Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2021
In het belang van dier- en volksgezondheid is in Nederland een destructiesysteem ingericht
voor het ophalen en verwerken van kadavers. Het uitgangspunt hiervan is dat veehouders
die kadavers afvoeren het systeem betalen door middel van tarieven. Hierbij wil ik
u informeren dat de destructietarieven voor 2021 recentelijk gepubliceerd zijn1. Het gemiddelde stoptarief (de kosten voor het ophalen van kadavers) stijgt met 3%,
met name door een daling van het verwachte aantal stops. Het diertarief (de verwerkingskosten)
daalt met gemiddeld 1,03%. Afhankelijk van het type bedrijf leidt deze stijging van
het stoptarief en daling van het diertarief tot een kostenstijging voor destructie
van kadavers tussen de 0,6 en 2,1%. De sectorpartijen hebben via de werkgroep kadavertarieven
inzicht gekregen in de totstandkoming van deze tarieven.
De wettelijke taak voor het ophalen en verwerken van kadavers ligt bij Rendac. De
basis voor de vaststelling van de vergoeding voor de uitvoering van deze taak is bepaald
in het Besluit dierlijke producten. Daarnaast zijn specifiekere financiële afspraken
neergelegd in een overeenkomst voor onbepaalde tijd tussen de Staat en Rendac, die
dateert uit 2004.
In de beantwoording op de destijds gestelde Kamervragen2 over de verhoging van de destructietarieven 2020 heb ik aangeven gesprekken te voeren
met Rendac om de berekensystematiek en de transparantie van de tariefsopbouw zowel
voor LNV als de sectoren te optimaliseren. Het afgelopen jaar heb ik deze gesprekken
– mede op verzoek van de sectorpartijen – gevoerd met Rendac om de financiële afspraken te vernieuwen en passend
te maken bij de huidige maatschappelijke inzichten ten aanzien van vergoedingen voor
de uitvoering van een wettelijke taak.
Naar aanleiding van de gesprekken heb ik geconcludeerd dat het nodig is om de financiële
overeenkomst met Rendac uit 2004 op te zeggen om daarmee ruimte te creëren voor het
vastleggen van nieuwe afspraken. De komende periode zet ik in op het realiseren van
nieuwe financiële afspraken met Rendac ten aanzien van de tariefsopbouw en transparantie.
Waar nodig zal ik ook een procedure in gang zetten om het Besluit dierlijke producten
aan te passen. Ik ga er vanuit het proces met betrekking tot het vaststellen van de kadavertarieven 2022 vorm te geven op basis van de
nieuwe uitgangspunten.
Zoals aangekondigd in mijn brief van 17 december 2020 (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 69) voer ik de komende periode – in samenspraak met de stakeholders – een verkenning
uit naar een nieuwe ordening van de destructiemarkt op middellange termijn. De nieuwe
financiële afspraken zullen gemaakt worden voor de periode totdat een eventuele nieuwe
inrichting van het destructiebestel gerealiseerd is.
Bovenstaande betekent dat Rendac de komende jaren blijft aangewezen voor het ophalen
en verwerken van kadavers in Nederland. Het opzeggen van de financiële overeenkomst
heeft enkel tot doel de financiële afspraken ten aanzien van het vaststellen van deze
vergoedingen en de transparantie daaromtrent te herzien en heeft derhalve geen consequenties
voor de uitvoering van de wettelijke taak, regulier en bij calamiteiten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten