Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2021
Hierbij ontvangt u het advies Tijd voor focus1. De Onderwijsraad geeft dit advies op verzoek van uw Kamer (Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 149). Met de griffier is afgestemd dat de raad het advies toelicht aan de (nieuwe) vaste
Kamercommissie. Hiervoor wordt een moment gezocht.
Zorgen over de werkdruk van leraren, de lerarentekorten en de onderwijskwaliteit waren
voor uw Kamer aanleiding advies te vragen aan de Onderwijsraad. Is het zinvol de urennorm
voor onderwijstijd van leerlingen op basisscholen te verlagen, zodat leraren minder
uren les hoeven te geven? Uit recent onderzoek blijkt dat de relatie tussen onderwijstijd
van leerlingen, kwaliteit en werkdruk van leraren onduidelijk is. De raad adviseert
daarom de onderwijstijd van leerlingen op dit moment niet te wijzigen. Hoe kan de
werkdruk van leraren dan wel omlaag?
Meer focus op geven en ontwikkelen van onderwijs
De werkdruk kan voor een deel worden verlaagd door meer focus aan te brengen in het
werk van leraren, zodat zij zich kunnen richten op de kern van hun vak: het geven
en ontwikkelen van onderwijs. Het is niet alleen aan leraren om prioriteit aan te
brengen in hun werk en de werkdruk te beheersen; het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van leraren, schoolleiders en schoolbestuurders. Leraren kunnen samen met schoolleiders
en schoolbesturen in beeld brengen wat nodig is voor goed onderwijs, hoeveel tijd
dat kost en wie de uitvoering op zich nemen.
De raad adviseert het idee los te laten dat eon leraar alle activiteiten voor een
groep moet verzorgen. Er kan meer gedifferentieerd worden in wie wat doet en er kan
beter gebruik worden gemaakt van de expertise van ondersteunende professionals zoals
onderwijsassistenten, vakleerkrachten en andere specialisten. Schoolleiders en -bestuurders
hebben een belangrijke rot om samenhang en focus van werkzaamheden te bewaken. Ze
vormen zowel een brug als buffer tussen school en buitenwereld.
En investeer in meer menskracht
Het beter afbakenen van werkzaamheden is niet genoeg. Het gemiddelde aantal lesuren
van leraren moet ook omlaag. De vrijgekomen tijd kunnen leraren besteden aan het ontwikkelen
van onderwijs. Dit betekent dat er per saldo meer mensen nodig zijn in en om de klas.
In de eerste plaats om de lessen te helpen verzorgen, maar ook om andere taken van
leraren over te nemen. Dit vraagt om extra geld vanuit de rijksoverheid. De raad adviseert
dan ook de rijksbekostiging structureel te verhogen, zodat scholen meer mensen kunnen
aantrekken.
Met beleefde groet,
E.H. Hooge Voorzitter
M.P. van Leeuwen Secretaris