35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 211 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 18 januari 2021.

De wens om over de voorgenomen voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling nadere inlichtingen te ontvangen kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden van de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 28 maart 2021.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 29 maart 2021 dan wel binnen veertien dagen na het verstrekken van de in de vorige volzin bedoelde inlichtingen.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2021

Eind 2019 heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan Dialogic opdracht gegeven de subsidiemodule Garantie Ondernemingsfinanciering (hierna: GO-regeling) te evalueren. De formele vervaldatum van de GO-regeling was 1 juli 2020. Vooruitlopend op de afronding en de uitkomsten van het evaluatieonderzoek is de GO-regeling, al kort na de uitbraak van corona, verlengd tot 1 april 2021.1

Ik heb het onderzoeksrapport op 28 oktober 2020 aan uw Kamer aangeboden.2 Daarna is het onderzoeksrapport besproken met de banken en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), respectievelijk de gebruikers en de uitvoerder van de regeling. Naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie en de gesprekken met de betrokken partijen ben ik voornemens de GO-regeling te verlengen tot 1 juli 2023. Tot die tijd zal worden bezien in hoeverre de BMKB- en de GO-regeling eventueel nader op elkaar kunnen worden afgestemd, voor het vervolg daarna. In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 leg ik de regeling3 die strekt tot wijziging van de vervaldatum bij deze aan u voor. Op dit moment werk ik conform het risicoregelingenbeleid in afstemming met de Minister van Financiën aan het toetsingskader voor de GO. Dit kader zal dit voorjaar met uw Kamer worden gedeeld. Voor de inhoud van de ontwerpregeling4 verwijs ik naar de toelichting bij de regeling.

De werking en het gebruik van de GO-regeling

Sinds 2009 biedt de GO-regeling 50% staatsgarantie op bancaire leningen5 en bankgarantiefaciliteiten6 vanaf € 1,5 miljoen tot -op dit moment- € 150 miljoen per onderneming. Het doel van de GO-regeling is kredietverlening aan het mkb en (middel)grote bedrijven te stimuleren, die zonder garantie niet, gedeeltelijk of slechts moeizaam tot stand zou komen. Voorwaarden zijn dat de onderneming (in de kern) gezond is en voldoende continuïteits- en rentabiliteitsperspectief heeft. De GO-regeling is zo ingericht dat de subsidie geen staatssteun bevat.

In de onderzoeksperiode 2009–2018 is met GO-garantie voor € 2,8 miljard aan 316 ondernemingen krediet verstrekt. In de afgelopen jaren bedroeg het jaarlijkse garantieplafond € 400 miljoen en dat is ook de begrotingsraming voor de komende jaren. De voorgenomen verlenging gaat tevens uit van dit jaarlijkse plafond van 400 miljoen.

Sinds eind april 2020 is er een GO-coronamodule (GO-C), voor ondernemingen die liquiditeitsproblemen ondervinden als gevolg van corona. De GO-C biedt 90% staatsgarantie op bancaire leningen aan het mkb (< 250 fte) en 80% op bancaire leningen aan grotere bedrijven (>250 fte). Bij de GO-C is wel sprake van -door de EU goedgekeurde- staatssteun. Sinds de start van de coronamodule is met GO-C garantie voor € 695 miljoen aan 78 ondernemingen krediet verstrekt. De GO-C module is verlengd tot 1 juli 2021, gelijk aan de looptijd van het EU covid-19 staatssteunkader.7 Het subsidieplafond voor 2021 bedraagt € 2,5 miljard (voor de reguliere GO en de GO-C samen).

Conclusies, aanbevelingen van Dialogic en mijn reactie daarop:

De hoofdconclusie van Dialogic is dat de GO-regeling heeft bewezen, vooral in tijden van de economische crisis, van toegevoegde waarde te zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven. Dit was het geval tijdens de kredietcrisis en de nasleep daarvan en inmiddels bewijst de GO-regeling zich opnieuw in de coronacrisis). Volgens Dialogic heeft de GO-regeling bewezen in de kern gezonde ondernemingen met kwalitatief goede plannen op een overwegend doeltreffende wijze te helpen met het verkrijgen van financiering, wat waarschijnlijk zonder de GO-regeling niet of in onvoldoende mate zou zijn gelukt. De Europese Commissie heeft vastgesteld dat de GO-regeling geen staatssteun bevat.

Naar aanleiding van uitkomsten van de evaluatie en de gesprekken met de banken en RVO ben ik van plan tegelijk met de verlenging ook in te zetten op een aantal veranderingen van de GO-regeling. Hieronder treft u de aanbevelingen van Dialogic die ik ter harte neem, en mijn reactie daarop.

Aanbeveling: voorkom dat de GO-regeling concurreert met private oplossingen in de financieringsmarkt en overweeg alternatieve (non-bancaire) financiers toe te laten tot de GO-regeling;

  • Reactie: Ik stimuleer de ontwikkeling van de markt voor niet-bancaire financiers. Ik ben in gesprek met de Stichting MKB Financiering en we gaan samen accreditatie van niet-bancaire financiers voor de GO-regeling onderzoeken; ik zal uw Kamer hierover nader informeren in de loop van 2021.

Aanbeveling: maximum leningbedrag per onderneming waarop garantie wordt verstrekt (thans € 150 miljoen) flexibel houden;

  • Reactie: Conform de aanbevelingen van het onderzoek wordt het maximale leningbedrag per onderneming waarop garantie wordt verstrekt in de huidige opzet van GO-regeling flexibel ingezet. De hoogte daarvan wordt indien nodig aangepast, afhankelijk van de conjunctuur. Dat is de huidige werkwijze van de GO-regeling en die zal in de toekomst extra alert worden gevolgd.

Aanbeveling: overweeg de mogelijkheid om tijdelijk/incidenteel hogere garantiepercentages toe te staan;

  • Reactie: Al voor de afronding van het onderzoek door Dialogic is de GO-C module geïntroduceerd met hogere garantiepercentages omdat de conjuncturele situatie dat vereist. Die flexibiliteit is er dus, hoewel dat slechts in uitzonderlijke situaties een optie is en dan een separaat akkoord van de EC vereist als er sprake zou zijn van staatssteun. De reguliere GO-regeling bevat namelijk geen staatssteun.

Aanbeveling: overweeg of het mogelijk is bij de beoordeling van GO-aanvragen sterker te sturen op financieringen met een maatschappelijke meerwaarde.

  • Reactie: De GO is een generieke regeling die niet alleen voor specifieke sectoren of technologieën inzetbaar is. Het is goed te beseffen dat de afgelopen jaren al talrijke GO-aanvragen voor financieringen met een maatschappelijke meerwaarde goedgekeurd zijn, o.a. ten behoeve van investeringen in waterzuivering, zonne-energie, mestverwerking, aanleg van glasvezelnetwerken, patiëntendossiers in de zorg, hoogwaardige voedingssupplementen en recycling van banden, kunststoffen en metalen. Ik zal met RVO blijvend inzetten op voorlichting over de GO-regeling, en ook hoe de regeling voor dit type investeringen kan worden ingezet.

Aanbeveling: ga na hoe hard de voorwaarde is van afdracht van de resterende garantieprovisie bij vrijwillige vervroegde aflossing van de lening;

  • Reactie: Om de GO-regeling kostendekkend te houden is het noodzakelijk gebleken dat, als een bank staatsgarantie aanvraagt voor x jaar, dan ook voor x jaar garantieprovisie wordt afgedragen. Ik kan de provisieberekening dus niet aanpassen, zonder dat dit het risico van staatssteun met zich meebrengt. Ik zal wel bezien of de facturering kan worden vereenvoudigd waardoor de beheerskosten verlaagd worden;

Ook de overige aanbevelingen heb ik nader bestudeerd en besproken met de banken en RVO:

Aanbeveling: overweeg banken tot een drempelbedrag GO-aanvragen zelf te laten beoordelen en pas daarboven voor te laten leggen aan RVO;

  • Reactie: Ik heb dit onderzocht en de banken hebben aangegeven het huidige aanvraagproces graag te willen handhaven. Als RVO immers vooraf GO-aanvragen beoordeelt, voorkomt dat discussies later bij verliesdeclaraties;

Aanbeveling: overweeg de onderneming eerst zelf een garantie te laten aanvragen bij RVO waarna de onderneming een bank benadert (omdraaiing van het aanvraagproces);

  • Reactie: Dit leidt naar verwachting tot een aanzienlijk langere behandeltermijn bij RVO, zonder de garantie voor de ondernemer dat de financiering bij een bank ook tot stand komt. Het leidt dus niet tot een voordeel voor de ondernemer. Bovendien zijn over het algemeen gebruikers tevreden met snelheid van behandeling bij RVO;

Aanbeveling: overweeg een hogere beheersvergoeding (=lagere garantieprovisie) voor de banken;

  • Reactie: de huidige GO-regeling kent al weinig administratieve lasten. De inschatting van RVO is dat de GO-regeling in de komende jaren een baten-lasten saldo zal laten zien van rondom 0; door een verhoging van de beheersvergoeding blijft de GO-regeling mogelijk niet meer kostendekkend, wat kan betekenen dat de GO-regeling staatssteun zou bevatten en dat is niet wenselijk.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstuk 35 420, nr. 20

X Noot
2

Kamerstuk 35 420, nr. 154

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

titel 3.13 in de Regeling Nationale EZK- en LNV-subsidies, «RNES».

X Noot
6

titel 3.14 in de RNES.

X Noot
7

Kamerstuk 35 420, nr. 189.

Naar boven