35 612 EU-voorstellen: EU-migratiepact 2020 COM (2020) 609, 610, 611, 612, 613 en 6141

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 25 maart 2021

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad2 hebben kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie inzake een nieuw migratie- en asielpact3 van 23 september 2020 en het BNC-fiche4 over deze mededeling dat op 4 november 2020 naar de Kamer is gestuurd.

Naar aanleiding hiervan heeft de commissievoorzitter op 12 februari 2021 een brief met vragen van de PVV-fractie gestuurd aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De Staatssecretaris heeft op 24 maart 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, Van Dooren

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL/JBZ-RAAD

Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Den Haag, 12 februari 2021

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad hebben met belangstelling kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie inzake een nieuw migratie- en asielpact5 van 23 september 2020 en het BNC-fiche6 over deze mededeling dat op 4 november 2020 naar de Kamer is gestuurd. De leden van de PVV-fractie hebben momenteel enkele vragen over het BNC-fiche.

De leden van de PVV-fractie lezen de volgende passage in het BNC-fiche: «... is het kabinet van mening dat de Commissie hiermee de belangrijkste tekortkomingen in het huidige migratie- en asielbeleid identificeert en meerdere effectieve maatregelen voorstelt om deze in de praktijk te kunnen aanpakken, waarbij verbetering van de grensprocedure de hoeksteen van het nieuwe asiel- en migratiebeleid is.»7 Kunt u nader aangeven hoe het kabinet tot deze conclusies is gekomen en in welke concrete aantallen dit tot een beperking van de immigratie naar Nederland zou moeten leiden?

Vervolgens lezen deze leden het volgende: «Wel had het kabinet graag gezien dat de Commissie meer maatregelen zou hebben gepresenteerd om secundaire migratie tegen te gaan en overlastgevers aan te pakken, in welk verband tevens wijziging van de Opvang en Terugkeer Richtlijnen passend zou zijn geweest.»8 Nu het kabinet zelf vaststelt dat deze EU-maatregelen tekort schieten, welke maatregelen gaat Nederland zélf nemen/op inzetten om secundaire migratie tegen te gaan en overlastgevers aan te pakken?

Op dezelfde pagina staat verder: «Het kabinet is daarbij voorstander van een solidariteitsmechanisme dat een eerlijke verdeling van solidariteit en verantwoordelijkheid garandeert tussen Lidstaten, daaronder begrepen herplaatsing op basis van objectieve criteria.» Kunt u nader onderbouwen waarom het kabinet een voorstander is van een solidariteitsmechanisme en in welke mate en op basis van welke criteria dit ook «eerlijker» is voor de Nederlandse bevolking?

«De voorstellen van de Commissie op het gebied van solidariteit bieden op het eerste gezicht een interessant uitgangspunt om te komen tot een structureel solidariteitsmechanisme. Hoewel de Commissie duidelijk kiest voor een flexibele vorm van solidariteit – en niet op vooraf vastgestelde verplichtende quota’s – is er in de voorstellen geen sprake meer van vrijblijvendheid. Van elke lidstaat wordt een betekenisvolle bijdrage verwacht. Het kabinet waardeert deze aanpak.»9 De leden van de PVV-fractie vragen u of u nader kunt onderbouwen waarom het kabinet deze aanpak waardeert en welke specifieke consequenties deze «solidariteit» voor Nederland heeft.

Ten slotte lezen deze leden in het BNC-fiche: «De Commissie stelt voor om het aantrekken van talent door de EU-lidstaten te vereenvoudigen, door middel van de vorming van een «Talentenpool». Zeker wanneer het gaat om hooggekwalificeerde migratie is het belangrijk dat de EU in de wereldwijde concurrentie om talent aantrekkelijk blijft. In dat geval sluit dit voorstel aan bij het kennismigratiebeleid van het kabinet.»10 Kunt u aangeven op welke landen dit beleid zich richt, wat er concreet wordt verstaan onder «hooggekwalificeerde migratie» en aan welke criteria dit zou moeten voldoen? Wat voor «talent» wordt hiermee beoogd en waarom wordt dit talent niet binnen onze binnenlandse arbeidsmarkt gezocht of opgeleid, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad zien de beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag uiterlijk binnen vier weken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, Faber-van de Klashorst

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de reactie aan op de vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie naar aanleiding van het BNC-fiche over het Europese Migratie- en Asielpact.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, A. Broekers-Knol

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

1.

De leden van de PVV-fractie lezen de volgende passage in het BNC-fiche: «... is het kabinet van mening dat de Commissie hiermee de belangrijkste tekortkomingen in het huidige migratie- en asielbeleid identificeert en meerdere effectieve maatregelen voorstelt om deze in de praktijk te kunnen aanpakken, waarbij verbetering van de grensprocedure de hoeksteen van het nieuwe asiel- en migratiebeleid is.» Kunt u nader aangeven hoe het kabinet tot deze conclusies is gekomen en in welke concrete aantallen dit tot een beperking van de immigratie naar Nederland zou moeten leiden?

Antwoord

Het kabinet heeft de voorstellen van de Europese Commissie beoordeeld in het licht van de kabinetsvisie op de Europese migratie- en asielproblematiek, zoals onder meer beschreven in het Regeerakkoord11, de Integrale Migratie-agenda12 en het beleidsstuk «A Renewed European Agenda on Migration»13.

Om te komen tot een solidair en solide asielsysteem in de EU acht het kabinet maatregelen nodig die de huidige tekortkomingen adresseren. Daarbij kan gedacht worden aan het vinden van een betere balans tussen verantwoordelijkheid en solidariteit, het beter beheersen van secundaire migratiestromen en het aanpakken van tekortkomingen in implementatie van asielregels in meerdere lidstaten. In de overkoepelende mededeling van de Commissie herkent het kabinet een aantal elementen die benoemde tekortkomingen pogen te adresseren en terugkomen in de kabinetsvisie. Een voorbeeld is de te introduceren grensprocedure, het voorgestelde flexibele solidariteitsmechanisme waaraan elke lidstaat dient bij te dragen, en de extra aandacht voor implementatie en monitoring. Daarmee biedt de Commissiemededeling volgens het kabinet een basis om te werken aan een versterkt Europees migratie- en asielbeleid waarbij het kabinet inzet op verdere verbetering van de huidige voorstellen die in de onderliggende mededeling worden gedaan.

2.

Vervolgens lezen deze leden het volgende: «Wel had het kabinet graag gezien dat de Commissie meer maatregelen zou hebben gepresenteerd om secundaire migratie tegen te gaan en overlastgevers aan te pakken, in welk verband tevens wijziging van de Opvang en Terugkeer Richtlijnen passend zou zijn geweest.» Nu het kabinet zelf vaststelt dat deze EU-maatregelen tekort schieten, welke maatregelen gaat Nederland zélf nemen/op inzetten om secundaire migratie tegen te gaan en overlastgevers aan te pakken?

Antwoord

Over de aanpak van overlastgevers verwijs ik u graag naar brieven die hierover aan de Tweede Kamer zijn gezonden.14 Het kabinet zal zo veel mogelijk gebruik blijven maken van de ruimte die de huidige (Europese) mogelijkheden bieden. Daarnaast blijft het kabinet zich hard maken om in Europees verband maatregelen te treffen die secundaire migratie aanpakken, waaronder in de onderhandelingen over de voorstellen inzake asiel en migratie van 23 september jl. De grensprocedure die nu in de voorstellen wordt geïntroduceerd kan daar in grote mate aan bijdragen. Er zijn echter ook elementen waar het kabinet kritisch tegenover staat op dit punt. Deze zijn nader toegelicht in het BNC-fiche aangaande de Verordening betreffende asiel- en migratiebeheer.15 Een voorbeeld is de uitbreiding van de definitie van familieleden naar boers en zussen. Ook bepleit het kabinet een verdere verruiming van de mogelijkheden voor bewaring. Indien een vreemdeling zijn plicht om te blijven in het land van binnenkomst of alwaar hij eerder een asielaanvraag heeft ingediend niet nakomt, moet dit een grond zijn voor mogelijke inbewaringstelling. Het kabinet zal zich tijdens de onderhandelingen inzetten om deze punten te realiseren.

Daarnaast is het van belang dat de inzet op terugkeer wordt verhoogd. Daarvoor is betere samenwerking met herkomstlanden noodzakelijk. De maatregelen die de Commissie heeft aangekondigd om in dat kader te komen tot bredere partnerschappen, zijn wat het kabinet betreft veelbelovend. Zoals uit de geannoteerde agenda’s en verslagen van de JBZ-raden blijkt, benadrukt het kabinet met grote regelmaat de noodzaak om hier nu zo snel mogelijk stappen op te zetten.

3.

Op dezelfde pagina staat verder: «Het kabinet is daarbij voorstander van een solidariteitsmechanisme dat een eerlijke verdeling van solidariteit en verantwoordelijkheid garandeert tussen Lidstaten, daaronder begrepen herplaatsing op basis van objectieve criteria.» Kunt u nader onderbouwen waarom het kabinet een voorstander is van een solidariteitsmechanisme en in welke mate en op basis van welke criteria dit ook «eerlijker» is voor de Nederlandse bevolking?

«De voorstellen van de Commissie op het gebied van solidariteit bieden op het eerste gezicht een interessant uitgangspunt om te komen tot een structureel solidariteitsmechanisme. Hoewel de Commissie duidelijk kiest voor een flexibele vorm van solidariteit – en niet op vooraf vastgestelde verplichtende quota’s – is er in de voorstellen geen sprake meer van vrijblijvendheid. Van elke lidstaat wordt een betekenisvolle bijdrage verwacht. Het kabinet waardeert deze aanpak.» De leden van de PVV-fractie vragen u of u nader kunt onderbouwen waarom het kabinet deze aanpak waardeert en welke specifieke consequenties deze «solidariteit» voor Nederland heeft.

Antwoord

In het geval dat een lidstaat verantwoordelijkheid neemt voor de grensprocedure, maar sprake is van een aanhoudende en disproportionele migratiedruk, moet die lidstaat verzekerd zijn van een EU-breed solidariteitsmechanisme. Het kabinet stelt daarbij op prijs dat de Commissie kiest voor een flexibele vorm van solidariteit – en niet alleen voor vooraf vastgestelde verplichtende quota – waarbij elke lidstaat dient bij te dragen, en voornamelijk herplaatsing en terugkeersponsoring worden gestimuleerd. Het kabinet waardeert deze innovatieve aanpak, waarbij binnen zekere marges ruimte wordt gelaten aan individuele lidstaten om op diverse manieren een bijdrage te leveren aan het gemeenschappelijk resultaat. Dit vergroot de kans dat uiteindelijk tot een akkoord tussen de lidstaten kan worden gekomen. Een akkoord is nodig om de capaciteit van de Unie om migratie en asiel te beheersen te vergroten. Het kabinet acht dit ook in het belang van Nederland.

Concrete aantallen hangen af van de aantallen asielzoekers die de EU binnenkomen, de dynamiek van migratiestromen naar de EU, alsmede van de effectiviteit van de registratie van asielzoekers aan de buitengrens en van de maatregelen gericht op het voorkomen van secundaire migratie. Indien dit voorstel wordt aangenomen, zal een lidstaat in de toekomst in ieder geval niet meer verantwoordelijk zijn voor onevenredig meer asielaanvragen in vergelijking met andere lidstaten. Daarmee maken lidstaten zich minder afhankelijk van de loop van de migratieroutes binnen de EU.

4.

Ten slotte lezen deze leden in het BNC-fiche: «De Commissie stelt voor om het aantrekken van talent door de EU-lidstaten te vereenvoudigen, door middel van de vorming van een «Talentenpool». Zeker wanneer het gaat om hooggekwalificeerde migratie is het belangrijk dat de EU in de wereldwijde concurrentie om talent aantrekkelijk blijft. In dat geval sluit dit voorstel aan bij het kennismigratiebeleid van het kabinet.» Kunt u aangeven op welke landen dit beleid zich richt, wat er concreet wordt verstaan onder «hooggekwalificeerde migratie» en aan welke criteria dit zou moeten voldoen? Wat voor «talent» wordt hiermee beoogd en waarom wordt dit talent niet binnen onze binnenlandse arbeidsmarkt gezocht of opgeleid, zo vragen de leden van de PVV-fractie.

Antwoord

Het kabinet stelt voorop dat EU-lidstaten op het gebied van legale migratie eigen afwegingen maken op basis van de behoeften van de nationale arbeidsmarkten. De Commissie presenteert onder de noemer «talent partnerschappen» geen nieuwe verplichtingen maar bouwt voort op bestaande kaders, zoals de (afronding van de) Blauwe Kaart Richtlijn. Wel kondigt de Commissie aan met nieuwe wetgeving te komen op het gebied van reguliere migratie. Na bestudering daarvan kan nadere duiding worden gegeven over welke criteria de Commissie voor ogen heeft. De voorstellen worden dit jaar verwacht. Wanneer dat het geval is, wordt uw Kamer hierover op de gebruikelijke wijze geïnformeerd.


X Noot
2

Samenstelling: Kox (SP), Faber-van de Klashorst (PVV), (voorzitter), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Stienen (D66), (ondervoorzitter), Teunissen (PvdD), Van Rooijen (50PLUS), Adriaansens (VVD), De Blécourt-Wouterse (VVD), Doornhof (CDA), Frentrop (FVD), Huizinga-Heringa (CU), Karimi (GL), vacature (Fractie-Nanninga), Veldhoen (GL), Vos (PvdA), De Vries (Fractie-Otten), Keunen (VVD), Dittrich (D66), Van Wely (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA).

X Noot
3

COM(2020)609. Zie ook dossier E200018 op www.europapoort.nl.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2020–2021, 22 112, nr. 2955.

X Noot
5

COM(2020)609. Zie ook dossier E200018 op www.europapoort.nl.

X Noot
6

Kamerstukken II, 2020–2021, 22 112, nr. 2955.

X Noot
7

Idem, blz. 12.

X Noot
8

Ibidem.

X Noot
9

Kamerstukken II, 2020–2021, 22 112, nr. 2955, blz. 14.

X Noot
10

Idem, blz. 17.

X Noot
11

Regeerakkoord 2017 «Vertrouwen in de toekomst», 10 oktober 2017. Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34.

X Noot
12

Kamerstuk 19 637, nr. 2375.

X Noot
13

A Renewed agenda on migration, 31 maart 2019, bijlage bij Kamerstuk 21 501-20, AH.

X Noot
14

PM BRON

X Noot
15

Kamerstuk 22 112 nr. 2956.

Naar boven