35 347 Regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)

Nr. 62 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2019

Hierbij zend ik uw Kamer de door de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gevraagde reactie op de position paper die Stichting Agrifacts op verzoek van de commissie heeft geschreven ten behoeve van de behandeling van de Spoedwet aanpak stikstof.

Ecologische reactie

De stikstofgevoelige bodems, zoals die van de hogere zandgronden en de duinen, waren van nature al zeer voedselarm. Die bodemgesteldheid is niet pas zo ontstaan door intensief beheer (overbegrazing en plaggen), zoals in het position paper wordt gesteld.

Beheer is belangrijk voor behoud van de natuurkwaliteit. Daarbij zoeken we een balans. Overbegrazing of nog frequenter plaggen zal leiden tot afname van de natuurkwaliteit.

De inspanningen moeten erop gericht zijn om een einde te maken aan de overbelasting met stikstof, tot het niveau dat nodig is voor het halen van de instandhoudingsdoelstellingen. Het bijbehorende natuurbeheer zal duurzaam moeten zijn en geen schadelijke neveneffecten mogen veroorzaken.

Juridische reactie

Wat de Spoedwet aanpak stikstof doet, is een antwoord bieden op de situatie die is ontstaan na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak over het PAS. Deze uitspraak maakt duidelijk dat alle activiteiten die stikstof toevoegen aan reeds overbelaste (voor stikstof gevoelige) habitats in Natura 2000-gebieden, in cumulatie met andere projecten en plannen significant negatieve gevolgen voor die Natura 2000-gebieden kunnen hebben.

We hebben nu te maken met moeizame verlening van Natuurbeschermingswetvergunningen voor activiteiten die stikstofdepositie op de betrokken habitats veroorzaken. De spoedwetgeving moet die vergunningverlening weer mogelijk maken en houdt dus bij uitstek rekening met de sociaaleconomische vereisten.

De inspanningen van het kabinet zijn gericht op het behouden en verbeteren van de natuurkwaliteit. Het kabinet stelt daarom, onder andere via de provincies, geld beschikbaar voor natuurbeheer en natuurverbetering. De verwachting is dat de natuurkwaliteit hierdoor zal verbeteren. Er is daarom geen wettelijke verplichting voor het afvoeren van stikstof nodig.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven