Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 12 augustus 2020 en het nader rapport d.d. 31 augustus 2020, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 15 juli 2020, nr. 2020001522,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 12 augustus 2020, No. W12.20.0266/III, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen. De tekst van het advies treft u hieronder
cursief afgedrukt aan, inclusief een reactie op de opmerking in de redactionele bijlage.
Bij Kabinetsmissive van 15 juli 2020, no. 2020001522, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van
de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging
van de Wet financiering sociale verzekeringen om te voorzien in differentiatie naar
grootte van werkgever bij de premieheffing voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds en
om de systematiek van voortschrijdend cumulatief rekenen aan te passen, met memorie
van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij
het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no. W12.20.0266/III
-
– Bij de voorgestelde differentiatie naar kleine en overige werkgevers voor de Aof-premie,
inhoudelijk toelichten waarom niet bij de reeds bestaande driedeling naar kleine,
middelgrote en grote werkgevers in het kader van de regeling gedifferentieerde premie
Werkhervattingskas wordt aangesloten (artikel 2.5, eerste lid, onderdeel b tot en
met d van het Besluit Wfsv).
De gedifferentieerde Aof-premie is uitsluitend bedoeld om kleine werkgevers financieel
tegemoet te komen. Het zijn ook met name kleine werkgevers die aangeven de behoefte
te hebben om ontzorgd te worden. Kleine werkgevers kunnen deze tegemoetkoming aanwenden
om zich goed te verzekeren via bijvoorbeeld de MKB-verzuim-ontzorgverzekering, die
het financiële risico van loondoorbetaling bij ziekte afdekt en de kleine werkgever
helpt bij de verplichtingen en taken rondom loondoorbetaling bij ziekte, waarmee zij
dus ook ontzorgd kunnen worden. Derhalve is er niet voor gekozen om aan te sluiten
bij de reeds bestaande driedeling. Daarnaast is het niet conform de afspraken die
het kabinet heeft gemaakt met de werkgevers.
Aangezien eenzelfde opmerking ook is gemaakt in de internetconsultatie, is de bovenstaande
toelichting aangevuld in hoofdstuk 7 van het algemeen deel van de memorie van toelichting,
onder Internetconsultatie gedifferentieerde Aof-premie.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees