35 663 Staat van de Europese Unie 2021

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2021

Langs deze weg informeer ik uw Kamer over de conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring over de Conferentie over de Toekomst van Europa die op 1 maart jl. is gedeeld in Coreper.1 De Gezamenlijke Verklaring tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie stelt het mandaat, de inhoud en vorm van de Conferentie op hoofdlijnen vast. De drie instellingen dienen de conceptversie nog goed te keuren. Tijdens Coreper aanstaande woensdag 3 maart zal worden gevraagd in te stemmen met het openen van de schriftelijke procedure voor besluitvorming door de Raad. Voor zowel het overgaan tot de schriftelijke procedure als voor uiteindelijke aanname van de Gezamenlijke Verklaring door de Raad is consensus nodig.

Op 8 februari jl. werd uw Kamer geïnformeerd over de wijziging van het Raadsmandaat die noodzakelijk was om de impasse in de onderhandelingen over de Gezamenlijke Verklaring te doorbreken.2 Dit heeft geleid tot de conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring die op 1 maart jl. aan Coreper is gepresenteerd door het Portugese Voorzitterschap van de Raad. De inschatting van het Voorzitterschap is dat deze conceptversie het best haalbare compromis is dat tot overeenstemming tussen de drie instellingen kan leiden. In deze conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring staat nu, overeenkomstig het gewijzigde Raadsmandaat, dat de Conferentie zal worden voorgezeten door een triovoorzitterschap met een vertegenwoordiging bestaande uit de voorzitters van de Raad (het roulerend voorzitterschap, naar verwachting het staatshoofd of de regeringsleider), het Europees Parlement en de Europese Commissie. Verder wordt een Executive Board ingesteld bestaande uit drie vertegenwoordigers per instelling en maximaal vier personen per instelling met waarnemersstatus. Namens de Raad zal de vertegenwoordiging in de Executive Board bestaan uit vertegenwoordigers op politiek niveau van het huidige voorzitterschap (Minister of Staatssecretaris) en de twee inkomende voorzitterschappen, en de daarop vier volgende voorzitterschappen als waarnemer. De nationale parlementen zullen middels een waarnemersrol voor de trojka van de COSAC vertegenwoordigd zijn in de Executive Board. De Executive Board zal worden ondersteund door een gezamenlijk secretariaat van de Raad, het Europees Parlement en de Commissie.

In de conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring is ook een Plenaire Conferentie voorzien. Deze zal minstens eens in de 6 maanden bijeenkomen en heeft de taak de aanbevelingen van de nationale en Europese burgerconsultaties te bediscussiëren. Naast vertegenwoordigers van de instellingen zullen hier ook vertegenwoordigers van de nationale parlementen op gelijke voet deelnemen. Daarnaast zullen ook burgers, het Comité van de Regio’s, het Economisch en Sociaal Comité, sociale partners en maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd zijn. De Executive Board zal de conclusies van de Plenaire Conferentie compileren en publiceren.

Het kabinet is voornemens in te stemmen met de conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring. Bovenstaande en de overige aspecten over het mandaat, de inhoud en vorm van de Conferentie in de conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring komen grotendeels overeen met de uitgangspunten in het Raadsmandaat. Het kabinet verwelkomt het gegeven dat burgers op basis van consultaties betrokken worden bij de Conferentie. De Conferentie is gebaseerd op inclusiviteit, openheid en transparantie. De focus zal liggen op de onderwerpen die voortkomen uit de Strategische Agenda, op die wijze kan naar concrete resultaten worden toegewerkt. In de conceptversie van de Gezamenlijke Verklaring wordt verder de mogelijkheid genoemd om tijdens de Conferentie te spreken over vraagstukken rond het vermogen van de Europese Unie om beleidsprioriteiten te verwezenlijken, zoals betere regelgeving, subsidiariteit en proportionaliteit, implementatie en handhaving en transparantie. Deze onderwerpen komen overeen met de Nederlandse governance agenda.

Het eindresultaat van de Conferentie zal worden gepresenteerd in een verslag aan het triovoorzitterschap. De drie instellingen zullen vervolgens binnen hun eigen bevoegdheden en overeenkomstig de Verdragen bekijken hoe zij op doeltreffende wijze hieraan gevolg kunnen geven. Verder dient de reikwijdte van de Conferentie onderwerpen te weerspiegelen waarop de Europese Unie bevoegd is op te treden of waarop een optreden van de Europese Unie de Europese burgers ten goede zou zijn gekomen. Het huidige Uniekader biedt volgens het kabinet voldoende mogelijkheden om de uitdagingen binnen Europa het hoofd te bieden. Het kabinet is dan ook van mening dat de Conferentie geen opmaat dient te zijn naar een verdragswijziging en zal zich daar gedurende de Conferentie voor blijven inzetten.

Indien de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie instemmen met de voorgestelde tekst voor de Gezamenlijke Verklaring, zal deze op korte termijn worden ondertekend door de instellingen. Zoals toegezegd in het algemeen overleg voor de Raad Algemene Zaken van 28 januari jl. doet het kabinet hierbij een voorstel om afspraken te maken over de wijze waarop het parlement gedurende de Conferentie informatie wordt verschaft. Gelet op de nu voorgestelde opzet van de Conferentie stelt het kabinet voor hierbij zo goed mogelijk aan te sluiten bij de bestaande afspraken over EU informatievoorziening.3 Dit betekent in ieder geval dat het kabinet het parlement op de gebruikelijke manier zal informeren middels geannoteerde agenda’s, de voorbereidende Algemene Overleggen en de verslagen van de Raad. Daarnaast zal het kabinet voorafgaand aan elke Plenaire Conferentie een brief met de kabinetsinzet sturen. Indien er tussen deze bijeenkomsten door significante ontwikkelingen zijn waarover uw Kamer nog niet is geïnformeerd zal het kabinet u eveneens per brief informeren. Indien de modaliteiten van de Conferentie nog substantieel zouden wijzigen zal het kabinet met een aanvullend voorstel voor deze informatie-afspraken komen. Deze informatie-afspraken zijn vanzelfsprekend complementair aan de eigen deelname van het Nederlandse parlement, direct of via de COSAC, aan bijeenkomsten in het kader van de Conferentie. Ook zal het kabinet u op een later moment informeren over de wijze waarop in Nederland burgerconsultaties zullen plaatsvinden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Te raadplegen via Delegates Portal: ST 6567/21

X Noot
2

Kamerstuk 35 663, nr. 2

X Noot
3

Zie Kamerstuk 22 112, nr. 2898

Naar boven