35 570 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021

Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2021

Met deze brief informeer ik uw Kamer dat ik heb ingestemd met de naamswijziging van de Inspectie SZW. De nieuwe naam wordt «Nederlandse Arbeidsinspectie» en in het Engels «Netherlands Labour Authority». In het Nederlands en Engels afgekort tot NLA.

Deze naamswijziging is wenselijk vanwege twee redenen.

Nu er een Europese toezichthouder is, moet de naam van de nationale toezichthouder geen misverstand oproepen. European Labour Authority en Netherlands Labour Authority geven duidelijk de verbinding aan en eveneens glashelder het verschil.

In het spraakgebruik is (Nederlandse) Arbeidsinspectie gebruikelijker en veelzeggender dan Inspectie SZW. De nieuwe naam voorkomt ook het misverstand dat de Inspectie SZW, gelijk een aantal andere inspecties, als taak zou hebben om toezicht te houden op onderdelen van het Ministerie (SZW).

Onderstaand wordt nader ingegaan op de achtergrond van de naamswijziging.

Toezicht op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt is voor veel mensen regionaal: mensen zoeken én vinden binnen hun regio werk. In toenemende mate is de arbeidsmarkt ook Europees. Binnen de Europese Unie (EU) geldt vrij verkeer van personen en diensten. Nederlanders werken en wonen in allerlei lidstaten van de EU. Omgekeerd zoeken en vinden mensen uit andere lidstaten in Nederland werk. Bij het werken in Nederland zijn meestal Nederlandse wetten en regels van toepassing en in andere lidstaten geldt meestal het recht van die lidstaat. Maar bedrijven en mensen werken grensoverschrijdend, er zijn bedrijfsonderdelen of afdelingen in meerdere landen, sociale zekerheidspremies en -uitkeringen verschillen en dat vergt afstemming, waardoor er een aanzienlijke verwevenheid en afstemming met en tussen lidstaten en regels is.

De toenemende Europese mobiliteit heeft ook gevolgen voor het toezicht op de arbeidsmarkt. In 2019 is door de EU gestart met de vormgeving van toezicht vanuit overkoepelend Europees perspectief, met de oprichting van de European Labour Authority. Om in haar naamgeving de verbinding tussen het Europese en nationale niveau tot uitdrukking te brengen, wordt de naam van de Inspectie SZW gewijzigd. Naar analogie met de naam op Europees niveau, ELA, hanteert de Inspectie SZW voortaan als afkorting NLA: Netherlands Labour Authority.1

Met als best passende Nederlandse vertaling: de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Het toezicht op de arbeid, regionaal en nationaal, vindt nationaal plaats op grond van de nationale wet- en regelgeving, met name de Arbeidsomstandighedenwet, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml), de Arbeidstijdenwet (ATW), de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) en de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU).

Bij grensoverschrijdend toezicht wordt, naar gelang de situatie, via de ELA samengewerkt met één of meerdere toezichthouders c.q. inspectiediensten in andere lidstaten. Op welke wijze het toezicht zich ontwikkelt, valt uiteraard niet met zekerheid te voorzien, verdergaande internationale samenwerking lijkt zeer waarschijnlijk.

Voor het gebruik in de Engelse taal is het hanteren van de afkorting NLA, naar analogie met ELA, het meest productief. Dit sluit aan bij een bekend en naar verwachting steeds bekender wordend instituut op bovennationaal niveau. En het benadrukt ook de verbinding tussen de ELA en de NLA.

Voor het gebruik in de Nederlandse taal is het hanteren van de afkorting NLA voor Nederlandse Arbeidsinspectie het meest productief. Ten eerste om daarmee helder het onderscheid te maken met de ELA, waarvan de NLA één van de «founding members» is. Ten tweede om aan te sluiten bij het spraakgebruik. Het inspecteren op de arbeid wordt in het spraakgebruik veelvuldig aangehaald als «arbeidsinspectie». Waarbij soms in het midden blijft of het een referentie aan de organisatie is of aan de activiteit «de inspectie op de arbeid» of «het inspecteren op de arbeid» is.2 Met het hanteren van NLA en Nederlandse Arbeidsinspectie vallen de referentie aan de activiteit en de organisatie die dat uitvoert, samen.

De naam voorkomt tevens mogelijke misverstanden dat het toezicht zich specifiek zou richten op onderdelen van het Ministerie van SZW. Terwijl het toezicht juist gericht is op álle werkgevers in Nederland en bestaat ten behoeve van gezond, veilig en eerlijk werk van werkenden en bestaanszekerheid voor alle inwoners van Nederland.

Naamswijziging wordt vastgelegd in het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit van SZW. Daarin wordt tevens geregeld dat de naam, ten behoeve van rechtsgeldige besluiten, verbonden wordt aan namen van rechtsvoorgangers die in bestaande wetgeving zijn vervat. De naamswijziging zal ook worden doorgevoerd, via een technische aanpassing in een verzamelwet, in een beperkt aantal wetten en regelingen.

De kosten verbonden aan de naamswijziging zullen beperkt blijven. Dit vanwege de steeds meer digitale werkwijze, de reeds bestaande standaardisatie door onder andere de Rijkshuisstijl, bedrijfsauto’s die geen belettering hebben en dat lopende contracten worden benut.

In verband met voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden zal het hanteren van de nieuwe naam naar verwachting per 1 januari 2022 ingaan.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Naar analogie met namen zoals Netherlands Enterprise Agency (RVO), Netherlands Institute of International relations (Clingendael), Netherlands Authority for Consumers and Markets (ACM), Statistics Netherlands (CBS) etc. Bij de ELA is «European» een bijvoeglijk naamwoord. Bij NLA is «Netherlands» een zelfstandig naamwoord/eigen naam. In het Engels komen beide vormen voor, vergelijk benamingen als «United States Air Force».

X Noot
2

Vergelijk ook l’inspection du travail, waarmee veeleer de bezigheid dan een instelling wordt bedoeld.

Naar boven