: de Beveiligingsdienst heeft in december 2020 het plaatsingsproces afgerond . De besluitvorming op de plannen van de Griffies Commissies en de Griffie Plenair is afgerond en de personele effecten zijn gering (kleine uitbreiding). Ook de IT gerelateerde diensten (CIO en CISO bureau) hebben het plaatsingsproces afgerond en werken verder toe naar een toekomstbestendige en effectieve informatievoorziening. Daarmee is de gehele ambtelijke organisatie in de afgelopen jaren gereorganiseerd of aan de hand van een evaluatie of doorlichting voorbereid op de toekomstige ontwikkelingen. Uiteraard blijft de aandacht voor een professionele en slagvaardige organisatie onverminderd bestaan.

Participatiewet, vrouwen in leidinggevende posities en maatschappelijke stages

Zowel de realisatie van doelstellingen voor de Participatiewet als het aantal vrouwen (30%) in leidinggevende posities zijn in 2020 behaald. Vanwege de maatregelen als gevolg van het coronavirus hebben de maatschappelijke stages en de jaarlijkse sprokkelstage in 2020 niet plaatsgevonden.

Werkbeleving en sociale veiligheid

In 2020 is de gedragscode Integriteit ambtelijke organisatie geactualiseerd en is besloten tot een nieuwe opzet van de klachtencommissie ongewenste omgangsvormen. Ook is ingezet op het verstevigen van vaardigheden en kennis bij medewerkers om gewenst gedrag te vertonen en eigen regie te nemen op hun vitaliteit en bevlogenheid door dit meer onderdeel te laten zijn van de gesprekscyclus.

In 2020 zou een tweede werkbelevingsonderzoek (WBO) plaatsvinden, maar met het oog op de huidige omstandigheden is ervoor gekozen om dat onderzoek uit te stellen tot 2021. Wel heeft in september een enquête plaats gevonden om te weten hoe de medewerkers deze periode beleven en hoe het met ze gaat. De rapportage is binnen de diensten besproken en van opvolging voorzien. Eind februari 2021 zal een tweede meting plaatsvinden.

Betrokkenheid burgers bij Kamer (transparantie Kamerwerk)

De presentatie van de resultaten van een pilot-project van de VSNU en de commissie Financiën, gericht op o.a. betere onderbouwing van beleidsvoorstellen door het kabinet, vond plaats op 8 september. De Voorzitter nam de rapportage hierover in ontvangst.

Van 1 september tot 4 november is de Kamer tijdelijk beperkt open geweest voor bezoekers. Ook heeft de Kamer op 25 september op aangepaste wijze aandacht besteed aan de viering van 75 jaar herstel van de parlementaire democratie. Deze viering was live te volgen. Vanaf 4 november is de Kamer opnieuw gesloten voor bezoekers. Er hebben geen evenementen meer kunnen plaatsvinden in het Kamergebouw.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

96.927

108.035

104.748

131.664

133.027

124.928

8.099

Waarvan garantieverplichtingen

 

1.129

952

521

869

  

Waarvan overig

 

106.906

103.796

131.143

132.158

  
        

Uitgaven

99.309

105.349

105.456

125.725

133.988

124.928

9.060

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat Tweede Kamer

68.639

68.177

73.756

92.493

89.951

82.778

7.173

Onderzoeksbudget

160

164

192

544

1.296

2.323

‒ 1.027

Materiële uitgaven

       

Drukwerk

1.528

1.525

1.209

1.042

1.065

1.859

‒ 794

Fractiekosten

26.813

33.601

28.007

29.292

38.884

35.495

3.389

Uitzending leden

187

131

316

322

83

448

‒ 365

Parlementaire enquêtes

115

0

0

11

462

0

462

Bijdrage ProDemos

1.867

1.751

1.976

2.021

2.247

2.025

222

        

Ontvangsten

5.001

3.669

3.751

4.151

3.448

3.966

‒ 518

Overzicht van risicoregelingen

Tabel 9 Overzicht garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2019

Verleend 2020

Vervallen 2020

Uitstaande garanties 2020

Garantie- plafond

Totaal plafond

Totaalstand risicovoorziening

3.4

Fractiekosten

8.391

0

869

7.522

0

0

0

Er is geen sprake meer van een verhoging van de uitstaande garanties maar van een verlaging. Eind 2019 was sprake van een bedrag van € 8,391 mln. aan uitstaande garanties. In 2020 is op verzoek van enkele fracties een bedrag van € 0,869 mln. aan garanties tot betaling gekomen, zodat het totaal aan uitstaande garanties aan de fracties per 31-12-2020 een omvang heeft van € 7,522 mln.

E. Toelichting op de instrumenten
Tabel 10 Specificatie apparaatsuitgaven artikel 3
 

2020

Totaal apparaat

91.247

waarvan personeel

50.977

Eigen personeel

45.774

(Ambtelijke) Detacheringen

1.119

Externe inhuur

3.202

Overig personele kosten (vorming&opleiding)

882

  

waarvan materieel

40.270

Uitgaven

Apparaat Tweede Kamer

Ten opzichte van de begroting resulteren de daadwerkelijke uitgaven binnen dit artikel in een overschrijding van €7,171 mln. De begroting is incidenteel opgehoogd voor o.a. de uitgaven als gevolg van het uitstel van de renovatie en verhuizing naar de tijdelijke huisvesting. De begroting is structureel verhoogd voor uitgaven voor o.a. informatiebeveiliging, structureel hogere lasten voor beheer en onderhoud ICT-systemen, de aansluiting bij de Rijksschoonmaakorganisatie en het geven van invulling aan de Participatiewet.

Roemernorm

In de motie-Roemer (Kamerstuk II 2009/10, 32360, nr. 5) worden de uitgaven binnen het Rijk aan niet-formatief personeel begrensd op 10% van de gezamenlijke uitgaven op alle artikelen voor formatief en niet-formatief personeel.

Tabel 11 Roemernorm

Uitgaven aan formatief personeel

46.797

Uitgaven aan detacheringen

1.254

Uitgaven aan niet-formatief personeel

3.260

Totaal (A)

51.311

Niet-formatief personeel (B)

3.260

Roemernorm (B als % van A)

6,4

Ook in 2020 voldoet de Tweede Kamer met een percentage van 6,4% aan de Roemernorm.

Onderzoeksbudget

Met ingang van 2018 is een deel van de begroting voor het onderzoeksbudget verdeeld over 14 Kamercommissies. Na een gewenningsperiode in 2018 (uitgaven €0,192 mln.) en 2019 (€0,544 mln.) bedragen de uitgaven in 2020 €1,295 mln. In 2020 zijn er twee Tijdelijke Commissies actief geweest: de TC digitale toekomst en de TC uitvoeringsorganisaties.

Drukwerk

Dit betreft de uitgaven voor de publicatie van de handelingen en officiële publicaties op Overheid.nl. De uitgaven in 2020 zijn €0,794 mln. lager dan initieel begroot, omdat zowel de tarieven van de SDU als het aantal geproduceerde pagina’s lager zijn uitgevallen.

Fractiekosten

De fracties ontvangen op grond van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer een vergoeding per Kamerzetel. De oorspronkelijke begroting bedroeg €35,495 mln. en na bijstelling met compensatie voor gestegen lonen en prijzen € 36,389 mln. De uitgaven bedragen €38,884 mln., een overschrijding van €3,389 mln. Hiervan heeft een bedrag van €0,669 mln. betrekking op een beroep op opgebouwde trekkingsrechten. De resterende overschrijding ad €1,827 mln. heeft betrekking op de huidige raming van het artikel «Fractiekosten». Deze raming is nog gebaseerd op de oude fractiekostenregeling waarin werd uitgegaan van een bevoorschotting van de fracties van 90% van het bedrag waar zij op basis van het aantal zetels recht op hebben. In de nieuwe fractiekostenregeling worden de fracties voor 100% gefinancierd.

Uitzending Leden

In 2020 zijn als het gevolg van het coronavirus veel minder reizen gemaakt dan voorzien. Dit resulteert in een onderuitputting van € 0,365 mln.

Parlementaire enquêtes

In 2020 is het onderzoek van de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen afgerond. Daarnaast is de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag geïnstalleerd en heeft onderzoek verricht. Verder is de Tijdelijke commissie Aardgaswinning Groningen (TCAG) opgericht. Deze commissie gaat een parlementaire enquête voorbereiden naar de aardgaswinning in die provincie.

Bijdrage aan ProDemos

Dit artikel is nagenoeg volledig uitgeput.

Ontvangsten

In 2020 is € 3,446 mln. ontvangen. De omzet van het restaurantbedrijf is lager uitgevallen vanwege de getroffen maatregelen als gevolg van het coronavirus (gedeeltelijke sluiting van de restaurants en het vervallen van evenementen). Dit heeft geleid tot een tekort op de ontvangsten.

3.4 Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A. Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4

C. Beleidsconclusies

Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

1.070

1.098

1.090

1.172

904

1.508

‒ 604

        

Uitgaven

1.070

1.008

1.171

1.181

904

1.508

‒ 604

        

Materiële uitgaven

       

Interparlementaire betrekkingen

1.070

1.008

1.171

1.181

904

1.508

‒ 604

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

23

‒ 23

E. Toelichting op de instrumenten

Uitgaven

Interparlementaire betrekkingen

In 2020 hebben minder activiteiten plaatsgevonden in het kader van interparlementaire betrekkingen als gevolg van het coronavirus, dit heeft geleid tot een overschot van € 0,604 mln.

Tabel 13 Gemiddelde uitgaven per Kamerzetel (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Interparlementaire betrekkingen

1.357

1.070

1.008

1.171

1.181

904

Gemiddeld per zetel (225)

6

5

5

5

5

4

Ontvangsten

De in de begroting opgenomen ontvangstenraming ad € 0,023 mln. is nog gebaseerd op een terugontvangst van de contributie van één van de internationale organisaties. De terugontvangst wordt verrekend met de contributie voor het nieuwe jaar waardoor er geen sprake meer is van ontvangsten. Suppletoir is deze ontvangstenraming op «€ 0» gebracht.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 10 Nog onverdeeld

Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

       

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Nog onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Bedrijfsvoeringsparagraaf Eerste Kamer

Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage voor de vier verplichte onderdelen

Rechtmatigheid

De geconstateerde onrechtmatigheden zijn beperkt en blijven binnen de vastgestelde grenzen.

Totstandkoming niet-financiele verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Over 2019 heeft de AR de aanbevelingen gedaan om meer aandacht te besteden aan het boeken van verplichtingen, het onderbouwen van de prestatieverklaringen en aan de volledigheid van de inkoopdossiers.

In 2020 is gekeken wat er nodig is, om naast de verbeterpunten van de AR, de uitvoering van de financiële administratie te professionaliseren. Er ligt nu een plan klaar om dit te realiseren. Eind 2020 is de bezetting op de financiële functie uitgebreid. De verbeteringen worden in 2021 zichtbaar.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

M&O-risico’s en M&O-beleid

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Grote lopende ICT-projecten

Er lopen binnen de Eerste Kamer geen ICT-projecten boven de 5 mln. euro.

Betaalgedrag

Het betaalgedrag van de Eerste Kamer was onvoldoende. 13% van de facturen zijn niet binnen 30 dagen betaald. Dit percentage is inclusief de dispuutfacturen en verwerking van creditnota’s.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Informatiebeveiliging

Ook al is het geen verplichting om aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) te voldoen, heeft de Eerste Kamer wel de ambitie om hier aan te voldoen. In 2020 is extra capaciteit ingezet om hierin verbetering in aan te brengen.

In 2020 zijn verbeteringen doorgevoerd, deze hebben met name betrekking op de technische maatregelen om te voldoen aan de BIO. De organisatie is nog niet in control. In 2021 wordt dit verder opgepakt.

Bedrijfsvoeringsparagraaf Tweede Kamer

Paragraaf 1. Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

In 2020 geeft het rapport van de Auditdienst Rijk geen aanleiding tot opmerkingen. De tolerantiegrenzen voor de rechtmatigheid zijn niet overschreden. Er is sprake van een getrouwe weergave.

Totstandkoming niet-financiele verantwoordingsinformatie

Er hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. De Tweede Kamer heeft voor de totstandkoming van de niet-financiële informatie de procedure gevolgd.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Het financieel en materieel beheer is op orde en geeft geen aanleiding tot opmerkingen. De Tweede Kamer heeft in 2020 aanpassingen aangebracht in de financiële systemen waardoor de prestatieverklaring direct zichtbaar is en daarmee de aantoonbaarheid sterk is verbeterd. Voor het borgen van het tijdig vastleggen van verplichtingen en het tijdig verlengen van contracten is enerzijds de capaciteit van de sector Inkoop uitgebreid en anderzijds is de organisatie daarop extra geattendeerd. De tijdigheid is door deze acties voldoende opgelost.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In het kader van de algemene IT-beheersmaatregelen en de informatiebeveiliging is extra aandacht gegeven aan het aantoonbaar maken de beheersmaatregelen. Op de onderdelen wijzigingsbeheer en wachtwoordbeheer zijn adequate stappen gezet. Voor de onderdelen gebruikersbeheer en beveiliging van IT-componenten zijn in 2021 nog verdere stappen te zetten.

In 2020 heeft een upgrade van de financiële Oracle-database plaatsgevonden zodat de ondersteuning (support) daarop is gewaarborgd. In 2021 vindt migratie plaats naar een hoger niveau van de applicatie. Tevens wordt in 2021 aandacht besteed aan de mogelijkheden van het inrichten van systeemtechnische controles in de applicatie, zoals drieweg-matchen.

Paragraaf 2. Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

De Tweede Kamer hecht grote waarde aan het op tijd betalen van de facturen aan haar leveranciers. In 2020 is de monitoring en sturing op het betaalproces aangescherpt om de betaaltermijn van 30 dagen te realiseren.

Het Audit Committee is in 2020 vanwege Covid-19 tweemaal via video conference bijeengekomen. De samenstelling is in 2020 gewijzigd vanwege het vertrek van interne en externe leden.

Paragraaf 3. Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Er geen bijzonderheden te melden.

C. JAARREKENING

6. Verantwoordingsstaat

Tabel 15 Verantwoordingsstaat 2020 van de Staten-Generaal (IIA) (Bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

(1) Vastgestelde begroting

(2) Realisatie

(3) = (2) - (1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

172.135

172.135

4.215

187.234

185.602

3.604

15.099

13.467

‒ 611

           
 

Beleidsartikelen

172.135

172.135

4.215

187.234

185.602

3.604

15.099

13.467

‒ 611

1

Wetgeving en controle Eerste Kamer

13.303

13.303

140

18.892

16.848

127

5.589

3.545

‒ 13

2

Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

32.396

32.396

86

34.411

33.862

29

2.015

1.466

‒ 57

3

Wetgeving en controle Tweede Kamer

124.928

124.928

3.966

133.027

133.988

3.448

8.099

9.060

‒ 518

4

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1.508

1.508

23

904

904

0

‒ 604

‒ 604

‒ 23

           
 

Niet-beleidsartikelen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

10

Nog Onverdeeld

0

0

0

0

0

0

0

0

0

7. Saldibalans

Tabel 16 Saldibalans per 31 december 2020 van de Staten-Generaal (IIA) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2020

 

31-12-2019

 

Passiva

31-12-2020

 

31-12-2019

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1

Uitgaven ten laste van de begroting

185.602

 

173.464

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

3.604

 

4.399

3

Liquide middelen

1

 

7

     

4

Rekening-courant RHB

0

 

0

4a

Rekening-courant RHB

177.654

 

166.800

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a

Begrotingsreserves

0

 

0

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

230

 

242

7

Schulden buiten begrotingsverband

4.575

 

2.514

8

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

185.833

 

173.713

Subtotaal intra-comptabel

185.833

 

173.713

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9

Openstaande rechten

0

 

0

9a

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10

Vorderingen

0

 

0

10a

Tegenrekening vorderingen

0

 

0

11a

Tegenrekening schulden

0

 

0

11

Schulden

0

 

0

12

Voorschotten

75.519

 

67.496

12a

Tegenrekening voorschotten

75.519

 

67.496

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

7.523

 

8.392

13

Garantieverplichtingen

7.523

 

8.392

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

22.352

 

19.853

14

Andere verplichtingen

22.352

 

19.853

15

Deelnemingen

0

 

0

15a

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

          

Subtotaal extra-comptabel

105.394

 

95.741

Subtotaal extra-comptabel

105.394

 

95.741

          

Totaal

291.227

 

269.454

Totaal

291.227

 

269.454

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2020

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2020 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het totaalbedrag is als volgt opgebouwd:

Tabel 17 Liquide middelen (bedragen in € )

Liquide middelen

Saldo

a) Eerste Kamer

348

b) Tweede Kamer

0

  

Totaal

348

Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

Tabel 18 Overzicht Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (bedragen in €)

Rekening-courant

Saldo

a) Rekening-courant FIN/RHB

177.653.934

  

Totaal

177.653.934

Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Tabel 19 Overzicht vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Intra-comptabele vorderingen

Saldo

a) Eerste Kamer

170.338

b) Tweede Kamer

59.289

  

Totaal

229.627

Ad a) Eerste KamerDe vorderingen van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit per 31 december 2020 openstaande verstrekte voorschotten in het kader van buitenlandse dienstreizen. Deze voorschotten worden in het eerste kwartaal van 2021 afgewikkeld.

Ad b) Tweede KamerDe vorderingen van de Tweede Kamer hebben voornamelijk betrekking op de nog per 31 december 2020 af te wikkelen voorschotten dienstreizen reizen (€ 29.588), vorderingen op P-Direkt (€ 24.289) en overige debiteuren (€ 5.411).

Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband

Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

Tabel 20 Overzicht schulden buiten begrotingsverband (bedragen in €)

Intra-comptabele schulden

Saldo

a) Eerste Kamer

160.444

b) Tweede Kamer

4.414.548

  

Totaal

4.574.992

Ad a) Eerste KamerDe schulden van de Eerste Kamer bestaan voornamelijk uit de in december 2020 ingehouden loonheffing en sociale premies die in het eerste kwartaal 2021 worden afgewikkeld.

Ad b) Tweede KamerDe schulden van de Tweede Kamer bestaan voornamelijk uit de in december 2020 ingehouden loonheffing en pensioenpremies (€ 4.189.131) die in de maand januari 2021 worden afgedragen. Daarnaast staat een uit 2019 aan belastingen te verrekenen bedrag (€ 196.929) open.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2020 openstaande voorschotten kunnen als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 21 Overzicht openstaande voorschotten per 31 december 2020 (bedragen in €)

Voorschotten openstaand

Saldo

a) Eerste Kamer

1.079.457

b) Tweede Kamer

74.438.607

  

Totaal

75.518.064

Ad a) Eerste KamerHet saldo van de Eerste Kamer bestaat voornamelijk uit in 2019 en 2020 verstrekte voorschotten aan de fractie-ondersteuning (€ 671.868). Daarnaast staan nog aan Loyalis verstrekte voorschotten over de periode 2016 tot en met 2020 open (€ 407.589). Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen zullen de voorschotten in 2021 en volgende jaren worden afgewikkeld.

Ad b) Tweede KamerHet saldo van de Tweede Kamer bestaat o.a. uit verstrekte voorschotten aan de fracties (€ 38.203.670), voorschotten aan APG over de jaren 2016 tot en met 2020 (€ 21.944.037) en voorschotten Prodemos (€ 1.869.300). Na ontvangst van de goedkeurende accountantsverklaringen zullen de voorschotten in 2021 en volgende jaren worden afgewikkeld. Daarnaast zijn voorschotfacturen aan leveranciers betaald (€ 12.421.600). In de loop van het jaar 2021 worden deze voorschotfacturen afgewikkeld.

Tabel 22 Specificatie afgerekende voorschotten (bedragen in €)

Voorschotten afgerekend

Saldo

a) Eerste Kamer

714.969

b) Tweede Kamer

46.552.324

  

Totaal

47.267.293

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Tabel 23 Overzicht garantieverplichting (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

8.391.010

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar incl. negatieve bijstellingen

0

+/+

 

8.391.010

 

Tot betaling gekomen in 2020

868.701

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

0

 

Totaal

7.522.309

 

De garanties van de Tweede Kamer vloeien voort uit het gestelde in de regeling «Tegemoetkoming in de kosten van de fracties».

Ad 14. Andere verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen

Tabel 24 Overzicht openstaande verplichtingen BiBBV (bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

19.850.749

 

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar

187.747.000

+/+

 

207.597.749

 
   

Tot betaling gekomen in 2020

184.733.299

-/-

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

513.000

 

Totaal

22.351.450

 

De negatieve bijstellingen betreffen verplichtingen uit de jaren voor 2020 die niet meer tot uitbetaling zijn gekomen en afgewikkeld zijn.

8. WNT-verantwoording 2020 Staten-Generaal

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2020 € 201.000

Tabel 25 Bezoldiging van topfunctionarissen

Naam instelling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband (indien van toepassing)

Datum einde dienstverband (indien van toepassing)

Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2019)

Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2019)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2019)

Totale bezoldiging in 2020 (+ tussen haakjes bedrag in 2019)

Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

Motivering en bedrag (indien overschrijding)

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Dhr. R. Nehmelman

Griffier

  

1 (1)

nee

160.862 (134.121)

21.164 (19.813)

182.026 (153.934)

201.000

 

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Mevr. S.M. Roos

Griffier

  

1 (1)

nee

181.218 (169.712)

21.800 (20.942)

203.018 (190.654)

201.000

Vakantie- en eindejaarsuitkering1

X Noot
1

De overschrijding is het gevolg van de in 2020 uitbetaalde vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering. Deze kan worden toegerekend aan eerdere jaren. Hierdoor is er in 2020 geen sprake van een overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Dit is toegestaan op grond van artikel 3, lid 2 van de Uitvoeringsregeling WNT

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen functionarissen die in 2020 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2020 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris. Er zijn in 2020 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Er zijn geen functies als leidinggevend topfunctionaris bij andere instellingen(en) die op grond van de WNT gemeld en openbaar gemaakt moeten worden. 


X Noot
1

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

X Noot
2

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

X Noot
3

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

X Noot
4

Comptabiliteitswet 2016, artikel 4.4 lid 4

Naar boven