35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 198 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2020

Met deze brief ga ik in op het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (d.d. 9 december jl.) om te reageren op de brief «Noodkreet – Motie van het lid Moorlag niet langer uitgevoerd door Staatssecretaris Keijzer». De motie van het lid Moorlag (Kamerstuk 35 438, nr. 13) had betrekking op de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren (hierna: TOGS), die inmiddels is gesloten.

De enige manier om zoveel mogelijk getroffen ondernemers, in sectoren die ernstige hinder ondervonden van de overheidsmaatregelen binnen de doelstelling van de TOGS-regeling, van een tegemoetkoming te voorzien was door dit geautomatiseerd, langs eenvoudige beslisregels te doen. Daarom is voor de afbakening en verwerking van aanvragen gekozen voor het gebruik van SBI-codes. De geregistreerde hoofdactiviteit op 15 maart 2020 was leidend bij de aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de TOGS. De TOGS werd vanaf 25 april 2020 verbreed naar ondernemers die op basis van hun geregistreerde nevenactiviteit aanspraak maakten op de tegemoetkoming, mits deze op de lijst van getroffen sectoren stond. Voorwaarde voor tegemoetkoming op basis van geregistreerde nevenactiviteit was wel dat het verwachte omzetverlies en de verwachte vaste lasten uitsluitend betrekking hadden op de geregistreerde nevenactiviteitactiviteit van de onderneming.

Bij de TOGS is gebruik gemaakt van de inherente afwijkingsbevoegdheid, die op grond van de Awb geldt voor de TOGS. De inherente afwijkingsbevoegdheid is toegepast voor ondernemingen die niet onder de juiste SBI-code stonden ingeschreven in het handelsregister, maar op basis van de omschrijving van hun activiteiten wel voor TOGS in aanmerking zouden komen. Bij de uitvoering van de TOGS bleek namelijk dat er ondernemingen waren die op grond van de geregistreerde SBI-codes niet in aanmerking kwamen voor een tegemoetkoming, terwijl ze op grond van hun activiteitenomschrijving wel onder de doelstelling van de TOGS vielen. De ondernemer die in eerste instantie geen beroep op de TOGS kon doen, kon daarbij gebruik maken van een formulier met een melding niet aansluitende SBI (NASBI). Hiermee werd mede invulling gegeven aan motie Moorlag, die erop toezag dat ondernemers niet onbedoeld werden uitgesloten van de TOGS.

Ook bij de TVL-regeling wordt invulling gegeven aan de motie Moorlag. Op de eerst plaats gebeurt dat door in de gevallen dat een ondernemer op grond van een positieve beoordeling van NASBI is toegelaten tot de TOGS, mits aan de overige TVL-voorwaarden wordt voldaan, deze ondernemer ook automatisch voor de TVL in aanmerking komt.

De TVL-regeling is echter een subsidieregeling en geen beleidsregel waardoor de inherente afwijkingsbevoegdheid uit de Awb niet automatisch van kracht is. Daarom is in de eerste openstelling van de TVL-regeling specifiek opgenomen dat een ondernemer die aan kan tonen dat er een andere geldige SBI-code bij zijn activiteitenomschrijving past, alsnog in aanmerking komt voor de regeling. Mits deze uiteraard aan de overige voorwaarden voldoet. De bepaling is in de geest van de motie Moorlag gericht op het voorkomen dat ondernemers geen toegang tot de regeling zouden krijgen vanwege het hebben van een SBI-code die geen toegang geeft tot de regeling, terwijl ze op grond van hun beschrijving van hun activiteiten in het handelsregister wel onder de doelgroep van de regeling behoren.

Wat echter niet in de TVL-regeling is opgenomen, is dat een ondernemer die al toegang heeft tot de TVL, een verzoek kan indienen om onder een andere SBI-code toegelaten te worden, met een hoger vaste lastenpercentage.

De bovengenoemde mogelijkheid ziet eveneens niet op een na 15 maart 2020 aangepaste activiteitenomschrijving in het handelsregister of om feitelijke activiteiten die afwijken van wat er in het handelsregister is opgenomen. Dit heeft tot gevolg dat reguliere wijzigingsverzoeken van ondernemers bij de Kamer van Koophandel (KvK), die al dan niet met terugwerkende kracht worden overgenomen, geen invloed hebben op de berekening van de TVL-subsidie. In de TVL-regeling wordt uitgegaan van de peildatum 15 maart 2020.

Bovenstaande lijn staat duidelijk beschreven in de toelichting op de TVL-regeling en is zo gecommuniceerd via de websites van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de Kamer van Koophandel.

De casus die aan uw verzoek ten grondslag ligt betreft een ondernemer die op grond van de SBI-code waaronder deze op 15 maart 2020 stond ingeschreven in het handelsregister toegang gaf tot zowel de TOGS als de TVL. De ondernemer heeft bezwaar aangetekend tegen de TVL-subsidie, omdat deze meent recht te hebben op een hoger vastelastenpercentage. De ondernemer heeft na 15 maart de inschrijving in het handelsregister aangepast. Dit valt, zoals hierboven toegelicht, echter niet onder de «coulancebepalingen» die voor de TOGS en de TVL van toepassing waren. Het is niet juist dat RVO.nl niet zou handelen conform de motie Moorlag.

Zoals ik hier boven heb aangegeven, is zowel de TOGS als de TVL een coulancebepaling gehanteerd in de geest van de motie Moorlag. RVO.nl heeft in deze casus de regeling uitgevoerd zoals deze is bedoeld en daarom is het bezwaar van deze ondernemer afgewezen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven