35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 311 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2021

Op 17 februari jl. informeerde ik uw Kamer over de subsidieregeling die ik heb opgesteld om dierentuinen te steunen (Kamerstuk 35 420, nr. 229, Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19). Dierentuinen zijn zwaar geraakt door de coronacrisis en lijden als gevolg daarvan grote verliezen, terwijl er nauwelijks bezuinigd kan worden op de hoge vaste kosten voor dierverzorging en noodzakelijk onderhoud. Dit levert een reëel risico op voor het dierenwelzijn en de maatschappelijke waarde van dierentuinen.

Dierentuinen hebben steun gehad voor de periode 18 maart 2020 tot en met 30 september 2020, waarin zij eerst gesloten waren in verband met de lockdown, en vervolgens beperkt bezoekers konden ontvangen door afstands- en hygiënemaatregelen. Voor de eerste openstelling van de subsidieregeling is 39 miljoen euro (inclusief uitvoeringskosten) beschikbaar. Hoeveel steun een dierentuin heeft gekregen, is gebaseerd op de kosten voor de dierverzorging en het omzetverlies dat de dierentuin heeft geleden in de steunperiode.

Door de aanhoudende crisis zijn dierentuinen van 5 november tot en met 18 november 2020 opnieuw twee weken dicht geweest, en ook vanaf 15 december 2020 tot 19 mei 2021 waren ze gesloten om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Dit beslaat een periode van bijna een half jaar. In deze periode konden dierentuinen geen bezoekers ontvangen en konden daardoor nauwelijks inkomsten genereren. De hoge vaste kosten voor dierverzorging en noodzakelijk onderhoud liepen onderwijl gewoon door. Daarom heeft het kabinet besloten de dierentuinen aanvullende steun te verlenen voor de periodes waarin de dierentuinen wederom gesloten waren.

In totaal heeft het kabinet maximaal 72,5 miljoen euro vrijgemaakt om dierentuinen te ondersteunen vanaf het laatste kwartaal van 2020. Dit bedrag is opgebouwd uit verschillende reserveringen. Zo is medio december 2020 door het kabinet een reservering voor dierentuinen gedaan van 17 miljoen euro (Kamerstuk 35 420, nr. 214) op de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën. Dit geld is bedoeld voor de verplichte sluiting in het vierde kwartaal van 2020, tot en met eind januari 2021. De lockdown duurde echter langer dan voorzien. Daarom heeft het kabinet aanvullend op deze 17 miljoen euro nog eens maximaal 55,5 miljoen euro voor de periode tot en met het tweede kwartaal van 2021 gereserveerd op de Aanvullende Post in de Voorjaarsnota (Kamerstuk 35 850, nr. 1).

Tijdens de besluitvorming was nog niet duidelijk wanneer de dierentuinen weer open zouden gaan. Om die reden zal het bedrag dat daadwerkelijk beschikbaar komt voor het tweede kwartaal van 2021 worden aangepast op de versoepelingen die zijn doorgevoerd, waardoor de dierentuinen op 19 mei 2021 weer open konden.

Met het gereserveerde bedrag van maximaal 72,5 miljoen euro zal ik de Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19 voor een tweede keer openstellen. Ik neem daarbij ervaringen van de eerste openstelling mee. Ik zal uw Kamer informeren zodra de tweede openstelling kan plaatsvinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven