35 570 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2021

L MOTIE VAN HET LID ROSENMÖLLER

Voorgesteld 6 april 2021

De Kamer,

Gehoord de beraadslaging,

Overwegende, dat de relaties binnen het Koninkrijk voor verbetering vatbaar zijn,

Constaterende, dat de Nationale ombudsman in zijn rapport «Oog voor ouderen in Caribisch Nederland» in november 2019 stelt dat «Caribisch Nederland kan en mag voor «Den Haag» niet de ver-van-mijn-bed-show blijven»,

Constaterende, dat de vice-president van de Raad van State in een voorgenomen lezing in november 2019 via een veelheid van wegen pleit voor «concrete en duurzame verbetering van de Koninkrijksbanden»,

Constaterende, dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken in zijn advies van september 2020 over de veiligheid en rechtsorde in het Caribisch gebied stelt dat de koninkrijksrelaties een hogere prioriteit dienen te krijgen in het kabinetsbeleid,

Van oordeel, dat zowel op het brede terrein van de veiligheid als op sociaal-economisch en financieel terrein de bevolking in het Caribisch deel van het Koninkrijk gebaat is bij intensivering van de onderlinge relaties,

Spreekt uit dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit dient te geven aan de Koninkrijksrelaties door op bovengenoemde terreinen de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rosenmöller

Naar boven