35 353 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 in verband met de aanpak van ongewenste neveneffecten van toeristische verhuur van woonruimte (Wet toeristische verhuur van woonruimte)

Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN EIJS

Ontvangen 3 september 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel A, onder 2, wordt «de onderdelen h tot en met j tot i tot en met k, wordt een onderdeel ingevoegd» vervangen door «de onderdelen e tot en met g tot f tot en met h en de onderdelen h tot en met j tot j tot en met l, worden twee onderdelen ingevoegd,» en wordt onder verlettering van het voorgestelde onderdeel h tot onderdeel i een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. digitaal platform:

degene die een dienst van de informatiemaatschappij verleent gericht op het publiceren van aanbiedingen voor toeristische verhuur;

II

In artikel I, onderdeel F, wordt na artikel 23c een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23ca

Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23b, eerste en tweede lid, kan hij in die huisvestingsverordening tevens bepalen dat een platform een aanbieding voor toeristische verhuur blokkeert gedurende de rest van het jaar indien het digitale platform door burgemeester en wethouders ervan in kennis is gesteld dat de woonruimte die wordt aangeboden reeds voor het in de huisvestingsverordening bepaald aantal nachten in dat jaar in gebruik is gegeven voor toeristische verhuur.

Toelichting

De indiener beoogt met dit amendement dat de naleving van het nachtencriterium een gedeelde verantwoordelijkheid wordt voor zowel gemeente als platform in gebieden waar een nachtencriterium geldt. Hiermee wordt beoogd dat wanneer wordt vastgesteld dat een woonruimte reeds het maximale door de gemeenteraad vastgestelde aantal nachten is verhuurd, de platforms op aanwijzing van de betreffende gemeente de betreffende woning niet langer op het platform mogen publiceren als woonruimte die beschikbaar is voor verhuur. Dit dient te worden bewerkstelligd door de advertentie te blokkeren. Hiermee is de advertentie nog wel zichtbaar, maar kan deze niet meer geboekt worden gedurende het jaar waarin het maximale aantal nachten al is verhuurd. Door de advertentie wel zichtbaar te houden wordt de aanbieder niet benadeeld voor opvolgende jaren. De indiener merkt daarbij op dat gemeenten in hun huisvestigingsverordening moeten kunnen aantonen om welke redenen de eventueel aanwezige nachtenrestrictie is vastgesteld op een bepaald aantal nachten. Gemeenten moeten verder in de kennisgeving die zijn doen aan een platform voldoende motiveren dat het nachtencriterium is overschreden.

Van Eijs