35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

30 862 Goedkeuring van het op 21 december 2005 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest betreffende de uitvoering van de ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (Trb. 2005, 310)

Nr. 167 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2021

Op 15 september 2021 heb ik een verzoek ontvangen van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake de petitie voor parlementaire ondervraging over dossier Hertogin Hedwigepolder. De commissie vraagt mij om uiterlijk 1 oktober 2021 een reactie naar de Kamer te sturen op de door de heer R. te Hoek aan de commissie nagezonden brieven. De commissie vraagt mij met name een reactie te geven op de geconstateerde PFAS-vervuiling in de Schelde en hoe die zich verhoudt tot de milieueffectrapportage.

Uw verzoek sluit aan op de vraag van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) tijdens het tweeminutendebat Water op 24 juni 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 93, item 5). Het lid Stoffer stelde dat uit een rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat de Scheldemonding vervuild is met PFAS, dat onder meer afkomstig is uit België, en dat de Hedwigepolder in de toekomst zal onderlopen met slib vol PFAS. Dit is volgens hem in strijd met de Wet bodembescherming. Zijn vraag is wat dit betekent voor de ontpoldering van de Hedwigepolder.

De Minister van I&W heeft, in overleg met mij, de vraag van het lid Stoffer beantwoord en u doen toekomen. U kunt dit antwoord beschouwen als mijn reactie op uw verzoek. De hierin opgenomen constatering dat de natuurontwikkeling in de Hedwigepolder past binnen de regelgeving, betekent dat er geen aanleiding is om het project te wijzigen. Vele onderzoeken en adviezen benadrukken de noodzaak van deze natuurontwikkeling voor de internationale biodiversiteit. De eerdere ingebrekestelling door de Europese Commissie onderstreept de urgentie om dit project uit te voeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven