35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 490 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 20 mei 2022.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 19 juni 2022.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 20 juni 2022.

dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2022

In de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (hierna: TVL) is opgenomen dat de regeling op 1 juli 2022 vervalt. Gelet op de motie van het lid Aartsen c.s. van 8 december 20211 en de aankondiging van een aanvulling op het steun- en herstelpakket voor het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022 is op dit moment een wijziging van de TVL in voorbereiding waarmee een nieuw hoofdstuk 2a aan de TVL wordt toegevoegd op grond waarvan steun verleend kan worden aan startende MKB-ondernemingen voor het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022. Dit nieuwe hoofdstuk wordt vormgegeven onder de diverse de-minimisverordeningen voor staatssteun.

Met het oog op de introductie van dit nieuwe hoofdstuk dient ook de vervaldatum van de TVL aangepast te worden. Dit biedt RVO de mogelijkheid om de subsidieaanvragen die worden gedaan door startende MKB-ondernemingen voor het vierde kwartaal van 2021 en voor het eerste kwartaal 2022 in 2022 en 2023 te verwerken.

Opgemerkt wordt dat de hoofdstukken 2 en 3 van de TVL, waarbij de subsidie door de Europese Commissie is goedgekeurd onder de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I), overeenkomstig deze goedkeuring(en) wel per 1 juli 2022 komen te vervallen.

In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg ik de regeling die strekt tot wijziging van genoemde vervaldatum bij dezen aan u voor2.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 439

X Noot
2

Zie bijlage

Naar boven