35 430 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie)

A VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 20 april 2020 om 13.00 uur

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel 35430 Tweede incidentele suppletoire begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2020 inzake noodpakket banen en economie. Graag maken zij gebruik van de gelegenheid de regering hierover, mede namens de leden van de GroenLinks-fractie, een aantal vragen te stellen.

De leden van de SP-fractie steunen wetsvoorstel 35430 Tweede incidentele suppletoire begroting SZW 2020 inzake het noodpakket banen en economie. Deze leden hebben nog een enkele vraag hierover aan de regering.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Tweede incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie. Gezien de noodzaak van spoed beperken deze leden zich tot één aangelegen vraag.

De leden van de 50PLUS-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en wensen naar aanleiding hiervan de regering een enkele vraag te stellen.

Het lid van de OSF sluit zich aan bij de vragen van de PvdA, mede namens GroenLinks, van de SP en van de ChristenUnie.

Vragen van de fractie van de PvdA, mede namens de fractie van GroenLinks

De leden van de PvdA-fractie vragen, mede namens de leden van de GroenLinks-fractie, graag bijzondere aandacht voor de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (verder: NOW). Hiermee neemt de overheid een fors deel van de loonsom over van bedrijven die hun omzet door corona in rook zien opgaan. Het doel is zoveel mogelijk banen behouden. Hoe beoordeelt de regering de «moral hazard» van deze regeling? Immers, het stimuleert bedrijven niet om in goede economische tijden buffers op te bouwen als ze bij slechte economische tijden hulp van de overheid ontvangen.

Mogen bedrijven die zich tijdens goede economische tijden maximaal inspannen om zo min mogelijk belasting te betalen en zo veel mogelijk dividend uitkeren een beroep doen op deze regeling? Zo ja, acht de regering dit wenselijk? Graag leggen de aan het woord zijnde leden vier voorwaarden voor aan de regering:

  • 1. bedrijven vragen een verplichte bijdrage van de aandeelhouders;

  • 2. bedrijven keren geen bonussen uit;

  • 3. bedrijven nemen de verplichting op zich om in de toekomst volwaardig belasting te betalen; en,

  • 4. er mogen geen ontslagen vallen indien gebruikt wordt gemaakt van de regeling.

Acht de regering dit redelijke voorwaarden? Zo ja, in hoeverre gelden deze voorwaarden voor de reeds in werking getreden regelingen?

In de NOW valt te lezen dat aan vervolgsteun na 1 mei nadere voorwaarden gesteld kunnen worden. Graag vragen de leden van de PvdA-fractie, mede namens de leden van de GroenLinks-fractie, de toezegging van de regering om daarover tijdig met de Kamers in gesprek te gaan. Is de regering daartoe bereid?

Deze leden vernemen graag hoe de regering achteraf gaat vaststellen of een onderneming terecht of onterecht gebruik heeft gemaakt van de NOW en of de regering van zins is dan terug te vorderen.

De regering is door de Tweede Kamer opgeroepen een «tijdelijke, uitvoerbare regeling» uit te werken voor flexwerknemers die sinds 1 maart hun baan hebben verloren, maar niet in aanmerking komen voor een uitkering.2 Graag vernemen deze leden wanneer de regering de reactie op dit verzoek zal hebben afgerond. Zij hebben een gerelateerde vraag: welke eisen aangaande arbeidsvoorwaarden en behandeling van zzp’ers en flexwerkers door bedrijven acht de regering wenselijk als voorwaarde voor een beroep op de NOW?

Is de regering het met de aan het woord zijnde leden eens dat het wenselijk is dat bedrijven meer met eigen vermogen worden gefinancierd? Echter, de huidige vennootschapsbelasting stimuleert de financiering van ondernemingen met vreemd vermogen, omdat rente aftrekbaar is en dividend niet. In de op 1 maart 2016 door de Tweede Kamer aangenomen motie3 verzoeken de leden Koolmees en Nijboer de regering met voorstellen te komen voor het meer gelijktrekken van de fiscale behandeling van eigen en vreemd vermogen. Wat is er met die motie gedaan en wat mogen deze leden op dit terrein nog van de regering verwachten?

Graag wijzen deze leden op het belang van langetermijninvesteringen teneinde sterker uit de crisis te komen. Er is nooit een tekort aan krediet, maar wel aan passende financiering. Volgens professor Mazzucato is het productiever om het bedrijfsleven uit te dagen, dan het te dienen of te subsidiëren.4 De sfeer rond samenwerking ademt vaak een serviele houding van de overheid. Het is beter om te erkennen dat innovatie ingewikkeld is en dat het nodig is om gezamenlijk het risico te nemen. En hoe kan ervoor zorg worden gedragen dat wanneer de overheid met het bedrijfsleven een gezamenlijk risico aangaat, de latere eventuele winst ook naar rato van dat risico terugvloeit naar de overheid? Welke inzet mogen de leden van de PvdA-fractie, en die van de GroenLinks-fractie, op dit terrein van de regering verwachten? Op welke wijze wordt de huidige situatie gebruikt om het bedrijfsleven uit te dagen? Welke publiek-private samenwerkingen worden opgestart?

Meer in het algemeen vragen deze leden om de toezegging een evaluatie van het noodpakket banen en economie over één maand met deze Kamer te delen.

Vragen van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie willen weten waarom de regering tot nu toe niet bereid is om bovenop een bedrag van 4 miljoen euro een aanvullend bedrag van 6 miljoen euro te reserveren ten behoeve van een adequate dienstverlening door de Nederlands voedselbanken. Dit bedrag zal, volgens de Nederlandse voedselbanken, hoogstwaarschijnlijk nodig zijn om in de vraag naar voedselondersteuning te kunnen voorzien. Het is de leden van de SP-fractie bekend dat de regering het niet tot haar verantwoordelijkheid rekent voedselbanken te ondersteunen. Gezien de uiterst bijzondere aard van de huidige coronacrisis lijkt het onze fractie echter gewenst om optimaal gebruik te maken van de feitelijk bestaande structuur van de voedselbanken, die het in de gegeven omstandigheden mogelijk maakt snel en met weinig bureaucratie voedselhulp te bieden aan diegenen die extra zwaar door de huidige crisis getroffen worden.

Is de regering daarom bereid toe te zeggen – mede gezien het feit dat bijna alle oppositiepartijen in de Tweede Kamer om aanvullende financiering van de voedselbanken hebben gevraagd5 – dat de voedselbanken op voldoende ondersteuning van rijkswege kunnen rekenen voor het geval het beroep op de voedselbanken groter blijkt te zijn dan de regering nu nog inschat en het beschikbare budget derhalve onvoldoende is?

Vragen van de fractie van de ChristenUnie

Nederland kent een in internationaal opzicht omvangrijke flexibele schil. Het is bekend dat werknemers met flexibele arbeidscontracten als eersten slachtoffer worden van een economische crisis. Er zal minder een beroep op hen worden gedaan en voor grote groepen dreigt ontslag. Daaronder bevinden zich verhoudingsgewijs veel jongeren. De werkloosheid onder flexibele arbeidskrachten zal sterk oplopen, zo valt te verwachten. Dit knelt omdat het vaak gaat om banen aan de «onderkant» van de arbeidsmarkt waarin tal van kwetsbare groepen emplooi vinden. De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich hier grote zorgen om en vragen de regering om een stevig pakket van materiële, maar ook immateriële maatregelen voor werknemers die afhankelijk zijn van flexibele banen. Dan gaat het om inkomenssteun, maar ook om het op peil houden van hun vaardigheden. We moeten uit de vorige crisis lering trekken hoe belangrijk het is dat groepen die ontslagen, dan wel met ontslag bedreigd worden hun arbeidsmarktcompetenties onderhouden. We moeten voorkomen dat kwetsbare groepen permanent van de arbeidsmarkt verdwijnen en we moeten ervoor waken dat we de start van jongeren op de arbeidsmarkt blokkeren. Kan de regering, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie, aangeven hoe zij ervoor wil zorgen dat kwetsbare werknemers de band met de arbeidsmarkt niet verliezen en ook in een economische crisis perspectief blijven houden? Hoe voorkomen we dat er een nieuwe en omvangrijke generatie van werknemers en werkzoekenden ontstaat, die buiten de arbeidsmarkt valt? Hoe borgen we voor hen het voortbestaan van een inclusieve economie en samenleving?

Vragen van de fractie van 50PLUS

De leden van de 50PLUS-fractie vragen of de WW duur algemeen tijdelijk bevroren kan worden en niet zal doorlopen tijdens de coronacrisis, aangezien het vinden van een baan nu vrijwel kansloos is.

De commissie ziet met belangstelling uit naar de antwoorden. Onder voorbehoud van ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag uiterlijk maandag 20 april 2020, 21:00 uur, acht de commissie het voorstel gereed voor plenaire afhandeling op 21 april 2020 op een nader te bepalen wijze.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Sent

De griffier van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Kox (SP), Essers (CDA), Koffeman (PvdD), Ester (CU), Sent (PvdA), (voorzitter), Van Strien (PVV), N.J.J. van Kesteren (CDA), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Schalk (SGP), Stienen (D66), De Bruijn-Wezeman (VVD), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Rooijen (50PLUS), Wever (VVD), (ondervoorzitter), Van Ballekom (VVD), Geerdink (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van der Linden (FVD), Moonen (D66), Nanninga (FVD), Van Pareren (FVD), Pouw-Verweij (FVD), Rosenmöller (GL), Vendrik (GL) en De Vries (Fractie-Otten).

X Noot
2

Kamerstukken II 2019/2020, 35 430, nr.15 (motie-Gijs van Dijk c.s.).

X Noot
3

Kamerstukken II 2015/2016, 32 013, nr.121 (motie-Koolmees/Nijboer).

X Noot
5

Zie op dit punt de stemming over het amendement-Van Kent en Jasper van Dijk; Kamerstukken II 2019/2020, 35 430, nr.7.

Naar boven