Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 11, derde lid, komt te luiden:
3. Het moment van aanvang wijzigt niet indien het persoonlijk plan inburgering en
participatie:
a. al dan niet gedeeltelijk herroepen of vernietigd wordt, en er in de plaats daarvan
een gewijzigd plan wordt vastgesteld; of
b. opnieuw wordt vastgesteld.
B
Aan artikel 15, vierde lid, wordt na «stelt het college van de andere gemeente» ingevoegd
«in afwijking van artikel 14, derde lid, tweede zin, aanhef en onderdelen a en b».
C
Aan artikel 33 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door
een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. de door Onze Minister aangewezen organisaties die belast zijn met de uitvoering
van een internationale diplomawaardering, de gegevens die noodzakelijk zijn in verband
met die diplomawaardering.
D
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden:
Artikel 35. Gegevensverstrekking door en aan het college
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Het college verstrekt de gegevens aan cursusinstellingen en de instelling, bedoeld
in artikel 8, tweede lid, die noodzakelijk voor de uitvoering van hun taak, en cursusinstellingen
of de instelling, bedoeld in artikel 8, tweede lid, verstrekken de gegevens over de
door de inburgeringsplichtige geleverde inspanningen aan het college voor de uitvoering
van de artikelen 17 en 23.
3. In het vierde lid wordt na «bedoeld in artikel 15, derde lid,» ingevoegd «evenals
gegevens over de voortgang van de inburgeringsplicht en opgelegde boetes,».
Toelichting
Onderdeel A
Met deze wijziging wordt verduidelijkt dat het opnieuw vaststellen van het persoonlijk
plan inburgering en participatie, bijvoorbeeld bij verhuizing (zie artikel 15, vierde
lid van het wetsvoorstel) of na het afschalen op grond van artikel 17, tweede lid,
niet tot gevolg heeft dat de inburgeringstermijn opnieuw aanvangt. Op grond van artikel
11, tweede lid, van het wetsvoorstel vangt deze termijn aan op de dag na die van dagtekening
van het persoonlijk plan inburgering en participatie (PIP). Met deze wijziging wordt
verduidelijkt dat het hier gaat om de eerste vaststelling van het PIP.
Onderdeel B
Met deze wijziging wordt verduidelijkt dat, in het geval van verplaatsing van de woonplaats
van de inburgeringsplichtige, het college van de nieuwe gemeente bij het vaststellen
van het PIP niet opnieuw een leerbaarheidstoets en een onderzoek omtrent het gevolgde
onderwijs en werkervaring in het land van herkomst plaatsvindt.
Onderdeel C
Met deze wijziging wordt een nieuwe grondslag toegevoegd aan artikel 35. Deze grondslag
voorziet in de gegevensverstrekking van de Minister van Sociale Zaken aan instanties
die belast zijn met internationale diplomawaardering. De bepaling is de spiegelbepaling
van artikel 34, vierde lid.
Onderdeel D
Met deze wijziging wordt een nieuwe grondslag toegevoegd aan artikel 35. De grondslag
ziet op het gegevensverkeer tussen het college en cursusinstellingen en de instelling,
bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het wetsvoorstel. Het college dient contactgegevens
van de inburgeraar, evenals de gemaakte afspraken in het PIP die betrekking hebben
op de intensiteit en termijn van de leerroute, te kunnen delen met de cursusinstellingen,
evenals wijzigingen van het PIP.
Daarnaast wordt aan de grondslag voor de gegevensverstrekking in het kader van verhuizing
van de inburgeringsplichtige toegevoegd dat het college bij verhuizing niet alleen
het PIP, maar ook gegevens over de voortgang van de inburgeringsplicht en over eventueel
opgelegde boetes verstrekt aan het college van de gemeente waar de inburgeringsplichtige
zich vestigt.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees