35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2020

De coronacrisis vraagt in allerlei opzichten veel van de medeoverheden. Medeoverheden en Rijk hebben tijdens de periode van begin maart tot 1 juni laten zien schouder aan schouder te staan. Ook daarna hebben medeoverheden en Rijk zich gezamenlijk ingespannen om de gevolgen van de impact van de coronacrisis te bestrijden. Er is veel erkenning voor de inzet van de medeoverheden; de gemeenten, provincies en waterschappen: er wordt nog steeds door iedereen hard gewerkt om te doen wat nodig is.

De medeoverheden hebben vanwege het coronavirus extra kosten en lopen geraamde inkomsten mis, zowel op korte als op langere termijn, hetgeen gevolgen heeft voor de financiële positie van de medeoverheden. Rijk en medeoverheden hebben daarom afspraken gemaakt over reële compensatie van medeoverheden voor hun gederfde inkomsten en de door hen gemaakte kosten. Hierbij nemen alle overheden samen hun verantwoordelijkheid om hun inkomsten en uitgaven zoveel mogelijk beheersbaar te houden in de nieuwe situatie. Het is immers belangrijk dat de dienstverlening aan burgers en ondernemers op peil blijft van zorg tot OV, begeleiding naar werk en toezicht en handhaving, tot het in stand houden van sport en cultuurvoorzieningen.

Op 28 mei jl. heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over een compensatiepakket voor medeoverheden (Kamerstuk 35 420, nr. 43). In deze brief is melding gemaakt dat er met medeoverheden nog gesprekken liepen over onder andere: het OV, de veiligheidsregio’s, GGD-en en de buurthuizen. Daarnaast heeft het kabinet aangekondigd de impact van de inkomstenderving van medeoverheden te monitoren.

In de afgelopen periode zijn er door het kabinet afspraken gemaakt met betrekking tot het OV (Kamerstukken 23 645 en 25 295, nr. 723) en zijn er tussen Rijk en medeoverheden afspraken gemaakt over het proces om tot compensatie te komen van de kosten van veiligheidsregio’s en GGD-en. De daadwerkelijke afrekening van de veiligheidsregio’s en GGD-en vindt plaats op basis van realisatie. Voor 2020 is hiervoor € 365 miljoen gereserveerd. Om tot de afrekening van de meerkosten en de kosten van de inhaalzorg voor Jeugd en Wmo te komen wordt nu onderzoek gedaan. Eveneens wordt nader onderzoek gedaan naar de mogelijk nog niet gedekte uitgaven voor sport.

Financiële positie van medeoverheden

Het is bij het kabinet bekend dat gemeenten, niet alleen door de coronacrisis, financiële druk ervaren. De voorlopige gegevens van de gemeenten over 2019 baren het kabinet, en in het bijzonder de Staatssecretaris van Financiën en mij, als fondsbeheerders zorgen. Deze gegevens laten namelijk zien dat de financiële positie van gemeenten in 2019 verder verslechterd is. Het exploitatietekort is opgelopen van – € 197 miljoen in 2018 naar – € 768 miljoen in 2019. Over 2019 heeft circa 60 procent van de gemeenten een tekort, waarvan circa 25 procent voor het derde jaar op rij. We horen dat gemeenten zich genoodzaakt zien om het voorzieningenniveau af te bouwen. Gezien de belangrijke rol van gemeenten in de dienstverlening naar burgers en het welzijn van burgers door het bieden van voorzieningen, wordt er aanvullend en verdiepend onderzoek gedaan naar de financiële positie en het voorzieningenniveau van gemeenten. Daarnaast is er ook aandacht voor de effectiviteit en de efficiency van de uitvoering van beleid door gemeenten.

Het kabinet realiseert zich dat door de coronacrisis gemeenten nog meer financieel onder druk zijn komen te staan en neemt daarom onderstaande maatregelen.

Accres

In de brief van 28 mei jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 43) heeft het kabinet aangegeven het belangrijk te vinden in deze bijzondere tijd de schommelingen voor medeoverheden te dempen. In overleg met de VNG en het IPO is daarom besloten om de stand van het accres (volume en loon- en prijsontwikkeling) gedurende deze kabinetsperiode vast te zetten op de standen uit de Voorjaarsnota 2020/ Meicirculaire 2020.

Opschalingskorting

Gezien de toegenomen financiële druk bij gemeenten door corona heeft het kabinet besloten de oploop in de opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen. Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 70 miljoen in 2020 en € 160 miljoen in 2021.

Gemeentelijke begrotingen 2021

De medeoverheden worden door de coronacrisis geconfronteerd met economische en sociale gevolgen die om bijzondere maatregelen vragen en van grote invloed zijn op de financiële positie van gemeenten. Van welke aard, hoe groot de omvang en met welke duur deze gevolgen zijn, is nog niet met zekerheid vast te stellen.

De Minister van BZK is in gesprek provincies over de vraag of voor de begroting 2021 afspraken over invulling van het financieel toezicht nodig zijn. Met de provincies is afgesproken dat zij op korte termijn informatie aanleveren, op basis waarvan eind september de Minister van BZK met de provincies zal overleggen en daarna uw Kamer zal informeren.

Het sociaal domein

Het kabinet realiseert zich dat gemeenten aangeven in het bijzonder financiële druk te ervaren op het sociaal domein. Gedurende deze kabinetsperiode zijn daarom al maatregelen genomen. Zo is na de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 in 2018 in totaal € 200 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. In 2019 is voor de jeugdzorg aanvullend één miljard euro extra beschikbaar gesteld voor de periode 2019–2021. Hierbij is ook afgesproken dat Rijk en VNG samenwerken om ervoor te zorgen dat het jeugdhulpstelsel effectiever en efficiënter gaat functioneren. Daarnaast heeft het kabinet dit voorjaar extra middelen beschikbaar gesteld voor o.a. Veilig Thuis, Vrouwenopvang, Dak- en thuislozen en inburgering. Voor 2020 komt dit neer op ruim € 220 miljoen.

Om de problematiek ook voor de lange termijn op te lossen, laat het kabinet allereerst, in goed overleg met gemeenten, onderzoek doen naar hoeveel middelen er structureel nodig zijn voor jeugd bij een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Jeugdwet. Daarnaast wordt via de monitor abonnementstarief bezien of er ook sprake is van een hoger dan geraamde extra toestroom van cliënten. Eind dit jaar komen de resultaten van beide onderzoeken beschikbaar.

Compensatie van inkomstenderving en uitgaven van medeoverheden

Door de gevolgen van het coronavirus ontvangen medeoverheden minder inkomsten. Er is afgesproken dat de medeoverheden en het kabinet deze impact zullen monitoren. Het kabinet zal medeoverheden waar nodig compenseren.

Daarnaast is afgesproken dat het kabinet de reële kosten van medeoverheden compenseert.

Bij de vormgeving van het nieuwe pakket is wederom een balans gevonden tussen het gericht verstrekken van middelen en het beperken van de administratieve lasten. Hierbij wordt zoveel als mogelijk aangesloten bij de reguliere financierings- en bekostigingssystematiek.

Inkomstenderving precariobelasting en markt- en evenementenleges

Door de coronamaatregelen waren er in de periode van 1 maart tot 1 juni geen terrassen opgesteld en zijn er geen markten en evenementen geweest. Gemeenten zijn daardoor geconfronteerd met een terugval van inkomsten uit terrasprecario en uit markt- en evenementenleges. Het kabinet heeft besloten de gemeenten voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 voor dit doel te compenseren voor een bedrag van € 20 miljoen. Dit bedrag wordt uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering.

Daarnaast is in aanvulling op de reeds genomen compensatiemaatregelen voor inkomstenderving, € 100 miljoen gereserveerd voor nadere compensatie van gemeenten in 2020. Zodra meer bekend is over de financiële impact van de inkomstenderving op gemeentelijk niveau zal de uitkering verder worden uitgewerkt. Naar verwachting zal dit in de Najaarsnota 2020 en in de decembercirculaire 2020 van het gemeentefonds kunnen worden verwerkt.

Lokale culturele voorzieningen

Eerder heeft het kabinet de gemeenten, voor de periode van medio maart tot en met 1 juni 2020, € 60 miljoen verstrekt voor de borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Deze organisaties missen onder andere inkomsten uit kaartverkoop en horeca, terwijl de vaste lasten zoals huisvesting en beveiliging doorlopen. Het kabinet stelt aan gemeenten nogmaals € 60 miljoen beschikbaar voor de periode van 1 juni tot en met 31 december 2020 en € 8 miljoen aan de provincies voor de periode tot 1 juni 2020. De € 60 miljoen zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds en de € 8 miljoen zal worden uitgekeerd via een specifieke uitkering aan de provincies.

Daarnaast komt er voor de lokale culturele infrastructuur € 150 miljoen in 2021 beschikbaar, opdat gemeenten in staat worden gesteld deze infrastructuur te ondersteunen. Voor meer informatie verwijs ik u graag naar de brief Tweede steunpakket culturele en creatieve sector van mijn collega van OCW.

Buurt- en dorpshuizen

Het kabinet stelt € 17 miljoen voor 2020 beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra uitgaven voor de dorps- en buurthuizen. Deze extra uitgaven bestaan onder andere uit het kwijtschelden van huur en het compenseren van tegenvallende inkomsten uit bijvoorbeeld horeca en zaalverhuur van buurt- en dorpshuizen. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Toezicht en handhaving

Het kabinet stelt € 50 miljoen voor 2020 beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra toezicht- en handhavingskosten als gevolg van onder andere de extra inzet van boa’s en de extra verkeersmaatregelen. Ook dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.

Vrijwilligersorganisaties Jeugd

Het kabinet stelt € 7,3 miljoen beschikbaar om lokale vrijwilligersorganisaties, zoals de scouting en speeltuinen, te compenseren. Hiermee wordt opvolging gegeven aan de motie van het lid Peters c.s. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de algemene uitkering.

Verkiezingen

Het kabinet stelt € 30 miljoen beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra kosten bij de herindelingsverkiezingen in november 2020 en de Tweede Kamerverkiezing in 2021 als gevolg van de coronamaatregelen. De extra kosten hangen onder meer samen met aanvullende kosten voor de inrichting van stemlokalen, voor het mogelijk moeten huren van alternatieve locaties die in de coronacrisis beter geschikt zijn om als stemlokaal in te richten, voor toegankelijkheid van die locaties en voor de aanvullende werkzaamheden die gemeenten moeten doen ter voorbereiding van de verkiezingen. Dit bedrag wordt uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering.

Sociale werkbedrijven

Eerder heeft het kabinet de gemeenten, voor de periode van 1 maart tot 1 juni 2020, € 90 miljoen verstrekt voor het opvangen van de exploitatietekorten van de Sociale Werkbedrijven. Het kabinet stelt voor ditzelfde doel aanvullend € 50 miljoen beschikbaar voor de periode van 1 juni tot en met 31 december 2020. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan de integratie-uitkering Participatie via een verhoging van de Rijksbijdrage Wsw.

Sociaal domein flankerend beleid

Er worden aanvullende maatregelen genomen om mensen die hun baan verliezen een beter perspectief te bieden op nieuw werk en inkomen. Hierbij heeft het kabinet aandacht voor goede begeleiding werk(loosheid)naar werk, (om)scholing, het tegengaan van armoede en problematische schulden, het aanpakken van jeugdwerkloosheid en het beschermen van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Veel van dit flankerend beleid zal worden uitgevoerd door gemeenten, waarvoor ze middelen zullen ontvangen. Verdere informatie hierover volgt met Prinsjesdag.

Tot slot

De financiële positie van medeoverheden had mijn aandacht, heeft mijn aandacht en zal ook de komende tijd mijn volle aandacht blijven houden. De medeoverheden zijn van cruciaal belang voor een slagvaardige overheid dicht bij de burger en ondernemer.

Het is belangrijk en noodzakelijk dat we als overheden samen kijken hoe we onze onderlinge samenwerking kunnen blijven verbeteren. De huidige financiële verhoudingen staan onder druk. Naast het bestendigen van de gemaakte afspraken over de financiën in het sociaal domein en de reële compensatie van de impact van de coronamaatregelen, moeten we voor de langere termijn onder ogen zien dat hier aanpassingen op nodig zijn. Dit vraagt van alle overheden volle inzet om, juist ook in deze moeilijke tijden, zorgvuldige afwegingen te maken en verantwoordelijkheid te nemen. Het gesprek in de financiële verhoudingen tussen Rijk en medeoverheden gaat nog te vaak over de bekostiging van taken. We zouden dit in een breder perspectief moeten bezien. Naast de omvang en de verdeling van het gemeente- en provinciefonds, vraagt dit ook een verdere beschouwing van de reikwijdte van wet- en regelgeving, de beleidsvrijheden die medeoverheden op diverse domeinen kennen, welk instrumentarium passend is en hoe gezorgd kan worden dat gemeenten leren van elkaar in het organiseren van efficiënt en effectief beleid.

Ook de komende periode zal ik, samen met de Staatssecretaris van Financiën, de gevolgen van de coronacrisis voor medeoverheden en in het bijzonder de financiële positie van gemeenten nauwlettend blijven volgen en zullen wij hierover in gesprek blijven met de VNG, het IPO en de UvW.

Mede namens de Staatssecretaris van Financiën, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Bijlage 1 Overzicht compensatie medeoverheden

(in mln.)

2020

Reeds ontvangen/toegezegd

 

Voor 28 mei jl.

 

Lokale media tot 1 juni

11

Sport

90

Eigen bijdrage Wmo

18

Peuter, SMI, VE

8

   

Brief 28 mei jl.

 

Parkeer- en toeristenbelasting tot 1 juni

225

Jeugd en Wmo voorschot

144

Noodopvang kinderen

23

Sw-bedrijven tot 1 juni

90

Lokale culturele voorzieningen tot 1 juni

60

Lokale media na 1 juni

24

Cultuur gemeenten matchingsgeld OCW

49

Totaal reeds ontvangen

742

Aanvullend pakket voor gemeenten en provincies

 

OV beschikbaarheidsvergoeding

 

Meerkosten GGD’s

350

Vergoeding Veiligheidsregio’s

15

Inkomstenderving ttot 1 juni

20

Inkomstenderving na 1 juni (indicatief)

100

Lokale culturele voorzieningen gemeenten na 1 juni en provincies tot 1 juni

68

Buurt- en dorpshuizen

17

Toezicht en handhaving

50

Vrijwilligersorganisaties Jeugd (scouting, speeltuin)

7

Verkiezingen

30

Sw-bedrijven na 1 juni

50

Opschalingskorting

70

(160 in 2021)

Totaal aanvullend pakket voor gemeenten en provincies

777

Totaal stand gemeenten en provincies bij aanvullingen

1519

Naar boven