35 510 Parlementaire ondervraging kinderopvangtoeslag

Nr. 142 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2024

Op 9 februari 2024 ontving ik een brief van de vaste Kamercommissie voor Financiën (uw kenmerk 2023Z13470/2024D04655) waarin mij wordt verzocht te reageren op het verzoek van de commissie van 7 juli 2023 om de Tweede Kamer eerder dan op Verantwoordingsdag 2024 te rapporteren over de stand van zaken van de vervolgacties naar aanleiding van het rapport «Ongekend onrecht», namelijk uiterlijk in het najaar van 2023.

Zoals ik heb gemeld in mijn brief van 17 mei 2023 (Kamerstuk 31 066, nr. 1225) rapporteren de verantwoordelijke bewindspersonen afzonderlijk over de voortgang van de uitvoering van de acties binnen hun competentiegebied. Naar aanleiding van de toezegging aan het lid Van Dijk (CDA) heb ik vervolgens in de brief van 26 juni 2023 (Kamerstuk 35 510, nr. 135) hieraan toegevoegd dat de bewindspersonen jaarlijks op een vast moment zullen rapporteren, te weten in de departementale jaarverslagen op Verantwoordingsdag.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven