Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2021
De Brancheorganisatie Zorg (BoZ) heeft op 16 december 2020 verzocht om het kabinetsbesluit
dat de tijdelijke goedkeuring m.b.t. de uitleen van zorgpersoneel niet verder zou
worden verlengd te heroverwegen. De vaste commissie voor Financiën heeft in de procedurevergadering
van 14 januari 2021 besloten graag een afschrift van het antwoord op de brief van
de BoZ te ontvangen.
De BoZ heeft op 24 december 2020 per mail het antwoord ontvangen waarin de heroverweging
van het kabinet is medegedeeld. Hierbij zend ik u een kopie van de email die is verstuurd.
«Ik kan u bij deze melden dat het kabinetsbesluit tot het niet-verlengen van de btw-vrijstelling
voor de uitleen van zorgpersoneel is heroverwogen. De uitleen van zorgpersoneel blijft
daarom tot en met 31 maart 2021 buiten de heffing van btw. Meer informatie over deze
maatregel kunt u vinden op de website van de Belastingdienst:
https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/coronavirus/content/uitlenen-zorgpersoneel-tijdelijk-buiten-de-heffing-van-btw
.
Volledigheidshalve merk ik op dat het (wederom) een tijdelijke goedkeuring betreft.
Uitgangspunt is derhalve dat per 1 april 2021 de normale btw-regels weer gaan gelden
(d.i. de regels zoals die ook golden vóór de inwerkingtreding van de tijdelijke goedkeuring).
Dat wordt anders als het kabinet (op een later moment) beslist dat deze goedkeuring
nogmaals (tijdelijk) wordt verlengd. Datzelfde geldt overigens voor alle overige coronamaatregelen
die tot en met 31 maart 2021 gelden.
In de door u gemailde brief (...) worden enkele onduidelijkheden genoemd bij de toepassing
van de normale btw-regels, d.w.z. de werking van de uitleen van personeel onder het
beleidsbesluit van 14 december 2018. Daarover kan ik het volgende opmerken. Hoewel
afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval, geldt in algemene zin dat
indien er geen vergoeding wordt gevraagd voor het uitlenen van personeel, er niet
wordt toegekomen aan btw-heffing. Verder geldt dat elke tegenprestatie in welke vorm
dan ook (bijvoorbeeld in natura) voor de btw een vergoeding vormt. Voor specifieke
vragen over het beleidsbesluit van 14 december 2018, nr. 2018–22809 kunnen belastingplichtigen
zich wenden tot hun inspecteur.»
Bij kabinetsbrief van 21 januari 2021, (Kamerstuk 35 420, nr. 217), is deze maatregel inmiddels verlengd tot en met 30 juni 2021.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief