35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 524 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN, VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 april 2023

Hierbij sturen wij u de beantwoording van de schriftelijke vragen die de leden van de Commissie voor de Rijksuitgaven op 29 maart 2023 hebben gesteld over de brief van 3 maart 2023 betreffende de evaluatie-aanpak corona steunpakketten (Kamerstuk 35 420, nr. 521).

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Vraag 1

Uit uw brief van 3 maart 2023 kan niet worden opgemaakt wat de precieze onderzoeksvraag is van de overkoepelende synthesestudie, of hoe het syntheseonderzoek is opgebouwd. Evenmin is duidelijk of en wanneer deze onderzoeksvraag wordt voorgelegd aan de Kamer.

Kunt u aangeven wat de precieze onderzoeksvraag is van de overkoepelende synthesestudie over de coronasteunpakketten en uit welke onderzoekshandelingen deze studie gaat bestaan?

Vraag 2

In uw brief schrijft u dat onafhankelijke experts zullen worden betrokken bij de overkoepelende synthesestudie.

Kunt u toelichten welke onafhankelijke experts worden betrokken bij de overkoepelende synthesestudie over de coronasteunpakketten en waaruit hun betrokkenheid zal bestaan?

Antwoord op vragen 1 en 2

Centraal in de synthesestudie staat de vraag hoe doelmatig en doeltreffend de opeenvolgende steunpakketten in totaliteit zijn geweest, en wat de belangrijkste lessen zijn voor de vormgeving van eventuele steunmaatregelen in toekomstige crises. Het uitgangspunt is dat deze vragen zoveel als mogelijk beantwoord worden op basis van de evaluaties van de individuele, onderliggende maatregelen en overkoepelende studies zoals de aangekondigde internationale vergelijking en de eerdere en nog te verschijnen studies van het CPB. De uitvoering van de synthese wordt belegd bij een ambtelijke werkgroep bestaande uit FIN, EZK en SZW. Om de legitimiteit en kwaliteit van de synthesestudie te borgen wordt een begeleidingscommissie ingesteld waarin onafhankelijke experts vertegenwoordigd zijn. Overigens zullen ook bij de individuele evaluaties voor zover mogelijk onafhankelijke evaluatie-experts worden betrokken. De nadere opzet van de synthesestudie, waaronder de precieze (deel)onderzoeksvragen en de betrokken experts, leggen we uiterlijk in begin 2024 aan de Kamer voor.

Vraag 3

In de brief staat dat de oplevering van de overkoepelende synthesestudie voorzien is op zijn vroegst einde 2024 en op zijn laatst einde 2025, afhankelijk van de tijdige oplevering van de onderliggende individuele evaluaties.

Met welke mogelijke oorzaken van vertraging van de onderliggende evaluatieonderzoeken houdt u rekening en welke mogelijkheden ziet u om deze oorzaken eventueel te mitigeren?

Antwoord op vraag 3

De planning van onderliggende evaluaties zoals toegelicht in de Kamerbrief is op dit moment nog actueel. Mochten er onvoorzien vertraging optreden, bijvoorbeeld omdat relevante data onverwacht niet tijdig beschikbaar blijken, dan wordt de Kamer hierover zo snel mogelijk geïnformeerd. Ook via de Strategische Evaluatie Agenda (SEA) wordt de Kamer ingelicht over de voortgang en planning van evaluaties. Ten slotte zal ook bij het delen van de opzet van de synthesestudie met de Kamer aandacht zijn voor de planning en voortgang van de individuele evaluaties en de synthesestudie zelf.

Vraag 4

Klopt het dat het syntheseonderzoek een jaar duurt?

Vraag 5

Kunt u toelichten hoe de planning van het syntheseonderzoek is opgebouwd?

Antwoord op vragen 4 en 5

Het klopt dat voor de uitvoering van de synthesestudie een jaar wordt uitgetrokken, vanaf het moment dat de individuele evaluaties afgerond zijn. Eind dit jaar wordt al gestart met de opzet. Zoals hierboven toegelicht wordt uiterlijk begin 2024 deze uitgebreidere opzet van de synthesestudie met de Kamer gedeeld, waarbij ook wordt ingegaan op de opbouw van de planning.

Naar boven