Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2020
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit, houdende tijdelijke bepalingen in verband
met de aanwijzing van de verwerkingsverantwoordelijke voor de uitwisseling van gegevens
van de in artikel 6d van de Wet publieke gezondheid bedoelde notificatieapplicatie
en notificatieapplicaties die worden gebruikt door andere lidstaten van de Europese
Unie (Tijdelijk besluit Europese interoperabiliteit notificatieapplicatie covid-19)1.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
van artikel 6d, tiende lid, van de Wet publieke gezondheid. Op grond van deze bepaling
geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken
nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Het ontwerpbesluit voorziet in het aanwijzen van de verwerkingsverantwoordelijke voor
de Europese uitwisseling van gepseudonimiseerde codes in het kader van CoronaMelder.
De grondslag voor deze uitwisseling is bij amendement van het lid van den Berg c.s.2 reeds opgenomen in de Wet publieke gezondheid. De uitwisseling zal plaatsvinden door
middel van een zogenaamde federatieve gateway die wordt beheerd door de Europese Commissie.
Bij brief van 17 november jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 713) heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen om vooruitlopend op de inwerkingtreding
van de amvb op 30 november as. op de federatieve gateway aan te sluiten. Ik acht het
namelijk gelet op het aantal besmettingen in Nederland en de rest van Europa verstandig
dit zo snel mogelijk te doen. Het virus stopt immers niet bij de grens en door het
gebruik van de federatieve gateway wordt het bereik van CoronaMelder groter en kunnen
ketens van besmettingen sneller en vaker worden verbroken. Dat is van belang in de
grensregio’s maar ook met het oog op de kerstvakanties en het naderende skiseizoen.
Daarbij acht ik het van belang dat de grondslag voor interoperabiliteit op wens van
uw Kamer reeds is opgenomen in de wet, zoals ook de Raad van State eerder reeds adviseerde,
en de AP geen principiële bezwaren tegen interoperabiliteit heeft3 en de reikwijdte van de amvb slechts beperkt is tot het aanwijzen van de verwerkingsverantwoordelijke.
Het spreekt voor zich dat aansluiting op de federatieve gateway alleen doorgang vindt
voor zover dit niet op bezwaren stuit in uw Kamer dan wel de Eerste Kamer.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge