35 508 Conferentie over de Toekomst van Europa

A BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2020

Hierbij informeer ik uw Kamer over het Raadsmandaat over de Conferentie over de toekomst van Europa waarover op woensdag 24 juni jl. overeenstemming is bereikt in Coreper. Dit mandaat geeft de positie van de Raad weer over het doel, de inhoud en de vormgeving van de Conferentie. Daarnaast is het Raadsmandaat aangepast aan de post-COVID-19-crisis context waarin de Conferentie plaats zal vinden. De tekst van het Raadsmandaat is te raadplegen op Delegates Portal (ST 5675 2020 REV 4). Het Raadsmandaat kon in Coreper op instemming rekenen van alle lidstaten.

Ook Nederland heeft ingestemd met het Raadsmandaat, dat past binnen de kaders van de Nederlandse inzet zoals uiteengezet in de brief van het kabinet aan de Tweede Kamer van 14 februari 2020 (Kamerstuk 35 078, nr. 33). Het kabinet steunt de Conferentie als manier om de Europese Unie dichter bij burgers te brengen, met als doelen de democratische legitimiteit van de EU en het draagvlak voor het beleid te verstevigen. Dit vergt mede actieve betrokkenheid van nationale parlementen. Zoals ook gesteld in het Raadsmandaat ziet het kabinet de prioriteiten uit de Strategische Agenda als inhoudelijk leidend kader. Het kabinet onderschrijft dat deze doelen bereikt kunnen worden binnen de bestaande kaders van de EU-verdragen, en acht verdragswijziging nu niet opportuun. Daarbij hecht het kabinet aan een effectieve vormgeving en transparante werkwijze. Deze elementen zijn voldoende gewaarborgd in het Raadsmandaat.

Nu Coreper overeenstemming heeft bereikt zal het Raadsmandaat via de schriftelijke procedure door de Raad worden vastgesteld. Vervolgens zullen, zoals toegelicht in de aan de Tweede Kamer gestuurde Geannoteerde Agenda voor de videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 16 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2170) de Raad (het roulerend voorzitterschap), het Europees Parlement en de Commissie starten met de onderhandelingen over het mandaat, de inhoud en vorm van de Conferentie, om deze vast te leggen in een gezamenlijke verklaring. Het kabinet zal blijven aansturen op goede tussentijdse terugkoppeling aan- en raadpleging van de Raad. Dat is mede van belang om nationale parlementen tijdig te kunnen informeren.

Zodra meer bekend is over de modaliteiten van de Conferentie zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Daarbij zal het kabinet – conform de bovengenoemde brief met de kabinetsinzet van 14 februari 2020 – een voorstel doen om aanvullende afspraken te maken over de wijze waarop het parlement gedurende de Conferentie informatie wordt verschaft, indien nodig en gewenst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven