Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Hierbij zend ik uw Kamer de door de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
gevraagde reactie op de position paper die Stichting Agrifacts op verzoek van de commissie
heeft geschreven ten behoeve van de behandeling van de Spoedwet aanpak stikstof.
Ecologische reactie
De stikstofgevoelige bodems, zoals die van de hogere zandgronden en de duinen, waren
van nature al zeer voedselarm. Die bodemgesteldheid is niet pas zo ontstaan door intensief
beheer (overbegrazing en plaggen), zoals in het position paper wordt gesteld.
Beheer is belangrijk voor behoud van de natuurkwaliteit. Daarbij zoeken we een balans.
Overbegrazing of nog frequenter plaggen zal leiden tot afname van de natuurkwaliteit.
De inspanningen moeten erop gericht zijn om een einde te maken aan de overbelasting
met stikstof, tot het niveau dat nodig is voor het halen van de instandhoudingsdoelstellingen.
Het bijbehorende natuurbeheer zal duurzaam moeten zijn en geen schadelijke neveneffecten
mogen veroorzaken.
Juridische reactie
Wat de Spoedwet aanpak stikstof doet, is een antwoord bieden op de situatie die is
ontstaan na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak over het PAS. Deze uitspraak
maakt duidelijk dat alle activiteiten die stikstof toevoegen aan reeds overbelaste
(voor stikstof gevoelige) habitats in Natura 2000-gebieden, in cumulatie met andere
projecten en plannen significant negatieve gevolgen voor die Natura 2000-gebieden
kunnen hebben.
We hebben nu te maken met moeizame verlening van Natuurbeschermingswetvergunningen
voor activiteiten die stikstofdepositie op de betrokken habitats veroorzaken. De spoedwetgeving
moet die vergunningverlening weer mogelijk maken en houdt dus bij uitstek rekening
met de sociaaleconomische vereisten.
De inspanningen van het kabinet zijn gericht op het behouden en verbeteren van de
natuurkwaliteit. Het kabinet stelt daarom, onder andere via de provincies, geld beschikbaar
voor natuurbeheer en natuurverbetering. De verwachting is dat de natuurkwaliteit hierdoor
zal verbeteren. Er is daarom geen wettelijke verplichting voor het afvoeren van stikstof
nodig.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten