Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 augustus 2020
In mijn brief van 22 mei 2020 (Kamerstuk 35 420, nr. 75), heb ik uw Kamer geïnformeerd over de tweede tranche financiële ondersteuning aan
de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Deze tweede tranche voor het land
Sint Maarten zou, conform de voorwaarden, in twee delen worden uitbetaald. Het eerste
deel is per omgaande als lening verstrekt, het tweede deel, ten behoeve van loonsubsidie,
zou pas worden verstrekt nadat Sint Maarten zelf een bijdrage had gerealiseerd van
werknemers van 20% en een aanpassing van het huidige staffelmodel voor loonkostensubsidie
naar een één op één verhouding met omzetverlies had gerealiseerd. Het College financieel
toezicht (Cft) is gevraagd hierover te adviseren.
Op 21 juli 2020 heeft de voorzitter van het Cft mij bericht dat het land Sint Maarten
met terugwerkende kracht vanaf 1 juni 2020 adequaat invulling heeft gegeven aan de
voorwaarde voor een werknemersbijdrage en een aanpassing van het huidige staffelmodel
voor loonkostensubsidie naar een één op één verhouding met omzetverlies.
Sint Maarten komt in aanmerking voor liquiditeitssteun voor de periode waarin het
land aan de voorwaarden voldoet. De «Regeling payroll ondersteuning voor de maand
juni» is op 16 juli 2020 in werking getreden en werkt terug tot en met 1 juni 2020.
De liquiditeitssteun bedraagt over de maand juni twee derde van de periode 15 mei
tot en met juni 2020, oftewel een bedrag van ANG 19,3 miljoen.
Ik heb daarom, conform het advies van het Cft, besloten over te gaan tot verstrekking
van de tweede deelbetaling inzake de tweede tranche liquiditeitssteun voor een bedrag
van ANG 19,3 miljoen ten behoeve van de loonsubsidie voor de maand juni 2020. Dit
bedrag is onderdeel van de totale renteloze lening voor de tweede tranche liquiditeitssteun
van ANG 43,3 miljoen (€ 21,65 miljoen). De eerste deelbetaling inzake de tweede tranche
liquiditeitssteun waarover ik u op 22 mei jl. informeerde had een omvang van ANG 24 miljoen.
De budgettaire gevolgen van deze tweede deelbetaling van de tweede tranche liquiditeitssteun
worden in een suppletoire begrotingswet aan u voorgelegd.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet
heeft geautoriseerd. Aangezien uitstel van uitvoering van deze spoedeisende maatregel,
die in het belang van het Rijk is, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide
Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregel starten.
Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops