35 434 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid)

35 457 Regels over een tijdelijke voorziening voor de betekening van exploten op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en wijziging van de Loodsenwet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990, de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en de Luchtvaartwet BES in verband met de uitbraak van COVID-19 (Verzamelspoedwet COVID-19)

35 497 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en tot wijziging van enkele wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Tweede Verzamelspoedwet COVID-19)

35 449 (R2147) Tijdelijke voorzieningen voor de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke rijkswet voorziening Rijksoctrooiwet 1995 COVID-19)

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Ontvangen ter Griffie op 19 september 2022.

De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit is aan de Kamer overgelegd tot en met 26 september 2022.

De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit kan niet eerder worden gedaan dan op 27 september 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2022

Hierbij bied ik u het ontwerp van een koninklijk besluit, houdende verlenging van een aantal tijdelijke maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de COVID-19-crisis. Voor een deel van de maatregelen is wettelijk voorgeschreven dat de voordracht voor een verlengingsbesluit niet eerder gedaan wordt gedaan dan een week nadat het ontwerp aan beide Kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.

Met deze brief biedt ik u tevens aan het onderzoeksrapport «Ervaringen met elementen uit de tijdelijke COVID-19-wetgeving Justitie en Veiligheid» dat in opdracht van het WODC is opgesteld door het onderzoeksbureau Pro Facto. Dit onderzoek was gericht op de praktijkervaringen met (een deel van) de voorzieningen waar dit ontwerpbesluit betrekking op heeft. Daarbij was mede de vraag aan de orde gesteld of voor deze voorzieningen permanente regeling wenselijk lijkt.

Ik zal u op korte termijn informeren over mijn voornemens op dit vlak.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven