35 714 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Maatoug tot wijziging van de Wet flexibel werken in verband met het bevorderen van flexibel werken naar arbeidsplaats (Wet werken waar je wilt)

N VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 oktober 2025

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft nader schriftelijk overleg gevoerd met de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane over de aanbeveling van het Benelux Parlement inzake grensoverschrijdend telewerk. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brief van 16 september 2025.

  • De antwoordbrief van 13 oktober 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane

Den Haag, 16 september 2025

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben met belangstelling kennisgenomen van de beantwoording van uw ambtsvoorganger van 3 juni 2025 op het commissiebrede verzoek om een reactie op de aanbeveling van het Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk.2 Naar aanleiding van deze brief hebben de leden van de fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, BBB, VVD, CDA, D66, PvdD, JA21, SP, ChristenUnie, Volt, SGP en 50PLUS gezamenlijk een aantal vervolgvragen en opmerkingen. Deze vragen en opmerkingen hebben zowel betrekking op de aanbeveling van het Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk, als over de inzet van de regering met betrekking tot de thuiswerkproblematiek van grenswerkers in onze grensregio’s met België en Duitsland.

Aanbeveling Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk

De leden van de fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, BBB, VVD, CDA, D66, PvdD, JA21, SP, ChristenUnie, Volt, SGP en 50PLUS waarderen de eerste, meer procedurele reactie van uw ambtsvoorganger op de aanbeveling van het Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk. Deze leden hebben er uiteraard begrip voor dat de beantwoording van de aanbeveling van het Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk verloopt conform de werkafspraken die gelden om te komen tot één gezamenlijke beantwoording namens de drie Benelux lidstaten.

De aan het woord zijnde leden begrijpen uit de beantwoording dat in dit geval het proces van gezamenlijke beantwoording inmiddels al was gestart om zo binnen een redelijke termijn het Benelux Parlement van een antwoord te voorzien.3 Deze leden stellen deze inzet van de regeringen op prijs, en zouden het verwelkomen als een dergelijk antwoord in de loop van dit jaar, bij voorkeur voorafgaand aan de komende plenaire vergadering van de assemblee van 28 en 29 november 2025, gerealiseerd kan worden. Past een dergelijk tijdschema voor beantwoording ook binnen de inzet van de regering in de richting van beide andere Benelux-landen? Immers, de huidige thuiswerkproblematiek, die werkgevers en grenswerkers in de Benelux-landen inmiddels al 2 jaar ervaren, wordt door het Benelux Parlement gezien als een ongewenste belemmering voor de interne arbeidsmarkt en de economische unie van de Benelux Unie. Dit blijkt ook uit het feit dat op 21 maart 2025 zowel de aanbeveling grensoverschrijdend telewerk, als ook het verklarend rapport unaniem werden aangenomen door het Benelux Parlement tijdens zijn plenaire zitting in Luxemburg.

Inzet regering met betrekking tot de thuiswerkproblematiek van grenswerkers

Naast deze ontwikkelingen in Benelux-verband verwelkomen de leden van bovengenoemde fracties eveneens de inzet van Nederland om in de bilaterale belastingverdragen met onze beide buurlanden een thuiswerkmaatregel op te nemen die qua percentage, waar mogelijk, aansluit bij regelingen voor de sociale zekerheid. Die waardering geldt ook voor de Nederlandse inzet met betrekking tot bilaterale afspraken met onze buurlanden over de zogeheten vaste inrichting in geval van het thuiswerken van grenswerkers.

Uw ambtsvoorganger geeft aan dat aanpassing van de belastingverdragen voor grensoverschrijdend telewerk, die bij voorkeur zoveel mogelijk aansluit bij afspraken omtrent de sociale zekerheid, een traject is dat naar verwachting alleen met een aantal tussenstappen kan worden gerealiseerd.4 Iets waarmee het Benelux Parlement het overigens ook eens is, zoals blijkt uit de aanbeveling en het rapport over grensoverschrijdend telewerk van 22 maart 2025.5

Daarnaast schrijft uw ambtsvoorganger dat er met Duitsland afspraken zijn gemaakt over opneming van een drempelregeling in het belastingverdrag, waardoor grenswerkers jaarlijks maximaal 34 dagen kunnen thuiswerken, waarbij het heffingsrecht volledig blijft bij het land waar de werkgever is gevestigd.6 Uw ambtsvoorganger stelt dat dit een eerste stap is om de mogelijkheden voor grenswerkers om thuis te werken te verbeteren.7 Het wijzigingsprotocol waarmee het belastingverdrag met Duitsland wordt gewijzigd werd op 14 april 2025 ondertekend. Uw ambtsvoorganger schrijft dat in de procedure de volgende stappen nodig zijn om deze wijziging per 1 januari 2026 te kunnen laten ingaan:

  • het wijzigingsprotocol moet eerst aan de Raad van State worden voorgelegd,

  • vervolgens moet het ter goedkeuring naar beide Kamers van de Staten-Generaal worden gestuurd,

  • daarnaast is ook in Duitsland parlementaire goedkeuring in de loop van dit jaar vereist.8

Deze leden zijn dan ook benieuwd wat momenteel de stand van zaken is en of de datum van 1 januari 2026 gehaald wordt. Kunt u aangeven of beide landen wat dit betreft op schema liggen en wat momenteel in Nederland de stand van zaken is?

Verder zijn deze leden benieuwd of er met België vergelijkbare afspraken zijn gemaakt, of in de maak zijn, over aanpassing van het bilaterale belastingverdrag. Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot België, en of daar eventueel ook al zicht is op een mogelijke ingangsdatum waarop een beoogde aanpassing van het belastingverdrag kan worden gerealiseerd?

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken.

Een afschrift van deze brief wordt toegezonden aan de Minister voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M.L. Vos

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT, BELASTINGDIENST EN DOUANE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2025

Op 3 juni 2025 heb ik per brief mijn inhoudelijke reactie met u gedeeld op de aanbeveling van het Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk en de inzet van de regering met betrekking tot de thuiswerkproblematiek van grenswerkers in onze grensregio's met België en Duitsland. Met belastingstelling heb ik kennisgenomen van de vervolgvragen die zijn gesteld door de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (OPNL, GroenLinks-PvdA, BBB, VVD, CDA, D66, PvdD, JA21, SP, ChristenUnie, Volt, SGP en 50PLUS).

Bijgaand informeer ik u graag over de laatste stand van zaken in relatie tot de Benelux, België en Duitsland.

Het Secretariaat-Generaal van de Benelux Unie heeft deze zomer een eerste conceptreactie gedeeld met de Benelux-lidstaten en hen in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Nederland heeft van deze mogelijkheid gebruikgemaakt. Het Secretariaat-Generaal zal de ontvangen input van de lidstaten nu verwerken en vervolgens een nieuw concept ter goedkeuring voorleggen. Hoewel ik graag zie dat dit proces snel verloopt, kan ik op dit moment geen realistische inschatting geven of de gezamenlijke reactie zal worden opgeleverd voor de plenaire vergadering van de Assemblee van 28 en 29 november 2025, dan wel voor het einde van het jaar. Ook hebben België en Luxemburg geen expliciete uitlatingen gedaan over een tijdpad.

Zoals eerder aangegeven vinden er met regelmaat gesprekken plaats met onze buurlanden België en Duitsland. Op ambtelijk niveau is er recent nog gesproken met België. Deze gesprekken verlopen in de regel in een constructieve sfeer, maar dit heeft echter nog niet geleid tot het maken van afspraken. Op dit moment is er ook nog geen concreet zicht op een dergelijke afspraak. In verband met de vertrouwelijkheid kan ik niet verder in detail treden over de inhoud van deze gesprekken, noch over de positie van het andere land.

In relatie tot Duitsland ben ik positiever gezind. De afronding van de goedkeuringsprocedure voor het wijzigingsprotocol met Duitsland nadert. Op korte termijn zal het wijzigingsprotocol met toelichting ter stilzwijgende goedkeuring aan het parlement worden gezonden. Dit kon helaas niet eerder omdat er rekening moest worden gehouden met het verkiezingsreces. Indien het wijzigingsprotocol stilzwijgend wordt aanvaard, kunnen de akten van bekrachtiging tussen Nederland en Duitsland tijdig (vóór eind november) worden uitgewisseld, waardoor de wijzigingen per 1 januari 2026 van toepassing kunnen zijn. In Duitsland is het wijzigingsprotocol inmiddels aan het parlement voorgelegd; de verwachting is dat de goedkeuringsprocedure daar tijdig zal worden afgerond.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, E. Heijnen


X Noot
1

Samenstelling:

Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Van Wijk (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Van der Linden (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Van Apeldoorn (SP), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I 2024–2025, 35 714, M.

X Noot
3

Ibid., p. 4.

X Noot
4

Ibid., p. 5.

X Noot
5

Kamerstukken I 2024–2025, 35 714, M bijlagen

X Noot
6

Kamerstukken I 2024–2025, 35 714, M, p. 5.

X Noot
7

Ibid.

X Noot
8

Ibid.

Naar boven