Tweede Kamer der Staten-Generaal

35 650 VII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Ontvangen 30 november 2020

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2020‒2021

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H.Ollongren

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2020. De tweede suppletoire begroting is opgebouwd vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 inclusief de twee nota’s van wijziging. In de stand eerste suppletoire begroting zijn de eerste, tweede en derde incidentele suppletoire begrotingen (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1; Kamerstukken II 2019/20, 35521, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1) verwerkt.

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV

Artikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in €)

Technische mutaties (ondergrens in €)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4 mln.

10. Groningen versterken en perspectief

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4. mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerde budget‐flexibiliteit (juridisch verplicht) is de stand per 11 november 2020.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2020

Vastgestelde begroting 2020

 

6.195.972

Stand 1e suppletoire begroting 20201

 

6.757.607

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
   

1) Afdracht Nationale Hypotheek Garantie (NHG)

3

33.860

2) Doorbouwplan Scholen

4

‒ 40.000

3) Subsidieregeling energiebesparing eigen huis

4

‒ 42.000

4) Omgevingswet

5

4.167

5) Bijdrage voor BRP

6

10.618

6) Definitieve afrekening 2019 RVB

9

5.928

7) Versterkingsoperatie Groningen

10 en 11

356.000

8) Nationaal Programma Groningen

10

‒ 59.800

9) Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma

10

‒ 27.168

10) Overige mutaties

 

‒ 9.724

   

Stand 2e suppletoire begroting 2020

 

6.989.488

X Noot
1

In deze cijfers zijn ook de mutaties uit eerste, tweede en derde incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1, Kamerstukken II 2019/20, 35521 nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1) verwerkt.

Toelichting

1) Afdracht Nationale Hypotheek Garantie (NHG)

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2019 bedraagt afgerond € 33,9 mln.

2) Doorbouwplan Scholen

In 2020 zijn er middelen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van het binnenklimaat van schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs. Op 1 oktober 2020 kwam het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie op Scholen met de eindrapportage waarin de ventilatiesituatie op scholen in beeld is gebracht. Het kabinet heeft naar aanleiding van dit rapport € 60 mln. extra beschikbaar gesteld in 2021 om deze problematiek aan te pakken. De reeds beschikbaar gestelde € 40 mln. schuift ook door naar 2021. In totaal komt er via de regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen (SUVIS) van het Ministerie van BZK in 2021 € 100 mln. beschikbaar voor de verbetering van het binnenklimaat in schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs.

3) Subsidieregeling energiebesparing eigen huis

Een deel van de Urgenda middelen voor de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) zal dit jaar niet meer tot betaling komen. De bijbehorende middelen worden nu afgeboekt en bij 1e suppletoire begroting 2021 worden de middelen weer toegevoegd aan de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De middelen worden daarmee in lijn gebracht met de uitputtingsprognose.

4) Omgevingswet

In 2019 is vertraging opgelopen waardoor een deel van de ontwikkel- en beheerkosten voor de omgevingswet in 2020 zijn gemaakt door Rijkswaterstaat (RWS). De afrekening 2019 met RWS wordt ingezet ter dekking van deze vertraagde kosten.

5) Bijdrage voor BRP

Verschillende departementen en de VNG dragen totaal circa € 10,6 mln. bij aan de budgetfinanciering van de Basisregistratie Personen (BRP).

6) Definitieve afrekening 2019 RVB

Op artikel 9 wordt deels met een voorschotsystematiek gewerkt, waarbij volgens wet- en regelgeving nabetalingen en terugbetalingen via de begroting moeten lopen. De ontvangsten uit de definitieve afrekening 2019 worden ingezet voor nabetaling Rijkshuisvesting (€ 0,5 mln.), bijdrage moederdepartement (€ 0,2 mln.) en onderhoud- en beheerkosten (€ 1,5 mln.). Tot slot wordt het gebruikt ter dekking van tegenvallers op het Rijkshuisvestingsbudget (€ 0,7 mln.) en het budget voor de Hoge Colleges van Staat (€ 3 mln.).

7) Versterkingsoperatie Groningen

Dit betreft de uitgaven die tot en met het derde kwartaal 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen en de raming voor de kosten die in het vierde kwartaal 2020 gemaakt worden. Het gaat hier om zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Het betreft ook de BTW-component van de uitgaven die tot en met het derde kwartaal 2020 gemaakt zijn en de raming voor de BTW-component van de kosten die in het vierde kwartaal 2020 gemaakt worden. Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, nr. 493) is de BTW-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

8) Nationaal Programma Groningen

De uitvoering van het Nationaal programma Groningen (NPG) heeft onder andere door de coronacrisis vertraging opgelopen. Het betreft de projecten ‘Toukomst’ (door en voor de Groningers zelf) en de programmaplannen van de gemeenten en de provincie. De projecten en programmaplannen zijn reeds ingediend. De toekenning zal begin 2021 plaatsvinden. Van het NPG-budget zal € 59,8 mln. in 2020 niet meer tot betaling komen. In 2021 worden de middelen uit het NPG-budget opnieuw beschikbaar gesteld.

9) Energiebesparing woningen bouwkunding versterkingsprogramma

Middels de subsidieregeling ‘energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld’ kan per woning € 7.000 subsidie aangevraagd worden om een woning, die versterkt wordt, gelijktijdig te verduurzamen. De versterkingsoperatie heeft nog niet geleid tot grote aantallen versterkte woningen, waardoor er tot nu toe beperkt gebruik is gemaakt van de subsidieregeling. In 2020 zal circa € 27,2 mln. niet tot besteding komen. Nu de versterkingsoperatie op stoom komt en het aantal gerealiseerde versterkingen gaat toenemen, zal het beroep op de subsidie in 2021 toenemen. De middelen voor de subsidie komen in 2021 weer beschikbaar op de begroting van BZK.

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2020 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2020

Vastgestelde begroting 2020

 

729.449

Stand 1e suppletoire begroting 20201

 

724.339

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Achtervangvergoeding Nationale Hypotheekgarantie

3

33.860

2) Omgevingswet

5

4.167

3) Bijdrage voor BRP

6

3.982

4) Meeropbrengsten benzineveilingen 2020

9

44.263

5) Definieve afrekening 2019 RVB

9

12.378

6) Versterkingsoperatie Groningen

10 en 11

179.000

7) DVA's baten-lastenagentschappen

11

7.000

8) Overige mutaties

 

10.860

   

Stand 2e suppletoire begroting 2020

 

1.019.849

X Noot
1

In deze cijfers zijn ook de mutaties uit eerste, tweede en derde incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1, Kamerstukken II 2019/20, 35521 nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1) verwerkt.

Toelichting

1) Achtervangvergoeding nationale hypotheekgarantie

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2019 bedraagt afgerond € 33,9 mln.

2) Omgevingswet

In 2019 is vertraging opgelopen waardoor een deel van de ontwikkel- en beheerkosten voor de omgevingswet in 2020 zijn gemaakt door RWS. De afrekening 2019 met RWS wordt ingezet ter dekking van deze vertraagde kosten.

3) Bijdrage voor BRP

Het Ministerie van BZK ontvangt circa € 4 mln. van de VNG voor de budgetfinanciering van de Basisregistratie Personen (BRP).

4) Meeropbrengsten benzineveilingen 2020

Recent zijn een aantal locaties van benzinestations langs Rijkswegen geveild. Deze hebben meer opgebracht dan geraamd.

5) Definitieve afrekening 2019 RVB

Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2019 aan het Rijksvastgoedbedrijf, waaronder ook generale meerontvangsten voor benzineveilingen en bodemmaterialen.

6) Versterkingsoperatie Groningen

Dit betreft de ontvangsten voor uitgaven die in rekening zijn gebracht bij de NAM. Het gaat om uitgaven die tot en met het derde kwartaal van 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het zijn zowel de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). De bijdragen van de NAM voor het eerste en tweede kwartaal zijn reeds ontvangen en de bijdrage van de NAM voor het derde kwartaal wordt voor eind 2020 verwacht.

7) DVA's baten-lastenagentschappen

Dit betreft een bijstelling van de raming op de Dienstverleningsovereenkomsten (DVA's) over de dienstverlening tussen de baten-lastenagentschappen die via het kerndepartement lopen.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1. Openbaar bestuur en democratie (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)1

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

68.387

81.498

‒ 2.669

‒ 2.168

76.661

      

Uitgaven

68.387

80.613

‒ 2.669

‒ 2.168

75.776

Waarvan juridisch verplicht

 

82%

  

86%

      

1.1 Bestuur en regio

10.202

19.427

1.577

725

21.729

Subsidies(regelingen)

4.538

4.638

67

377

5.082

Bestuur en regio

1.124

1.224

67

290

1.581

Oorlogsgravenstichting (OGS)

3.414

3.414

0

87

3.501

Opdrachten

3.969

5.094

‒ 190

‒ 390

4.514

Bestuur en regio

3.969

5.094

‒ 190

‒ 390

4.514

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

1.660

1.660

‒ 300

700

2.060

Diverse bijdragen

1.660

1.660

‒ 300

700

2.060

Bijdrage aan medeoverheden

0

8.000

2.000

0

10.000

Compensatiepakket Zeeland

0

0

2.000

0

2.000

Lokale culturele voorzieningen

0

8.000

0

0

8.000

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

35

35

0

0

35

Bijdragen internationaal

35

35

0

0

35

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

38

38

RVB

0

0

0

38

38

      

1.2 Democratie

58.185

61.186

‒ 4.246

‒ 2.893

54.047

Subsidies(regelingen)

41.152

42.2752

‒ 472

‒ 1.040

40.763

Verbinding inwoner en overheid

2.507

3.1072

2.011

0

5.118

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

3.021

3.021

350

‒ 320

3.051

Weerbaar bestuur

974

974

0

205

1.179

Politieke partijen

27.211

27.734

‒ 3.020

‒ 925

23.789

ProDemos

7.326

7.326

184

0

7.510

Comité 4/5 mei

113

113

3

0

116

Opdrachten

7.568

8.5492

‒ 3.002

‒ 1.110

4.437

Verbinding inwoner en overheid

4.715

6.0432

‒ 2.902

‒ 1.160

1.981

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

1.098

1.084

0

‒ 320

764

Weerbaar bestuur

1.755

1.422

‒ 100

370

1.692

Inkomensoverdrachten

7.781

7.796

‒ 1.400

‒ 150

6.246

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

7.781

7.781

‒ 1.400

‒ 150

6.231

Vergoeding rouwvervoer

0

15

0

0

15

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

400

1.478

500

0

1.978

Diverse bijdragen

400

1.478

500

0

1.978

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

30

30

Diverse bijdragen

0

0

0

30

30

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

68

68

100

0

168

Bijdragen internationaal

68

68

100

0

168

Bijdrage aan agentschappen

400

400

0

25

425

Dienst Publiek en Communicatie

400

400

0

25

425

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

816

620

28

‒ 648

0

Gemeentefonds (H50)

616

616

30

‒ 646

0

Provinciefonds (H51)

200

4

‒ 2

‒ 2

0

      

Ontvangsten

21.965

21.965

2.800

‒ 1.500

23.265

X Noot
1

In deze cijfers zijn ook de mutaties uit eerste en derde incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1) verwerkt.

X Noot
2

Per abuis is per derde incidentele suppletoire begorting (Kamerstukken II, 2019/20, 35553 nr. 2) gecommuniceerd dat er circa € 0,5 mln. gerealloceerd is naar de regeling 'Verbinding inwoner en overheid' onder Subsidies (regelingen), deze middelen zijn echter naar de gelijknamige regeling onder het instrument Opdrachten gerealloceerd. Vandaar dat de hier gecommuniceerde standen afwijken van de derde incidentele suppletoire begroting.

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Schadevergoeding Vlissingen

Als onderdeel van de totale compensatiepakket Vlissingen en Zeeland, keert het Ministerie van BZK namens de Staat der Nederlanden een schadevergoeding van € 2 mln. uit aan de gemeente Vlissingen voor gederfde inkomsten uit onroerende zaakbelasting (OZB). Deze bijdrage wordt gedekt uit het budget voor de subsidies politieke partijen én het budget voor de pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers. De dekking uit deze budgetten is mogelijk omdat deze budgetten dit jaar niet volledig worden uitgeput.

Versterken lokale democratie

Betreft een reallocatie binnen het instrument subsidies voor diverse subsidies ten behoeve van de versterking van de (lokale) democratie, waaronder een subsidie van circa € 2 mln. aan de VNG in het kader van het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie.

Digitaal hulpmiddel uitslagvaststelling

Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de middelen die bij de eerste suppletoire begroting 2020 beschikbaar zijn gesteld voor het digitaal hulpmiddel om de verkiezingsuitslag te berekenen.

Ontvangsten

De Waterschapsverkiezingen worden één keer in de vier jaar georganiseerd door de gemeenten. De kosten die de gemeenten maken worden vergoed door de Waterschappen. Met ingang van 2020 gebeurt dat via een structurele toevoeging aan de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 2,8 mln. per jaar. Dit bedrag wordt overgeheveld vanuit de begroting van BZK. Daar tegenover incasseert BZK jaarlijks eenzelfde bedrag via de Rijksfactuur bij de Waterschappen. Dit te factureren bedrag wordt elke 4 jaar geïndexeerd.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

1.1 Bestuur en regio

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontvangt een bijdrage om gemeenten te ondersteunen bij het uitvoeren van Covid-19 gerelateerde maatregelen in de openbare ruimte. Hiervoor zijn binnen het artikel middelen herschikt om deze op het juiste instrument te verantwoorden.

1.2 Democratie

Subsidies

Politieke partijen

In de follow up van de Werkgroep Sociale Impact Coronacrisis is opdracht gegeven aan het Instituut voor Publieke Waarde (IPW) voor het Nationaal Doorbraakprogramma. De betrokken departementen zullen hiervoor in totaal € 6 mln. bijdragen, waarvan het Ministerie van BZK € 1,2 mln. voor haar rekening neemt.

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder een reallocatie voor de bijdragen aan de gemeente Den Haag voor de kosten in verband met de invoering van een digitaal vervangend briefstembewijs voor kiezers in het buitenland (circa € 0,5 mln.) en de extra kosten voor het tellen van stemmen in verband met de afbouw van stembureaus bij de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland (€ 0,3 mln.). Daarnaast worden middelen binnen het instrument herschikt voor weerbaar bestuur (€ 0,3 mln.).

Bijdragen aan medeoverheden

Diverse bijdragen

De € 30.000 wordt aan de gemeente Den Haag uitgekeerd middels een specifieke uitkering voor de kosten die zij maken met betrekking tot het Europees burgerinitiatief.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds

De gemeente Den Haag is conform de Kieswet verantwoordelijk voor de permanente registratie van Nederlanders die in het buitenland wonen en mogen stemmen. Voor de kosten van de permanente registratie én organisatie van de verkiezingen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement voor de kiezers in het buitenland, ontvangt de gemeente circa € 0,6 mln. in 2020 bovenop de reeds bestaande uitkering uit het Gemeentefonds. Daarnaast worden middelen herschikt om de specifieke uitkering aan de gemeente Den Haag voor de kosten van het Europees burgerinitiatief op het juiste instrument te verantwoorden.

Ontvangsten

Het Rijk en de Unie van Waterschappen (UvW) zijn overeengekomen dat de bijdrage van de Waterschappen in de kosten van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) in 2020 met € 2 mln. neerwaarts wordt bijgesteld. Dat betekent lagere ontvangsten voor BZK. Deze worden voor € 0,5 mln. gedekt uit extra ontvangsten op artikel 1 op de BZK begroting. De resterende € 1,5 mln. wordt opgebracht door het ministerie van Financiën.

3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2. Nationale veiligheid (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

297.861

302.076

14.562

2.341

318.979

      

Uitgaven

297.861

302.076

14.562

2.341

318.979

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

      

2.1 AIVD apparaat

282.116

286.331

14.245

5.341

305.917

2.2 AIVD geheim

15.745

15.745

317

‒ 3.000

13.062

      

Ontvangsten

14.714

14.714

0

‒ 2.200

12.514

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling van 2020 en de IKB-middelen.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

AIVD apparaat

Dit betreft voor het merendeel overboekingen van het Ministerie van Defensie voor onderwerpen waarop wordt samengewerkt, waaronder op het gebied van cyber, UVO en de bedrijfsvoering.

Daarnaast vallen de ontvangsten in het kader van veiligheidsonderzoeken vanwege corona naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Hier staan ook lagere kosten tegenover. Zowel de uitgaven als ontvangstenraming wordt daarom naar beneden bijgesteld.

Ten slotte heeft er een reallocatie van middelen plaatsgevonden van Geheim naar Apparaat.

AIVD geheim

Dit betreft een reallocatie van middelen naar artikel 2.1 AIVD apparaat.

Ontvangsten

De ontvangsten in het kader van veiligheidsonderzoeken vallen vanwege corona naar verwachting lager uit dan eerder geraamd. Hier staan ook lagere kosten tegenover. Zowel de uitgaven als ontvangstenraming wordt daarom naar beneden bijgesteld.

3.3 Artikel 3. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3. Woningmarkt (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)1

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

4.297.396

4.581.831

78.168

‒ 6.861

4.653.138

      

Uitgaven

4.297.396

4.532.349

38.168

‒ 6.876

4.563.641

Waarvan juridisch verplicht

 

100%

  

100%

      

3.1 Woningmarkt

4.297.396

4.212.349

32.868

‒ 2.258

4.242.959

Subsidies(regelingen)

14.374

14.409

‒ 3.519

676

11.566

Woningmarkt

3.641

6.864

‒ 281

676

7.259

Bevordering eigen woningbezit

6.239

5.253

‒ 1.253

0

4.000

Huisvestingsvoorziening statushouders

4.494

2.292

‒ 1.985

0

307

Opdrachten

2.019

2.537

37.109

295

39.941

Woningmarkt

2.019

2.019

2.736

73

4.828

WSW risicovoorziening

0

518

513

222

1.253

NHG risicovoorziening

0

0

33.860

0

33.860

Inkomensoverdrachten

4.269.200

4.179.900

‒ 1.415

‒ 901

4.177.584

Huurtoeslag

4.269.200

4.179.900

‒ 1.415

‒ 901

4.177.584

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

2.857

3.757

‒ 2.533

0

1.224

Woningmarkt

2.857

3.757

‒ 2.533

0

1.224

Bijdrage aan medeoverheden

0

2.800

0

‒ 130

2.670

Woningmarkt

0

2.800

0

‒ 130

2.670

Bijdrage aan agentschappen

7.406

7.406

4.204

‒ 2.198

9.412

Dienst van de Huurcommissie

7.066

7.066

3.071

‒ 2.198

7.939

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

340

340

833

0

1.173

RVO.nl (uitvoeringskosten BEW)

0

0

300

0

300

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

1.540

1.540

‒ 978

0

562

Financien en Nationale Schuld (H9)

1.540

1.540

‒ 978

0

562

      

3.3 Woningbouw

0

320.000

5.300

‒ 4.618

320.682

Opdrachten

0

0

250

0

250

Woningbouwimpuls

0

0

250

0

250

Bijdrage aan medeoverheden

0

320.000

4.800

‒ 4.368

320.432

Woningbouwimpuls

0

320.000

4.800

‒ 4.368

320.432

Bijdrage aan agentschappen

0

0

250

‒ 250

0

Woningbouwimpuls

0

0

250

‒ 250

0

      

Ontvangsten

472.000

416.418

31.491

222

448.131

X Noot
1

In deze cijfers zijn ook de mutaties uit eerste en derde incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35553, nr. 1) verwerkt.

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Afdracht Nationale Hypotheek Garantie (NHG)

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) betaalt jaarlijks een achtervangvergoeding voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) aan het Rijk. De jaarlijkse vergoeding wordt gestort in de daarvoor bestemde risicovoorziening NHG. De afdracht over het boekjaar 2019 bedraagt afgerond € 33,9 mln.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

3.1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

Woningmarkt

Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt. Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2020 een bijdrage worden toegekend in de kosten van de verhuurdersubsidie van respectievelijk maximaal 698.324 USD (€ 0,6 mln.), 216.000 USD (€ 0,2 mln.) en 95.000 USD (€ 0,1 mln.).

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Op grond van de Wet FinBES wordt een bijzondere uitkering verstrekt aan de Caribische openbare lichamen. Deze uitkering bedraagt voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba in 2020 respectievelijk 698.324 USD (€ 0,6 mln.), 216.000 USD (€ 0,2 mln.) en 95.000 USD (€ 0,1 mln.) en wordt toegekend in het kader van de kosten van de verhuurdersubsidie. De uitgaven voor de verhuurdersubsidie BES worden verantwoord op het instrument subsidies.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

De Huurcommissie moet in de tweede helft van 2021 kosten maken als gevolg van de wetswijziging die huurverlaging mogelijk maakt. Circa € 2,2 mln. worden dit jaar niet benut en daarom via de eindejaarsmarge meegenomen naar volgend jaar.

3.3 Woningbouw

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

Gemeenten ontvangen een bijdrage ter ondersteuning van de woningbouw. Hiervoor wordt de BTW-component overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds.

Ontvangsten

Bij de sanering van Vestia is destijds tussen het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting en Vestia afgesproken dat 40% van de kosten die worden gemaakt voor het onderzoek naar de aansprakelijkheid van banken wordt vergoed uit de risicovoorziening voor sanerings- en projectsteun woningcorporaties. Voor de bankkosten in het eerste kwartaal van 2020 heeft Vestia hiervoor een bijdrage van afgerond € 0,2 mln. ontvangen. Deze bijdrage wordt onttrokken aan de risicovoorziening.

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)1

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

344.942

428.233

23.416

‒ 81.357

370.292

      

Uitgaven

540.942

643.932

‒ 36.734

‒ 100.357

506.841

Waarvan juridisch verplicht

 

99%

  

99%

      

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

535.204

636.994

‒ 44.764

‒ 100.207

492.023

Subsidies(regelingen)

352.221

396.164

‒ 25.611

‒ 111.501

259.052

Energietransitie en duurzaamheid

33.421

65.721

2.840

‒ 54.701

13.860

Energiebesparing Koopsector

74.000

85.743

0

‒ 40.000

45.743

Energiebesparing Huursector

139.000

128.900

‒ 28.451

0

100.449

SAH

48.800

48.800

0

‒ 16.800

32.000

Warmtefonds

57.000

67.000

0

0

67.000

Opdrachten

5.602

3.732

‒ 895

0

2.837

Energietransitie en duurzaamheid

5.602

3.732

‒ 895

0

2.837

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

4.300

4.571

139

0

4.710

Energietransitie en duurzaamheid

4.300

4.571

139

0

4.710

Bijdrage aan medeoverheden

0

104.160

‒ 3.000

87.821

188.981

Programma reductie energieverbruik

0

104.160

‒ 3.000

2.190

103.350

Aardgasvrije wijken

0

0

0

77.631

77.631

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

0

0

0

8.000

8.000

Bijdrage aan agentschappen

36.432

41.988

2.945

‒ 8.660

36.273

Dienst Publiek en Communicatie

0

70

0

0

70

Diverse Agentschappen

0

1.500

0

0

1.500

ILT (Handhaving Energielabel)

515

515

17

‒ 500

32

RVO.nl (Energietransitie en Duurzaamheid)

11.709

27.345

5.341

1.940

34.626

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

24.208

12.558

‒ 2.413

‒ 10.100

45

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

136.649

86.379

‒ 18.342

‒ 67.867

170

Gemeentefonds (H50)

112.400

83.486

‒ 20.000

‒ 63.486

0

EGO

24.249

2.893

1.658

‒ 4.381

170

      

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

5.738

6.938

8.030

‒ 150

14.818

Subsidies(regelingen)

3.491

3.491

10.095

‒ 95

13.491

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

3.491

3.491

10.095

‒ 95

13.491

Opdrachten

1.350

1.350

‒ 131

0

1.219

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.350

1.350

‒ 131

0

1.219

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

516

1.716

‒ 1.666

0

50

Toelatingsorganisatie

516

1.716

‒ 1.716

0

0

Overige bijdragen

0

0

50

0

50

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

50

0

50

Diverse bijdragen bouwregelgeving

0

0

50

0

50

Bijdrage aan agentschappen

53

53

2

‒ 55

0

ILT (toezicht EU-bouwregelgeving)

53

53

2

‒ 55

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

328

328

‒ 320

0

8

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

328

328

‒ 320

0

8

      

Ontvangsten

91

91

0

0

91

X Noot
1

In deze cijfers zijn ook de mutaties uit eerste en tweede incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1 en Kamerstukken II 2019/20, 35521 nr. 1) verwerkt.

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Stimuleringsregeling Energieprestatie Huursector (STEP)

Met de corona-uitbraak zijn meerdere verzoeken tot uitstel van 24 maanden binnen gekomen. Aanvragers krijgen zonnepanelen niet op tijd geleverd en het op tijd in een woning opnemen van de energie index gaat moeizaam, omdat huurders nu EnergiePrestatie-Advieseur voor Woningen (EPA-W adviseurs) minder binnen laten. Aanvragers hebben een half jaar uitstel gekregen. Daarom is het budget van circa € 28,5 mln. in een ander kasritme gezet.

Verbetering van de Informatie Voorziening van de EnergieTransitie (VIVET)

Het Ministerie van BZK draagt bij aan het programma Verbetering van de Informatie Voorziening van de EnergieTransitie (VIVET). De bijdrage richt zich met name op de Regionale Energiestrategieën en de Warmtetransitie. Daarnaast worden middelen herschikt om de subsidie voor het programma Uptempo! in het kader van de regeling De Renovatieversneller op het juiste instrument te verantwoorden.

BTW-compensatie Regeling Reductie Energieverbruik (RRE)

In het kader van het Urgenda-vonnis wordt € 51 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de Regeling Reductie Energiegebruik (RRE). De uitvoering hiervan loopt via een specifieke uitkering aan gemeenten, zodat zij zelf activiteiten kunnen uitvoeren. Gemeenten kunnen er ook voor kiezen om (een deel van) de activiteiten externe partijen in te huren, de BTW die zij hierover afdragen kunnen zij terugvragen. Het BTW compensabele bedrag wordt middels deze mutatie op het juiste instrument verantwoord.

Reductie energieverbruik

Om invulling te geven aan het Urgenda-vonnis voor de reductie van energieverbruik worden de middelen beschikbaar gesteld voor het Midden- en Kleinbedrijf en voor een subsidie aan Natuur en Milieu ten behoeve van het opleidingsprogramma en de bewustwordingscampagne voor monteurs en doe het zelvers voor installatie en onderhoud hybride warmtepompen.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Middelen van circa € 20 mln. worden gebruikt voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed en het financieel stimuleren van het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten. Dit bedrag wordt daarom gerealloceerd naar het juiste instrument.

MOOI-regeling

De middelen voor de MOOI-regeling kunnen pas beschikt worden vanaf 2021 in plaats van 2020 en worden daarom teruggeboekt naar BZK. In 2021 worden de middelen weer overgeheveld naar EZK vanuit de bestaande innovatiemiddelen op artikel 4.1

NPR 9998

Er worden middelen ingezet ten behoeve van de Nederlandse Norm voor de herziening van NPR9998 Nederlandse Praktijkrichtlijn Aardbevingen.

Toelatingsorganisatie in de bouw

Voor het budget van de ZBO Toelatingsorganisatie in de bouw worden middelen gerealloceerd van artikel 4 naar artikel 11.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Energietransitie en duurzaamheid

De regeling Specifieke uitkering ventilatie in scholen (SUVIS) is gericht op de verbetering van het binnenklimaat in schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs in verband met de uitbraak van Covid-19. Dit betreft de oorspronkelijke € 40 mln. voor het doorbouwplan die nu onderdeel uitmaakt van SUVIS. De middelen worden in 2021 ingezet. Daarnaast worden budgetten herschikt voor het ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed en de Regeling Reductie Energieverbruik Woningen (RREW) van het instrument subsidies naar bijdrage aan medeoverheden binnen het artikel.

Energiebesparing Koopsector

Een deel van de Urgenda middelen voor de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) zal dit jaar niet meer tot betaling komen. De bijbehorende middelen worden doorgeschoven naar 2021 en hiermee in lijn gebracht met de uitputtingsprognose.

SAH

Een deel van de middelen voor de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) komt dit jaar niet tot uitputting door vertraging in de aanvragen, onder andere door Covid-19. Deze middelen worden ingezet voor het programma aardgasvrije wijken. Hiervoor wordt gerealloceerd naar het instrument bijdrage aan medeoverheden. In 2021 worden de middelen vanuit het budget Programma Aardgasvrije Wijken weer toegevoegd aan SAH.

Bijdrage aan medeoverheden

Aardgasvrije wijken

De totale tweede tranche proeftuinen van het meerjarig Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) bedraagt € 98,7 mln. Voor dit bedrag wordt ook de verplichtingen aangegaan. Aan de onderstaande gemeenten wordt dit jaar beschikbaar gesteld het beschikbare budget van € 79,8 mln. Het restant aan € 18,9 mln. wordt in 2021 uitgekeerd.

Hiervoor wordt binnen het artikel herschikt vanuit het instrument bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken om dit op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast worden de middelen SAH voor het PAW ingezet. Deze middelen worden eveneens herschikt om op het juiste instrument verantwoord te worden. De verplichtingen worden opgehoogd met € 19 mln.

Tabel 8 Specifieke uitkering proeftuinen aardgasvrije wijken (bedragen in €)

Gemeente naam

Maximale uitkering

Gemeente Amsterdam

7.740.462

Gemeente Apeldoorn

7.301.302

Gemeente Arnhem

6.077.672

Gemeente De Wolden

2.398.400

Gemeente Deventer

4.871.831

Gemeente Doesburg

4.020.607

Gemeente Goeree-Overflakkee

5.600.000

Gemeente Groningen

4.000.000

Gemeente Hilversum

4.574.041

Gemeente Hoogeveen

4.375.749

Gemeente Lingewaard

4.154.495

Gemeente Nijmegen

4.735.000

Gemeente Opsterland

4.291.196

Gemeente Pijnacker-Nootdorp

7.587.716

Gemeente Roermond

4.969.000

Gemeente Rotterdam

4.927.278

Gemeente 's-Hertogenbosch

5.411.000

Gemeente Venlo

7.607.237

Gemeente Zwolle

4.041.000

De Algemene Rekenkamer heeft erop gewezen dat van belang is een zekere sturing te geven op toegekende budgetten. Voor de tweede tranche proeftuinen wordt daarom gekozen voor een specifieke uitkering. Tegelijkertijd vindt het kabinet nog steeds van groot belang dat partijen ervaring op doen met experimenten. Daarom is gekozen voor een specifieke uitkering met ruime beleids- en bestedingsvrijheid. De eenmalige uitkering wordt verstrekt voor de in de aanvraag genoemde activiteiten die tot doel hebben om via een wijkgerichte aanpak bestaande woningen en andere gebouwen aardgasvrij of aardgasvrij-ready te maken met het oog op leren hoe de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Onder aardgasvrij-ready wordt in dit verband verstaan de situatie waarin de gebouwen gereed zijn om van het aardgas af te gaan maar definitieve aansluiting van de wijk op de duurzame warmtebron plaatsvindt na 2028. Een wijk is een aaneengesloten geografisch gebied waarbinnen alle gebouwen deel uitmaken van de aanpak. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft besloten over de selectie van aanvragen van gemeenten die een specifieke uitkering ontvangen op basis van het advies van de Adviescommissie van het Programma Aardgasvrije Wijken. Deze adviescommissie heeft een weging gemaakt op basis van kwaliteit en spreiding over de portefeuille. De namen van de organisaties en hoogleraren die deel uitmaken van de Adviescommissie staan op www.aardgasvrijewijken.nl.

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

Voor het ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed wordt via een specifieke uitkering budget verstrekt aan provincies. Om dit op het juiste instrument te verantwoorden worden binnen het artikel middelen gerealloceerd vanuit het instrument subsidies.

Bijdrage aan agentschappen

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

Voor de jaaropdracht van RVO wordt herschikt binnen het instrument.

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

Een deel van de middelen voor de subsidie hybride opties en de SEEH zullen dit jaar niet meer tot betaling komen en wordt met een kasschuif in lijn gebracht met de uitputtingsprognose. Daarnaast wordt het budget voor de Renovatieversneller dit jaar niet uitgeput. Deze middelen worden meegenomen naar 2020 via de eindejaarsmarge. Tot slot worden middelen gerealloceerd voor de uitvoeringskosten jaaropdracht RVO binnen het instrument.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (H50)

Voor de tweede tranche van het PAW wordt gerealloceerd naar het instrument bijdrage aan medeoverheden.

EGO

Dit betreft verschillende mutaties, waaronder een bijdrage van het Ministerie van BZK aan programmalijn twee van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) voor de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), het versnellen van de duurzaamheidsaanpak van het Rijksvastgoedbedrijf en het innovatieproject van TNO in het kader van Kennis- en Innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed.

3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

122.524

112.138

‒ 3.613

12.087

120.612

      

Uitgaven

124.755

114.369

‒ 3.613

12.087

122.843

Waarvan juridisch verplicht

 

80%

  

82%

      

5.1 Ruimtelijke ordening

65.788

66.124

‒ 3.381

‒ 2.565

60.178

Subsidies(regelingen)

1.613

2.363

69

‒ 488

1.944

Basisregistraties

380

830

50

‒ 70

810

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.233

1.233

0

‒ 418

815

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

0

300

‒ 20

0

280

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

0

0

39

0

39

Opdrachten

7.724

7.799

145

‒ 667

7.277

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

1.369

2.369

‒ 31

‒ 416

1.922

Gebiedsontwikkeling

1.461

895

121

92

1.108

Programma Ruimtelijk Ontwerp

2.241

2.182

64

207

2.453

Ruimtegebruik bodem (diversen)

265

265

5

‒ 198

72

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

2.108

1.808

‒ 53

‒ 83

1.672

Geo-informatie

0

0

34

16

50

Windenergie op zee

280

280

5

‒ 285

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

37.706

32.779

635

‒ 226

33.188

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

8.443

2.508

‒ 2.508

0

0

Geo-informatie

2.622

3.597

1.366

‒ 448

4.515

Diverse bijdragen

280

313

2.767

‒ 178

2.902

Kadaster (Basisregistraties)

26.361

26.361

‒ 990

400

25.771

Bijdrage aan medeoverheden

9.498

9.300

90

‒ 1.522

7.868

Diversen projecten ruimtelijke kwaliteit

188

6.750

0

‒ 1.550

5.200

Diverse bijdragen

0

0

90

0

90

Gebiedsontwikkeling

0

0

0

28

28

Projecten Nota Ruimte

5.789

0

0

0

0

Gemeenten

3.521

2.550

0

0

2.550

Bijdrage aan agentschappen

9.247

9.373

184

344

9.901

RVB

2.413

2.413

83

587

3.083

RWS (Leefomgeving)

6.384

6.384

45

‒ 218

6.211

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

450

450

0

0

450

RIVM

0

126

56

‒ 25

157

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

4.5101

‒ 4.504

‒ 6

0

Economische Zaken (H13)

0

4.0702

‒ 4.070

0

0

Ministerie van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit (H14)

0

2602

‒ 254

‒ 6

0

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

0

1802

‒ 180

0

0

      

5.2 Omgevingswet

58.967

48.245

‒ 232

14.652

62.665

Subsidies (regelingen)

0

0

0

912

912

Eenvoudig Beter

0

0

0

912

912

Opdrachten

35.206

6.085

‒ 1.600

‒ 1.736

2.749

Eenvoudig Beter

840

1.142

‒ 400

0

742

Aan de Slag

34.366

4.943

‒ 1.200

‒ 1.736

2.007

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

19.553

23.013

1.128

7.523

31.664

Kadaster

19.053

20.522

‒ 69

5.872

26.325

Geonovum

500

1.091

596

1.689

3.376

ICTU

0

700

113

0

813

Aan de Slag

0

700

88

‒ 38

750

Diverse bijdragen

0

0

400

0

400

Bijdrage aan medeoverheden

0

580

‒ 119

‒ 306

155

Aan de Slag

0

580

‒ 274

‒ 306

0

Eenvoudig Beter

0

0

155

0

155

Bijdrage aan agentschappen

4.208

18.567

359

8.259

27.185

Aan de Slag

3.608

14.882

359

8.259

23.500

RWS (Eenvoudig beter)

600

2.355

545

0

2.900

Diverse agentschappen

0

1.330

‒ 545

0

785

      

Ontvangsten

3.824

3.824

4.455

5.350

13.629

X Noot
1

Per abuis is bij eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35 450-VII, nr. 1) niet gecommuniceerd dat er middelen zijn gezet op dit instrument terwijl dit wel gedaan is. Vandaar dat de hier gecommuniceerde standen afwijken van eerste suppletoire begroting.

X Noot
2

Per abuis is bij eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35 450-VII, nr. 1) niet gecommuniceerd dat er middelen zijn gezet op deze regeling terwijl dit wel gedaan is. Vandaar dat de hier gecommuniceerde standen afwijken van eerste suppletoire begroting.

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Kasschuif Omgevingswet

De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de Omgevingswet. Dit vraagt extra tijd, de Kamer is daarover in het voorjaar 2020 geïnformeerd (Kamerstukken II 2019/2020, 33118, nr. 139). Het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben overeenstemming bereikt over een uitstelperiode van één jaar (Kamerstukken II 2019/2020, 33118, nr. 145), wat inhoudt dat de nieuwe ingangsdatum 1 januari 2022 wordt. Een deel van de beschikbare middelen komt niet dit jaar tot uitputting en wordt middels een kaschuif meegenomen naar 2021.

Basisregistratie Ondergrond

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) ontvangt een bijdrage voor TNO. TNO verzorgt het kader van de implementatie van de Wet Basisregistratie Ondergrond (BRO) voor de realisatie van de Landelijke Voorziening inclusief BRO-loket.

Bijdrage IPO voor beheer DSO-LV

Op 18 december 2018 hebben de Unie van Waterschappen (UvW), de Vereninging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Rijk de beheeroverkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet - Landelijke Voorziening (DSO-LV) ondertekend. De overeenkomst regelt onder andere de inhoud en de uitvoering van de beheertaak, de financiering en de samenwerkingsafspraken voor een optimale werking van het DSO-LV. Op grond van de beheerovereenkomst DSO-LV draagt het IPO vanaf 1 januari 2020 jaarlijks circa € 1,6 mln. bij aan de kosten van het basisniveau DSO-LV en het informatiepunt Omgevingswet.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

5.1 Ruimtelijke ordening

Subsidies (regelingen)

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Er wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd naar het juiste instrument voor een onderzoek van het CBS voor het bestand Bodemgebruik 2017 en overige ruimtelijke statistieken 2020.

Opdrachten

Basisregistraties Ondergrond

Over het structurele beheer van de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen/Standaard Officiële Publicaties (LVBB/STOP) moet nog besloten worden. Als tijdelijke oplossing wordt het beheer van de LVBB/STOP binnen de Omgevingswet incidenteel van dekking voorzien, hiervoor wordt € 0,4 mln. naar artikel 5.2 gerealloceerd.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Geo-informatie

Voor de financiering voor het grootgebruik voor diensten via Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) wordt € 0,4 mln. gerealloceerd naar de juiste regeling.

Kadaster (Basisregistraties)

Voor de financiering voor het grootgebruik voor diensten via Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) wordt € 0,4 mln. gerealloceerd naar de juiste regeling.

Bijdrage aan medeoverheden

Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit

Over het structurele beheer van de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen/Standaard Officiële Publicaties (LVBB/STOP) moet nog besloten worden. Als tijdelijke oplossing wordt het beheer van de LVBB/STOP binnen de Omgevingswet incidenteel van dekking voorzien, hiervoor wordt circa € 1,6 mln. naar artikel 5.2 gerealloceerd.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Het College van Rijksadviseurs (Cra) ontvangt een bijdrage van circa € 0,5 mln. voor het werkbudget en de ondersteuning van de Rijksadviseurs. De bijdrage aan het werkbudget is overeengekomen in de Actieagenda Ruimtelijk Ontwerp 2017-2020.

5.2 Omgevingswet

Subsidies (regelingen)

Eenvoudig Beter

Om de afrekening met betrekking tot de stimuleringssubsidie Omgevingswet aan de Unie van Waterschappen (UvW) op het juiste instrument te kunnen verantwoorden, wordt circa € 0,9 mln. gerealloceerd.

Opdrachten

Aan de Slag

De activiteiten voor de diverse ondersteuningswerkzaamheden worden uitgevoerd door koepelpartners zoals Kadaster en Geonovum. Om deze uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden, wordt circa € 1,1 mln. gerealloceerd.

Om de afrekening met betrekking tot de stimuleringssubsidie Omgevingswet aan de UvW op het juiste instrument te kunnen verantwoorden, wordt circa € 0,6 mln. gerealloceerd.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster

Het Kadaster heeft als tactisch beheer organisatie een aantal werkzaamheden met betrekking tot het digitaal stelsel omgevingswet (DSO) overgenomen. Hiervoor werd dit gedaan door extern ingehuurd personeel. Voor de bijdrage aan het Kadaster wordt € 4,5 mln. gerealloceerd vanaf artikel 11 Centraal apparaat.

De activiteiten voor de diverse ondersteuningswerkzaamheden worden uitgevoerd door diverse koepelpartners zoals Kadaster en Geonovum. Om deze uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden, wordt circa € 0,8 mln. gerealloceerd.

Geonovum

Op grond van de beheerovereenkomst Digitaal stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV) gaat het Rijk vanaf 1 januari 2020 jaarlijks € 5 miljoen (excl. Indexering) bijdragen aan de kosten van het basisniveau DSO-LV en het informatiepunt Omgevingswet. In de Stuurgroep Omgevingswet van 26 april 2019 is besloten deze beheerskosten van het DSO-LV te verdelen, in een beperkt aantal categorieën over de beleidsverantwoordelijke departementen. Hiervoor wordt in 2020 door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) circa € 1,2 mln. overgeheveld en door het Ministerie van Defensie circa € 0,2 mln.

De activiteiten voor de diverse ondersteuningswerkzaamheden worden uitgevoerd door koepelpartners zoals Kadaster en Geonovum. Om deze uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden, wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd.

Bijdrage aan agentschappen

Aan de Slag

In 2019 is vertraging opgelopen waardoor een deel van de ontwikkel- en beheerkosten voor de omgevingswet in 2020 zijn gemaakt door Rijkswaterstaat (RWS). De afrekening 2019 met RWS van circa € 4,2 mln. wordt ingezet ter dekking van deze vertraagde kosten.

Over het structurele beheer van de Landelijke Voorziening Bekendmaken en Beschikbaar stellen/Standaard Officiële Publicaties (LVBB/STOP) moet nog besloten worden. Als tijdelijke oplossing wordt het beheer van de LVBB/STOP binnen de Omgevingswet incidenteel van dekking voorzien. Hiervoor wordt een afrekening 2018 en 2019 met RWS (circa € 1 mln.) ingezet en wordt circa € 2 mln. vanuit artikel 5.1 gerealloceerd.

Op grond van de beheerovereenkomst Digitaal Stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV) gaat het Rijk vanaf 1 januari 2020 jaarlijks € 5 mln. (excl. indexering) bijdragen aan de kosten van het basisniveau DSO-LV en het informatiepunt Omgevingswet. In de Stuurgroep Omgevingswet van 26 april 2019 is besloten deze beheerskosten van het DSO-LV te verdelen, in een beperkt aantal categorieën over de beleidsverantwoordelijke departementen. Hiervoor wordt in 2020 door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) circa € 1,1 mln. overgeheveld naar de BZK-begroting.

Ontvangsten

In 2019 is vertraging opgelopen, daardoor zijn een deel van de ontwikkel- en beheerkosten voor de omgevingswet in 2020 zijn gemaakt door RWS. De afrekening 2019 van circa € 4,3 mln. met RWS wordt ingezet ter dekking van deze vertraagde kosten. Daarnaast betreft het een afrekening 2018 en 2019 met RWS (circa € 1 mln.) voor beleidsondersteund advies. Deze wordt ingezet voor de LVBB/STOP.

3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

169.975

181.069

4.534

11.243

196.846

      

Uitgaven

169.975

181.069

4.534

11.243

196.846

Waarvan juridisch verplicht

 

74%

  

74%

      

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

74.280

77.100

2.546

10.075

89.721

Subsidies(regelingen)

205

2.736

263

1.051

4.050

Overheidsdienstverlening

205

2.736

263

1.051

4.050

Opdrachten

18.915

15.230

6

‒ 6.278

8.958

Informatiebeleid

6.687

4.807

‒ 634

‒ 1.810

2.363

Informatiesamenleving

4.920

1.891

‒ 20

‒ 596

1.275

Overheidsdienstverlening

7.308

8.532

660

‒ 3.872

5.320

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

13.738

16.601

1.958

1.894

20.453

CBS

0

775

145

0

920

ICTU

5.659

8.220

100

1.033

9.353

RDW

0

1.339

1.180

0

2.519

Diverse bijdragen

0

1.416

301

‒ 470

1.247

KvK

8.079

4.851

232

1.331

6.414

Bijdrage aan medeoverheden

720

436

‒ 66

0

370

Gemeenten

720

436

‒ 66

0

370

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

326

428

73

827

Digitale dienstverlening

0

326

428

73

827

Bijdrage aan agentschappen

40.652

41.591

‒ 43

13.309

54.857

Agentschap Telecom

1.639

1.510

0

68

1.578

Logius

20.514

21.031

‒ 2.012

4.682

23.701

RvIG

2.000

466

378

5.113

5.957

RVO.nl

8.311

7.105

460

2.041

9.606

UBR

8.188

11.299

0

1.116

12.415

Diverse bijdragen

0

180

1.131

289

1.600

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

50

180

0

26

206

Ministerie van Buitenlandse Zaken (H5)

50

50

0

0

50

Diverse bijdragen

0

130

0

26

156

      

6.5 Identiteitsstelsel

38.735

38.935

934

3.257

43.126

Opdrachten

4.251

2.648

574

‒ 2.466

756

Identiteitsstelsel

4.251

2.648

574

‒ 2.466

756

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

741

0

712

1.453

ICTU

0

541

0

0

541

Diverse bijdragen

0

200

0

712

912

Bijdrage aan medeoverheden

75

220

0

23

243

Gemeenten

75

220

0

23

243

Bijdrage aan agentschappen

34.409

35.326

360

4.988

40.674

RvIG

34.409

35.326

360

4.988

40.674

      

6.6 Investeringspost digitale overheid

56.960

65.034

1.054

‒ 2.089

63.999

Subsidies(regelingen)

3.228

6.246

0

1.980

8.226

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

3.228

6.246

0

1.980

8.226

Opdrachten

28.743

15.393

2.404

‒ 14.840

2.957

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

28.743

15.393

2.404

‒ 14.840

2.957

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

2.800

5.843

‒ 58

2.155

7.940

KvK

0

662

0

0

662

ICTU

250

1.200

0

866

2.066

Diverse bijdragen

2.550

3.981

‒ 3.277

870

1.574

RDW

0

0

3.219

419

3.638

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

2.659

2.659

Gemeenten

0

0

0

2.257

2.257

Provincies

0

0

0

402

402

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

96

96

Diverse bijdragen

0

0

0

96

96

Bijdrage aan agentschappen

21.389

37.552

‒ 1.750

5.817

41.619

RVO.nl

0

2.767

0

‒ 187

2.580

RvIG

2.900

3.099

0

1.433

4.532

Logius

15.250

28.302

‒ 1.750

4.263

30.815

UBR

1.589

1.192

0

0

1.192

Diverse bijdragen

1.650

2.192

‒ 1.783

268

677

AZ-DPC

0

0

1.783

40

1.823

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

800

0

458

44

502

Diverse bijdragen

800

0

458

44

502

      

Ontvangsten

423

1.246

25

8.758

10.029

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Compensatie eHerkenning

Het Ministerie van Financiën en het Ministerie van BZK hebben de afspraak om de compensatieregeling e-Herkenning 50/50 te verdelen. De eerste tranche van deze compensatieregeling wordt door het Ministerie van Financiën overgeboekt.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Subsidies (regelingen)

Overheidsdienstverlening

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) krijgen een subsidie (circa € 0,4 mln.) voor de Uitvoeringstoetsen Wet Digitale Overheid.

Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) Fonds, Stichting Electronic Commerce Platform Nederland (ECP) en Stichting PublicSpaces ontvangen een subsidie (circa € 0,3 mln.) voor datagedreven werken in de projecten Call tegen Corona en de Dutch Blockchain Coalition.

Ten slotte ontvangen RvIG en de VNG een bijdrage (circa € 0,2 mln.) voor de uitvoering van Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA). Binnen ENSIA werken met name gemeenten aan informatieveiligheid.

Opdrachten

Informatiebeleid

Voor apparaatsuitgaven in het kader van onder andere digitale inclusie, regeldruk en innovatie wordt circa € 0,6 mln. gerealloceerd naar artikel 11 Centraal apparaat.

Voor electronische publicaties ontvangt UBR|KOOP een bijdrage van € 0,4 mln. Om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden deze gerealloceerd naar Bijdrage aan agentschappen.

Informatiesamenleving

RVO ontvangt een bijdrage van circa € 0,4 mln. voor Digitale Overheid voor Ondernemers.

Overheidsdienstverlening

Voor het Digitaal Ondernemersplein ontvangt de Kamer van Koophandel (KvK) een bijdrage van circa € 1,1 mln.

ICTU ontvangt een bijdrage van circa € 1,1 mln. voor Gebruiker Centraal, de Direct Duidelijk Brigade en het Bureau Nationale Coördinator Single Digital Gateway (bNC-SDG).

Logius ontvangt een bijdrage van circa € 0,7 mln. voor het beheer van het eID stelsel.

Ten slotte ontvangt PBLQ een bijdrage van circa € 0,4 mln. voor onderzoek en communicatie over transparantie in data en algoritmen, en het Transparantielab. Hiervoor worden middelen op het juiste instrument gezet.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

ICTU ontvangt een bijdrage van circa € 1,4 mln. voor Gebruiker Centraal, de Direkt Duidelijk Brigade, het Bureau Nationale Coördinator Single Digital Gateway (bNC-SDG) en het opdrachtgeverschap van het Single Digital Gateway (SDG).

RVO en de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) ontvangen een bijdrage voor respectievelijk Digitale Overheid voor Ondernemers en het programma Regie op Gegevens. Beide bijdragen bedragen circa € 0,2 mln, deze middelen worden op het juiste instrument gezet.

Diverse bijdragen

PBLQ ontvangt een bijdrage van circa € 0,4 mln. voor onderzoek en communicatie over transparantie in data en algoritmen, en het Transparantielab. Om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden deze gerealloceerd naar opdrachten.

KvK

De KvK ontvangt een bijdrage van circa € 1,3 mln. voor het Digitaal Ondernemersplein.

Bijdrage aan agentschappen

Logius

VNG en BZK hebben afgesproken dat tot en met 2021 de doorbelasting van DigiD en MijnOverheid via een algemene uitkering uit het Gemeentefonds verloopt. Logius heeft de facturen 2020 voor de gemeenten verstuurd. In overleg met de VNG wordt hiervoor circa € 3,1 mln. overgeboekt naar de begroting van BZK. In dit bedrag is ook de eindafrekening 2019 en 2018 opgenomen.

De afspraken uit het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (Bofv) van mei 2018 tussen VNG, IPO en BZK zijn verlengd, zodat de doorbelasting van de niet-transactie gerichte voorzieningen van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) via een uitname uit de algemene uitkering van het Gemeentefonds respectievelijk het Provinciefonds verloopt. Hiervoor wordt circa € 2,5 mln. vanuit het Gemeentefonds en circa € 0,5 mln. vanuit het Provinciefonds aan de begroting van BZK toegevoegd.

De Wet Digitale Overheid (WDO) zou aanvankelijk in 2020 in werking treden. Echter door vertraging in het proces zal deze in 2021 van kracht worden. De ontwikkeling van de eID voorzieningen kan daarom ook pas medio 2021 worden afgerond. De bijbehorende middelen (circa € 2,2 mln.) zijn dan ook deels in 2021 benodigd in plaats van 2020.

RvIG

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) draagt circa € 5 mln. bij aan het Burgerservicenummer (BSN) in de zorg. Deze middelen worden aan de begroting van BZK toegevoegd.

RVO.nl

RVO ontvangt een bijdrage van circa € 2 mln. voor het voorschot 2021 voor Digitale Overheid voor Ondernemers. Hiervoor worden middelen gerealloceerd vanuit opdrachten, bijdrage aan ZBO's / RWT's en binnen het instrument.

De Wet Digitale Overheid (WDO) zou aanvankelijk in 2020 in werking treden. Echter door vertraging in het proces zal deze in 2021 van kracht worden. De ontwikkeling van de eID voorzieningen kan daarom ook pas medio 2021 worden afgerond. De bijbehorende middelen (circa € 0,7 mln.) zijn dan ook deels in 2021 benodigd in plaats van 2020.

UBR

UBR|KOOP ontvangt een bijdrage van circa € 1,1 mln. voor elektronische publicaties. Dit jaar zijn er meer elektronische publicaties geweest in verband met extra aanbestedingen ten behoeve van Corona.

6.5 Identiteitsstelsel

Opdrachten

Identiteitsstelsel

RvIG ontvangt een bijdrage van circa € 1,2 mln. voor het voorschot 2021 voor de uitvoering en transitie van de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit. Om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden worden deze gerealloceerd naar bijdrage aan agentschappen.

Het CBG Centrum voor familiegeschiedenis ontvangt een bijdrage van circa € 0,7 mln. voor de digitalisering van het persoonskaartenarchief dat CBG voor het Ministerie van BZK beheert. Hiervoor worden middelen gerealloceerd naar bijdrage aan ZBO's/RWT's.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Het CBG Centrum voor familiegeschiedenis ontvangt een bijdrage van circa € 0,7 mln. voor de digitalisering van het persoonskaartenarchief dat zij voor BZK beheert. Hiervoor worden middelen gerealloceerd vanaf opdrachten.

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

Het convenant waarin de gemeente Haarlemmermeer, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van BZK afspraken hebben gemaakt over de Gemeentebalie Schiphol is verlengd tot 31 december 2022. Hierin is vastgelegd dat het Ministerie van BZK de helft van het exploitatietekort van de gemeentebalie Schiphol dekt. De gemeente Haarlemmermeer ontvangt hiermee een bijdrage van maximaal € 117.000 ten behoeve van de uitgifte van Nederlandse reisdocumenten en DigiD’s op de Gemeentebalie Schiphol.

Bijdrage aan agentschappen

RvIG

Door verschillende departementen wordt gezamenlijk circa € 6,1 mln. gerealloceerd naar de begroting van BZK ten behoeve van de budgetfinanciering van de Basisregistratie Personen (BRP).

De VNG draagt circa € 4,5 mln. bij aan de BRP, waarvan € 1,7 mln. als naheffing over 2019.

RvIG ontvangt een bijdrage (circa € 2,5 mln.) voor de Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA). De LAA kent een transitie van ICTU naar RvIG. In dat kader wordt de afrekening met ICTU van circa € 1 mln. ingezet voor deze bijdrage aan RvIG. Daarnaast worden hiervoor midelen op het juiste instrument gezet.

Ten slotte zijn er middelen voor de LAA (€ 2,5 mln.) en de Health Check BRP (€ 5,5 mln.) die pas in 2021 tot besteding zullen komen, onder andere door vertraging in de wet- en regelgeving. De bijbehorende middelen zijn dan ook deels in 2021 benodigd in plaats van 2020.

6.6 Investeringspost digitale overheid

Subsidies (regelingen)

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

De VNG ontvangt een subsidie van circa € 1,9 mln. voor de projecten Totaal Driedimensionaal en Datagedreven beleid.

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Er wordt circa € 5,7 mln. gerealloceerd voor bijdragen aan Logius voor de doorontwikkeling van het Federatief Berichten Stelsel, de Platform Services en doorontwikkeling van MijnOverheid.

Het Innovatiebudget Digitale Overheid wordt verstrekt aan de winnaars van de innovatiecompetitie waarvoor alle Nederlandse overheidsorganisaties projecten konden indienen. Hiervoor wordt circa € 3,6 mln. gerealloceerd naar de juiste instrumenten.

De VNG ontvangt een subsidie van circa € 1,9 mln. voor de projecten Totaal Driedimensionaal en Datagedreven beleid. Hiervoor wordt dit budget gerealloceerd naar het juiste instrument.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

Voor ontsluiting en integraal gebruik van basisregistraties ontvangt ICTU een bijdrage van circa € 0,7 mln. Vanwege uitloop worden voor de programma’s Gebruiker Centraal en de Direct Duidelijk Brigade meer kosten gemaakt.

Diverse bijdragen

De Raad voor de Rechtspraak ontvangt een bijdrage van circa € 0,6 mln. voor de doorontwikkeling van machtigingsvoorzieningen.

RDW

Dit betreft een reallocatie ten behoeve van het voorschot 2021 voor De Blauwe Knop en voor Ondersteuning kwetsbare burgers (InformatiePunt Digitale Overheid in bibliotheken).

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

Het Innovatiebudget Digitale Overheid wordt verstrekt aan de winnaars van de innovatiecompetitie waarvoor alle Nederlandse overheidsorganisaties projecten konden indienen. Hiervoor wordt circa € 2,3 mln. gerealloceerd naar het juiste instrument.

Provincies

Het Innovatiebudget Digitale Overheid wordt verstrekt aan de winnaars van de innovatiecompetitie waarvoor alle Nederlandse overheidsorganisaties projecten konden indienen. Verschillende gemeenten en provincies ontvangen een Specifieke uitkering op basis van de hiervoor opgesteld AMvB. Hiervoor wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd naar het juiste instrument.

Bijdrage aan agentschappen

RvIG

RvIG ontvangt een bijdrage van € 1 mln. voor de projecten De Blauwe Knop, eIDAS en het Federatief Berichten Stelsel.

RvIG ontvangt een bijdrage van circa € 0,4 mln. voor de Self Sovereign Identity.

Logius

Logius ontvangt een bijdrage van circa € 6,1 mln. voor de doorontwikkeling van het Federatief Berichten Stelsel, machtigingen en MijnOverheid.

Daarnaast vinden er diverse reallocaties plaats om middelen op het juiste instrument te verantwoorden. Dit betreft onder andere bijdragen voor machtigingen aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet (circa € 0,6 mln.) en de Raad voor de Rechtspraak (circa € 0,5 mln.).

Ontvangsten

Het betreft diverse ontvangsten, waaronder bijdragen van andere departementen ten behoeve van de BRP, bijdragen van de UvW aan de Investeringspost en de afrekening met ICTU voor de LAA.

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

34.343

37.037

2.201

523

39.761

      

Uitgaven

34.343

37.037

2.201

523

39.761

Waarvan juridisch verplicht

 

67%

  

83%

      

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

26.481

29.175

1.965

523

31.663

Subsidies(regelingen)

3.744

3.787

25

27

3.839

Bedrijfsvoeringsbeleid

205

205

0

27

232

Overlegstelsel

2.901

2.824

0

‒ 500

2.324

Diverse subsidies

638

758

0

500

1.258

Kwaliteit management rijksdienst

0

0

25

0

25

Opdrachten

10.845

9.608

‒ 91

‒ 1.667

7.850

Bedrijfsvoeringsbeleid

6.275

5.203

‒ 1.058

‒ 1.541

2.604

Werkgeversbeleid

1.820

1.506

944

‒ 126

2.324

Kwaliteit Management Rijksdienst

2.750

2.750

23

0

2.773

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT voorziening

0

149

0

0

149

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

2.100

2.246

29

316

2.591

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

218

0

216

434

Werkgeversbeleid

2.100

2.028

29

100

2.157

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

100

‒ 100

0

Werkgeversbeleid

0

0

100

‒ 100

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

86

‒ 36

25

75

Werkgeversbeleid

0

86

‒ 36

25

75

Bijdrage aan agentschappen

9.792

13.208

1.938

1.382

16.528

Kwaliteitsverbetering

1.528

1.528

34

0

1.562

Werkgeversbeleid

813

1.936

539

110

2.585

I-functie Rijk

0

180

0

275

455

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

1.045

12

1.805

2.862

UBR (arbeidsmarkt communicatie)

7.451

7.451

524

0

7.975

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT voorziening

0

1.068

829

‒ 808

1.089

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

240

0

540

780

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

240

0

540

780

      

7.2 Pensioenen en uitkeringen

7.862

7.862

236

0

8.098

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

7.862

7.862

236

0

8.098

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

7.862

7.862

236

0

8.098

      

Ontvangsten

450

450

235

1.515

2.200

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Programma versterking HR-ICT

Dit betreft bijdragen van andere departementen aan het programma Versterking HR ICT Rijk (totaal circa € 0,7 mln.). Het programma brengt en houdt ICT-kennis en -kunde binnen de Rijksdienst op peil.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Subsidies (regelingen)

Overlegstelsel

Er wordt binnen het instrument subsidies € 0,5 mln. gerealloceerd van overlegstelsel naar diverse subsidies voor subsidies op het terrein van inclusie, productiviteit- en doelmatigheidsonderzoeken bij de overheid en de subsidie voor de rijksbrede beweging onbeperkte denkers.

Diverse subsidies

Er wordt € 0,5 mln. gerealloceerd van overlegstelsel naar diverse subsidies voor diverse subsidies op het terrein van inclusie, productiviteit- en doelmatigheidsonderzoeken bij de overheid en de subsidie voor de rijksbrede beweging onbeperkte denkers.

Opdrachten

Bedrijfsvoeringbeleid

Het Ministerie van BZK draagt € 1 mln. bij aan de uitbouw van het Nationaal Detectie Netwerk (NDN). Deze middelen worden overgeboekt naar de begroting van Justitie en Veiligheid (JenV).

Daarnaast wordt er € 0,2 mln. gerealloceerd naar artikel 2 Nationale Veiligheid voor de Nationale Cryptostrategie. De Nationale Cryptostrategie heeft als doel vertrouwde en veilige ICT-producten voor de meest gevoelige informatie van de Rijksoverheid te ontwikkelen.

Ten slotte wordt er circa € 0,3 mln. gerealloceerd van opdrachten naar bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO's / RWT's voor opdrachten aan DICTU en ICTU betreffende het Rijks ICT Dashboard.

Bijdrage aan agentschappen

Bedrijfsvoeringsbeleid

De afrekening 2019 met betrekking tot DigiInkoop wordt ingezet voor de doorontwikkeling van DigiInkoop. Het betreft onder andere opdrachten aan UBR, marktconsultatie, werkconferenties en de inhuur van externe expertise. Tegenover de hogere uitgaven staan hogere ontvangsten.

De andere departementen dragen bij aan het programma HRM Inkoop (circa € 1,7 mln.). Met dit programma wordt een doorontwikkeling gerealiseerd van human resource management in het inkoopdomein. Circa € 0,8 mln. wordt gerealloceerd naar bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken voor bijdragen aan de Ministeries van EZK en Financiën, eveneens voor het programma HRM Inkoop.

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

De belastingdienst ontvangt een bijdrage van circa € 0,5 mln. voor de uitbreiding en veiligheid van het rijksbreed videovergadering platform (RVCP). Door een toenemende behoefte van video vergaderen wordt onder andere de inrichting van videoconference in rijkskantoren de komende tijd fors uitgebreid, waardoor ook de capaciteit voor het aansluiten op de RVCP moet worden uitgebreid.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Bedrijfsvoeringsbeleid

Er wordt circa € 0,8 mln. gerealloceerd van bijdrage aan agentschappen om de uitgaven voor het programma HRM Inkoop op het juiste instrument te verantwoorden. Er worden opdrachten verstrekt aan de ministeries van EZK en Financien. Daarnaast wordt een opdracht aan de markt verstrekt voor de doorontwikkeling van HRM in het inkoopdomein.

In het kader van Rijksbreed Strategisch Leveranciersmanagement draagt het Ministerie van BZK circa € 0,2 mln. bij aan een onderzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid naar privacy aspecten bij Google en Amazon.

Ontvangsten

De afrekening 2019 met betrekking tot DigiInkoop wordt, conform ICBR afspraken, ingezet voor de doorontwikkeling van DigiInkoop. Het betreft onder andere opdrachten aan UBR, marktconsultatie, werkconferenties en de inhuur van externe expertise. Tegenover de hogere ontvangsten staan hogere uitgaven.

3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

128.168

121.757

1.978

5.928

129.663

      

Uitgaven

128.168

121.757

1.978

5.928

129.663

Waarvan juridisch verplicht

 

94%

  

94%

      

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

64.606

53.595

840

3.914

58.349

Bijdrage aan agentschappen

64.606

53.595

840

3.914

58.349

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

15.922

15.922

291

0

16.213

RVB (bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

35.724

24.713

675

2.640

28.028

RVB (bijdrage voor huisvesting ministerie van AZ)

3.518

3.518

‒ 667

350

3.201

RVB (bijdrage voor monumenten)

2.870

2.870

0

0

2.870

RVB (bijdrage voor rijkshuisvesting)

6.572

6.572

541

924

8.037

      

9.2 Beheer materiële activa

63.562

68.162

1.138

2.014

71.314

Bijdrage aan agentschappen

63.562

68.162

1.138

2.014

71.314

RVB (onderhoud en beheerkosten)

4.717

9.317

85

870

10.272

RVB (zakelijke lasten)

47.038

47.038

700

0

47.738

RVB

11.807

11.807

353

1.144

13.304

      

Ontvangsten

121.690

113.090

0

56.641

169.731

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

Op artikel 9 wordt met een voorschotsystematiek gewerkt, waarbij volgens wet en regelgeving nabetalingen en terugbetalingen via de begroting moeten lopen. De ontvangsten uit de afrekening worden onder andere ingezet voor het hocostabudget (circa € 3,0 mln.). Hiervan is € 2,8 mln. ingezet voor de programmakosten gerelateerd aan het project renovatie Binnenhof. Dit betreft capaciteit die door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is ingezet voor activiteiten die gegeven hun aard bij het RVB apart gefinancierd worden, aangezien zij geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten.

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

De ontvangsten uit de definitieve afrekening 2019 worden voornamelijk ingezet voor een eenmalige financiering van categoriemanagement vanuit het Rijkshuisvestingsbudget (€ 0,7 mln.)

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB (onderhoud en beheerkosten)

De ontvangsten uit de definitieve afrekening 2019 worden onder andere ingezet voor een nabetaling op de onderhoud- en beheerskosten (€ 1,5 mln.). Verder worden er middelen van RVB (onderhoud en beheerkosten) overgeheveld naar bijdrage moederdepartement omdat het apparaatskosten betreft voor uitvoering van achterstallig onderhoud en asbestsaneringswerkzaamheden ten behoeve van pachtboerderijen.

RVB

Naast inzet van de ontvangsten uit de afrekening 2019 voor een nabetaling moederdepartement worden er middelen van RVB (onderhoud en beheerkosten) overgeheveld naar bijdrage moederdepartement, omdat het apparaatskosten betreft voor uitvoering van achterstallig onderhoud en asbestsaneringswerkzaamheden ten behoeve van pachtboerderijen (€ 0,6 mln.).

Ontvangsten

Recent zijn een aantal locaties van benzinestations langs Rijkswegen geveild. Deze hebben meer opgebracht dan geraamd. Daarnaast omvatten de ontvangsten de definitieve afrekening 2019 van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van BZK (VII).

3.9 Artikel 10. Groningen versterken en perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 10. Groningen versterken en perspectief (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

98.304

177.189

46.249

186.801

410.239

      

Uitgaven

98.704

177.589

46.249

176.460

400.298

Waarvan juridisch verplicht

 

75%

  

75%

      

Groningen versterken en perspectief

98.704

177.589

46.249

176.460

400.298

Subsidies(regelingen)

85.410

10.410

0

‒ 8.708

1.702

Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma

10.410

10.410

0

‒ 10.398

12

Nationaal Programma Groningen

75.000

0

0

0

0

Woonbedrijf

0

0

0

1.534

1.534

Diverse subsidies

0

0

0

156

156

Opdrachten

13.294

40.064

7.515

253.221

300.800

Werk- en onderzoeksbudget

7.214

13.294

‒ 185

‒ 9.345

3.764

Uitvoeringsorganisatie

6.080

0

0

0

0

Versterkingsoperatie

0

26.770

7.700

262.530

297.000

Woonbedrijf

0

0

0

36

36

Inkomensoverdrachten

0

0

0

100

100

Tegemoetkoming aan huurders

0

0

0

100

100

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

302

302

Werk- en onderzoeksbudget

0

0

0

302

302

Bijdrage aan medeoverheden

0

127.115

38.734

‒ 68.744

97.105

Nationaal Programma Groningen

0

117.115

8.734

‒ 69.668

56.181

Compensatie gemeenten en provincies

0

10.000

30.000

‒ 754

39.246

Diverse bijdragen

0

0

0

1.678

1.678

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

200

200

Diverse bijdragen

0

0

0

200

200

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

89

89

Werk- en onderzoeksbudget

0

0

0

89

89

      

Ontvangsten

75.000

75.000

0

140.000

215.000

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Versterkingsoperatie

Voor de versterkingsoperatie Groningen worden middelen overgeheveld van de Aanvullende Post naar de begroting van BZK (€ 39,5 mln.). De middelen worden onder andere ingezet voor het scholenprogramma, de inpassingskosten voor gemeenten bij de versterkingswerkzaamheden en de rijksbijdrage voor het uitvoeren van sloop/nieuwbouw in de vergeten hoek van Appingedam en de Zandplaten Zuid in Delfzijl.

Niet-bestede middelen 2019

Het Ministerie van EZK boekt de overgebleven budgetten uit 2019 over aan het Ministerie van BZK voor de budgetten die bij Nota van Wijziging op de begroting van 2020 naar de begroting BZK zijn overgekomen.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

10.1 Groningen versterken en perspectief

Subsidies (regelingen)

Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma

Middels de subsidieregeling ‘energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld’ kan per woning € 7000,- subsidie aangevraagd worden om een woning, die versterkt wordt, gelijktijdig te verduurzamen. Om de middelen voor de subsidie op het juiste instrument te verantwoorden, wordt € 16,8 mln. gerealloceerd van opdrachten naar subsidies. De versterkingsoperatie heeft nog niet geleid tot grote aantallen versterkte woningen, waardoor er tot nu toe beperkt gebruik is gemaakt van de subsidieregeling. In 2020 zal circa € 27,2 mln. niet tot besteding komen. Nu de versterkingsoperatie op stoom komt en het aantal gerealiseerde versterkingen gaat toenemen, zal het beroep op de subsidie in 2021 toenemen. De middelen komen in 2021 weer beschikbaar op de begroting van BZK.

Woonbedrijf

Er is in 2016 een opkoopregeling ingesteld waarin de NAM voor € 10 mln. woningen opkoopt van bewoners die het aardbevingsgebied willen verlaten. Daarbij is afgesproken dat het Rijk de operationele kosten van € 10 mln. van het woonbedrijf zou dekken. Om de bijdrage op het juiste instrument te verantwoorden, worden middelen (€ 8,7 mln.) gerealloceerd van bijdrage aan medeoverheden naar subsidies. In 2019 en 2020 hebben de eerste operationele uitgaven aan het woonbedrijf plaatsgevonden. In 2020 zal € 7,2 mln. niet tot besteding komen. De middelen komen in 2021 weer beschikbaar op de begroting van BZK.

Opdrachten

Werk- en onderzoeksbudget

Dit betreft diverse mutaties om het budget op het juiste instrument te verantwoorden, waaronder voor het Woonbedrijf, de specifieke uitkeringen voor maatschappelijke organisaties en de onafhankelijke Raadsman en diverse kleinere subsidies en bijdragen door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Ten slotte komt op het werk- en onderzoeksbudget dit jaar € 3,4 mln. niet tot besteding.

Versterkingsoperatie

Dit betreft ten eerste de uitgaven (€ 140 mln.) die tot en met het derde kwartaal van 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. De bijdragen van de NAM voor het eerste en tweede kwartaal zijn reeds ontvangen en de bijdrage van de NAM voor het derde kwartaal wordt voor eind 2020 verwacht.

Daarnaast betreft het de raming voor de kosten (€ 105 mln.) die in het vierde kwartaal 2020 gemaakt worden in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Deze raming bevat de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave. Deze uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM na afloop van het vierde kwartaal. De ontvangst van de NAM zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 door BZK worden ontvangen.

Vervolgens betreft het de BTW-component van de uitgaven tot en met het derde kwartaal 2020 (€ 23 mln.) en de raming van de BTW-component voor de kosten in het vierde kwartaal 2020 (€ 29 mln.) die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, nr. 493) is de BTW-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

Ook worden er middelen gerealloceerd van opdrachten naar subsidies om de subsidieregeling «Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld» (€ 16,7 mln.) op het juiste instrument te verantwoorden. Ten slotte betreft het de middelen voor de batch 1588 (€ 10 mln.) en de projecten in Appingedam (€ 7,7 mln.) die dit jaar niet meer tot besteding komen. In 2019 is er reeds € 84 mln. overgemaakt naar de betrokken partijen. Nieuwe aanvragen voor financiering worden niet langer in 2020, maar begin 2021 verwacht. In 2021 worden de middelen opnieuw beschikbaar gesteld.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

De uitvoering van het Nationaal programma Groningen (NPG) heeft onder andere door de coronacrisis vertraging opgelopen. Het betreft de projecten ‘Toukomst’ (door en voor de Groningers zelf) en de programmaplannen van de gemeenten en de provincie. De projecten en programmaplannen zijn reeds ingediend. De toekenning zal begin 2021 plaatsvinden. Van het NPG-budget zal € 59,8 mln. in 2020 niet meer tot betaling komen. In 2021 worden de middelen opnieuw beschikbaar gesteld.

Daarnaast worden middelen gerealloceerd van bijdrage aan medeoverheden naar subsidies voor het woonbedrijf (€ 8,7 mln.), zodat deze uitgaven op het juiste instrument verantwoord worden.

Ten slotte wordt er € 1,1 mln. overgeheveld naar het BTW-compensatiefonds in het kader van de uitvoering van het Nationaal Programma Groningen.

Compensatie gemeenten en provincies

Dit betreft onder andere een mutatie om middelen (€ 2,1 mln.) voor de specifieke uitkeringen voor maatschappelijke organisaties en de onafhankelijke Raadsman op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast betreft dit de middelen voor de pilot inpassingskosten. Het restant aan middelen voor deze pilot (€ 2,9 mln.) zal volgend jaar onderdeel zijn van het bestuursakkoord. In 2021 worden deze middelen opnieuw beschikbaar gesteld.

In 2020 worden specifieke uitkeringen voor de onderstaande doelen overgemaakt:

  • 1. Scholenprogramma

  • 2. Bijdrage aan aardbevingsgerelateerde kosten voor de gemeenten en provincie

  • 3. Bijdrage maatschappelijke organisaties aan provincie Groningen

  • 4. Onafhankelijke raadsman

Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.

Scholenprogramma

In 2016 is afgesproken dat in het Groningse aardbevingsgebied 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig worden gemaakt. Dit houdt in dat een deel van de scholen bouwkundig wordt versterkt, terwijl voor overige scholen voor nieuwbouw is gekozen. Voor alle scholen geldt dat ze tevens toekomstbestendig worden gemaakt, door het duurzaam en nagenoeg energie neutraal maken van de schoolgebouwen en het realiseren van een gezond binnenklimaat.

Aan het scholenprogramma dragen, naast de NAM (€ 172,5 mln.), de gemeenten en schoolbesturen (€ 44,5 mln.), de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat (€ 23,5 mln.) en Onderwijs Cultuur en Wetenschap (€ 50 mln.) bij. Door een forse bouwkostenstijging en om de voortgang van het scholenprogramma te waarborgen draagt het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties eenmalig € 20 mln. bij aan het Scholenprogramma.

De middelen worden als een specifieke uitkering overgemaakt naar de gemeente Loppersum ten behoeve van de nieuwbouw en verduurzaming van schoolgebouwen in het aardbevingsgebied. De gemeente Loppersum zorgt voor de verdeling van de middelen via de betrokken gemeenten. De gemeente Loppersum coördineert en rapporteert samen met de Nationaal Coördinator Groningen over de voortgang van het scholenprogramma.

Tabel 14 Specifieke uitkering scholenprogramma (bedragen in €)

Gemeente

Bedrag

Appingedam

6.970.000

Groningen

373.000

Delfzijl

4.705.000

Het Hogeland

1.655.000

Loppersum

47.000

Midden Groningen

6.250.000

Totaal

20.000.000

Bijdrage aan aardbevingsgerelateerde kosten voor de gemeenten en provincie.

In 2016 is afgesproken dat de gemeenten en de provincie in het aardbevingsgebied gecompenseerd worden voor de extra werkzaamheden. De gemeenten en provincie hebben aangeven dat de piek van deze werkzaamheden ligt in 2020 en 2021. De uitgaven aan aardbevingsgerelateerde inzet in 2020 bedragen € 17,1 mln. Deze middelen worden voor 2020 aan de onderstaande provincie en gemeenten overgemaakt met name ten behoeve van arbeidskosten op het aardbevingsdossier en aanpalend beleid.

Tabel 15 Specifieke uitkering bijdrage aan aardbevingsgerelateerde kosten voor de gemeenten en provincie (bedragen in €)

Provincie - gemeenten

Bedrag

Provincie Groningen

2.881.011

Eemsdelta

7.690.000

Midden Groningen

1.850.000

Groningen

2.520.000

Het Hogeland

1.560.000

Oldambt

580.000

Totaal

17.071.011

Bijdrage maatschappelijke organisaties aan provincie Groningen

De maatschappelijke organisaties (MO) die deel uit maakten van de maatschappelijke stuurgroep werden ondersteund vanuit het werkbudget van de Nationaal Coördinator Groningen op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Met het opheffen van de maatschappelijke stuurgroep is eveneens besloten om de ondersteuning van deze organisaties vanaf 2020 te beleggen bij de provincie Groningen en de resterende middelen over te maken. Deze specifieke uitkering van € 1,6 mln. is bedoeld om door middel van subsidieverlening de maatschappelijke organisaties te ondersteunen.

De provincie draagt zorg voor de verdere subsidieverlening en de verantwoording hierover.

Onafhankelijke Raadsman

Bewoners in het aardbevingsgebied kunnen een beroep doen op de onafhankelijke Raadsman. De onafhankelijke Raadsman is ondergebracht bij de gemeente Loppersum. Om de kosten van de Raadsman en zijn ondersteuning te dekken wordt € 0,5 mln. als specifieke uitkering overgemaakt aan de gemeente Loppersum.

Diverse bijdragen

Om diverse bijdragen van de NCG op het juiste instrument te verantwoorden worden middelen gerealloceerd van opdrachten naar bijdrage aan medeoverheden.

Ontvangsten

Dit betreft de ontvangsten voor uitgaven die in rekening zijn gebracht bij de NAM. Het gaat om uitgaven (€ 140 mln.) die tot en met het derde kwartaal van 2020 gemaakt zijn in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om de kosten direct gerelateerd aan de versterkingsopgave. De bijdragen van de NAM voor het eerste en tweede kwartaal zijn reeds ontvangen en de bijdrage van de NAM voor het derde kwartaal wordt voor eind 2020 verwacht.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van niet-beleidsartikel 11. Centraal apparaat (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)1

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

414.206

477.2982

15.412

99.381

592.091

      

Uitgaven

414.206

477.298

15.412

99.381

592.091

      

11.1 Apparaat (excl. AIVD)

414.206

477.298

15.412

99.381

592.091

Personele uitgaven

210.592

255.089

11.177

40.570

306.836

waarvan eigen personeel

181.324

205.466

13.921

22.104

241.449

waarvan inhuur externen

15.290

27.094

‒ 2.776

37.436

61.813

waarvan overige personele uitgaven

13.978

22.529

32

‒ 18.970

3.574

Materiële uitgaven

203.614

222.209

4.235

58.257

284.701

waarvan Bijdrage aan SSO's

190.896

199.609

5.118

48.657

253.384

waarvan ICT

42

847

0

394

1.242

waarvan overige materiële uitgaven

12.676

21.753

‒ 883

9.206

30.075

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

554

554

Diverse bijdragen

0

0

0

554

554

      

Ontvangsten

19.292

64.341

‒ 189

43.847

107.999

X Noot
1

In deze cijfers zijn ook de mutaties uit derde incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1) verwerkt.

X Noot
2

Per abuis is per derde incidentele suppletoire begorting (Kamerstukken II, 2019/20, 35553 nr. 1) niet gecommuniceerd dat er circa € 0,5 mln. gerealloceerd is vanaf verplichtingen op artikel 11 terwijl dat wel gebeurd is. Vandaar dat de hier gecommuniceerde standen afwijken van de derde incidentele suppletoire begroting.

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

Kasschuif Omgevingswet 2020-2021

De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de Omgevingswet. Dit vraagt extra tijd, de Kamer is daarover in het voorjaar 2020 geïnformeerd (Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 139). Het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben overeenstemming bereikt over een uitstelperiode van één jaar (Kamerstukken 2019/2020, 33118 nr. 145), wat inhoudt dat de nieuwe ingangsdatum 1 januari 2022 wordt. Een deel van de middelen komt dit jaar niet meer tot besteding en wordt middels een kasschuif meegenomen naar 2021.

Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.

Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020

11.1 Apparaat (excl. AIVD)

Personele uitgaven

Waarvan eigen personeel

Dit betreft het deel eigen personeel (€ 6 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft het de raming voor het deel eigen personeel (€ 1,5 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM. De ontvangst van de NAM zal naar verwachting in het eerste kwartaal 2021 binnenkomen.

Daarnaast worden middelen gerealloceerd van overige personele uitgaven naar eigen personeel om de uitgaven op de juiste regeling te verantwoorden, waaronder apparaatsbudget van de NCG (€ 9,9 mln.) dat bij de eerste suppletoire begroting is overgeboekt van de begroting van EZK.

Waarvan inhuur externen

Dit betreft het deel externe inhuur (€ 22 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft het de raming voor het deel externe inhuur (€ 8 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM.

Daarnaast betreft het de BTW-component van de uitvoeringskosten die de NCG t/m het derde kwartaal heeft gemaakt (€ 5 mln.) evenals de raming voor de BTW-component van de uitvoeringskosten in het vierde kwartaal (€ 2 mln.). Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, nr. 493) is de BTW-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

Verder vinden er diverse kleinere mutaties plaats om de uitgaven voor externe inhuur op de juiste regeling te verantwoorden. Dit betreft onder andere externe inhuur ten behoeve van de Basisregistratie Ondergrond, DigiInkoop, Stikstof en de NOVI.

Waarvan overige personele uitgaven

Dit betreft met name reallocaties van overige personele uitgaven naar eigen personeel om de uitgaven op de juiste regeling te verantwoorden.

Daarnaast worden er middelen gerealloceerd van overige personele uitgaven naar bijdrage aan SSO's, om de uitgaven voor de Dienstverleningsovereenkomsten (DVA's) op het juiste instrument te verantwoorden.

Materiële uitgaven

Waarvan bijdrage aan SSO's

Het zijn voornamelijk bijdragen van andere departementen aan BZK voor de dienstverlening van FMH. Daarnaast wordt de raming van de DVA's tussen de baten-lastenagentschappen bijgesteld, daar staan hogere ontvangsten tegenover. Er worden tevens middelen gerealloceerd van overige personele uitgaven om de uitgaven voor de DVA's op het juiste instrument te verantwoorden.

Verder betreft dit het deel bijdrage aan SSO's (€ 4 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft dit de raming voor het deel bijdrage aan SSO's (€ 1,5 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM.

Waarvan overige materiële uitgaven

Dit betreft het deel overige materiële uitgaven (€ 7 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft dit de raming voor het deel overige materiële uitgaven (€ 2 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM.

Bijdrage aan agentschappen

Diverse bijdragen

DICTU voert een opdracht uit voor de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Om deze uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden, worden de middelen gerealloceerd.

Ontvangsten

Dit betreft met name de ontvangsten voor uitgaven die in rekening zijn gebracht bij de NAM. Dit betreft de uitvoeringskosten van de NCG (€ 39 mln.) die tot en met het derde kwartaal van 2020 gemaakt zijn voor de versterkingsopgave in Groningen. De bijdragen van de NAM voor het eerste en tweede kwartaal zijn reeds ontvangen en de bijdrage van de NAM voor het derde kwartaal wordt voor eind 2020 verwacht.

Daarnaast wordt de raming van de DVA's tussen de baten-lastenagentschappen bijgesteld, daar staan hogere uitgaven tegenover. Ook konden door de coronamaatregelen sommige werkzaamheden van Doc-Direkt (beheer, bewerken, digitale informatiehuishouding) niet worden uitgevoerd (archiefwet), waardoor er minder inkomsten zijn ontvangen.

4.2 Artikel 12. Algemeen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van niet-beleidsartikel 12. Algemeen (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

21.235

34.614

7.743

392

42.749

      

Uitgaven

21.235

34.614

7.743

392

42.749

      

Algemeen

21.235

34.614

7.743

392

42.749

Subsidies(regelingen)

865

893

65

199

1.157

Diverse subsidies

814

842

64

199

1.105

Koninklijk Paleis Amsterdam

51

51

1

0

52

Opdrachten

759

559

163

‒ 62

660

Diverse opdrachten

389

189

157

‒ 46

293

Internationale Samenwerking

370

370

6

‒ 16

367

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

255

255

Diverse bijdragen

0

0

0

255

255

Bijdrage aan agentschappen

0

9.000

0

0

9.000

SSC-ICT (eigenaarsbijdrage)

0

9.000

0

0

9.000

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

19.611

24.162

7.515

0

31.677

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

19.611

24.162

7.515

0

31.677

      

Ontvangsten

0

13.200

0

4.060

17.260

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

VPB locaties benzinestations en winning bodemmaterialen

Dit betreft een actualisatie van de in 2020 te betalen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten voor de veiling van locaties voor benzinestations langs Rijkswegen en bodemwinning.

12.1 Algemeen

Ontvangsten

Conform de Regeling Agentschappen wordt het surplus op het eigen vermogen van SSC-ICT en FMH afgeroomd.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 18 Budgettaire gevolgen van niet-beleidsartikel 13. Nog onverdeeld (Tweede suppletoire begroting)(bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

0

54.904

‒ 54.904

0

0

      

Uitgaven

0

54.904

‒ 54.904

0

0

      

13.1 Loonbijstelling

0

22.712

‒ 22.712

0

0

13.2 Prijsbijstelling

0

25.275

‒ 25.275

0

0

13.3 Onvoorzien

0

6.917

‒ 6.917

0

0

Toelichting

Mutaties Miljoenennota

13.1 Loonbijstelling

Loonbijstelling

Dit betreft de toedeling van de LPO tranche 2020.

13.2 Prijsbijstelling

Prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de LPO tranche 2020.

13.3 Onvoorzien

Onvoorzien

Dit betreft de toedeling van de LPO tranche 2020.

Naar boven