35 633 Wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij

H BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2021

Hierbij bied ik uw Kamer aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij. Hiernaast ontvangt uw Kamer ter informatie de ontwerpregeling tot wijziging van de Regeling sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij, waarin bedragen en nadere regels ten aanzien van de subsidie voor de sloop- en ombouwkosten zijn opgenomen. Als bijlagen zijn het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten1, de bijbehorende nota van toelichting2 en de ontwerpregeling3 opgenomen.

De voorlegging van het ontwerpbesluit geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure gedurende vier weken (artikel 7, tweede lid, van de Wet verbod pelsdierhouderij) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State wordt voorgelegd. Dit ontwerpbesluit vervangt een voorgaand ontwerpbesluit dat uw Kamer ontving op 12 juni jongstleden (Kamerstuk 35 006, G) en waarover ik heb besloten om het voorgehangen ontwerpbesluit in te trekken (Kamerstuk 35 006, J). Ik streef ernaar het ontwerpbesluit en de ontwerpregeling ten behoeve van de pelsdierhouderij zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.

Zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer van 20 november jongstleden (Kamerstuk 35 633, B) is het opnieuw wijzigen van het Besluit en de bijbehorende Regeling noodzakelijk geworden vanwege de vervroeging van het verbod op de pelsdierhouderij. Op grond van de bestaande regeling kan een sloopsubsidie alleen worden toegekend als er sprake is van vrijwillige beëindiging door de pelsdierhouder, iets dat niet langer het geval is sinds de inwerkingtreding van het vervroegde verbod (Staatsblad 2020, 555). Om subsidiëring van sloopkosten weer mogelijk te maken, is het bijgaande ontwerpbesluit opgesteld. Daarbij zijn de oorspronkelijk beoogde doelstellingen, zoals het stimuleren van de doorstart en het tegengaan van verrommeling van het landschap, nog altijd leidend. Het staatssteunkader voor het sloopgedeelte is gewijzigd van de Landbouwrichtsnoeren4 naar het steunkader in verband met de Covid 19-uitbraak.5 Dit kader is tot 31 december 2021 van toepassing.

Een brief van gelijke strekking heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
4

Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014–2020 (PbEU 2014, L 204). De Landbouwrichtsnoeren zijn verlengd tot en met 31 december 2021.

X Noot
5

Tijdelijke kaderregeling van 19 maart 2020 inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige Covid-19 uitbraak (PbEU CI 91/1), zoals laatstelijk gewijzigd op 28 januari 2021 (PbEU C 34).

Naar boven