35 538 Tijdelijke bepalingen in verband met de inzet van een notificatieapplicatie bij de bestrijding van de epidemie van covid-19 en waarborgen ter voorkoming van misbruik daarvan (Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19)

E VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1 EN VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID2

Vastgesteld 1 oktober 2020

De leden van de commissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en voor Justitie en Veiligheid (J&V) hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord3. De leden van de fracties van FVD, PvdA, PVV, SP, ChristenUnie, PvdD en 50PLUS leggen de regering nog graag enkele vragen voor,

Vragen en opmerkingen van de FVD-fractie

De leden van de FVD-fractie danken de regering voor de beantwoording van de eerste reeks vragen over de corona-app. Een aantal vragen is echter slechts gedeeltelijk of niet beantwoord, zo hebben zij geconstateerd. Zij begrijpen dat de regering een omvangrijke reeks aan vragen krijgt voorgelegd, waarop mogelijk niet altijd een antwoord voorhanden is. In dat geval stellen zij het op prijs om in de reactie op hun vragen ook te vernemen dát er geen antwoord mogelijk is, met de reden daarvoor. Naast de aanvullende vragen, zullen de leden van de FVD-fractie daarom een aantal vragen opnieuw stellen. De overige nog bij de leden van FVD-fractie levende vragen zullen tijdens het plenaire debat worden ingebracht.

  • 1. De leden van de FVD-fractie zijn bezorgd dat een grote groep mensen niet met de app kan gaan werken indien zij dat wenst. Dit is met name ook nog eens de meest kwetsbare groep. Hoe gaat de regering deze groep bereiken?

  • 2. In het voorlopig verslag wezen de leden van FVD-fractie op de Trace Together tracker uit Singapore als alternatief voor de deze groep. Is hier 6 maanden geleden, bij de start van de corona-app, al rekening mee gehouden? En staat zo’n tracker binnenkort ter beschikking voor deze kwetsbare groepen? Zo nee, waarom niet?

  • 3. In de memorie van toelichting staat dat de inzet van de app alleen bedoeld is voor de bestrijding van het virus. De app wordt dus geïntroduceerd in het kader van het indammen van de coronapandemie. Mocht de app daar niet aan voldoen, betekent dat dan dat er een uitgebreidere of andere toepassing zal gaan plaatsvinden? Zo nee, hoe is dat vastgelegd in het wetsvoorstel? Zo ja, aan welke toepassing wordt dan gedacht?

  • 4. De leden van de FVD-fractie stelden ook voor om de app toe te rusten met handige tips/reminders met betrekking tot het dagelijkse gedrag (zoals handen wassen, afstand houden, etc.), vanwege de preventieve werking die van dit soort goede stappen uitgaat. Deze vraag is niet helder beantwoord. Is de regering van plan deze tips toe te voegen? Zo nee, waarom wordt niet gekozen voor extra aandacht voor deze preventie ondersteunende mogelijkheid?

  • 5. De Taskforce Gedragswetenschappen is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de app. Hoe wordt deze taskforce ingezet? Heeft deze taskforce ook contact met de Nederlandse burgers? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

  • 6. Het is alom bekend dat dagelijks vitamine D-, C-, K-suppletie door middel van een multivitaminepreparaat de weerstand aanzienlijk verhoogd. Waarom wordt hier niet op gewezen? Waarom wordt niet overwogen dit gedurende de pandemie uit de basisverzekering te vergoeden?

  • 7. Naast het coronavirus begint nu ook de griep op te spelen. De app is bedoeld voor het coronavirus. Hoe kan er voor de gebruikers van de app onderscheid gemaakt worden tussen deze beide besmettingsvormen? Men kan immers bezorgd zijn corona te krijgen, terwijl het om de griep gaat, met deels vergelijkbare symptomen. Hoe gaat de regering, nu de gebruikelijke griepperiode is aangebroken, in het kader van het gebruik van de app uitleggen dat er onderscheid is tussen griep en corona? Welke argumenten gebruikt zij daarvoor en op welke wetenschappelijke onderzoeken is dit gebaseerd?

  • 8. De leden van deze fractie hebben nog een aantal vragen over de verschillende virussen. Is de regering ervan op de hoogte dat er naast covid-19 ook andere virussen actief zijn op dit moment en dat bij het testen voor covid-19 met name het rhinovirus wordt aangetroffen? Is de regering ervan op de hoogte dat veel van de symptomen die betrekking hebben op covid-19 overeenkomen met die van bijvoorbeeld het rhinovirus? Hoe kan de huidige werking van de corona-app differentiëren tussen deze verschillende virussen? Hoe wordt voorkomen dat er verschillende virussen vergeleken gaan worden? Kan het zijn dat een getest persoon gelijktijdig zowel het covid-19 als bijvoorbeeld het rhinovirus draagt? Indien deze vraag met «ja» wordt beantwoord, hoe wordt dan gedifferentieerd met betrekking tot de werking van de corona-app? Nu het reguliere griepseizoen weer voor de deur staat, hoe denkt de regering de seizoensinfluenza en covid-19 te kunnen onderscheiden? Hoe wordt dit onderscheid verwerkt in de corona-app?

  • 9. De griep heeft tot nu toe meer extra overlijdensgevallen opgeleverd dan corona. Kloppen de coronastatistieken in dezen? Zijn er inmiddels updates van de eerdere getallen uit het voorjaar? Dit is van belang omdat corona een hoge druk legt op de bevolking: door de vele berichten worden mensen aan de ene kant angstig en paniekerig over hun gezondheid en aan de andere kant zien zij hun bestaan en de economie ernstig onder druk staan.

  • 10. Op de vraag of de informatietechnologie (IT) van de verschillende GGD’s de app «aankan», ofwel hun systeem de taken naar aanleiding van de appmeldingen aankan, was het antwoord dat dit geen probleem was. Echter, tijdens de technische briefing aan de Eerste Kamer werd gemeld dat de app GGD’s niet helpt bij contactonderzoek en dat het kunnen maken van een afspraak op een bepaalde datum nog ingewikkeld is in de ICT-systemen van de GGD. Hoe zit het nu echt? Hoe komt dat er verschil zit tussen de memorie van antwoord en de briefing vanuit het Ministerie van VWS?

  • 11. Het succes van de corona-app staat of valt met de werking van het systeem, of beter gezegd dat men bij een melding getest kan worden. Dat is nu nog niet op orde. Waarom niet? Wanneer verwacht de regering dat dat wel op orde is? Kan zij al een inschatting geven van het aantal testen dat nodig zal zijn als zo’n 14 miljoen inwoners de app gebruiken? Waar gaat de regering in haar planning vanuit?

  • 12. In de memorie van antwoord geeft de regering aan dat een onderzoek van de Universiteit van Oxford4 een lagere dekking van de app onder de bevolking rechtvaardigt. Dus veel lager dan de door velen genoemde 60%. Zijn er ook andere wetenschappelijke onderzoeken bekend die dit bevestigen of dit anders zien? Welke zijn dat? Het wedden op één paard lijkt de leden van de FVD-fractie in deze tijden niet verstandig.

  • 13. De regering vindt communicatie erg belangrijk. Nu blijkt uit een nieuwsbericht dat er testen gedaan zullen worden in Abu Dhabi.5 De communicatie hierover is erg verwarrend. Levert dat geen problemen op? Ook het privacy-aspect doemt hierbij op. Is bij de testen in Abu Dhabi de privacy gegarandeerd? Eerder kon een ieder bij de GGD immers in de dossiers kijken. Met betrekking tot de betrouwbaarheid merken deze leden op dat bekend is dat testen snel uitgewerkt dienen te worden. Hoe verhoudt zich dit met testen in het Midden-Oosten? Kan de regering verzekeren dat de kwaliteit niet lijdt onder het tijdverlies?

  • 14. Uit de beantwoording blijkt dat er een manager partnerships is. Wie worden als partners gezien? Waarin zijn deze dan partners? Waarom is deze specifieke manager nodig nu de vrijwilligheid zo benadrukt wordt?

  • 15. De regering geeft aan dat interferentie in grensgebieden tussen bijvoorbeeld de Nederlandse en Duitse app niet speelt. Kan zij uitleggen hoe dat komt? En is er dan wel verbinding tussen beide apps?

  • 16. Google en Apple blijken als techgiganten niet zo goed in de hand gehouden te kunnen worden, leert de ervaring. De leden van de FVD-fractie gaan hier nog verder op in, omdat eerdere vragen niet volledig beantwoord zijn. Hoe gaat de regering garanderen dat zij absoluut onder regie staan van VWS? Welke sancties staan de regering ter beschikking bij afwijking op de afspraken? Wat hun eigen apps (in ontwikkeling of al klaar) betreft, deze draaien op hun systemen. Hoe veilig is dan de CoronaMelder? Wordt het voor gebruikers niet verwarrend als twee apps misschien wel verschillend of op andere tijdstippen gaan melden? Hoe pakt de regering dit aan?

  • 17. De app is er in verschillende talen. Afhankelijk van de telefooninstelling wordt een van de beschikbare talen gekozen. Nu blijkt dat op de Nederlandstalige app ook Engelse teksten staan. Waarom is dit? Wanneer wordt dit veranderd? Zijn er nog meer van deze onvolkomenheden? Zo ja welke?

  • 18. Follow the Money publiceerde over de bijzondere aanpak van de testcentrales en de adviezen van virologen aan de regering. Het gevolg is dat de volksgezondheid ernstige schade is toegebracht. Hoe gaat de regering hiermee om? Overweegt zij ook om een beter team in te zetten? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?

  • 19. Het vermoeden bestaat ─ helaas worden daar geen cijfers over gepubliceerd ─ dat onder bepaalde bevolkingsgroepen meer incidentie is dan onder andere. Is het niet beter zich daar op te concentreren, in plaats van de hele maatschappij te ontwrichten? Grote kans dat die groepen de corona-app niet gaan downloaden en daardoor een groot risico blijven voor de rest van de bevolking, die zich wel aan de spelregels houdt. Kan de regering een overzicht geven van de incidentie qua woongebied, diversiteit en sociale klasse/omgeving? Zo nee, waarom wordt hier geen beleid voor gevormd?

  • 20. De regering geeft aan dat er 1,8 miljoen Huawei Smartphones in omloop zijn. Hoe veilig zijn deze qua privacy? Zijn er goede afspraken met Huawei gemaakt inzake privacy? Zo nee, waarom niet?

  • 21. De leden van de FVD-fractie hebben een onvolledig antwoord ontvangen op de vragen 19 t/m 22 en 28. Zij krijgen deze graag alsnog volledig beantwoord.

  • 22. Is de regering het eens met de stelling dat niet-accuraat ingevoerde data ook betekent dat de uitvoerdata van de app slecht is (het «garbage in, garbage out»-principe)? Is de regering op de hoogte van het feit dat de RT-qPCR-test die nu gebruikt wordt validiteitsproblemen kent? Zo kan deze test niet differentiëren tussen een stukje RNA (ribonucleïnezuur), dat afkomstig is van een oude infectie, en een daadwerkelijk nieuw virusdeeltje dat in staat is om een infectie te veroorzaken.6 Mensen kunnen dus een positieve testuitslag krijgen terwijl men geen infectierisico loopt. Daarnaast kunnen de symptomen ook veroorzaakt worden door andere aanwezige virussen, zoals het rhinovirus. Hoe gaat de corona-app met deze discrepantie om? Hoe verzekert de regering dat de gebruikte data in de corona-app wel accuraat zijn, met andere woorden, dat de gemelde geïnfecteerden ook daadwerkelijk nieuwe covid-19-geïnfecteerden zijn en niet op basis van gevonden RNA-deeltjes, die kunnen duiden op een oude infectie, als positief zijn aangemerkt? Indien dit onderscheid niet kan worden gemaakt, is de regering dan van mening dat de corona-app tot onnodige onrust kan leiden, nu het mogelijk is dat mensen ten onrechte de melding krijgen dat zij met covid-19-geïnfecteerden in contact zijn geweest, terwijl dit niet zo blijkt te zijn? Indien deze vraag met «nee» wordt beantwoord, op basis waarvan komt de regering dan tot deze conclusie?

  • 23. Kan de regering aangeven welke technische moeilijkheden op dit moment een eventuele uitrol van de app in de weg staan? Wanneer wordt een technisch complete versie die geschikt is voor uitrol verwacht?

  • 24. Volgens de recent bekend gemaakte maatregelen van de regering wordt het aantal maatschappelijk sociale contactmomenten drastisch beperkt. Is deze beleidsbeslissing voorzien in de werking van de corona-app in de zin van verschillende benchmarks voor verschillende zwaarten van maatschappelijke contactmomenten? Zijn deze benchmarks en/of datamodellen per definitie flexibel en dynamisch aan te passen aan nieuwe omstandigheden, bijvoorbeeld het weer versoepelen van de maatregelen? Kan de regering deze benchmarks c.q. modellen delen met de Kamer en deze onverwijld doorsturen, voor zover nog niet gedeeld?

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie danken de regering voor de snelle beantwoording van de vragen die gesteld zijn. Helaas hebben zij de indruk dat op een aantal punten de snelheid de zorgvuldigheid in de weg heeft gestaan. Dat maakt dat zij een aantal aanvullende vragen hebben.

Testcapaciteit

De regering geeft in antwoorden op vragen van verschillende fracties (o.a. vraag 1) over de mate waarin de capaciteit van de GGD en de testcapaciteit toereikend is, aan hoe die capaciteit berekend is. In het antwoord spreekt de regering van «de uitgangspunten van het opschalingsplan». Om welke uitgangspunten gaat het? Op de dag dat de Kamer de antwoorden ontving, was al bekend dat de testcapaciteit en de personele capaciteit van de GGD’s tekortschiet. Het verbaast deze leden dat de regering dit niet opgenomen heeft in het antwoord. Waarom heeft zij dit niet gedaan? Op welke manier wordt geanticipeerd op de vooraf moeilijk in te schatten toe- en, mogelijk later ook, afname van de vraag om ondersteuning door de GGD en testen? Is de gekozen aanpak dynamisch genoeg?

In antwoord 193 geeft de regering aan nog geen inschatting te kunnen maken van de toename van de behoefte aan testcapaciteit door de introductie van de CoronaMelder. Is daar nu al wel een beeld van? De regering gaat ervan uit dat er begin oktober voldoende testcapaciteit is, zo lezen de leden van de PvdA-fractie. Kan de regering garanderen dat de testcapaciteit toereikend is voor de te verwachten toenemende vraag om testen als de CoronaMelder overal in Nederland gebruikt wordt? Zo ja, waar is deze verwachting op gebaseerd? Zo nee, onderschrijft de regering dat dit de toegevoegde waarde en het draagvlak van de CoronaMelder onder druk zet?

Is het in antwoord op vraag 112 weergegeven onderzoek naar asymptomatisch testen al bekend? Zo ja, wat is de conclusie uit dit onderzoek? Zo nee, wanneer worden de resultaten verwacht?

Betekenis uitslag test

De regering meldt in antwoord op vragen over de kwaliteit van de PCR-test (vraag 42) dat de sensitiviteit en specificiteit van deze test «goed» is. Dat is een kwalitatief oordeel. Kan de regering in percentages aangeven wat de sensitiviteit en specificiteit van deze test is? Dat geeft een adequater beeld van de mate waarin mensen terecht te horen krijgen dat zij besmet zijn met het covid-19-virus als zij een testuitslag krijgen, dan het antwoord dat de sensitiviteit en specificiteit «goed» is. Kan de regering aangeven wat daarbij bekend is over de sensitiviteit en specificiteit van de test op het moment dat getest wordt zonder klachten?

Promotiecampagne

In de antwoorden over de promotiecampagne (vraag 3) wordt gesproken over een partnerstrategie. Partners, waaronder werkgevers en zorgorganisaties, wordt gevraagd om de campagne via hun kanalen te verspreiden. De regering merkt op dat als gemeld wordt dat het gebruik van de CoronaMelder vrijwillig is er naar haar oordeel geen sprake is van druk en dat dit niet ten koste gaat van de vrijwilligheid. Ligt hier onderzoek aan ten grondslag? Zo ja, is de regering bereid om dit onderzoek met de leden van de Eerste Kamer te delen? Zo niet, is de regering bereid om onderzoek te doen naar het effect van de campagnestrategie op het ervaren gevoel van vrijwilligheid om de app te gebruiken en de resultaten daarvan met de Kamer te delen?

Daarnaast vinden de leden van de PvdA-fractie de antwoorden die gesteld zijn over het doenvermogen van mensen en de tweedeling die versterkt wordt tijdens de coronapandemie (o.a. vragen 120, 121 en 122) niet overtuigend. Een landelijke campagne met een partnerstrategie lijkt het panacee. Deze leden vragen ons wat de regering doet met de lessen die geleerd zijn bij de introductie van de actieve donorregistratie. Toen is immers ook duidelijk geworden dat iedere groep een eigen aanpak verdient. Op welke wijze gaat de regering mensen die (nu al) niet bereikt worden door een landelijke campagne, stimuleren en faciliteren om de CoronaMelder te gebruiken en opvolging te geven aan adviezen als zij in contact zijn geweest met iemand die positief is getest op het covid-19-virus. Op welke wijze worden mensen geholpen die niet «digivaardig» zijn bij het instellen en het gebruik van de app?

Effectiviteit CoronaMelder

De regering schrijft (antwoord 4 en 5) dat de CoronaMelder zal worden beëindigd wanneer de inzet onvoldoende effectief is. In vragen over wat daaronder verstaan moet worden, meldt de regering dat het gaat om de onderzoeksgebieden adoptie, gebruik, directe beoogde effecten, indirecte beoogde effecten en niet beoogde effecten zonder een nadere duiding te geven van maat en getal. In antwoord op de vragen 110, 164, 165 en 166 geeft de regering een nadere duiding wat onder deze factoren wordt verstaan. Kan de regering toelichten bij welke waarden de CoronaMelder ineffectief is?

De regering geeft aan (o.a. vraag 25, 26, 27, 60, 61 62, 117, 163 en 218) dat in een epidemiologisch model met simulaties is aangetoond dat het gebruik van de CoronaMelderapp ook bij een lage adoptiegraad effectief is. Bij welke mate van adoptie is dit het geval? Het gaat om conclusies op basis van simulaties. Wordt na brede introductie van de CoronaMelderapp de effectiviteit ervan gerelateerd aan de adoptiegraad, gemonitord?

Privacy

In het Volkskrantartikel van 29 september jl. «Toch privacy probleem in Corona-app: patiënten zouden onder druk gezet worden»7 wordt gemeld dat in het rapport van Radically Open Security (ROS)8 geconstateerd is dat de CoronaMelder niet volledig veilig is. Medewerkers van de GGD zouden kunnen zien of iemand die klachten heeft daadwerkelijk binnen de app melding heeft gemaakt dat hij besmet is. De leden van de PvdA-fractie ontvangen graag een reactie van de regering op de bevindingen van dit rapport.

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. De regering geeft hierin aan dat de PCR-testen die in Nederland worden gebruikt goed scoren op de eigenschappen sensitiviteit en specificiteit. De leden van de PVV-fractie vernemen graag wanneer de test voor deze eigenschappen in de categorie «goed» valt. Welke cijfermatige waarden worden hieraan toegekend? Hoe verhouden deze cijfermatige waarden zich tot de toegepaste schaal?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben naar aanleiding van het vertraagd uitbrengen van de resultaten van de pentesten (penetratie testen) nog enkele vragen. Tijdens het bereiden van de maaltijd is proeven een belangrijk onderdeel. Zo ook het doen van pentesten bij privacy- en securitygevoelige processen. Wanneer het eten te flauw is, voegt men zout toe, daarmee is de maaltijd niet verpest, maar juist verbeterd. Een pentest is het spreekwoordelijke proeven van de maaltijd en geheimzinnig hoort men daar niet over te doen. Helaas is het laatste wel gebeurd.

Radically Open Security (ROS) heeft eerder hun pentest naar het Ministerie van VWS gestuurd dan dat het gepubliceerd is, namelijk op 28 augustus jl.; het definitieve rapport is op 29 september jl. gepresenteerd. Waarom heeft het zo lang geduurd voordat het rapport is gepubliceerd? De verklaring dat de rapportage te laat binnenkwam kan alleen gelden voor 28 augustus maar toch niet voor de 30 dagen erna?

Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een reactie op alle kwetsbaarheden die zijn ontdekt. Zij vernemen graag welke maatregelen zijn getroffen. Meer specifiek hebben zij de volgende vragen. De informatie die wordt doorgegeven aan de GGD’s lijkt geen kwetsbaarheid, maar een ontwerpfout of misschien beter gezegd een ontwerpkeuze. De keuze of die data gedeeld moet worden met de GGD‘s zou een opt-in moeten zijn. Waarom is er niet gekozen voor een opt-in? Welke mogelijkheden zijn er om af te zien van een «third party authenticator»? Waarom is hier niet voor gekozen?

Gezien het feit dat de kwetsbaarheden ruim een maand geleden zijn geconstateerd, gaan de leden van deze fractie ervan uit dat er nog aanpassingen van de app zijn geweest in de afgelopen maand. Zo ja, welke kwetsbaarheden zijn aangepakt en is er daarna opnieuw door ROS een pentest uitgevoerd? Zo nee, waarom is deze pentest niet gedaan? Gaat deze nog gedaan worden vóór de lancering van de app? Worden de resultaten daarvan dan wel spoedig geopenbaard?

Is er een go/no-go-moment gepland? Zo nee, waarom niet?

Is de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op de hoogte gesteld van dit rapport? Zo ja, wat is hun reactie hierop? Zo nee, waarom is de AP niet op de hoogte gesteld? Is de regering bereid alsnog een reactie te vragen aan de AP? Zo nee, waarom niet?

Is de regering het met deze leden eens dat het gevolgde proces van openbaarmaking van deze pentest funest is voor het vertrouwen van het publiek in de app? Zo ja, hoe denkt zij dit te gaan herstellen?

Vragen en opmerkingen van de ChristenUnie-fractie

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19. Zij hebben geprobeerd om de wetenschappelijke achtergronden van deze app op hoofdlijnen te begrijpen. Zij hebben het artikel van Hinch et al. gelezen – het zogenaamde Oxford artikel.9 Ook hebben zij zich door het artikel van Ferretti et al.10 geworsteld waarnaar Hinch et al. verwijst. Zij beginnen met het laatste artikel.

Ferretti et al. gaan uit van een R-waarde (reproductiegetal) van 2 (eerste stadium in China). Zij stellen dat de volgende componenten bijdragen aan de R-waarde: 46% wordt bijgedragen door mensen voordat ze symptomen hebben, 38% nadat ze symptomen hebben, 10% door mensen die geen symptomen vertonen en 6% door de fysieke omgeving (vervuiling). Zie ook figuur 2 en Tabel 2. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben daar de volgende vragen over. Ten eerste, zijn de componenten waaruit de R-waarde bestaat onafhankelijk van de grootte van de R-waarde? Met andere woorden, gelden dezelfde percentages voor een R-waarde van 1,3 à 1,4 (situatie in Nederland)? Ten tweede, betekent het feit dat haast de helft van de besmettingen (46%) wordt veroorzaakt door mensen die nog geen symptomen hebben, dat de effectiviteit van de CoronaMelder op microschaal altijd effectief is (microschaal = eigen netwerk) en op macroschaal vooral effectief is als voldoende mensen de app gebruiken en in isolatie/quarantaine gaan?

Ferretti et al. geven een aantal grafieken waarbij op de x-as staat het percentage mensen met symptomen die succesvol geïsoleerd worden en op de y-as het percentage contacten die succesvol in quarantaine gaan nadat ze in contact zijn gekomen met iemand die het virus heeft. Als iemand na drie dagen in isolatie gaat en na drie dagen in quarantaine gaat (handmatig contacten tracen) dan neemt de R-waarde heel langzaam af en duurt het lang eer de pandemie verdwenen is. Als iemand met symptomen direct in isolatie gaat en direct de contacten opgespoord worden (met de app) dan neemt de R-waarde af. Deze afname gaat sneller bij een hoger percentage mensen met symptomen die succesvol in isolatie gaan, bij een hoger percentage mensen die in quarantaine gaan, en bij een lagere R-waarde. Zie figuur 3 en de figuren S15-S17 uit de bijlagen. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben hierover een viertal vragen. Vraag 1. Betekent dit dat een epidemie alleen snel uitdooft als: a) mensen snel in isolatie gaan, b) als een hoog percentage van mensen met symptomen in isolatie gaan, c) contacten snel in quarantaine gaan, d) als een hoog percentage van de contacten in quarantaine gaan, en e) als de R-waarde zo laag mogelijk is? Vraag 2. Betekent dat de effectiviteit van de CoronaMelder positief beïnvloed wordt door de factoren a) t/m e)? Vraag 3. Betekent dit ook dat testen zonder wachttijd en een snelle uitslag de effectiviteit van de CoronaMelder positief beïnvloeden? Vraag 4. Als de leden van deze fractie het artikel goed hebben begrepen, dan gaat Ferreti uit van een hoog percentage appgebruikers. Voor dit percentage wordt een vaste waarde gebruikt. Is het toegestaan om de afhankelijkheid van het percentage appgebruikers in te schatten door dit te verwerken in het percentage geslaagde quarantaines? Zou dat betekenen dat bij een lager percentage mensen die de app gebruiken (20 tot 30%) er dan toch een significant effect is op de snelheid van uitdoven (figuur 3)?

Uit het artikel van Hinch et al. blijkt dat de R-waarde een sterke invloed heeft (hier uitgedrukt als «doubling times»). In de praktijk gebruiken zij R-waarden van 3 tot 3,4. In figuur 5 rapporteren ze de invloed van het percentage appgebruikers. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben daar de volgende twee vragen over. Ten eerste, gelden vergelijkbare grafieken ook voor een R-waarde van circa 1,3 – 1,4?. Ten tweede, hoe groot is het effect van een percentage appgebruik van tussen de 20 en de 30%? Zij geven deze grenzen omdat de hoogste percentages appgebruikers te vinden zijn in Duitsland (21%) en Ierland (30%)?

Als de leden van de fractie van de ChristenUnie beide artikelen bezien, dan komen ze tot de volgende vragen c.q. conclusies. Zou de regering op onderstaande punten kunnen reflecteren?

  • 1. Het virus dooft uit als: a) mensen snel in isolatie gaan, b) als een hoog percentage van mensen met symptomen in isolatie gaan, c) contacten snel in quarantaine gaan, d) als een hoog percentage van de contacten in quarantaine gaat, e) als veel burgers de CoronaMelder gebruiken en f) als de R-waarde zo laag mogelijk is. Begrijpen deze leden dit goed?

  • 2. De parameters a) t/m e) zijn in hoge mate beïnvloedbaar. Wat zijn de huidige waarden van deze parameters en hoe probeert de regering die te beïnvloeden?

  • 3. Gegeven de huidige waarden van de parameters a) t/m d): hoeveel burgers moeten de app gebruiken wil deze effectief zijn?

  • 4. Welke doelstellingen streeft de regering na m.b.t. de parameters a) t/m e)?

  • 5. Wat betekenen beide artikelen voor de voorlichting en campagne met betrekking tot de CoronaMelder?

Ten slotte, zijn er nog andere wetenschappelijke artikelen die andere inzichten bieden dat de bovengenoemde en zou de regering die met de Kamer kunnen delen?

Vragen en opmerkingen van de PvdD-fractie

De leden van de fractie van de PvdD hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden. Zij wensen nog aanvullende vragen te stellen. Deze vragen zijn genummerd en in subvragen onderscheiden; verzocht wordt om alle genummerde subvragen per vraag te beantwoorden en niet één antwoord te geven op een groep vragen.

  • 1. Omdat vrijwilligheid voorop staat bij het gebruik van de CoronaMelder is van belang om welke reden iemand ervoor zal kiezen om de app te downloaden en te gebruiken. Vraag 1a. Is er onderzoek gedaan waaruit blijkt welke redenen mensen (zullen) hebben? Zo ja, welke conclusies zijn op grond van dat onderzoek te trekken? Zo nee, welke verwachting heeft de regering en waarop is die gebaseerd? Vraag 1b. Is er onderzoek gedaan waaruit blijkt of de betrouwbaarheid van de CoronaMelder van invloed is op de keuze van mensen om de app te downloaden en te gebruiken? Zo ja, welke conclusies zijn op grond van dat onderzoek te trekken? Zo nee, welke verwachting heeft de regering en waarop is die gebaseerd? Vraag 1c. Is er onderzoek gedaan waaruit blijkt of het beschikbaar zijn van testmogelijkheden die op korte termijn uitsluitsel geven van invloed is op de keuze van mensen om de app te downloaden en te gebruiken? Zo ja, welke conclusies zijn op grond van dat onderzoek te trekken? Zo nee, welke verwachting heeft de regering en waarop is die gebaseerd?

  • 2. Wie de CoronaMelder gebruikt, krijgt bij gebleken contact met een besmet persoon een notificatie, die op dit moment inhoudt dat geadviseerd wordt om in thuisquarantaine te gaan. Vraag 2a. Wordt verwacht dat de betrokkene in zo’n geval contact opneemt met de GGD? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wordt niet standaard in de notificatie vermeld dat de betrokkene contact dient op te nemen met de GGD? Vraag 2b. Wordt verwacht dat de betrokkene in zo’n geval zich laat testen? Zo nee, waarom niet; en is voor het antwoord relevant of er voldoende testcapaciteit is? Zo ja, waarom wordt niet standaard in de notificatie aangeraden zich te laten testen? Vraag 2c. Is er onderzoek gedaan naar de emotionele en psychische impact voor de betrokkene indien deze de melding krijgt dat er contact is geweest met een besmet persoon terwijl niet de mogelijkheid bestaat om zich op korte termijn te laten testen en uitslag van die test te krijgen? Zo ja, welke conclusies zijn op grond van dat onderzoek te trekken? Zo nee, welke verwachting heeft de regering en waarop is die gebaseerd? Vraag 2d. Wordt de betrokkene voordat deze het downloaden van de CoronaMelder afrondt, geïnformeerd: (a) over het percentage foutmeldingen dat zich voordoet en (b) over het ontbreken (zo dat aan de orde is) van de mogelijkheid om enkele dagen na de notificatie te kunnen beschikken over een testresultaat? Zo nee, waarom niet en in hoeverre acht de regering dat in overeenstemming met de eis van transparantie?

  • 3. Indien de notificatie inhoudt dat de betrokkene – ook al heeft deze zelf geen verschijnselen van covid-19 – in thuisquarantaine dient te gaan, dan is voor de effectiviteit van de Coronamelder van belang of dat advies wordt opgevolgd. Vraag 3a. Is het juist dat een werkgever – gelet op het feit dat de betrokkene niet ziek is – kan verlangen dat deze op het werk verschijnt, indien thuiswerken naar diens oordeel niet aan de orde kan zijn? Zo ja, welk gedrag wordt dan door de regering van de werknemer verlangd als deze de notificatie krijgt om in thuisquarantaine te gaan ook al heeft hij geen verschijnselen van covid-19? Kan de regering daarbij aangeven hoe realistisch de verwachting is dat dit verlangde gedrag zal plaatsvinden? Vraag 3b. Kan de werkgever in het geval waarin de betrokkene in thuisquarantaine gaat en dat met zich meebrengt dat de arbeid die volgens de arbeidsovereenkomst dient te worden verricht, niet door de betrokkene kan worden verricht, de salaris- en overige kosten over de tien dagen waarin thuisquarantaine duurt, van overheidswege vergoed krijgen? Zo nee, is de regering bereid te bevorderen dat zo’n vergoeding wordt verstrekt? Vraag 3c. Is het juist dat een verzoek van een student of een scholier om op een later moment aan een examen deel te nemen dat plaatsvindt in de periode dat hij op basis van het advies van de CoronaMelder in thuisquarantaine moet gaan, niet behoeft te worden ingewilligd? Zo ja, welk gedrag wordt dan door de regering van die student of scholier verlangd als deze de notificatie krijgt om in thuisquarantaine te gaan ook al heeft hij geen verschijnselen van covid-19? Kan de regering daarbij aangeven hoe realistisch de verwachting is dat dit verlangde gedrag zal plaatsvinden? Vraag 3d. Is het juist dat veel alleenstaanden, inclusief alleenstaande ouders met kinderen die nog naar school moeten worden gebracht, niet de mogelijkheid hebben om tien dagen in thuisquarantaine te gaan omdat boodschappen moeten worden gedaan en kinderen naar en van school moeten worden gehaald? Zo ja, welk gedrag wordt dan door de regering van die betrokkene verlangd als deze de notificatie krijgt om in thuisquarantaine te gaan ook al heeft deze geen verschijnselen van covid-19? Kan de regering daarbij aangeven hoe realistisch de verwachting is dat dit verlangde gedrag zal plaatsvinden?

  • 4. Op de vraag (198) van de leden van de fractie van de PvdD naar het nadere oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) meldt de regering dat de AP inmiddels heeft gereageerd. Een aantal zaken zouden in die nadere reactie staan, maar de reactie is niet bijgevoegd. Vraag 4a. Is de regering bereid om omgaande de nadere reactie van de AP aan de Eerste Kamer toe te zenden? Vraag 4b. Schrijft de AP dat de eerdere kritiekpunten opgelost zijn en dat voldoende is gewaarborgd dat de verwerking van de persoonsgegevens in overeenstemming met de AVG wordt uitgevoerd?

  • 5. Aangenomen dat het niet om een foutmelding gaat, dan impliceert een notificatie dat de genotificeerde persoon er rekening mee moet houden dat hij in de buurt van een besmet persoon is geweest en dus ook besmet kan zijn. Op basis van die informatie kan de persoon zelf afwegen of hij – in afwachting van een eventueel testresultaat waaruit blijkt dat hij niet besmet is – contact met anderen zal vermijden. Vraag 5a. Kan volgens de regering op die enkele grond al worden geconcludeerd dat «inzet van de app (kan) bijdragen aan een daling van de besmettingsgraad» en dat zij «daarmee naar de mening van de regering waardevol» is (antwoord op vraag 200)? Vraag 5b. Als het zo is dat het enkele feit dat een aantal personen die door contact met een besmet persoon zelf ook besmet zijn geraakt, op grond van de notificatie contact met anderen vermijden hoewel zij nog geen verschijnselen van covid-19 hebben, eraan bijdraagt de verspreiding van het virus in te dammen, op welke grond zou dan een doorlopende evaluatie kunnen leiden tot de conclusie dat de CoronaMelder onvoldoende effectief is? Er is dan toch altijd een «gunstig» effect? Kan de regering hierop reflecteren? Vraag 5c. In antwoord op vraag 199 geeft de regering aan dat «er geen minimale adoptiegraad (is) vastgesteld». Bedoelt de regering daarmee dat als de adoptiegraad niet boven de 10% of 15% komt, daarin geen grond gelegen kan zijn om de CoronaMelder te beëindigen omdat de inzet onvoldoende effectief is? Vraag 5d. Als in het doorlopende evaluatie-onderzoek de «adoptie» één van de vijf indicatoren is, hoe verhoudt zich dit dan tot het standpunt van de regering dat er niet kan worden uitgegaan van een «minimale adoptiegraad» die nodig is? Vraag 5e. Waarom wordt «de adoptiebereidheid maandelijks geëvalueerd» als het zo zou zijn dat de effectiviteit van de app vaststaat omdat naar het oordeel van de regering het onderzoek van de universiteit van Oxford al «laat zien dat een app voor digitale contactopsporing ook al bij een lager aantal downloads kan bijdragen aan het vertragen van de verspreiding van het virus en het terugbrengen van het aantal besmettingen»?

  • 6. Een van de eisen waaraan moet worden voldaan volgens de Ethische analyse11 is dat de app daadwerkelijk uitgeschakeld dient te kunnen worden. In de technische briefing is aangegeven dat op dit moment niet aan die eis wordt voldaan en dat niet is gegarandeerd dat in de toekomst daaraan wel zal worden voldaan. In de CoronaMelder wordt geadviseerd om – indien men het vastleggen van ontmoetingen wil uitzetten – de «bluetooth» uit te zetten, wat echter vaak niet kan omdat allerlei apparaten (aangesloten laptop, TomTom, gehoorapparaat, muziek enz.) via bluetooth werken. Is de regering het eens met de conclusie van de leden van de PvdD-fractie dat niet aan de betreffende eis is voldaan die in de Ethische analyse is vermeld?

  • 7. In het kader van de ethische kernwaarden die in de Ethische analyse zijn geformuleerd en die door de regering worden onderschreven, geldt als eis dat degene die de vrijwillige keuze maakt of hij de app zal downloaden en gebruiken «goede en beschikbare voorinformatie» (bladzijde 10 van de Ethische analyse) heeft. Vraag 7a. Is de regering bereid om in de informatie die wordt gegeven bij het downloaden van de CoronaMelder te vermelden dat uit onderzoek in de testfase is gebleken dat van alle gevallen waarvoor logischerwijs een melding had moeten worden afgegeven slechts in 73% van de gevallen daadwerkelijk een melding werd afgegeven? Vraag 7b. Is de regering bereid om in de informatie die wordt gegeven bij het downloaden van de CoronaMelder te vermelden dat uit onderzoek in de testfase is gebleken dat van alle afgegeven meldingen 59% ten onrechte was afgegeven? Vraag 7c. Is de regering bereid om in de informatie die wordt gegeven bij het downloaden van de CoronaMelder te vermelden dat een notificatie kan geschieden in een geval dat de betrokkene zelf zich niet binnen 1,5 meter afstand van een besmet persoon heeft bevonden, maar wel diens telefoon (bijvoorbeeld in een tas die was geplaatst op de grond in de bioscoopzaal, of op een lege zitplaats in de trein, tram of bus, of in een jaszak die zich binnen 1.5 meter van een andere persoon bevond)? Vraag 7d. Is de regering bereid om in de informatie die wordt gegeven bij het downloaden van de CoronaMelder te vermelden dat de betrokkene geheel vrij blijft om het handelingsadvies dat bij de notificatie wordt gegeven, niet op te volgen en dat zo’n handelen onzichtbaar blijft voor anderen en voor overheidsdiensten?

  • 8. Het antwoord op vraag 3 luidt: «Zolang duidelijk wordt aangegeven dat het downloaden en gebruiken van CoronaMelder vrijwillig is en mensen niet persoonlijk worden gevraagd CoronaMelder te gebruiken is er geen sprake van druk en gaat het dus ook niet ten koste van de vrijwilligheid». Vraag 8a. Hoe moet dit antwoord geduid worden? Vraag 8b. Geeft de regering hier aan dat zij zich vrij voelt om in de introductiecampagne «alle inwoners van Nederland» (dus niet persoonlijk) voor te houden dat «moreel van hen mag worden verlangd de CoronaMelder te downloaden en te gebruiken in onze gezamenlijke strijd tegen de Coronavirus»?

  • 9. In de Ethische analyse wordt de volgende aanbeveling gedaan: «Om te voorkomen dat de app een cultuurverandering inluidt waarin mensen minder huiverig worden voor surveillance, dient de app te worden ingezet en gepositioneerd als een middel voor digitale solidariteit en dient de communicatie rondom de app het uitzonderlijke karakter van de app als van overheidswege geboden faciliteit uitdrukkelijk positief te worden benoemd (t.w. burgers beter in staat te stellen verantwoordelijkheid voor elkaars gezondheid te nemen)». Vraag 9a. Kan de regering nog eens onderschrijven dat zij deze aanbeveling volledig heeft overgenomen? Vraag 9b. Kan de regering garanderen dat in het kader van de partnerstrategie waarbij «partners worden gevraagd om de boodschap via hun eigen communicatiekanalen te verspreiden» (antwoord op vraag 3) de inzet en positionering van de app en communicatie rondom de app zal plaatsvinden overeenkomstig de geciteerde passage uit de Ethische analyse? Vraag 9c. De introductiecampagne «informeert zoveel mogelijk mensen over de werking en het nut van de app» (antwoord op vragen 24, 30 en 31). Hoe wordt het «nut» van de app omschreven zonder dat morele druk wordt uitgeoefend om de app daadwerkelijk te downloaden en te gebruiken?

Vragen en opmerkingen van de 50PLUS-fractie

De leden van de 50PLUS-fractie hebben kennisgenomen van de memorie van antwoord. Zij hebben naar aanleiding daarvan nog enkele aanvullende vragen.

Testperiode

In de memorie van antwoord staat in reactie op de vragen 9 t/m 13: «vanwege het uitgangspunt van privacy by design (is) onmogelijk gemaakt om te achterhalen of deze personen daadwerkelijk een notificatie hadden ontvangen. In de doorlopende evaluatie wordt op dit moment nog bekeken of er een vollediger beeld over de testperiode kan worden gegeven.» Hoe denkt de regering te beschikken over een vollediger beeld over de testperiode? Dat kan immers niet omdat niet na te gaan is welke personen notificaties krijgen. De melding van personen aan de GGD’s dat ze een notificatie ontvangen hebben, is immers leidend. Bedoelt de regering dat GGD’s verdere vragen gaan stellen over de notificatie zelf? Worden notificaties straks genummerd? Graag krijgen deze leden een duidelijke toelichting van de regering hoe zij de toezegging van een vollediger beeld gaat waarmaken.

Informatievoorziening

In de richtlijnen van het RIVM12 en GGD13 worden 3 categorieën van contacten waar een besmette persoon mee in aanraking is geweest onderscheiden.14 Categorie 1: Huisgenoten: huisgenoten moeten 10 dagen in quarantaine na het laatste contactmoment. Onder quarantaine wordt verstaan strikt thuisblijven en niet naar buiten. Tijdens de quarantaine van 14 dagen lang alert blijven op klachten, bij klachten neem je contact op met de GGD voor een test. Categorie 2: Nauwe contacten: (de app detecteert TEK’s (Temporary Exposure Key) van gebruikers waar je nauw contact mee hebt gehad gedurende een periode langer dan 15 minuten op anderhalve meter of minder afstand. Nauwe contacten moeten in thuisisolatie (thuiswerken, geen OV, geen personen ontvangen). Gedurende 14 dagen tijdens de thuisisolatie alert blijven op klachten, pas bij klachten laten testen. Categorie 3: Niet nauwe contacten: deze zijn korter dan 15 minuten op meer afstand geweest dan anderhalve meter met een besmet persoon. De niet nauwe contacten hoeven niet in thuisisolatie en moeten gedurende 14 dagen goed in de gaten houden of ze klachten krijgen.

De leden van de 50PLUS-fractie vragen of deze weergave juist is? Waarom is er een periode verschil tussen 10 dagen in quarantaine en 14 dagen in thuisisolatie? Is het juist dat bij de categorieën 1 en 2 na een negatieve uitslag van de coronatest toch de richtlijn is om in volledige quarantaine c.q. thuisisolatie te blijven (zie ook het antwoord op vraag 152)? Komt dit voort uit de gemiddelde incubatietijd omdat na besmetting met het coronavirus het meestal 5 tot 6 dagen duurt voordat je klachten krijgt? Is het juist dat de incubatietijd van het coronavirus – de periode dat je besmet raakt en klachten krijgt – wel kan liggen tussen de 2 en 14 dagen?

Zijn de diverse richtlijnen en de verschillen tussen periode quarantaine en thuisisolatie niet zeer verwarrend voor de burger wanneer die daarmee geconfronteerd wordt? Is wel genoegzaam bekend dat ook bij negatieve testresultaten de persoon zichzelf toch moet isoleren voor een periode? Is de gemiddelde burger die na ontvangst van een notificatie door de app, maar zonder dat die klachten heeft en zich dus conform de huidige richtlijnen niet laat testen, zich bewust dat hij nog steeds een mogelijke besmettingsbron vormt? Hoe gaat de regering, wanneer dit wetsvoorstel wordt aangenomen, heldere en duidelijke voorlichting verschaffen over de uitwerking van de hier bovenstaande discrepanties in perioden en het al dan niet in quarantaine c.q. thuisisolatie gaan? Door de leden van de 50PLUS-fractie werd bij navraag vastgesteld dat vele burgers volstrekt onbekend zijn met de incubatietijd van het coronavirus en dat zij de uitwerking van de richtlijnen van RIVM en GGD en de LCI-Richtlijn covid-19 als verwarrend en onbegrijpelijk kwalificeren. Wat gaat de regering hieraan doen?

Relatie CoronaMelder en testcapaciteit.

In reactie op vraag 1 wordt gesteld dat GGD en GHOR Nederland eind september een integraal opschalingsplan testen en traceren zal publiceren. Is dit plan inmiddels gereed? Zo nee, wanneer denkt de regering dat dit gepubliceerd wordt? De opschaling van testcapaciteit in de laboratoria klinkt veelbelovend, maar een slimmere verdeling van schaarse testmaterialen over laboratoria verhelpt het daadwerkelijke probleem. Graag krijgen deze leden een toelichting waarom er nog steeds een schaarste aan testmaterialen bestaat. Waarom wordt het aantal teststraten niet uitgebreid, maar eerder beperkt? Een mogelijk besmet persoon uit Zoetermeer die naar Alkmaar moet reizen om zich te laten testen is inefficiënt en een potentiële besmettingsbron voor anderen want niet iedereen beschikt over eigen vervoer. Graag krijgen deze leden een verklaring waarom heen en weer reizen binnen Nederland van mogelijk besmette personen een verstandige keuze zou zijn.

In het antwoord op vraag 3 over de ongewenste sociale druk ondanks de antimisbruikbepaling, wordt gemeld dat via partnerstrategie informatie over de CoronaMelder breed wordt verspreid met behulp van een standaard toolkit, waarbij uitleg over de werking van de app, nut en noodzaak van de app en vrijwillig gebruik belicht wordt. De leden van de fractie van 50PLUS maken zich zorgen over het woord «noodzaak». Immers, synoniemen daarvan zijn: onvermijdelijkheid, necessiteit, vereiste, obligatie, opdracht, plicht. Het beeld wat daarmee wordt opgeroepen staat in schril contrast met de immer benadrukte volledige vrijwilligheid voor het downloaden van de app. Graag horen deze leden hoe de toolkit het woord «noodzaak» van de CoronaMelder daadwerkelijk omschrijft, teneinde daardoor te kunnen vaststellen of hier geen psychische druk vanuit gaat.

In reactie op vraag 112 wordt gemeld: «Zodra de testcapaciteit toeneemt en de onderzoeksresultaten bekend zijn, zal ik het OMT en RIVM vragen om het testbeleid te heroverwegen». (Niet laten testen bij geen klachten ondanks een notificatie via de CoronaMelder.) De leden van deze fractie stellen vast dat het huidige testbeleid dus is gebaseerd op de schaarste aan testmaterialen c.q. testcapaciteit. De inschatting van de regering is dat eind oktober van dit jaar een opschaling plaatsvindt van 50.000 naar 70.000 testen per dag. Wanneer wordt verwacht dat de onderzoeksresultaten beschikbaar zijn? Kan indien nodig deze dagelijkse testcapaciteit nog verder worden uitgebreid? Of is dit echt het maximaal haalbare?

De leden van de vaste commissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Justitie en Veiligheid zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vrijdag 2 oktober 2020. Onder voorbehoud dat de nota naar aanleiding van het verslag de Kamer tijdig bereikt, is het plenaire debat voorzien voor maandag 5 oktober en dinsdag 6 oktober 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Adriaansens

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer


X Noot
1

SamenstellingVolksgezondheid, Welzijn en Sport:

Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Wever (VVD), Adriaansens (VVD) (voorzitter), Van der Burg (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Nicolaï (PvdD), Van Pareren (FVD) (ondervoorzitter), Prins-Modderaar (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Pouw-Verweij (FVD), Hermans (FVD) Van der Voort (D66)

X Noot
2

Samenstelling Justitie en Veiligheid:

Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Rombouts (CDA), Bikker (CU), Baay-Timmerman (50PLUS), Adriaansens (VVD), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Cliteur (FVD), Dittrich (D66), Doornhof (D66), Gerbrandy (OSF), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Van Pareren (FVD), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (FVD)

X Noot
3

Kamerstukken I 2020/21, 35 538, C.

X Noot
9

Effective Configurations of a Digital Contact Tracing App: A report to NHSX, 16 April 2020 (https://cdn.theconversation.com/static_files/files/1009/Report_-_Effective_App_Configurations.pdf?1587531217).

X Noot
10

Quantifying SARS-CoV-2 transmission suggests epidemic control with digital contact tracing, 8 May 2020 (https://science.sciencemag.org/content/368/6491/eabb6936).

X Noot
11

Bijlage bij Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 511.

Naar boven