35 483 Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..)

Nr. 35 AMENDEMENT VAN HET LID KUZU

Ontvangen 29 juni 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 7 wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3a. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, worden de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal van de inburgeringsplichtige die rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, verleend onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid, op ten minste het niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen geëxamineerd.

II

In artikel 8, vierde lid, onder a, wordt voor de puntkomma ingevoegd «, of, voor zover de inburgeringsplichtige rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, verleend onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid, mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal op ten minste het niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen».

Toelichting

Dit amendement houdt het niveau van het inburgeringsexamen voor gezinsmigranten op A2, het niveau van de huidige Wet inburgering. Een slaagplicht voor gezinsmigranten binnen drie jaar op niveau B1 en hen tevens de kosten van het inburgeringsonderwijs grotendeels en de hoge examenkosten volledig laten betalen, komt in geen enkele andere aan de Gezinsherenigingsrichtlijn gebonden EU-lidstaat voor.1 Dit amendement voorkomt dat de inburgeringsplicht voor gezinsleden strijdig is met artikel 7(2) van de Gezinsherenigingsrichtlijn en het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel, zoals uitgelegd in de rechtspraak van het EU Hof van Justitie.

Kuzu


X Noot
1

De Deense wetgeving benadert de Nederlandse op sommige punten in strengheid. Maar Denemarken is niet gebonden aan de Gezinsherenigingsrichtlijn.

Naar boven