Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2024
Tijdens de aankomende Europees Parlementsverkiezing wordt in vijf gemeenten geëxperimenteerd
met een nieuw model stembiljet. Dit gebeurt in de gemeenten Alphen aan den Rijn, Boekel,
Borne, Midden-Delfland en Tynaarlo. Het Ministerie van BZK helpt de gemeenten bij
de voorbereidingen voor het experiment. Deze voorbereidingen zijn in volle gang, in
de komende weken wordt gestart met de communicatie hierover aan stemgerechtigden en
worden de stembureauleden getraind. Alles is erop gericht om ervoor te zorgen dat
kiezers in deze gemeenten goed geïnformeerd zijn en uit de voeten kunnen met het nieuwe
stembiljet.
In deze brief informeer ik uw Kamer over de opzet van de evaluatie van het experiment
met een nieuw stembiljet. De motie-Van der Plas (BBB)1 vraagt om de onderzoeksopzet, vragenlijsten en protocollen voor de evaluatie uiterlijk
een maand voor de verkiezing te delen met uw Kamer. Via deze brief voldoe ik aan dat
verzoek. De gevraagde stukken zijn als bijlagen bij deze brief gevoegd.
Opzet evaluatie
De evaluatie wordt uitgevoerd door onafhankelijke adviesbureaus. De aspecten waarin
de evaluatie inzicht moet geven zijn opgenomen in artikel 18 van het Tijdelijk experimentenbesluit
nieuwe stembiljetten. Het Tijdelijk experimentenbesluit is bij uw Kamer voorgehangen2 en op 1 januari 2024 in werking getreden.3 De informatie om antwoord te geven op de evaluatieaspecten wordt verzameld middels
kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeken onder kiezers, stembureauleden en gemeenten.
Ook worden tijdswaarnemingen in het stemlokaal gedaan en wordt de data uit de processen-verbaal
geanalyseerd. De aanpak voor de evaluatie vindt u in het bijgevoegde evaluatieplan.
Referentie- en meekijkgemeenten
Behalve in de gemeenten waar experimenten gehouden worden, wordt er ook onderzoek
gedaan in gemeenten waar gestemd is met het huidige stembiljet. Dit gebeurt in de
zogenaamde referentiegemeenten. Dit zijn vijf gemeenten die op basis van openbare
bronnen het meest lijken op de vijf experimenteergemeenten. Hierbij is onder andere
gekeken naar leeftijdsopbouw, opleidingsniveau en stemgedrag. In de referentiegemeenten
worden onder kiezers en stembureauleden kwantitatieve onderzoeken gedaan en worden
tijdswaarnemingen uitgevoerd. Ook de opzet van deze onderzoeken is opgenomen in de
bijlagen bij deze brief.
Tot slot is aan vijf grotere, naburige gemeenten gevraagd om mee te kijken met de
experimenteergemeenten op het organisatorische aspect. Deze gemeenten kijken naar
mogelijke leerpunten voor de landelijke invoering, dan wel opschaling van de experimenten
met het nieuwe stembiljet. In het evaluatieplan staat beschreven welke gemeenten voor
deze doeleinden aan elkaar zijn gekoppeld.
Tijdpad evaluatie
De uitkomsten van de evaluatie zullen aan uw Kamer worden gestuurd. De motie-Van der
Plas (BBB) verzoekt tevens om de uitkomst van de evaluatie met het nieuwe stembiljet
uiterlijk twee maanden na afloop van de verkiezing met uw Kamer te delen. In verband
met het zomerreces zal de evaluatie voor het einde van het zomerreces aan uw Kamer
worden gestuurd, maar na 6 augustus 2024.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge