35 489 Wijziging van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen)

Nr. 9 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 16 februari 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel J, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het voorgestelde artikel E 5, derde lid, wordt «gemeenten aanwijzen» vervangen door «een gemeente aanwijzen».

b. In het voorgestelde artikel E 5a, eerste lid, wordt «voor de verkiezing» vervangen door «voor elke verkiezing».

B

Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:

a. Het voorgestelde artikel E 9c, eerste lid, komt te luiden:

1. De voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en de andere leden van het hoofdstembureau, alsmede drie plaatsvervangende leden, worden tijdig voor elke verkiezing door burgemeester en wethouders benoemd.

b. In het voorgestelde artikel E 9d, derde lid, wordt «worden benoemd» vervangen door «worden tijdig voor de verkiezing benoemd».

C

In artikel I wordt na onderdeel M een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ma

In artikel G 1a, zesde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij algemene maatregel van bestuur».

D

In artikel I worden na onderdeel QQ twee onderdelen ingevoegd, luidende:

QQa

In artikel M 6, eerste lid, onder b, wordt «kandidatenlijsten» vervangen door «kandidaten, geordend per lijst».

QQb

In artikel M 6b, derde lid, komt de tweede zin te luiden: De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen identiteitsdocument.

E

Artikel I, onderdeel MMM, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het voorgestelde artikel N 15, tweede lid, wordt na «burgemeester en wethouders wijzen» ingevoegd «voor elke dag waarop het briefstembureau zitting houdt».

b. Het voorgestelde artikel N 21 wordt als volgt gewijzigd:

1°. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2°. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De voorzitter stelt de aanwezige personen in kennis van het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten.

c. Het voorgestelde artikel N 27 wordt als volgt gewijzigd:

1°. In het tweede lid wordt «in de artikelen N 21 en N 25» vervangen door «in artikel N 25».

2°. In het derde lid wordt «proces-verbaal van de zitting van het stembureau» vervangen door «proces-verbaal van de zitting van het briefstembureau».

F

In artikel I, onderdeel NNNa, vervalt in het voorgestelde artikel Na 14, vierde lid, de zinsnede «op een bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze».

G

Artikel I, onderdeel QQQ, wordt als volgt gewijzigd:

a. in het voorgestelde artikel P 1e, tweede lid, vervalt de laatste zin.

b. In het voorgestelde artikel P 1f vervalt het tweede lid onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

Toelichting

Algemeen deel

Deze tweede nota van wijziging bevat geen voorstellen voor nieuw of gewijzigd beleid. Bij Koninklijke boodschap van 10 juni 2020 is het onderhavige voorstel van wet bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt. Op 18 november 2021 is dat voorstel bij nota van wijziging op een aantal onderdelen aangepast.1 In hoofdzaak strekt deze tweede nota van wijziging ertoe om enkele onjuistheden die daarbij zijn ontstaan te corrigeren.

Eerder, bij Koninklijke boodschap van 9 december 2020, is ook het voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland bij de Tweede Kamer ingediend (35 670). Dat voorstel is op 6 oktober 2021 door de Tweede Kamer aanvaard en is thans aanhangig bij de Eerste Kamer.2 Ook in dat voorstel zijn enkele wetstechnische onvolkomenheden gevonden. Van de mogelijkheid wordt gebruikgemaakt om die te corrigeren in dit voorstel tot wijziging van de Kieswet. Het betreft de onderdelen C en D van deze tweede nota van wijziging.

Artikelsgewijze toelichting

A, B onder b (Artt. E 5, E 5a, E 9d Kieswet)

Het betreft taalkundige correcties of aanpassingen die bedoeld zijn om de formulering van de betreffende bepaling beter te laten aansluiten bij vergelijkbare bepalingen in de Kieswet.

B onder a (Art. E 9c Kieswet)

Niet langer wordt in het voorgestelde artikel E 9c voorgeschreven dat de burgemeester van de gemeente waarin het hoofdstembureau gevestigd is, de voorzitter is van het hoofdstembureau. Dat voorschrift leidde ertoe dat bij provinciale statenverkiezingen in een provincie die uit meerdere kieskringen bestaat, de burgemeester van de provinciehoofdstad zowel voorzitter was van het hoofdstembureau als voorzitter van het centraal stembureau; wat een onwenselijke combinatie van functies is.

C (Art. G 1a Kieswet)

De juridische grondslag voor het stellen van nadere regels over de wijze waarop een logo wordt overgelegd wordt gewijzigd. Deze nadere regels zullen niet in een ministeriële regeling, maar in het Kiesbesluit worden vastgelegd.

D

Art. M 6 Kieswet

Dit betreft een correctie van een terminologische verschrijving. Het overzicht dat kiezers buiten Nederland wordt toegezonden betreft niet de kandidatenlijsten zoals deze op de dag van de kandidaatstelling zijn ingediend bij het centraal stembureau, maar een overzicht van door het centraal stembureau geldig verklaarde lijsten met de daarop gehandhaafde kandidaten.

Art. M 6b Kieswet

Stemgerechtigden aan wie het is toegestaan om per brief te stemmen maar van wie het briefstembewijs in het ongerede is geraakt of niet is aangekomen, kunnen een vervangend briefstembewijs aanvragen. Abusievelijk konden kiezers buiten Nederland wel hun geldige identiteitskaart van Bonaire, Sint Eustatius of Saba of hun geldige identiteitskaart van Aruba, Curaçao of Sint Maarten waarop de Nederlandse nationaliteit staat vermeld gebruiken om hun stem uit te brengen (art. M 7 lid 4 Kieswet jo. M 5 Kiesbesluit), maar niet om een vervangend briefstembewijs aan te vragen. Dit zal in het Kiesbesluit worden rechtgezet. Daarvoor wordt een grondslag gecreëerd.

E

Art. N 15 Kieswet

Met de toevoeging van de woorden «voor elke dag waarop het briefstembureau zitting houdt» is verduidelijkt dat de zitting van het briefstembureau waarin wordt beslist over de toelating van kiezers tot de stemming, niet noodzakelijkerwijs alle dagen op dezelfde locatie plaatsvindt. Dit is, gelet op de vele retourenveloppen die in ’s-Gravenhage worden ontvangen, in het bijzonder belangrijk voor het college van burgemeester en wethouders van die gemeente. Voor zover de zitting van het briefstembureau waarin wordt beslist over de toelating van kiezers tot de stemming en de zitting van het briefstembureau waarin de stemopneming wordt verricht, gelijktijdig plaatsvinden, vinden deze uiteraard op dezelfde locatie plaats.

Artt. N 21 en N 27 Kieswet

Pas nadat de stemming in alle stembureaus in Nederland, inclusief Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is afgelopen, mag de voorzitter van het briefstembureau het resultaat van de stemopneming aan de aanwezigen meedelen. Anders dan nu is geregeld moest ook het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten tot dat tijdstip geheim worden gehouden. Het was niet de bedoeling dit te veranderen. De wijziging van de artikelen N 21 en N 27 maakt het mogelijk dat het briefstembureau wel eerder meldt hoeveel kiezers er tot de stemming zijn toegelaten. Overigens staat de wet er niet aan in de weg de aanwezigen nog een keer aan dit aantal te herinneren op het moment dat ook de uitkomst van de stemopneming wordt bekendgemaakt.

F (Art. Na 14 Kieswet)

Artikel Na 14, eerste lid, schrijft voor dat het gemeentelijk stembureau de uitkomst van de nieuwe stemopneming vastlegt in een corrigendum dat het bij het proces-verbaal van het stembureau voegt. Bij nadere overweging is gebleken dat er geen behoefte bestaat om bij algemene maatregel van bestuur nadere regels te stellen over de wijze waarop op het proces-verbaal van een stembureau aantekening wordt gemaakt van het bestaan van een corrigendum (vierde lid). De grondslag daarvoor wordt daarom geschrapt. Dát op het proces-verbaal aantekening wordt gemaakt van het bestaan van het corrigendum blijft in het voorstel van wet staan. De grondslag voor het vaststellen van een model voor het corrigendum in de ministeriële regeling blijft eveneens bestaan (vijfde lid).

G (Artt. P 1e en P 1f Kieswet)

Het voorschrift dat de burgemeester de transportbox en de enveloppe, bedoeld in artikel N 11, tijdig voor de openbare zitting overbrengt naar de locatie waar het gemeentelijk stembureau het nader onderzoek verricht, wordt overgeheveld naar het Kiesbesluit. Het betreft een uitvoeringsdetail van een procedure die alleen toepassing vindt als een vermeende fout nader onderzocht moet worden. Daarbij zal in het Kiesbesluit worden aangevuld dat de burgemeester ook afschriften van de bij het nader onderzoek te betrekken processen-verbaal aan het gemeentelijk stembureau moet overleggen. Om dezelfde reden wordt de norm uit het voorgestelde artikel P 1f, tweede lid, overgeheveld naar het Kiesbesluit en hier geschrapt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 35 489, nr. 8.

X Noot
2

Handelingen TK 6 oktober 2021 p. 10-9-1.

Naar boven