35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 82 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2020

Om de eerste financiële klappen van het coronavirus voor ondernemers te verlichten, voert het kabinet tijdelijk een soepeler uitstelbeleid voor ondernemers die door de coronacrisis zijn geraakt. De maatregel is erop gericht om de liquiditeitspositie van deze ondernemers te verbeteren. Uitstel van betaling voor belastingschulden zorgt ervoor dat geld in bedrijven blijft zodat ondernemers minder snel in betalingsproblemen komen.

Er zijn al veel ondernemers die van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. Ondernemers die de eerste maanden op hun reserves hebben ingeteerd, maar door de voortdurende crisis alsnog gebruik willen maken van deze regeling, hebben nog tot 1 oktober 2020 de tijd om uitstel aan te vragen bij de Belastingdienst. Tot 1 oktober 2020 geldt bovendien de verlaagde invorderingsrente van 0,01%, zodat ondernemers tot die datum nagenoeg niet worden geconfronteerd met rentelasten op hun openstaande belastingschulden.

Inmiddels worden de samenleving en de economie geleidelijk weer opengesteld. Sommige ondernemingen kunnen hierdoor de draad weer volledig oppakken, maar dit geldt nog niet voor alle ondernemers. Het versoepelde uitstelbeleid blijft daarmee onverminderd relevant. Tegelijkertijd wordt het steeds duidelijker dat we in een nieuwe fase terecht zijn gekomen waarin de economie zich moet aanpassen aan de nieuwe situatie. Er wordt meer gevraagd van het aanpassingsvermogen van individuele bedrijven, ondernemers en werkenden. We moeten ons daarom richten op het ondersteunen van werkenden en werkgevers in het aanpassingsproces. In dat licht ontwikkelt het kabinet een plan voor een verantwoorde afbouw van het verleende uitstel van betaling. In deze brief geef ik u allereerst een overzicht van het gebruik van het uitstel van betaling. Daarnaast informeer ik u over het proces dat ik wil doorlopen om te komen tot een verantwoorde afbouw van het verleende uitstel.

Overzicht gebruik regeling

Sinds 19 maart jl. kunnen ondernemers zich bij de Belastingdienst melden met een verzoek om uitstel van betaling. Sindsdien is reeds aan meer dan 185.000 ondernemers uitstel van betaling verleend. Het merendeel van de ondernemers, ongeveer 70%, heeft bij het aanvragen van het uitstel een belastingschuld van minder dan 20.000 euro. Er komen nog dagelijks verzoeken binnen. In totaal is tot 17 juni 2020 voor een bedrag van meer dan 10 miljard euro uitstel verleend. Dit is een tussenstand en het bedrag zal nog oplopen doordat ondernemers zich nog tot 1 oktober 2020 kunnen melden voor uitstel. Later deze maand ontvangt u een nieuwe raming van de overheidsfinanciën op basis van de Juniraming van het CPB. In deze brief zal ook de nieuwste inschatting van het gebruik van uitstel voor het gehele jaar worden opgenomen.

Ontwikkeling plan afbouw uitstel

Ondernemers die verzoeken om uitstel van betaling, krijgen in eerste instantie uitstel voor een periode van drie maanden. Indien ondernemers aannemelijk kunnen maken dat hun betalingsproblemen hoofdzakelijk veroorzaakt worden door corona, kunnen zij na afloop van die periode onder voorwaarden in aanmerking komen voor verlengd uitstel. Dat verlengde uitstel geldt tot het moment dat de Belastingdienst dit intrekt. Zoals het kabinet heeft aangekondigd in de brief van 29 mei jl. zal verlengd uitstel in ieder geval niet eerder worden ingetrokken dan 1 oktober 2020. Vanaf het moment dat het verleende uitstel wordt ingetrokken, moeten nieuwe fiscale verplichtingen, zoals de afdracht van omzetbelasting en loonheffingen, weer worden nagekomen. Om te voorkomen dat tegelijkertijd ook alle nog openstaande belastingschulden onmiddellijk moeten worden betaald, komen er passende betalingsregelingen voor de openstaande belastingschulden.

Namens het kabinet ontwikkel ik daarom een plan van aanpak voor het op een verantwoorde manier intrekken van het uitstel van betaling en voor de vormgeving van de betalingsregeling. Bij de vormgeving van de betalingsregeling worden drie criteria voor ogen gehouden. In de eerste plaats is het van belang dat de betalingsregeling zodanig wordt vormgeven dat het realistisch is dat ondernemers hun openstaande belastingschulden daadwerkelijk kunnen betalen binnen de gestelde termijn. Het doel van het uitstel van betaling is immers ondernemers overeind te houden. Bovendien zijn de belastingopbrengsten ook niet gebaat bij faillissementen van ondernemers. Ten tweede is het belangrijk dat de betalingsregeling passend is bij de situatie van de ondernemer. De coronacrisis raakt veel ondernemers, maar de verscheidenheid tussen ondernemers is groot. Kappers hebben bijvoorbeeld op een andere manier last van de crisis dan ondernemers in de reisbranche. Ik wil onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om rekening te houden met deze verschillen. Ten slotte moet de vormgeving van de betalingsregeling zodanig zijn dat deze uitvoerbaar is door de Belastingdienst.

Op basis van bovengenoemde criteria zijn drie mogelijke benaderingen verkend. De eerste benadering is die van maatwerk, waarbij iedere ondernemer een betalingsregeling krijgt die is afgestemd op de situatie van zijn of haar geval. Gezien het omvangrijke gebruik van de uitstelregeling is dergelijk maatwerk echter niet uitvoerbaar voor de Belastingdienst. De tweede benadering is een generieke betalingsregeling voor alle ondernemers die gebruik maken van uitstel van betaling. Hoewel een dergelijke betalingsregeling goed uitvoerbaar is, doet deze onvoldoende recht aan de verscheidenheid aan impact die deze crisis heeft op ondernemers.

Bij de ontwikkeling van het plan van aanpak onderzoek ik daarom de mogelijkheden voor de derde benadering, namelijk een betalingsregeling per sector. De inzet hiervan is zoveel mogelijk te bewerkstelligen dat ook ondernemers in de zwaarst getroffen sectoren een realistische betalingsregeling kunnen krijgen. Ik zal hiervoor ook in overleg treden met de verschillende brancheverenigingen. Dit alles natuurlijk op een wijze die uitvoerbaar is voor de Belastingdienst.

In samenhang met dit plan van aanpak bezie ik ook de vormgeving van de dienstverlening, het toezicht en de invordering door de Belastingdienst in het licht van de huidige beperkende maatregelen (zoals social distancing en de oproep om zoveel mogelijk thuis te werken) en het (administratief) ontzien van burgers en bedrijven gedurende crisis waar mogelijk.

Ik zal uw Kamer deze zomer nader informeren over het plan van aanpak.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

Naar boven