35 714 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Maatoug tot wijziging van de Wet flexibel werken in verband met het bevorderen van flexibel werken naar arbeidsplaats (Wet werken waar je wilt)

K BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT EN BELASTINGDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2024

Bijgaand stuur ik u een kopie van de Kamerbrief «Onderzoek thuiswerkregelingen voor grenswerkers» met de bijbehorende bijlage (het onderzoeksrapport) die ik aan de Tweede Kamer heb gestuurd.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT EN BELASTINGDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2024

Tegenwoordig is hybride werken, waaronder thuiswerken, steeds vaker de norm. Wanneer werknemers in een ander land werken dan waar hun werkgever is gevestigd, kunnen werknemer en werkgever worden geconfronteerd met fiscale belemmeringen. Het kabinet hecht belang aan het fiscaal toegankelijk maken van hybride werken voor iedereen.

In dat kader heeft het kabinet een onderzoek ingesteld naar de omvang van de inkomensgevolgen van hybride werken door grenswerkers met onze buurlanden, België en Duitsland.1 Concreet omvat dit onderzoek, uitgevoerd door Ernst & Young Belastingadviseurs LLP en waarvan het eindrapport is opgeleverd op 18 maart 2024, een overzicht van de (inkomens)effecten van mogelijke thuiswerkregelingen in de bilaterale belastingverdragen met onze buurlanden.

Hierbij bied ik uw Kamer het eindrapport van dit onderzoek aan. In deze brief geef ik een samenvatting van de analyse en conclusies en licht ik toe hoe ik vervolg geef aan de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek. Daarnaast komen ook de budgettaire effecten aan bod. Met deze brief geef ik uitvoering aan mijn eerdere toezegging om uw Kamer te informeren wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn in bilateraal en/of multilateraal verband.2

1. Inhoud van het onderzoeksrapport

Doel, opzet en reikwijdte van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is om de effecten van mogelijke thuiswerkregelingen inzichtelijk te maken. Zoals aangegeven in mijn brief van 11 december 2023, richt het kabinet zich in eerste instantie op, naast een bilaterale regeling die duidelijkheid geeft over een vaste inrichting, de opname van een drempelregeling in bilaterale belastingverdragen gericht op grenswerkers die hybride werken. Een drempelregeling maakt mogelijk dat een werknemer een maximaal aantal dagen in het woonland (bijvoorbeeld thuis) kan werken zonder dat dit gevolgen heeft voor het heffingsrecht over het inkomen. De afspraak, namelijk dat belastingheffing plaatsvindt in het land van de werkgever, blijft hierdoor onverminderd gelden. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag wat een grenswerker met een bepaald brutoinkomen onder toepassing van diverse mogelijke drempelregelingen netto overhoudt. Daarmee wordt op inkomensniveau inzichtelijk of de verscheidene drempelregelingen al dan niet gunstiger zijn voor de grenswerker die hybride werkt ten opzichte van de situatie zonder drempelregeling. Op dit moment heeft Nederland geen drempelregelingen opgenomen in de bilaterale belastingverdragen met België en Duitsland. Het onderzoek geeft ook inzicht in de werkgeverslasten (premies sociale zekerheid) en de administratieve lasten.

Voor de opzet van het onderzoek is relevant dat de brutonetto berekeningen in een internationale context beïnvloed worden door een aantal voor grenswerkers specifieke omstandigheden. Het onderzoek houdt derhalve rekening met diverse relevante parameters: (1) inkomen; (2) woonland; (3) gezinssituatie; (4) werkdagenallocatie; (5) toepassing van de EU Kaderovereenkomst voor sociale zekerheid3 en (6) mogelijke thuiswerkregeling. Onder (1) wordt rekening gehouden met een drietal inkomenscategorieën (25.000, 50.000 en 100.000 EUR). Verder gaat (4) uit van percentages tussen 0% tot 55% thuiswerken in het woonland. Voor een explicitering van de overige parameters, verwijs ik naar het onderzoeksrapport.4

De reikwijdte van het onderzoek omvat berekeningen op basis van een fulltime dienstverband met 220 werkdagen per kalenderjaar, die gebaseerd zijn op de tarieven van het kalenderjaar 2024. Daarbij is alleen een basissalaris in aanmerking genomen en is geen rekening gehouden met bijkomende regelingen zoals pensioen en andere inkomensbronnen zoals een tweede baan of een uitkering.5 Om het aantal parameters, en daarmee het aantal berekeningen, beperkt te houden is gekozen om geen rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden. Zo worden persoonlijke aftrekposten en regelingen, bijvoorbeeld in verband met kinderen, specifieke zorgkosten en partneralimentatie, niet meegenomen in de berekeningen. De parameters die wel zijn meegenomen hebben de meeste impact op het netto-inkomen. Daarmee is de reikwijdte van het onderzoek weliswaar beperkt tot een gesimplificeerde weergave van de werkelijkheid, maar worden de effecten van mogelijke drempelregelingen op netto-inkomens in het algemeen wel goed inzichtelijk.

Naast de inkomensgevolgen, benoemt het onderzoek ook de mogelijke effecten van een mogelijke thuiswerkregeling op de administratieve lasten die hybride werkende grenswerkers ervaren. Deze administratieve lasten zijn niet gekwantificeerd, maar zijn mogelijk wel een belangrijke factor in de afweging om al dan niet hybride te werken.

Hierna ga ik eerst in op de algemene bevindingen van het onderzoek en vervolgens op de bevindingen per inkomenscategorie.

Algemene bevindingen van het onderzoek

Het onderzoek levert onder meer de volgende algemene bevindingen op.6

Effecten thuiswerkregelingen in de fiscaliteit

Belastingheffing vindt plaats volgens de huidige afspraken in de belastingverdragen. Dit betekent dat, zonder thuiswerkregeling, het heffingsrecht naar rato wordt verdeeld tussen twee landen als een grenswerker een gedeelte van zijn tijd thuis werkt, de zogenoemde «salary split». Een dergelijke verdeling is doorgaans gunstig voor het netto-inkomen van de grenswerker vanwege het zogenoemde progressie-effect dat optreedt bij de verdeling van de belastingheffing over twee landen.7Als Nederland specifiek een drempelregeling afspreekt met een buurland en de grenswerker onder de afgesproken drempel van het maximaal aantal thuiswerkdagen blijft, dan is het netto-inkomen gelijk aan het netto-inkomen in de situatie dat de grenswerker in het geheel niet (thuis)werkt in het woonland.8 Het gevolg hiervan is dat bij de aanwezigheid van een drempelregeling het voordeel van een «salary split» wegvalt. Om die reden is het netto-inkomen meestal hoger zonder drempelregeling dan met een drempelregeling. Hetzelfde effect treedt op bij een regeling die uitgaat van een volledige woonstaatheffing: een «salary split» is meestal gunstiger dan een volledige woonstaatheffing.

In het geval een drempelregeling geldt, is van belang te onderkennen dat als met het (thuis)werken in het woonland de dagendrempel wordt overschreden, de drempelregeling geen effect meer sorteert, waardoor de «salary split» weer van toepassing is. De hoogte van het netto-inkomen van een grenswerker die structureel (thuis)werkt in het woonland is dan vaak hoger dan het netto-inkomen van een werknemer die geen grenswerker is (ongeacht de hoeveelheid thuiswerken).

Effecten van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel op netto-inkomen

Hoofdregel is dat iemand onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar hij of zij werkt. Een speciale regel geldt voor mensen die in twee of meer lidstaten werken. Bijvoorbeeld mensen die naast hun werkzaamheden in de lidstaat van de werkgever een substantieel deel van de werkzaamheden in hun woonland (thuiswerkend) verrichten. Zij raken als gevolg daarvan onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van het woonland. Werkzaamheden zijn doorgaans substantieel als zij ten minste 25% van de totale arbeidstijd uitmaken. Als het percentage thuiswerken minder dan 50% van de totale arbeidstijd bedraagt kan deze grenswerker er onder bepaalde voorwaarden ook voor kiezen om in de lidstaat van de werkgever sociaal verzekerd te blijven. Hiertoe moet een aanvraag worden ingediend op basis van de kaderovereenkomst sociale zekerheid voor grensoverschrijdend telewerk.9 Met andere woorden, het percentage thuiswerken in het woonland en het wel of niet indienen van een aanvraag op basis van de kaderovereenkomst bepalen in welk land de grenswerker sociaal verzekerd is.

Als het socialezekerheidsstelsel wijzigt, beïnvloedt dit de hoogte van de verschuldigde belasting en daarmee het netto-inkomen.10 Inkomenseffecten worden onder meer veroorzaakt doordat de Nederlandse premies volksverzekeringen niet aftrekbaar zijn van het belastbare inkomen, terwijl sommige Belgische en Duitse socialezekerheidspremies wel (deels) aftrekbaar zijn in Nederland.11 Hierdoor is de belastingheffing in Nederland lager als het Belgische of Duitse socialezekerheidsstelsel van toepassing is. Daarnaast verschilt de hoogte van de socialezekerheidspremies. De premies zijn in Nederland, vergeleken met België en Duitsland, relatief hoog. Daarentegen is in Nederland, in tegenstelling tot de buurlanden, de hoogte van de premie wel gemaximeerd. Door de premieverschillen en doordat de socialezekerheidspremies op een andere manier in aanmerking worden genomen, ontstaan er verschillen in de heffingsgrondslagen voor de belastingheffing.

Werkgeverslasten

Het onderzoek maakt ook inzichtelijk wat de totale werkgeverslasten bedragen per inkomenscategorie. Hierbij geldt in beginsel dat de totale werkgeverslasten in de drie onderzochte inkomenscategorieën alleen worden beïnvloed door het van toepassing zijnde socialezekerheidsstelsel en niet door een thuiswerkregeling. Het bedrag aan werkgeverslasten bestaat namelijk uit de combinatie van brutoloon plus de werkgeverspremies sociale zekerheid. De hoogte van het brutoloon verandert niet bij het toepasbaar zijn van de thuiswerkregelingen. Daardoor is alleen het van toepassing zijnde socialezekerheidsstelsel12 bepalend voor de hoogte van de werkgeverspremies en derhalve de totale werkgeverslasten.

Administratieve lasten

Het onderzoeksrapport omvat geen kwantificatie van de administratieve lasten die werknemers en werkgevers kunnen ervaren bij hybride werken, maar benoemt administratieve lasten bij hybride werken als mogelijk belangrijke afwegingsfactor.13 Vaststaat in ieder geval dat een werknemer die in twee landen belasting moet betalen, hogere administratieve lasten heeft dan een werknemer die slechts in één land betaalt. In dat geval worden ook werkgevers geconfronteerd met hogere administratieve lasten, omdat er moet worden voldaan aan administratieve plichten in het woonland van de werknemer. Daarbij speelt voor de werkgever bijvoorbeeld de vraag of al dan niet sprake is van een zogenaamde vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer bij thuiswerken. Verhoogde administratieve lasten blijven overigens ook (deels) bestaan op het moment dat een grenswerker slechts in één land belasting betaalt (bijvoorbeeld het woonland) en onderworpen is aan de socialezekerheidswetgeving van het woonland. In deze situatie heeft de werkgever administratieve verplichtingen in het woonland van de werknemer, zodat de juiste premies worden ingehouden en afgedragen, en moet in sommige gevallen de werknemer zelf alle belastingen via de aangifte inkomstenbelasting betalen. De werknemer moet hiervoor voldoende middelen reserveren. Een drempelregeling kan derhalve invloed hebben op de bestaande administratieve lasten, zij het slechts in beperkte mate.

Bevindingen per inkomenscategorie

Naast de algemene bevindingen volgt hieronder een selectie van de specifieke bevindingen die per inkomenscategorie kunnen verschillen. Voor een volledig overzicht van de specifieke bevindingen per inkomenscategorie, verwijs ik naar het onderzoeksrapport.14

Inkomenscategorie 25.000 EUR

Voor de laagste inkomenscategorie hebben de onderzochte drempelregelingen, behoudens een uitzonderingsgeval, vrijwel geen effect op het netto-inkomen van de grenswerker die hybride werkt. Dit komt doordat de belastingheffing in zowel Nederland als onze buurlanden (vrijwel) nihil is als gevolg van het toepassen van een heffingskorting of een belastingvrije som. Het toepasselijke socialezekerheidsstelsel kan wel gevolgen hebben voor het netto-inkomen als hybride wordt gewerkt in het woonland. De berekeningen laten zien dat in deze inkomenscategorie het in de meeste gevallen voordelig is om onderworpen te zijn aan de Nederlandse socialezekerheidswetgeving en heeft een hoger (in sommige gevallen 15%) netto-inkomen tot gevolg.

Inkomenscategorie 50.000 EUR

In deze inkomenscategorie zijn meer effecten van de drempelregelingen te zien. In bijna alle gevallen is een drempelregeling minder gunstig voor het netto-inkomen van de grenswerker die hybride werkt ten opzichte van de situatie dat geen regeling is afgesproken, omdat door toepassing van een drempelregeling het voordeel van een «salary split» wordt weggenomen. Wat opvalt is dat bij wonen in België, een exclusieve woonstaatheffing met toepassing van de Belgische sociale zekerheid in alle scenario’s een positief effect heeft op het netto-inkomen van de grenswerker, oplopend tot een positief verschil van 17,25% van het inkomen. In relatie tot Duitsland hebben drempelregelingen ook in bijna alle gevallen negatief effect op het netto-inkomen. De scenario’s waarin het netto-inkomen wel hoger uitvalt, is met name het gevolg van het toepasselijke socialezekerheidsstelsel. Een voorbeeld hiervan is de werknemer die 40% thuiswerkt in Nederland en waarop de Nederlandse sociale zekerheid van toepassing is.15

Inkomenscategorie 100.000 EUR

De hoogste inkomenscategorie kent in de meeste gevallen een grotere impact van drempelregelingen op het netto-inkomen ten opzichte van de situatie zonder drempelregeling bij hetzelfde aantal thuiswerkdagen. Ook hier speelt de «salary split» een belangrijke rol. Het aantal thuiswerkdagen en het wel of niet toepassen van de kaderovereenkomst sociale zekerheid voor grensoverschrijdend telewerk heeft daarnaast grote invloed op het netto-inkomen. Dit wordt duidelijk in de volgende scenario’s waarin een werknemer woont in Duitsland en werkt in Nederland en geen thuiswerkregeling van toepassing is. Als er niet wordt thuisgewerkt dan bedraagt het netto-inkomen € 61.587. Op het moment dat deze werknemer 40% gaat thuiswerken en de kaderovereenkomst toepast, dan bedraagt het netto-inkomen € 72.377. In de combinatie België-Nederland wordt het netto-inkomen met een drempelregeling in nagenoeg alle gevallen negatief beïnvloed als een drempelregeling zou bestaan.16 In de combinatie Duitsland-Nederland heeft een mogelijke drempelregeling ook in de meeste gevallen een negatief effect op het netto-inkomen. In een aantal gevallen is een positieve impact zichtbaar. Bijvoorbeeld in de situatie van de gehuwde in Nederland wonende werknemer die in Duitsland werkt (oplopend tot 12,38% als ervoor wordt gekozen om de kaderovereenkomst niet toe te passen).17 Dit is deels te verklaren door het Duitse belastingsysteem waarbij het inkomen volledig over partners wordt verdeeld. In alle andere onderzochte gevallen in de combinatie Duitsland-Nederland heeft een mogelijke drempelregeling een neutraal of ongunstiger effect op het netto-inkomen ten opzichte van de situatie zonder drempelregeling.18

2. Appreciatie

Het kabinet heeft met belangstelling kennisgenomen van de resultaten uit dit onderzoek. Het onderzoeksrapport biedt een uitgebreid en bruikbaar overzicht van diverse doorgerekende scenario’s in het kader van de drempelregelingen. Of het netto-inkomen hoger of lager uitvalt is sterk afhankelijk van onder meer het aantal (thuis)werkdagen in het woonland, het al dan niet opteren voor toepassing van de kaderovereenkomst voor sociale zekerheid en de inkomenscategorie. Het uit dit rapport ontstane beeld is dat thuiswerkregelingen vaak niet gunstig uitpakken voor het netto-inkomen van grenswerkers die hybride werken. Dat wil niet zeggen dat een drempelregeling enkel nadelig is voor de grenswerker. Uit het onderzoek blijkt dat, behoudens het netto-inkomen, ook een afweging ten aanzien van de administratieve lasten per geval moet worden beoordeeld bij zowel de werknemer als werkgever. Een drempelregeling gaat daarbij gepaard met zekerheid voor de grenswerker die niet, in afwachting van belastingaanslagen in meerdere landen, hoeft te wachten op vaststelling van het definitieve netto-inkomen. Concluderend is een positief of negatief netto-inkomen, samen met de hoeveelheid administratieve lasten voor de werknemer en werkgever, sterk afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de grenswerker.

Voor Nederland ligt de focus op korte termijn op een drempelregeling met een beperkte dagendrempel.19 Dit heeft allereerst met haalbaarheid te maken. Duitsland staat op dit moment bijvoorbeeld niet open voor een verdergaande regeling. Zoals aangegeven in mijn brief kunnen we daardoor op korte termijn niet tot een regeling komen waarmee in lijn met de wens van het kabinet aangesloten wordt bij de sociale zekerheid. Ik kan discoördinatie tussen de fiscaliteit en sociale zekerheid daardoor niet geheel voorkomen.

Het onderzoek geeft ons echter een belangrijk inzicht in andere aspecten dan discoördinatie die kunnen meewegen in de wenselijkheid van mogelijke regelingen voor grenswerkers. Zo blijkt uit het onderzoek dat afhankelijk van de specifieke omstandigheden een drempelregeling met beperkte dagendrempel voordelig kan zijn voor het netto-inkomen van de hybride werkende grenswerker ondanks dat de discoördinatie niet geheel wordt weggenomen. Een beperkte dagendrempel helpt grenswerkers die incidenteel hybride werken wel altijd in het verminderen van administratieve lasten en verschaft daarnaast zekerheid over onder meer het definitieve netto-inkomen van de grenswerker (psychologisch aspect). Aan de andere kant heeft een dergelijke drempelregeling voor grenswerkers die structureel thuiswerken geen impact. Een eventuele gunstige «salary split» blijft dan van toepassing. In die situaties is overigens het netto-inkomen van een grenswerker die structureel thuiswerkt vaak hoger dan het netto-inkomen een werknemer die geen grenswerker is (ongeacht de hoeveelheid thuiswerken).

Op korte termijn, bijvoorbeeld met Duitsland, is een drempelregeling met een beperkte dagendrempel daarom een stap in de goede richting. Op lange termijn, bijvoorbeeld in multilateraal verband, kunnen de berekeningen in dit onderzoek dienen voor verdere discussies over mogelijke oplossingsrichtingen. Daarbij kunnen relevante factoren, zoals administratieve verplichtingen, inkomenseffecten en gelijkheid op de werkvloer, mede dankzij dit onderzoek beter worden meegenomen.

Zoals toegelicht in mijn brief d.d. 16 februari jl. span ik mij er ook zeer voor in om op Europees en internationaal niveau verdergaande regelingen af te spreken. Om in bilateraal en OESO/EU-verband stappen te zetten bij het aanpakken van de fiscale problematiek met betrekking tot grenswerkers, heb ik meerdere malen gesproken met de Belgische Minister van Financiën. Ook heb ik dit als prioriteit aangekaart bij de Duitse Staatssecretaris van Financiën tijdens mijn bezoek aan Berlijn in juni 2023. Bovendien heb ik over dit onderwerp gesproken met de Minister van Financiën van Noordrijn-Westfalen. Na deze gesprekken is eind 2023 mede op initiatief van Nederland een informele taskforce gestart met een aantal andere EU-lidstaten. Deze taskforce wordt nu verbreed en voortgezet door het Belgische voorzitterschap. In de drie vergaderingen die zijn geagendeerd in de eerste helft van 2024, zullen de mogelijke oplossingsrichtingen verder uitgewerkt worden. Deze oplossingsrichtingen kunnen vervolgens dienen als input voor de Europese Commissie of de OESO. In OESO-verband verwacht ik dat toekomstige discussies primair over het vraagstuk van een mogelijke vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer zullen gaan. Hoewel dat vooral gevolgen heeft voor de werkgever, kunnen deze berekeningen extra dimensie geven aan die discussie.

3. Budgettaire effecten

De gevolgen van een thuiswerkregeling voor de Nederlandse belastingopbrengsten zijn op dit moment nog niet te kwantificeren. In het algemeen kan wel worden gesteld dat een drempelregeling gunstig uitpakt voor het land van de werkgever van de grenswerkers, omdat onder zo’n regeling de belastingheffing bij het land van de werkgever blijft. Aangezien er meer mensen vanuit Duitsland en België in Nederland werken dan omgekeerd,20 is het aannemelijk dat een thuiswerkregeling eerder tot een opbrengststijging dan een opbrengstdaling voor Nederland zal leiden. Het tegenovergestelde kan worden geconcludeerd op het moment dat een volledige woonstaatheffing zou worden afgesproken. Immers, onder deze regeling blijft de belastingheffing volledig bij het woonland. Uiteindelijk hangt het precieze effect af van de maatvoering van de regeling en de mate waarin nu al thuisgewerkt wordt. Omgekeerde budgettaire effecten kunnen optreden bij de verdragspartner. Dit kan onderdeel uitmaken van de onderhandelingen.

4. Tot slot

Hybride werken heeft gevolgen voor zowel de werknemer als werkgever. Aangezien er verschillende oplossingsrichtingen bestaan om de fiscale grenswerkersproblematiek weg te nemen, heb ik via dit onderzoek geprobeerd om de (inkomens)effecten van mogelijke thuiswerkregelingen inzichtelijk te maken. In de meeste gevallen zijn drempelregelingen, kijkend naar enkel het netto-inkomen, minder gunstig voor de werknemer die hybride werkt ten opzichte van de huidige situatie. In de huidige situatie is het netto-inkomen van een grenswerker die structureel gedeeltelijk thuiswerkt door de zogenoemde «salary split» vaak hoger dan het netto-inkomen van een werknemer die in hetzelfde land woont en werkt. Daarbij merk ik op dat er voor de werknemer veelal een afweging bestaat tussen enerzijds het netto-inkomen en anderzijds de totale last aan administratieve verplichtingen die zich niet eenduidig laat kwantificeren. Een drempelregeling met een lagere dagendrempel biedt derhalve een oplossing en is een stap in de goede richting. Ook de budgettaire effecten van zo’n regeling zullen waarschijnlijk positief uitvallen voor Nederland. Ik zal de inzichten uit dit onderzoek verder gebruiken in de bilaterale discussies met onze buurlanden. Daarnaast zal ik deze inzichten inzetten en wegen tijdens toekomstige multilaterale discussies over dit onderwerp op de lange termijn.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Uw Kamer is hierover geïnformeerd in de brief d.d. 11 december 2023 «Ontwikkelingen grenswerkersproblematiek».

X Noot
2

Kamerstukken I 2023–2024, T03763.

X Noot
3

Framework Agreement on the application of Article 16 (1) of Regulation (EC) No. 883/2004 in cases of habitual cross-border telework.

X Noot
4

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 9–10.

X Noot
5

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 12–13.

X Noot
6

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 74–75.

X Noot
7

Nederland, België en Duitsland kennen progressieve belastingtarieven. Dit betekent dat een hoger belastbaar inkomen tegen een hoger tarief wordt belast. Door de belastingheffing te verdelen wordt in beide landen gebruikgemaakt van lagere belastingschijven. Dit effect wordt enigszins getemperd door de manier waarop voorkoming van dubbele belasting wordt verleend door het woonland van de werknemer.

X Noot
8

Voor zover er geen verandering in het toepasselijke socialezekerheidsstelsel plaatsvindt.

X Noot
9

Brief d.d. 6 juni 2023 «Nieuwe ontwikkelingen voor thuiswerkende grensarbeiders».

X Noot
10

Bijvoorbeeld bij de vergelijking tussen de scenario’s 40% thuiswerken met al dan geen toepassing van de kaderovereenkomst sociale zekerheid.

X Noot
11

Besluit van 24 maart 2014, DGB 2014/144M.

X Noot
12

Vastgesteld op basis van de Europese Verordening 883/2004 inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels.

X Noot
13

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 100–106.

X Noot
14

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 17–72.

X Noot
15

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 53–56.

X Noot
16

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 35–38.

X Noot
17

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 63.

X Noot
18

Onderzoeksrapport «Thuiswerkregelingen voor grensarbeiders», p. 64–69.

X Noot
19

Brief d.d. 16 februari 2024 «Beantwoording vragen CDA en OPNL over brief fiscale ontwikkelingen rondom grenswerkers (35 714, I)».

X Noot
20

Inwoners van Nederland werkend in Duitsland: 14.000; inwoners van Nederland werkend in België: 13.000; inwoners van Duitsland werkend in Nederland 43.000; inwoners van België werkend in Nederland 43.000. Bron: Annual Report on Intra-EU Mobility (2022), tabel 56 op p. 175.

Naar boven