35 752 Raming der voor de Tweede Kamer in 2022 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 30 maart 2021

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2022 (Kamerstuk 35 752, nrs. 1 t/m 3), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat het Presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

blz.

     

1.

Inleiding

1

2.

Impact van het coronavirus (Covid-19)

2

3.

Werkwijze van de Tweede Kamer; transparantie en betrokkenheid

3

4.

Informatiepositie Kamer

5

5.

Interne organisatie

6

6.

Fysieke en digitale veiligheid en betrouwbaarheid

6

7.

Renovatie en verbouwing

7

8.

Wachtgeld

7

9.

Staat van de Kamer 2020

7

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Raming van de Tweede Kamer. De leden hebben daar nog enkele vragen en opmerking bij.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor het jaar 2022. Naar aanleiding daarvan hebben deze leden de volgende vragen aan het Presidium.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Raming voor de Tweede Kamer in 2022. De leden van de D66-fractie constateren dat sprake is van een uitzonderlijk jaar. De coronacrisis heeft tot ingrijpende aanpassingen in het parlementaire werk geleid, die voorlopig nog voortduren. Tegelijkertijd is 2021 een verkiezingsjaar, en hebben de Tweede Kamerverkiezingen tot (een prognose van) een verdere fragmentatie van het parlement geleid, met maar liefst zeventien verschillende partijen. Ook dat geeft grond tot bezinning over de wijze waarop de Kamer haar verschillende taken goed kan vervullen. Deze leden hebben in dit kader nog verschillende vragen.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor het jaar 2022. Ze hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.

2. Impact van het coronavirus (Covid-19)

De leden van de VVD-fractie merken op dat de Tweede Kamer eerder dit jaar met algemene stemmen een motie van de leden Van Gent, Van der Molen en Van Meenen heeft aangenomen betreffende de instelling van een werkgroep voor onderzoek naar effectief opereren in tijden van crisissituaties (Kamerstuk 35 322, nr. 43). De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de Tweede Kamer adequaat voorbereid moet worden op mogelijk nieuwe crisissituaties die zich in de toekomst kunnen gaan voordoen. Zij vragen het Presidium aan te geven op welke wijze nu invulling gaat worden gegeven aan deze motie. Wanneer is bijvoorbeeld de start van de werkgroep voorzien, zo vragen zij het Presidium.

Met het Presidium constateren de leden van de CDA-fractie dat veel medewerkers van de Tweede Kamer en fracties al sinds maart 2020 (grotendeels) thuis werken. Het Presidium vermeldt dat maatregelen zijn en worden getroffen om medewerkers te ondersteunen, zodat zij beter in staat zijn om Kamerleden en het Kamerwerk te ondersteunen. Deze leden vragen het Presidium nader uiteen te zetten welke maatregelen hiermee bedoeld worden.

De leden van de D66-fractie lezen dat het Presidium het belangrijk vindt te constateren dat de Tweede Kamer sinds de corona-uitbraak in maart 2020 steeds invulling heeft kunnen geven aan haar controlerende en (mede)-wetgevende taak. Het parlementaire proces is nooit stil komen te liggen, zo lezen de leden. Deze leden zien zelf niettemin ingrijpende gevolgen, die zij ook hebben ervaren. Zo daalde het aantal algemeen overleggen van Kamercommissies van 366 in 2019 naar 192 in 2020. Deze leden ontvangen graag een reflectie van het Presidium op de doorgang van het parlementair proces afgelopen jaar. Wat had achteraf anders, beter of sneller kunnen dan wel moeten worden geregeld? Welke verbeteringen wil het Presidium de komende periode nog doorvoeren om te zorgen dat het parlementaire werk optimaal doorgang kan vinden? Hoe staat het met de voortgang van het onderzoek naar digitale commissievergaderingen? Deze leden vragen dit tevens in het licht van de verhuizing naar B67 aankomende zomer. Hoeveel vergaderlocaties zijn tegelijkertijd «coronaproof» voor commissiedebatten op B67? Hoeveel debatten kunnen in B67 worden gehouden? En welke fysieke bezetting in het gebouw is mogelijk? De genoemde leden begrijpen uit de Staat van de Tweede Kamer dat er plenair in 2020 bijna evenveel is vergaderd als in 2019. Kan daarbij worden uiteengezet hoeveel van de vergaderingen wel en (expliciet) niet op de aanpak van de coronacrisis zagen, zowel in aantal vergaderingen als in vergaderuren?

3. Werkwijze van de Tweede Kamer; transparantie en betrokkenheid

De leden van de VVD-fractie lezen dat het Presidium de commissies en fracties gevraagd heeft kritisch te kijken naar de openstaande debataanvragen, alsmede dat het Presidium de effecten van de wijziging van het Reglement van Orde nauwlettend blijft volgen. Zij vinden het goed dat er voortdurend aandacht blijft voor de hoge werkdruk die het parlement zichzelf oplegt. Wel vragen zij zich af hoe het geschrevene er concreet uit komt te zien. De afgelopen jaren is gebleken dat het bijvoorbeeld in speeches en bij de Regeling van Werkzaamheden benoemen van het hoge aantal debataanvragen en moties niet heeft geleid tot een daling hiervan. Welke stappen zal het Presidium hierin nemen, rekening houdend met de mogelijkheden die het nieuwe Reglement van Orde biedt, zo vragen zij het Presidium.

De leden de VVD-fractie constateren dat de nieuwe Tweede Kamer maar liefst 17 fracties kent. Dit zal ongetwijfeld tot meer debataanvragen en langere debatten leiden, maar ook elders gevolgen hebben voor een efficiënte werkwijze van de Tweede Kamer. Bestaan er ideeën hoe om te gaan met deze nieuwe realiteit?

In de memorie van toelichting bij de verschillende begrotingshoofdstukken informeren de ministeries de Kamer over de uitvoering van moties. De leden van de CDA-fractie constateren dat een vergelijkbaar overzicht ontbreekt van moties die zijn gericht aan het Presidium. Deze leden vragen het Presidium aan de nota naar aanleiding van het verslag een overzicht toe te voegen van moties die nog in uitvoering zijn. Deze leden vragen het Presidium een dergelijk overzicht voortaan op te nemen in de toelichting bij de Raming.

De leden van de CDA-fractie lezen, dat er al voor de coronacrisis is begonnen met de ontwikkeling van een parlementaire kennisbank, die bestaat uit korte verhalen over de Kamer en het Kamerwerk, in woord en beeld (teksten, foto’s, video’s). Deze leden vragen waar deze kennisbank te vinden is en wie voor de inhoud verantwoordelijk is.

Met het oog op de transparantie van het Kamerwerk herinneren de leden van de CDA-fractie aan de motie-Van der Molen (Kamerstuk 35 322, nr. 42) die is aangenomen bij de behandeling van de algehele herziening van het Reglement van Orde. Deze leden zijn van mening dat kennis over concrete toepassing van het Reglement van Orde van belang is voor het goed functioneren van de Kamer. De werkgroep-Van der Staaij verwees terecht naar het standaardwerk van J.G. Pippel, Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zijn geschiedenis en toepassing. Er verschenen drie drukken (in 1925, 1938 en 1950) en nog een vervolg op de derde druk in 1954. Deze leden pleiten daarom voor een eigentijdse Pippel, waarin de toepassing van het Reglement van Orde digitaal en publiek toegankelijk wordt vastgelegd. Welke stappen heeft het Presidium intussen gezet in de uitvoering van deze motie?

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat het zichtbaar en inzichtelijk maken van het Kamerwerk ook betrekking heeft op het Kamerwerk in het verleden. Bij de behandeling van de Raming voor 2021 (Kamerstuk 35 405, nr. 12) hebben deze leden daarom aandacht gevraagd voor Staten-Generaal Digitaal (SGD), de collectie gedigitaliseerde Kamerstukken uit de periode 1814–1994. In 2019 is het beheer van de collectie van SGD verplaatst van de Koninklijke Bibliotheek naar het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) en onderdeel geworden van www.officielebekendmakingen.nl, In de nota naar aanleiding van het verslag over de Raming voor 2021 (Kamerstuk 35 405, nr. 5) stelde het Presidium dat met deze omzetting een duurzame voorziening voor de SGD-collectie is gecreëerd, waarbij technisch, functioneel en inhoudelijk beheer gewaarborgd is. Vanuit deze situatie is doorontwikkeling van functionaliteit en kwaliteitsverbeteringen beter mogelijk, zo voegde het Presidium daaraan toe. De leden van de CDA-fractie vragen wat er inmiddels is bereikt op het punt van doorontwikkeling van functionaliteit en welke kwaliteitsverbeteringen inmiddels zijn gerealiseerd. Ook vragen deze leden welke verbeteringen nog in het verschiet liggen.

Beschikt de Dienst Informatie en Archief van de Tweede Kamer (DIA) inmiddels over een beheertool waarmee metadata-correcties en ad hoc foutherstel gedaan kunnen worden? Wordt er inmiddels gebruik gemaakt van de mogelijk-heid om, met medewerking van KOOP, analyses uit te voeren op de collectie, om zo de kwaliteit te kunnen beoordelen, fouten op te sporen en herstelacties uit te voeren?

In de nota naar aanleiding van het verslag over de Raming voor 2021 meldde het Presidium dat de Dienst Informatie en Archief werkte aan interactieve datadashboards. Zodra deze beschikbaar kunnen worden gesteld hebben Kamerleden en hun medewerkers de mogelijkheid naar eigen wens en inzicht over alle jaren heen cijfermatige overzichten te maken op zowel Kamerniveau als fractieniveau, aldus het Presidium. De leden van de CDA-fractie vragen naar de actuele stand van zaken.

De leden van de D66-fractie ondersteunen ten volle het streven om – juist in deze tijd – het werk in de Tweede Kamer ook daarbuiten meer over het voetlicht te krijgen. Zij lezen dat hiertoe onder meer is ingezet op het maken van korte video’s, waarin werd ingegaan op het Kamerwerk in coronatijd. Wat waren de kijkcijfers van deze video’s gemiddeld genomen, en op welke wijzen zijn deze onder de aandacht gebracht? Deze leden wijzen in dit kader ook graag op het belang van een goed functionerende Tweede Kamer website, inclusief Debat Direct. Het aantal bezoekers op de Tweede Kamer website toont een sterke groei, in één jaar tijd zijn er miljoenen bezoekers bijgekomen. Hoe wil het Presidium deze lijn voort blijven zetten – ook na corona? Ook de Debat Direct-functie op de website wordt steeds beter bekeken, van ruim drie miljoen kijkers naar ruim vijf miljoen in een jaar tijd. Deze leden zien bij de Debat Direct-app daarentegen stagnatie optreden, terwijl juist een dergelijke applicatie de Kamerdebatten op een laagdrempelige wijze voor mensen toegankelijk maakt. Heeft het Presidium enige verklaring voor het verschil in de ontwikkeling van de cijfers van de app ten opzichte van de andere communicatiekanalen? Hoe gaat het ervoor zorgen dat ook de Debat Direct-app meer bekendheid en populariteit vergaart?

De leden van de D66-fractie merken tot slot op dat het nieuwe Reglement van Orde van de Tweede Kamer op 31 maart 2021 in werking treedt. Kan worden toegelicht of alle daarin opgenomen wijzigingen ook vanaf dag één daadwerkelijk worden doorgevoerd? Kan voorts worden aangegeven of en welke implicaties dit voor de Raming heeft?

De leden van de SP-fractie constateren dat er budget wordt uitgetrokken voor een Kamercommissie Digitale Zaken. De vraag is echter of niet álle commissies te maken hebben met digitalisering en een risico op kennisachterstand, zou het daarom niet een goed idee zijn om vooral bij de staf en ambtelijke ondersteuning van alle commissies te investeren in de aanwezigheid van digitale kennis en expertise?

De leden van de SP-fractie vragen aandacht voor de implementatie van het nieuwe Reglement van Orde. Hoe gaat dit in zijn werk? Heeft dit nog budgettaire consequenties of andere belangrijke gevolgen voor de uitvoering?

De leden van de SP-fractie hopen dat de bezoeken van onder andere school-klassen snel weer kunnen worden hervat. Zo lang dat niet kan, maar wellicht ook als aanvulling op fysieke bezoeken in de toekomst, zou het niet veel vaker mogelijk moeten zijn om schoolklassen «digitaal» te ontvangen? In de Coronatijd zijn daar natuurlijk goede ervaringen mee opgedaan. Kan in overleg met Pro-Demos verkend worden welke mogelijkheden er zijn om dit wellicht uit te breiden in de toekomst, vanuit de gedachte dat schoolklassen idealiter allemaal eens in aanraking komen met de Tweede Kamer?

4. Informatiepositie Kamer

De leden van de CDA-fractie constateren dat de Dienst Informatie en Archief (DIA) voor het ontsluiten van artikelen in kranten en tijdschriften gebruik maakt van LexisNexis. Steeds vaker stuiten gebruikers daarbij op betaalmuren. Deze leden vragen in hoeverre de Kamer nog beschikt over eigen informatiesystemen. Ook vragen deze leden welke risico’s eraan verbonden zijn als documentatie ten behoeve van het parlementaire werk wordt uitbesteed.

De leden van de D66-fractie hechten eraan opnieuw het punt naar voren te brengen dat vorig jaar ook al bovenaan hun lijstje stond: het parlement dient voldoende ondersteuning te hebben om haar controlerende en volksvertegenwoordigster taken adequaat uit te oefenen. Het is zaak om meer aandacht te besteden aan de voorkant van het beleid: meer aandacht voor deugdelijke onderbouwing van beleid, het doordenken van consequenties voor de uitvoerbaarheid van het beleid, meer wetenschapstoetsen. Vorig jaar bracht de D66-fractie de motie Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) en het opvolgende amendement Sneller c.s. in (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 5), wat tot een verhoogd budget voor een beter ondersteuning van parlementariërs heeft geleid. Een eerste stap in de goede richting. Niettemin constateren deze leden dat afgelopen zittingsperiode – ook zeer recent – enkele rapporten en adviezen zijn uitgebracht waarin verdere versterking van de inhoudelijke ondersteuning van het parlement wordt aanbevolen. Het gaat dan om het rapport «Klem tussen balie en beleid» van de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties (TCU) (Kamerstuk 35 387, nrs. 2 en 3), het advies «Rijk aan kennis – Naar een herwaardering van kennis en expertise in beleid en politiek» van de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) en het advies «Een sterkere rechtsstaat. Verbinden en beschermen in een pluriforme samenleving» van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Eerder, in 2018, kwam ook de Staatscommissie parlementair stelsel tot de conclusie dat het parlement versterkte ondersteuning behoeft (Kamerstuk 34 430, nr. 19). De AWTI schrijft in haar rapport dat de Kamer niet voldoende wordt ondersteund in de verwerving en toepassing van kennis. In het rapport «Klem tussen balie en beleid» constateert de TCU dat het voor Kamerleden moeilijk is om specialistische kennis op te bouwen over de uitvoering, doordat hun gemiddelde zittingsduur is afgenomen en de fracties steeds kleiner zijn. Ook is de ambtelijke ondersteuning – in vergelijking met die in het buitenland – gering, zo constateert de commissie. Zou het Presidium willen reflecteren op de op handen zijnde fragmentatie van de Tweede Kamer? Welke impact heeft dit volgens het Presidium op de mate waarin de Kamer haar taken kan vervullen? En deelt het Presidium met de leden van de D66-fractie dat mede in dit licht zeer serieus moet worden gekeken naar uitbreiding van de ambtelijke en politieke ondersteuning van de Tweede Kamer? Kan het Presidium daarbij een vergelijking maken met de ambtelijke en politieke ondersteuning in verwante representatieve democratieën, zowel in financiële verhouding als qua menskracht?

De leden van de D66-fractie zijn voorts benieuwd hoe het Presidium de aanbeveling van de AWTI beoordeelt om de Dienst Analyse en Onderzoek (DAO) uit te bouwen tot een expertisecentrum? Wat zou daar volgens het Presidium voor nodig zijn? Kan het Presidium nader toelichten wie nu reeds bij de DAO werken en welke functies en taken zij precies vervullen? Deze leden constateren dat er ook nieuwe taken op de Kamer afkomen, of voornemens bestaan om bestaande taken intensiever in te vullen. Het kabinet heeft in reactie op de POK de «invoeringstoets na een jaar» voorgesteld. De TCU heeft een «reflectietoets» voorgesteld. Als beide toetsen praktijk worden, dan vergt dat extra werk voor de Dienst Analyse en Onderzoek. Onderschrijft het Presidium deze constatering? Zo ja, welk gevolg zou daaraan moeten worden gegeven?

De leden van de SP-fractie constateren tot hun tevredenheid dat in de Raming en de bijbehorende stukken veel belangrijke zaken een nadrukkelijke plaats hebben gekregen, waarvan enkelen ook steeds op belangstelling en vragen vanuit de SP kunnen rekenen. Zoals de informatiepositie van de Kamer, het belang van informatiebeveiliging, het belang van zichtbaarheid en toegankelijkheid van de Kamer (ook in Coronatijd en na de verhuizing). Kan allereerst worden toegelicht hoe in roerige tijden (Corona en de verhuizing) met veel persoonlijke wisselingen (door de verkiezingen) de continuïteit van dit alles gewaarborgd wordt?

De leden van de SP-fractie hechten heel veel belang aan de informatiepositie van de Kamer. Juiste, tijdige en volledige informatie is cruciaal voor het functioneren van ons parlement en de democratie. De leden verwijzen hierbij ook nadrukkelijk naar de conclusies van de POK en de TCU. De informatiehuishouding moet op orde. Er moet tijdig, volledig, maar ook weer zo kernachtig en doelgericht mogelijk geïnformeerd worden. Ook moet altijd eerst de Kamer, dan pas de media geïnformeerd worden. Welke concrete acties zien het Presidium en de Kamervoorzitter voor zichzelf op deze belangrijke punten? Wat kan er concreet ondernomen worden richting een bewindspersoon die de afspraken (structureel) niet naleeft?

5. Interne organisatie

De leden van de VVD-fractie willen het Presidium herinneren aan de met algemene stemmen aangenomen motie van de leden Ziengs en Van Gent over een herdenkingenregister (Kamerstuk 35 405, nr. 10) en de met algemene stemmen aangenomen motie van de leden Ziengs, Van Gent en Van der Molen over uitvoering geven aan de motie-Ziengs/Van der Molen over de aanwezigheid van Kamerleden bij officiële herdenkingen (Kamerstuk 35 405, nr.11). De leden van de VVD-fractie constateren tot hun verbazing dat hierover niet gesproken wordt in de toelichting op de Raming. Zij vragen het Presidium in te gaan op deze moties en concreet aan te geven op welke wijze zij hier invulling aan gaat geven. Voor de voorgenoemde leden is zowel de aanwezigheid van Kamerleden bij officiële herdenkingen namens de Kamer, alsmede het hiermee samenhangende herdenkingenregister belangrijk om een rol voor de volksvertegenwoordiging in dezen ook in de toekomst te waarborgen.

6. Fysieke en digitale veiligheid en betrouwbaarheid

De leden van de CDA-fractie constateren dat met de toenemende digitalisering van het werk van de Tweede Kamer ook steeds hogere eisen worden gesteld aan de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de systemen. In dit verband herinneren deze leden aan de begrotingsbehandeling van het Ministerie van BZK op donderdagavond 15 oktober 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 15, item 13). De Staatssecretaris sprak met passie over de digitale overheid en op hetzelfde moment was er een storing in de systemen van de Tweede Kamer, waardoor thuiswerken niet meer mogelijk was en de externe mail niet meer werkte. Pas na afloop van de begrotingsbehandeling was de storing verholpen. Deze leden vragen wat de oorzaak was van deze storing en welke maatregelen zijn getroffen om herhaling te voorkomen.

De leden van de D66-fractie constateren dat het Presidium er vertrouwen in heeft dat de organisatie goed is toegerust op coronagerelateerde vraagstukken en Kamerleden kan voorzien van de juiste (digitale) hulpmiddelen om het parlementaire proces voort te zetten. Zij plaatsen daar graag een kanttekening bij. Hoe vindt het Presidium dat de digitale mogelijkheden en digitale Kamerverbinding functioneert? Kan het Presidium daarbij specifiek ingaan op de vergadermogelijkheden via Pexip? Op welke gronden is er voor dit programma gekozen, dat verder tamelijk onbekend is? Welke andere opties zijn overwogen? En ligt de optie om over te stappen op een ander systeem nog op tafel? Zo ja, welke kosten zou dit met zich meebrengen? Zo nee, waarom niet? Het valt deze leden op dat de Pexip-applicatie relatief onstabiel is en menigmaal tot het uitvallen van deelnemers leidt, daar waar dit bij gebruikelijkere alternatieven als Webex, Teams en Zoom niet het geval is. Daarnaast is het aantal functionaliteiten van Pexip beperkt, zo niet gemankeerd te noemen. Daar waar dit gaat om het kunnen zien van de overige deelnemers bijvoorbeeld, de (afwezige) optie om tijdens een vergadering in verschillende «ruimtes» op te kunnen splitsen en de mogelijkheden om bestanden te delen. Het argument dat deze leden eerder hebben vernomen, is dat Pexip een hoge mate van beveiliging zou kennen. Maar is dat niet ook bij het door de rijksoverheid gebruikte Webex het geval? Deze leden plaatsen hier ook vraagtekens bij. Zo vraagt Pexip – anders dan alternatieven – niet om een wachtwoord, maar slechts het bezit van de url-link. Biedt dit niet juist relatief eenvoudig toegang voor ongenodigde deelnemers? De genoemde leden ontvangen graag een heldere vergelijking op dit punt.

7. Renovatie en verbouwing

De leden van de VVD-fractie verlangen een goed verlopende verbouwing. Deze zomer verhuist de Tweede Kamer naar B67 voor 5,5 jaar. Welke garanties kunnen worden gegeven over daadwerkelijke terugkeer binnen die periode? Bestaan hierover afspraken met het RVB? Verder is er een audiovisueel systeem aangeschaft waarvoor de Raming in 2019 opgehoogd is. Voor beheer en onderhoud is er nu 2½ miljoen extra nodig. Was dit niet te voorzien bij de aanschaf van dit systeem? Zijn bij de verplaatsing van dit systeem naar de nieuwe locatie B67 kosten gemoeid en zijn deze kosten meegenomen in de begroting?

8. Wachtgeld

De leden van de VVD-fractie constateren dat voor 2021 een bedrag is begroot voor wachtgelden en pensioenen vertrekkende TK leden. Is hier gezien het aantal vertrekkende leden voldoende voor begroot?

De leden van de SP-fractie vragen tot slot aandacht voor de vergoedingen aan Kamerleden en de bijbehorende schadeloosstellingen. Voor het vertrouwen en het draagvlak in de politiek is het van belang dat de regels duidelijk zijn en er geen al te riante vergoedingen worden uitgekeerd. Daarover kunnen de meningen verschillen. Wanneer zou het een goed moment zijn om hier een inhoudelijke discussie over te voeren? Is deze voorzien? Zo niet, waarom niet?

9. Staat van de Kamer 2020

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Staat van de Kamer 2020. Het Presidium stelt dat de Staat van de Kamer is bedoeld om, op basis van de weergegeven kengetallen, met elkaar te reflecteren op (ontwikkelingen in) het eigen handelen. In dit verband wijzen deze leden op de recente publicatie van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico in samenwerking met radioprogramma Argos van een onderzoek naar de effectiviteit van het Kamerwerk in de afgelopen kabinetsperiode.1

De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze het bedoelde onderzoek behulpzaam kan zijn bij het reflecteren op (ontwikkelingen in) het eigen handelen. Deze leden vragen of het Presidium de conclusie deelt die in de kop boven het artikel wordt geformuleerd: «Tweede Kamer had nog nooit zo weinig tijd en aandacht voor wetgeving». Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze denkt het Presidium de effectiviteit van het Kamerwerk in de komende kabinetsperiode te bevorderen?

De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat de Staat van de Kamer steeds een selectie bevat van verschenen boeken en publicaties in tijdschriften over de Tweede Kamer. Deze leden waarderen het dat dat overzicht is voorzien van een duiding van de inhoud. Deze leden zouden het op prijs stellen als ook een korte duiding wordt toegevoegd aan de wetenschappelijke publicaties.

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Naar boven