35 420 Noodpakket banen en economie

BD BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2021

Vanwege de coronacrisis staat de evenementensector al geruime tijd grotendeels stil. Tal van concerten, festivals, beurzen en congressen zijn meermaals geannuleerd of uitgesteld. Concertzalen, poppodia en festivalterreinen bleven leeg. In die moeilijke periode heeft de evenementensector de moed er in kunnen houden, en zich serieus ingezet om op een veilige en verantwoorde manier weer open te kunnen. Fieldlab Evenementen, dat de sector samen met de overheid heeft georganiseerd, is daar een fraai voorbeeld van. Naar de versoepelingen van 24 juni, waardoor evenementen met toegangstesten mogelijk werden zonder 1,5 meter afstand, is lang uitgekeken. De sector leek eindelijk te worden beloond voor de getoonde inzet.

Na de versoepelingen van 24 juni is sinds begin juli het aantal coronabesmettingen echter snel opgelopen, waarna het kabinet heeft besloten om ongeplaceerde evenementen van 10 juli tot en met 13 augustus te verbieden. Dat is een grote klap voor alle ondernemers en werkenden in deze sector, die na lang wachten eindelijk weer leken te kunnen doen wat ze het liefste doen: fantastische evenementen neerzetten, waar zoveel mensen na de pittige coronatijd naar uitkeken.

Het kabinet begrijpt dat dit een abrupt besluit is en dat om een evenement te organiseren, geruime voorbereidingstijd nodig is. Organisatoren van evenementen die op korte termijn zouden plaatsvinden, hebben in veel gevallen niet de mogelijkheid hun evenement zodanig aan te passen dat het alsnog doorgang kan vinden. Ongeplaceerde evenementen aanpassen in geplaceerde evenementen is in veel gevallen überhaupt geen optie, en daar waar het wellicht een optie had kunnen zijn, kan dat niet zomaar op heel korte termijn worden georganiseerd.

Vanwege deze voorbereidingstijd heeft het kabinet in het voorjaar de garantieregeling voor evenementen («Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19») aangekondigd.1 Het beoogde effect van de regeling is om professionele organisatoren te stimuleren om ondanks de onzekerheid de voorbereidingen voor het organiseren van evenementen te starten. Hiermee wordt beoogd de levensvatbaarheid van de sector op peil houden, zodat de sector na de coronacrisis zelfstandig verder kan. Met deze regeling als steun in de rug konden zij coronaproof-evenementen organiseren, wetende dat het epidemiologisch beeld onzeker was. De doelgroep van de garantieregeling bestaat uit organisatoren die het pandemierisico vóór corona al afdekten door een annuleringsverzekering, een optie die verzekeraars inmiddels uit hun polissen hebben geschrapt.

Organisatoren van evenementen die door het abrupte kabinetsbesluit de komende periode niet door kunnen gaan, hebben veelal kosten gemaakt in de voorbereiding op het evenement. Dit gaat bijvoorbeeld om aanbetalingen aan artiesten, kosten van het opbouwen van het evenemententerrein, en kosten van beveiliging. Deze kosten komen niet altijd en niet volledig in aanmerking voor vergoeding onder de garantieregeling en er was op deze korte termijn van besluitvorming geen gelegenheid deze kosten te vermijden. Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten de garantieregeling tijdelijk aan te passen en voor de evenementen die buiten de doelgroep hiervan vallen een Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen uit te gaan werken. Met deze brief informeren wij u over de kaders hiervan. Verder ademt het reguliere steunpakket uiteraard mee met het omzetverlies.

Voor de bestaande doelgroep van de garantieregeling heeft het kabinet besloten de garantieregeling op enkele punten te verruimen. Voor de verruimingen van de garantieregeling en de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen geldt dat deze goedkeuring door de Europese Commissie vereisen. Dit kan enige tijd in beslag nemen.

Uitbreidingen garantieregeling voor evenementen

Allereerst is het kabinet voornemens het subsidiepercentage te verhogen naar 100% van de gemaakte kosten. Op dit moment geldt dat voor 100% van de gemaakte subsidiabele kosten subsidie kan worden verleend, waarbij voor 20% een terugbetalingsverplichting geldt. Die terugbetalingsverplichting wil het kabinet nu laten vervallen. Deze verruiming geldt van 10 juli tot en met 3 september 2021. De aanpassingen zijn immers nodig voor de evenementen die door het op 9 juli aangekondigde verbod niet door kunnen gaan. Maar ook voor evenementen die na 13 augustus gepland zijn, is er nog altijd onzekerheid. Vanwege het streven uiterlijk 3 weken voorafgaand aan het evenement duidelijkheid te bieden aan organisatoren, geldt deze verruiming tot en met de eerste 3 weken na 13 augustus. De kosten van deze verruiming worden globaal geraamd op € 40 miljoen.

Daarnaast heeft het kabinet besloten de termijn waarbinnen organisatoren zich kunnen aanmelden bij RVO te verlengen, en het minimaal aantal eerdere edities om aanspraak te maken op de garantieregeling terug te brengen van 2 naar 1. Organisatoren kunnen een aanvraag indienen tot 3 weken na inwerkingtreding van de uitbreiding van de garantieregeling, óf indien dat later is, tot 3 weken voor de geplande evenementdatum. Organisatoren die zich nog niet hebben aangemeld, kunnen dat hierdoor alsnog doen. De kosten hiervan worden geraamd op € 10 miljoen.

Tot slot worden ook de subsidiabele kosten verbreed met kosten voor artiesten van buiten de EU, voor de gehele periode van de garantieregeling (1 juli t/m 31 december). In de huidige regeling zijn deze kosten nog uitgesloten. Vanwege de toegenomen onzekerheid moeten artiesten uit bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk worden vastgelegd en aanbetaald. Door deze kosten subsidiabel te maken, ontstaat ook voor organisatoren van evenementen na 13 augustus zekerheid dat de aanbetalingen die zij nu voor deze artiesten doen, onder de garantieregeling vallen. De kosten hiervoor worden geraamd op € 5 miljoen.

In verband met bovenstaande verruimingen wordt de kostenraming van de garantieregeling verhoogd van € 325 miljoen naar € 380 miljoen. Dit zijn de verwachten kosten. Het verplichtingenbudget voor de garantieregeling wordt daarmee verhoogd van € 385 miljoen naar € 450 miljoen.

Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen

Met de genoemde uitbreidingen van de garantieregeling blijft de doelgroep van deze regeling gelijk. Tal van evenementen behoren echter niet tot die doelgroep, en dreigen daarmee tussen wal en schip te vallen. Het kabinet is voornemens om deze groep met een Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen tegemoet te komen. Het kabinet beoogt hiermee organisatoren van (veelal kleinere) evenementen in de periode tussen 10 juli en 13 augustus tegemoet te komen, zoals lokale (muziek)festivals en zomerfeesten. Deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen geldt tot en met 13 augustus. Voor overige evenementen die zijn voorzien voor de periode vanaf 14 augustus zijn uitgaven die organisatoren doen derhalve voor eigen rekening en risico.

Met deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen biedt het kabinet een tegemoetkoming voor kosten die tot 9 juli aantoonbaar zijn gemaakt of reeds juridisch verplicht zijn, ten behoeve van evenementen die door het besluit van 9 juli verboden zijn en die daarop zijn geannuleerd door de organisator. Ook gaat het enkel om evenementen die niet in aanmerking komen voor subsidie op grond van de garantieregeling, die gepland waren tussen 10 juli en 13 augustus. Ook ziet de regeling enkel op publiek toegankelijke, vergunnings- of meldingsplichtige evenementen. Bruiloften of bedrijfsfeesten behoren daarmee niet tot de doelgroep.

Deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen vraagt veel van de uitvoerende partijen. Om dit behapbaar te houden, en de tegemoetkoming gericht in te zetten waar de problemen zich concentreren is ervoor gekozen evenementen zonder vergunnings-of meldingsplicht niet mee te nemen, en een minimumbedrag van € 2.500 te hanteren. Het kabinet voelt zich gesteund door de signalen van verschillende gemeenten en het veiligheidsberaad. Gemeenten kennen de lokale situatie natuurlijk bij uitstek, er zijn al contacten met organisatoren vanwege de vergunningverlening. Veelal zijn de organisatoren partijen die lokaal actief zijn en die een belangrijke plek hebben in de samenleving. Daarom onderzoekt het kabinet welke rol gemeenten kunnen spelen bij de beoordeling en in de uitvoering van deze aanpak. De kosten voor deze Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen worden globaal geraamd op € 80 miljoen.

Naast de evenementen worden ook de poppodia hard geraakt door de recent door het kabinet afgekondigde maatregelen. Grotere en kleinere zalen door het hele land hadden optredens geprogrammeerd die niet door kunnen gaan.

Gezien het belang van poppodia en hun schade zal er eveneens naar passende compensatie van poppodia worden gekeken.

Hoe de Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen en het traject ten behoeve van de poppodia worden ingevuld, wordt in de komende weken verder onderzocht en uitgewerkt. Hierover wordt u op de kortst mogelijke termijn geïnformeerd.

De budgettaire gevolgen van bovenstaande maatregelen worden door middel van een incidentele suppletoire begroting aan u voorgelegd. Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswetten heeft geautoriseerd. In geval het kabinet al verplichtingen aangaat en uitgaven doet voor het moment van de autorisatie door de Staten-Generaal, dan beroept het kabinet zich op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016. Het is niet in het belang van het Rijk om uitvoering van het beleid dat ten grondslag ligt aan de begrotingswetten uit te stellen. De uitgaven en verplichtingen die samenhangen met de voorgenomen maatregelen zijn gepland vanaf de tweede helft van juli en zijn noodzakelijk om zo snel mogelijk de abrupt ontstane schades bij evenementenorganisaties te compenseren. De uitgaven en verplichtingen die afhankelijk zijn van goedkeuring door de EC wil het kabinet om dezelfde reden zo snel mogelijk na deze goedkeuring starten. Bijgevoegd bij deze brief vindt u voor de garantieregeling evenementen het aangepaste toetsingskader risicoregelingen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

BIJLAGE TOETSINGSKADER RISICOREGELINGEN RIJKSOVERHEID

Inleiding

Beschrijving regeling en voorgestelde wijzigingen

Het kabinet heeft in de Kamerbrief van 21 januari jl.2 aangekondigd minimaal € 300 mln steun te verlenen aan de evenementensector in de vorm van een garantieregeling. De regeling is bedoeld voor organisatoren (en hun leveranciers) van evenementen die gepland staan tussen 1 juli en 31 december 2021. Deze regeling zorgt ervoor dat gemaakte kosten worden vergoed indien het evenement door de rijksoverheid vanwege de epidemiologische situatie wordt verboden. Het Kabinet hoopt uiteraard dat evenementen in de tweede helft van dit jaar wel doorgang kunnen vinden.

Met de regeling worden organisatoren gestimuleerd voorbereidingen te treffen voor het organiseren van evenementen na 1 juli 2021. Het organiseren van evenementen kan maanden in beslag nemen. Met deze regeling kunnen organisatoren eerder, terwijl de epidemiologische situatie nog onzeker is, starten met de organisatie. Door gemaakte kosten na annulering te vergoeden behouden organisatoren liquiditeit om op termijn opnieuw te investeren en inkomsten te genereren, zodat de sector na de coronacrisis weer zelfstandig verder kan.

Het vervallen van de pandemiedekking binnen de annuleringsverzekering is de aanleiding voor deze regeling. Daarom zal de regeling enkel openstaan voor evenementen die voorheen een annuleringsverzekering hadden. De regeling is bedoeld voor professionele organisatoren van betaalde publieksevenementen.

De regeling zoals opengesteld op 18 juni 2021 is goedgekeurd door de Europese Commissie, op basis van artikel 107, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

In de Kamerbrief van 14 juli 2021 is de regeling op diverse punten aangepast:

  • er geldt tot en met 3 september een subsidiepercentage van 100%, zonder terugbetalingsverplichting (over 20%);

  • verlenging van de termijn waarbinnen organisatoren zich kunnen aanmelden bij RVO;

  • verlaging van het minimaal aantal eerdere edities om aanspraak te maken op de garantieregeling van 2 naar 1;

  • de subsidiabele kosten worden verbreed met kosten voor artiesten van buiten de EU, voor de gehele periode van de garantieregeling.

Voor de verruimingen van de garantieregeling geldt dat deze goedkeuring door de Europese Commissie vereisen.

Probleemstelling en rol van de overheid

1.

Wat is het probleem dat aanleiding is voor het beleidsvoorstel?

Aanleiding is het schrappen van de pandemiedekking door de verzekeraars. Voorheen konden organisatoren het pandemierisico afdekken door een annuleringsverzekering inclusief pandemiedekking, maar sinds verzekeraars deze dekking uit de annuleringspolissen hebben geschrapt kunnen organisatoren het financiële risico van annulering door een pandemie niet meer verzekeren. Om te stimuleren dat evenementen toch georganiseerd worden, is een andere vorm van zekerheid nodig.

2.

Waarom rekent de centrale overheid het tot haar verantwoordelijkheid om het probleem op te lossen?

De regeling stimuleert organisatoren voorbereidingen te treffen voor het organiseren van evenementen van 1 juli tot en met 31 december 2021. Het organiseren van evenementen kan maanden in beslag nemen. Met deze regeling kunnen organisatoren eerder, terwijl de epidemiologische situatie nog onzeker is, starten met de organisatie. Het kabinet wil de levensvatbaarheid van de sector, inclusief de achterliggende keten van betrokken bedrijven, voor de nabije toekomst bevorderen. Door gemaakte kosten na annulering te vergoeden behouden organisatoren liquiditeit om op termijn opnieuw te investeren en inkomsten te genereren, zodat de sector na de coronacrisis weer zelfstandig verder kan. Dit biedt perspectief voor de sector zelf en de keten van betrokken partijen (van bijvoorbeeld horeca tot beveiliging en bouwers) en professionals (van technici tot artiesten). Daarnaast acht het kabinet van belang dat ook de samenleving perspectief wordt geboden. De evenementensector is daarbij cruciaal, denk daarbij aan bijvoorbeeld festivals.

3.

Is het voorstel voor de risicoregeling:

  • a) ter compensatie van risico’s die niet in de markt kunnen worden gedekt, en/of

  • b) het beste instrument waarmee een optimale doelmatigheidswinst kan worden bewerkstelligd ten opzichte van andere beleidsinstrumenten? Maak een vergelijking met alternatieve beleidsinstrumenten.

Er is sprake van een risico dat in de markt niet kan worden gedekt. Het gaat hierbij om het risico op een verbod van de rijksoverheid op evenementen als gevolg van het besmettingenbeeld. Er is gekozen voor een subsidie die in geval van dit verbod kan worden verleend, en dus de aard van een garantie heeft. Een alternatief beleidsinstrument zou zijn om voor het geheel leningen te verstrekken, maar dit zou deze financieel zwaar getroffen sector onvoldoende perspectief voor overleving bieden in de komende jaren. Daarnaast kan de sector slechts (zeer) bepekt gebruik maken van de BMKB-C en GO-C, omdat ze door het gebrek aan perspectief weinig of geen leningen krijgen van banken. Een ander alternatief is de subsidie niet te laten afhangen van een mogelijk verbod, maar in dat geval zou de organisator de kosten dubbel gedekt krijgen (uit zowel subsidie als commerciële activiteiten).

4.

Op welke wijze wordt het nieuw aan te gane risico gecompenseerd door risico’s vanuit andere risicoregelingen binnen de begroting te verminderen?

Door de levensvatbaarheid van bedrijven in de evenementensector te vergroten is aannemelijk dat de kans op uitkering bij garantieregelingen als de BMKB-C en de GO-C wordt verlaagd. Echter, zoals bij vraag 3 vermeld maakt deze sector slechts beperkt gebruik van deze regelingen. Aangezien de omvang van dit effect niet kan worden gekwantificeerd, is niet besloten het begrote schadebedrag voor deze regelingen te verlagen.

Risico’s en risicobeheersing

5.

Wat zijn de risico’s van de regeling voor het Rijk:

  • a. Wat is het totaalrisico van de regeling op jaarbasis? Kent de regeling een totaalplafond?

Het subsidieplafond voor deze regeling bedraagt € 450 mln voor de periode 1 juli tot en met 31 december 2021. Zodra dit bedrag is bereikt, wordt de regeling gesloten.

  • b. Hoe staan risico en rendement van de regeling tot elkaar in verhouding?

De sector zou in 2020 naar verwachting circa € 7,5 mld omzet hebben gedraaid. Daarvan had volgens opgave van de sector tussen de € 750 en 900 mln een annuleringsverzekering. Het rendement is in die zin te meten in welke mate organisatoren bij dekking vanuit deze regeling durven te gaan organiseren, omzet zullen draaien en zo overeind blijven om in 2022 opnieuw op eigen kracht verder te gaan. Door belastinginkomsten zal ook de schatkist profiteren. Bij doorgang van evenementen in 2021 zal ook sprake zijn van (niet direct te becijferen) maatschappelijk rendement.

  • c. Wat is de inschatting van het risico voor het Rijk in termen van waarschijnlijkheid, impact, blootstellingduur en beheersingsmate?

Waarschijnlijkheid van risicoblootstelling is afhankelijk van de ontwikkelingen van de coronasituatie. Uitgaande van een toenemende vaccinatiedekking en van het toegroeien naar een «testmaatschappij» zullen risico’s zich m.n. voordoen in de eerste maanden van de regeling (juli, augustus). Als impact wordt beschouwd de raming van de te verlenen subsidie. Deze bedraagt € 380 mln, met als in de regeling opgenomen subsidieplafond € 450 mln. De blootstellingsduur is in tijd beperkt tot de tweede helft van 2021 en in afnemende mate naarmate het jaar vordert (zie hierboven). De beheersingsmate is primair afhankelijk van de corona-situatie. Indien als gevolg van het besmettingsbeeld besloten wordt evenementen te verbieden, dan treedt de regeling in werking en zullen de redelijkerwijs door de organisator gemaakte kosten worden vergoed.

6.

Welke risicobeheersende en risicomitigerende maatregelen worden getroffen om het risico voor het Rijk te minimaliseren? Heeft de budgettair verantwoordelijke Minister voldoende mogelijkheden tot beheersing van de risico’s, ook als de regeling op afstand van het Rijk wordt uitgevoerd?

De belangrijkste risicobeheersende maatregelen zijn de voorwaarden die de regeling stelt voor toetreding tot de regeling. Dit zijn in ieder geval de volgende:

  • De subsidie wordt verleend onder de opschortende voorwaarden dat het evenement moet worden geannuleerd als gevolg van overheidsmaatregelen ter bestrijding van COVID-19 en dat, indien een evenementenvergunning is vereist, die vergunning voorafgaand aan de vaststelling van de overheidsmaatregelen ter bestrijding van COVID-19 als gevolg waarvan het evenement moet worden geannuleerd, is verleend.

  • Het moet gaan om een evenement dat tussen 1 juli 2021 en 31 december 2021 geheel of ten dele in Nederland zou plaatsvinden;

  • Ten minste één eerdere editie van het evenement heeft in Nederland plaatsgevonden en voor de meest recente in Nederland gehouden editie van dat evenement was een annuleringsverzekering met pandemiedekking afgesloten;

  • Indien meerdere organisatoren tezamen verantwoordelijk zijn voor het organiseren van een evenement en het financiële risico daarvan dragen, wordt de subsidie uitsluitend verstrekt indien zij samenwerken in een samenwerkingsverband.

  • Als subsidiabele kosten komen in aanmerking de projectkosten die toe te rekenen zijn aan het organiseren van het evenement dat zou moeten plaatsvinden in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021. De subsidiabele kosten worden berekend op basis van werkelijke kosten en opbrengsten.

  • De subsidie is niet hoger dan het totaal van de subsidiabele kosten.

  • Vanaf 4 september 2021 geldt dat indien subsidie wordt verleend voor meer dan 80% van de subsidiabele kosten per aanvrager, voor het meerdere een terugbetalingsverplichting geldt. In dat geval is de subsidieontvanger verplicht over het uitstaande saldo van het deel van de subsidie waarvoor een terugbetalingsverplichting geldt aan de Minister jaarlijks 2% rente te betalen.

  • Vóór indiening van de aanvraag gemaakte projectkosten komen voor subsidie in aanmerking indien deze kosten na 20 januari 2021 zijn gemaakt.

  • De kosten van aanschaf of afschrijving van vaste activa komen niet in aanmerking als subsidiabele kosten.

  • Winstopslagen bij transacties binnen een groep komen niet in aanmerking als subsidiabele kosten.

  • Indien een organisator voor dezelfde subsidiabele kosten vergoeding heeft gekregen via verstrekte verzekeringsuitkeringen, wordt deze in mindering gebracht op de subsidiabele kosten. Dit geldt ook voor door de organisator bij de organisatie van het evenement gerealiseerde opbrengsten die onafhankelijk zijn van het daadwerkelijk plaatsvinden van het evenement.

7.

Bij complexe risico's: hoe beoordeelt een onafhankelijke expert het risico van het voorstel en de risicobeheersende en risicomitigerende maatregelen van Rijk?

Vanwege de urgentie van de regeling is er geen gelegenheid geweest om een onafhankelijke expert een oordeel te laten geven op de risicobeheersende en risicomitigerende maatregelen.

Vormgeving

8.

Welke premie wordt voorgesteld en hoeveel wordt doorberekend aan de eindgebruiker? Is deze premie kostendekkend en marktconform. Zo nee, hoeveel budgettaire ruimte wordt door het vakdepartement specifiek ingezet?

Er wordt een premie van nul gehanteerd, aangezien het gaat om een in de markt onverzekerbaar risico. Daarbij geldt dat de evenementsector bijzonder zwaar getroffen is door de coronacrisis en dat de regeling tijdelijk is, alleen voor de 2e helft van 2021. Doordat (vanaf 4 september 2021) een deel van de uitkering bij schade bestaat uit een lening, delen de organisatoren mee in het risico. Een globale raming is dat EZK € 380 mln aan budgettaire ruimte zal inzetten, te dekken vanuit de algemene middelen.

9.

Hoe wordt de risicovoorziening vormgegeven?

Schades worden gedekt door de algemene middelen. Er zijn geen premie-inkomsten. Er is sprake van een subsidieregeling. Een organisator kan aanspraak maken op de regeling als het evenement in voorgaande jaren een annuleringsverzekering had, wordt verboden door de rijksoverheid vanwege het epidemiologische beeld en de organisator als gevolg daarvan het evenement annuleert. In dat geval ontvangt de organisator maximaal 100% van de dan reeds gemaakte kosten. Vanaf 4 september 2021 bestaat dit uit 80% gift, aangevuld met ten hoogste 20% lening, met een jaarlijkse rente van 2%. De lening moet binnen 5 jaar worden terugbetaald. De ontvangen rente zal worden gebruikt voor aflossing van de staatsschuld.

10.

Welke horizonbepaling wordt gehanteerd (standaardtermijn is maximaal 5 jaar)?

De regeling geldt van 1 juli tot en met 31 december 2021.

11.

Wie voert de risicoregeling uit en wat zijn de uitvoeringskosten van de regeling?

RVO voert de regeling uit. De uitvoeringskosten worden momenteel globaal geraamd op € 1 mln.

12.

Hoe wordt de regeling geëvalueerd, welke informatie is daarvoor relevant en hoe wordt een deugdelijke evaluatie geborgd?

Gedurende de looptijd zal de regeling worden gemonitord door RVO. De regeling zal na afloop worden geëvalueerd als onderdeel van een bredere evaluatie van het steun- en herstelpakket. De coördinatie van deze bredere evaluatie ligt bij het Ministerie van Financiën.


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 309 en nr. 321.

X Noot
2

Kamerstuk 35 420, nr. 217.

Naar boven