Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2023
Hierbij bied ik u het ontwerpbesluit houdende tijdelijke regels voor experimenten
met nieuwe stembiljetten (Tijdelijk experimentenbesluit nieuwe stembiljetten) aan.
Voor de inhoud en motivering van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota
van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
in artikel 3, derde lid, van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten en
biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat
het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd.
In het debat met de Eerste Kamer over de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten
op 24 mei 2022 zijn een aantal toezeggingen gedaan die ik middels het ontwerpbesluit
gestand doe. Naar aanleiding van de toezegging aan Eerste Kamerlid-Koole (PvdA)1 is in het voorliggende ontwerpbesluit opgenomen dat indien een kiezer enkel het stemvakje
van een partij inkleurt (en niet óók een stemvakje voor een kandidaat) de stem toch
geldig is uitgebracht. In dat geval wordt de stem toegerekend aan de eerste kandidaat
van de gekozen partij. Dat is conform de brief die ik naar aanleiding van het debat
in de Eerste Kamer op 30 mei 2022 aan de Eerste Kamer heb gestuurd en waarvan uw Kamer
een afschrift heeft ontvangen.2
Voorts is in verband met de toezegging aan Eerste Kamerlid-Koole (PvdA) in paragraaf
2.9 van de nota van toelichting ten behoeve van het zittende vertegenwoordigend orgaan
een afwegingskader voor herstemming opgenomen.3
Op grond van artikel 3, derde lid, van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten
geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken
nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een brief met gelijke strekking heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot