Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35334 nr. BH |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 35334 nr. BH |
Vastgesteld 26 juni 2023
De leden van de toenmalige vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Minister voor Natuur en Stikstof van 14 april 2023, zoals opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg2, op de vragen over de stikstofproblematiek in ruime zin. De leden van de fractie van het CDA hebben nog een aantal nadere vragen en opmerkingen.
Naar aanleiding hiervan is op 17 mei 2023 een brief gestuurd aan de Minister voor Natuur en Stikstof.
De Minister heeft op 26 juni 2023 gereageerd.
De leden van de huidige commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit3 brengen bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer
Aan de Minister voor Natuur en Stikstof
Den Haag, 17 mei 2023
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw antwoorden van 14 april 2023, zoals opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg4, op de vragen over de stikstofproblematiek in ruime zin. De leden van de fractie van het CDA waarderen de uitgebreide beantwoording, maar op enkele vragen zien zij nog graag een nadere verdieping en aanscherping; zij hebben derhalve nog een aantal nadere vragen en opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
Afgelopen week werd duidelijk dat de Europese Commissie akkoord gaat met de aanpak en uitkoop van de zogenoemde piekbelasters. Dit zal geschieden via de Lbv-plus regeling. Zoals reeds aangegeven in eerdere inbreng, achten de leden van de CDA-fractie het van belang dat boeren een weloverwogen afweging kunnen maken tussen de diverse keuzes: verlaging van stikstof via management maatregelen, verplaatsen, uitkopen of innoveren. Dat betekent ook dat er duidelijkheid moet zijn op de andere onderdelen van de stikstofaanpak en op de perspectieven vanuit het Landbouwakkoord. Daarbij moet ook gedacht worden aan juridische mogelijkheden voor maatwerk, fiscale voorzieningen, helderheid over taxatie-aanpak en regelingen voor vergoedingen van psychosociale en sociaaleconomische ondersteuning. Het zou de boeren en hun families enorm tot steun zijn als u duidelijkheid kunt geven over een datum, waarop het totaalaanbod inzichtelijk is, aldus deze leden. Zij vragen of u een termijn kunt aangeven en vervolgens hoeveel tijd de boeren krijgen voor het nemen van een besluit vanaf het moment van integrale communicatie. En wordt dan ook rekening gehouden met het zo nodig verschuiven van de deadline inzake de piekbelastersregeling?
In dat kader vragen de leden van de CDA-fractie in hoeverre de Europese Commissie al goedkeuring heeft gegeven op de regeling bedrijfsverplaatsing. In hoeverre is daar een relatie met de piekbelastersregeling, waarbij aangegeven is dat een bedrijf dat hiervan gebruik maakt, geen landbouwbedrijf meer in de Europese Unie mag starten?
Deze leden vragen nogmaals hoe de metingen door de AERIUS-calculator worden ingezet, daar de Commissie Hordijk aangeeft dat deze metingen niet betrouwbaar zijn op individueel niveau. Hoe wordt dan per boer bepaald wanneer een boer wel of niet voldoet aan de gestelde normen?
Ten aanzien van interbestuurlijke afspraken om in het kader van gebiedsprocessen te sturen op het gebruik van stikstofruimte die vrijkomt bij extern salderen, geeft u aan dat hieraan gewerkt wordt om zo meer sturing en regie te realiseren. Kunt u hier de voortgang van aangeven?
Bij de implementatie en uitvoering van de diverse regelingen wordt aangegeven dat de uitvoeringsinstanties ruim mandaat krijgen. De leden van de CDA-fractie zijn vanzelfsprekend positief dat er voldoende expertise aanwezig zal zijn. Dan nog vragen deze leden hoe u ervoor zorgt dat de boeren (weer) vertrouwen in de overheidsinstanties krijgen gezien de ervaringen met de PAS-meldingen. Uw reactie dat een ondernemer bezwaar kan indienen tegen besluiten van de overheid, als de ondernemer het gevoel heeft dat de beginselen van behoorlijk bestuur niet worden nagekomen, overtuigen de leden van de CDA-fractie niet. Immers de PAS-melders gingen en mochten ervan uitgaan dat er sprake was van behoorlijk bestuur, aldus deze leden. Zij vragen of u hierop kunt reageren.
Het Ministerie van Financiën heeft berekend dat ondanks alle voorgenomen maatregelen er nog steeds teveel stikstof in Nederland aanwezig zal zijn. In dat kader vragen de leden van de CDA-fractie in hoeverre u deze berekeningen deelt. Zo ja, welke consequenties heeft dat voor het beleid en de voorgenomen plannen van aanpak en zo nee, waarom niet?
De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 14 juni 2023.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, L.P. van der Linden
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
Hierbij ontvangt u de beantwoording van nadere schriftelijke vragen en opmerkingen van d.d. 17 mei jl. van de leden van de CDA-fractie over de stikstofproblematiek (kenmerk: 172816.10U).
De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink
1
Afgelopen week werd duidelijk dat de Europese Commissie akkoord gaat met de aanpak en uitkoop van de zogenoemde piekbelasters. Dit zal geschieden via de Lbv-plus regeling. Zoals reeds aangegeven in eerdere inbreng, achten de leden van de CDA-fractie het van belang dat boeren een weloverwogen afweging kunnen maken tussen de diverse keuzes: verlaging van stikstof via management maatregelen, verplaatsen, uitkopen of innoveren. Dat betekent ook dat er duidelijkheid moet zijn op de andere onderdelen van de stikstofaanpak en op de perspectieven vanuit het Landbouwakkoord. Daarbij moet ook gedacht worden aan juridische mogelijkheden voor maatwerk, fiscale voorzieningen, helderheid over taxatie-aanpak en regelingen voor vergoedingen van psychosociale en sociaaleconomische ondersteuning. Het zou de boeren en hun families enorm tot steun zijn als u duidelijkheid kunt geven over een datum, waarop het totaalaanbod inzichtelijk is, aldus deze leden. Zij vragen of u een termijn kunt aangeven en vervolgens hoeveel tijd de boeren krijgen voor het nemen van een besluit vanaf het moment van integrale communicatie?
Antwoord
Ik hecht er grote waarde aan om boeren gelegenheid te geven een weloverwogen keuze te kunnen maken voor de toekomst van hun bedrijf. Binnen de aanpak piekbelasting kies ik er daarom voor om (gedeeltelijke) overlap te creëren in de looptijd van de verschillende regelingen die het Rijk ter ondersteuning zal aanbieden (beëindigen, innoveren, omschakelen, extensiveren of verplaatsen). In mijn brief van 12 juni5 heb ik inzicht gegeven hoe ik hier invulling aan geef. Voor openstelling van de regelingen is het kabinet onder andere afhankelijk van het, per regeling, succesvol doorlopen van de notificatieprocedure van de Europese Commissie. Het is vooraf niet te zeggen wanneer deze procedures worden afgerond. Tegelijkertijd hecht ik er aan de aanpak piekbelasting al wel in uitvoering te brengen, inclusief de regelingen die al beschikbaar zijn, waaronder de Landelijke beëindigingsregeling-plus (Lbv-plus) en de Landelijke beëindigingsregeling (Lbv). In de Kamerbrief van 12 juni heb ik tevens een zo compleet mogelijk beeld geschetst van welke ondersteuning per spoor geboden zal worden. Alle informatie over nadere invulling zal, zodra bekend, via onder andere de website www.aanpakpiekbelasting.nl beschikbaar worden gesteld.
2
Wordt dan ook rekening gehouden met het zo nodig verschuiven van de deadline inzake de piekbelaster?
Antwoord
Om boeren gelegenheid te geven weloverwogen keuzes te maken, heeft het kabinet besloten om de looptijd van de Lbv-plus-regeling te verlengen tot 5 april 2024. Dit, mede ter invulling van de motie-van Campen c.s.6
3
In dat kader vragen de leden van de CDA-fractie in hoeverre de Europese Commissie al goedkeuring heeft gegeven op de regeling bedrijfsverplaatsing. In hoeverre is daar een relatie met de piekbelastersregeling, waarbij aangegeven is dat een bedrijf dat hiervan gebruik maakt, geen landbouwbedrijf meer in de Europese Unie mag starten?
Antwoord
De regeling voor financiële ondersteuning bij bedrijfsverplaatsing is een instrument dat ik in het kader van de aanpak piekbelasting beschikbaar wil stellen. Voor de ontwikkeling van de regeling maak ik gebruik van het staatssteunkader voor verplaatsing. Dit is op verzoek van Nederland aangepast en sinds 1 januari 2023 van kracht. Ik maak mij sterk voor een praktisch uitvoerbare regeling, die bijdraagt aan het realiseren van de milieudoelstellingen. Ik verwacht de formele (pre-)notificatieprocedure na de zomer te kunnen starten. Mijn streven is om voor het einde van dit jaar tot publicatie over te kunnen gaan, dit is mede afhankelijk van de duur van de notificatieprocedure. Het zogenoemde doorstartverbod is onderdeel van het staatssteunkader dat van toepassing is bij steun voor beëindiging. Onder het steunkader voor verplaatsing is geen sprake van een doorstartverbod.
De Nationale Grondbank kan ondersteunend zijn aan de verplaatsingsregeling. Als een (vertrekkende) agrarisch ondernemer zijn bedrijf te koop aanbiedt (op de markt zet), dan kan de Nationale Grondbank dat bedrijf aankopen. Het bedrijf moet dan wel geschikt zijn als alternatieve locatie voor bedrijven die willen verplaatsen. De Nationale Grondbank zal hierbij marktconform handelen. Taxatie van het bedrijf vindt plaats op basis van huidig landbouwkundig gebruik en geldende bestemming. Door de Nationale Grondbank aangekochte bedrijven worden in overeenstemming met het gebiedsproces beschikbaar gesteld voor o.a. verplaatsing. Daarnaast kunnen overheden (vooral Rijk en provincies) die nu al bedrijfslocaties in bezit hebben beschikbaar stellen als verplaatsingslocatie volgens een openbare en transparante procedure.
4
Deze leden vragen nogmaals hoe de metingen door de AERIUS-calculator worden ingezet, daar de Commissie Hordijk aangeeft dat deze metingen niet betrouwbaar zijn op individueel niveau. Hoe wordt dan per boer bepaald wanneer een boer wel of niet voldoet aan de gestelde normen?
Antwoord
In AERIUS Calculator wordt de depositiebijdrage van een individueel bedrijf op nabijgelegen beschermde natuur berekend. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de best beschikbare wetenschappelijk kennis. Jaarlijks wordt het instrument geactualiseerd om nieuwe inzichten te kunnen betrekken.
Het uitgebreide meetnetwerk van het RIVM wordt hierbij alleen indirect gebruikt, namelijk voor het ijken van de rekenmodellen. Een individuele projectberekening wordt in AERIUS Calculator niet vergeleken met metingen.
5
Ten aanzien van interbestuurlijke afspraken om in het kader van gebiedsprocessen te sturen op het gebruik van stikstofruimte die vrijkomt bij extern salderen, geeft u aan dat hieraan gewerkt wordt om zo meer sturing en regie te realiseren. Kunt u hier de voortgang van aangeven.
Antwoord
In 2020 hebben Rijk en provincies afgesproken dat overheden elkaar informeren over voorgenomen transacties op basis van extern salderen wanneer zij zelf als initiatiefnemer optreden. Samen met de betrokken departementen en medeoverheden werk ik momenteel aan het herbevestigen, verduidelijken en aanvullen van deze afspraken. Het is belangrijk om zicht te houden op voorgenomen transacties door overheidspartijen en te voorkomen dat potentiële saldogevers door meerdere overheden tegelijkertijd worden benaderd. Zo kan vroegtijdig worden afgewogen of de stikstofruimte naar de natuur moet of kan worden ingezet voor nieuwe ontwikkelingen in het kader van gebiedsprocessen. Daarnaast werk ik op dit moment samen met de betrokken departementen en provincies de mogelijkheid uit om te sturen op het gebruik van stikstofruimte die vrijkomt bij extern salderen. Ik verwacht de Kamer voor de zomer over de uitkomsten te informeren middels een voortgangsbrief stikstof.
6
Bij de implementatie en uitvoering van de diverse regelingen wordt aangegeven dat de uitvoeringsinstanties ruim mandaat krijgen. De leden van de CDA-fractie zijn vanzelfsprekend positief dat er voldoende expertise aanwezig zal zijn. Dan nog vragen deze leden hoe u ervoor zorgt dat de boeren (weer) vertrouwen in de overheidsinstanties krijgen gezien de ervaringen met de PAS-meldingen. Uw reactie dat een ondernemer bezwaar kan indienen tegen besluiten van de overheid, als de ondernemer het gevoel heeft dat de beginselen van behoorlijk bestuur niet worden nagekomen, overtuigen de leden van de CDA-fractie niet. Immers de PAS-melders gingen en mochten ervan uitgaan dat er sprake was van behoorlijk bestuur, aldus deze leden. Zij vragen of u hierop kunt reageren.
Antwoord
Conform de aanbevelingen van Johan Remkes in «Wat wel kan, uit de impasse en aanzet voor perspectief», hecht ik eraan om in de transitie van het landelijk gebied, en meer specifiek in de stikstofaanpak en de inzet van regelingen, aandacht te hebben voor het herstel van vertrouwen. Dat is niet van vandaag op morgen gebeurd. Dat vraagt tijd. Een belangrijk aspect hierbij is aandacht voor de menselijke maat. Daarvoor is nadrukkelijk aandacht in de uitvoering van de regelingen. In gesprekken met de ondernemer zal het toekomstperspectief, ook bij beëindiging van bedrijfsactiviteiten, centraal staan. Dat zal niet altijd even makkelijk zijn. De ondernemer kan indien hij/zij dat wenst daarin ondersteuning krijgen. Ondernemers dienen daarbij in de volle breedte ook de mogelijkheid een beroep te kunnen doen op klachtenprocedures en bezwaar en beroep om zo rechtszekerheid te borgen.
7
Het Ministerie van Financiën heeft berekend dat ondanks alle voorgenomen maatregelen er nog steeds teveel stikstof in Nederland aanwezig zal zijn. In dat kader vragen de leden van de CDA-fractie in hoeverre u deze berekeningen deelt. Zo ja, welke consequenties heeft dat voor het beleid en de voorgenomen plannen van aanpak en zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het Ministerie van Financiën heeft vanuit haar rol om de doelmatigheid en doeltreffendheid van de inzet van collectieve middelen te toetsen en te borgen, een aantal ambtelijke berekeningen gedaan. Deze berekeningen onderstrepen de urgentie van de opgave waar we voor staan. Ik vind het daarbij wel belangrijk om te benadrukken dat de berekeningen zich niet lenen voor een directe vertaling naar beleid.
Het gaat om modelmatige berekeningen die zijn gebaseerd op een aantal datasets, beleidsmatige en juridische aannames, en moeten daarom met de nodige mate van onzekerheid worden geïnterpreteerd. Ook geldt dat een aantal recente ontwikkelingen in het buitenland, zoals de voorziene stikstofaanpak van Vlaanderen, niet meegenomen zijn in deze berekeningen.
Met het oog op de huidige staat van de natuur zet het kabinet in op piekbelastersaanpak, wordt er werk gemaakt van het Nationaal Programma Landelijk Gebied en heeft het kabinet 24,3 miljard vrijgemaakt. Hiermee worden grote stappen gezet in het robuust maken van de Nederlandse natuur. Ook na het behalen van de NPLG-doelstellingen blijven er gebieden waar de KDW overschreden wordt, maar in aanmerkelijk mindere mate. Hier zullen passende maatwerk- en/of herstelmaatregelen getroffen worden, die dan vanwege een mindere mate van overschrijding naar verwachting effectiever zullen zijn.
Samenstelling:
Kroon (BBB), Oplaat (BBB) (voorzitter), Kemperman (BBB), Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GL+PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Meijer (VVD), Klip-Martin (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Van Meenen (D66), Faber-Van de Klashorst (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (Ja21), Janssen (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35334-BH.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.