Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2020
Op 11 september 2020 heeft uw Kamer het kabinet verzocht om een reactie op de brief
van de deelnemende partijen in de Taskforce Infra (TI) d.d. 30 juli 2020 aan het kabinet
over het wegnemen van belemmeringen stikstof in relatie tot infrastructuurprojecten.
Bouwend Nederland vraagt, mede namens deelnemende brancheorganisaties, in hun brief
aandacht voor de ontstane situatie na de uitspraak van de Raad van State inzake het
PAS. De partijen stellen dat de door deze uitspraak gegenereerde onzekerheid bij de
vergunningverlening heeft geleid tot een grote terugval in opdrachtverlening. Zij
geven hierbij aan dat noodzakelijke investeringen, zoals verduurzaming van de gebouwde
omgeving, vertraging oplopen en dat het risico van baanverlies in de bouwsector ontstaat.
Het kabinet is zich bewust van de ontstane situatie als gevolg van de uitspraak van
de Raad van State, waarbij vergunningverlening voor stikstofuitstotende projecten,
waaronder in de bouw, aanmerkelijk lastiger is geworden, met alle gevolgen van dien.
Naar aanleiding hiervan, alsook de brief van de brancheorganisaties, is het kabinet
met betrokken partijen in gesprek gegaan over de gevolgen van de stikstofproblematiek
voor de woningbouw- en de GWW-sector. In het overleg zijn diverse stikstof-gerelateerde
belemmeringen en oplossingsrichtingen verkennend besproken.
In het gesprek is toegelicht dat het kabinet inzet op een structurele aanpak voor
stikstof, waardoor naast behoud en herstel van de natuur geleidelijk weer meer ruimte
ontstaat voor economische en maatschappelijke activiteiten. Daarnaast zet het kabinet
diverse instrumenten in om ook op de korte termijn economische en maatschappelijke
activiteiten weer mogelijk te maken. Daarbij gaat het om instrumenten zoals extern
salderen, de ADC-toets en het verleasen van stikstofruimte, naast de eerder in de
brief van april 2020 aangekondigde bronmaatregelen voor onder andere de bouw van 75.000
woningen, de zeven MIRT-projecten, het legaliseren van de meldingen en ruimte voor
andere economische ontwikkelingen.
Het kabinet heeft tevens een aantal specifieke stappen gezet om tegemoet te komen
aan de zorgen van de bouwsector. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt
versneld € 1,9 miljard uit voor het onderhoud en vervangen van wegen, spoor, vaarwegen
en dijken. Tegelijkertijd heeft het kabinet in het recent aan uw Kamer verzonden wetsvoorstel
Stikstofreductie en natuurverbetering een gedeeltelijke vrijstelling van de natuurvergunningsplicht
voor activiteiten in de bouwsector in de bouw- en sloopfase, waarin emissies tijdelijk
en beperkt zijn, geïntroduceerd. Deze vrijstelling maakt vergunningverlening voor
de aanleg/bouw van onder andere woningen, utiliteit, energieprojecten en activiteiten
in de grond-, weg- en waterbouw makkelijker. Indien er sprake is van stikstofuitstoot
in de gebruiksfase, blijven projecten vergunningplichtig. Dit is met name relevant
voor wegenprojecten, waarbij in de gebruiksfase (als automobilisten de weg gebruiken)
stikstofdepositie optreedt. Om een weg aan te kunnen leggen is een vergunning nodig
(bij rijkswegen een Tracébesluit) waarin de gebruikseffecten zijn opgenomen. De vrijstelling
voor de bouw wordt op dit moment nader uitgewerkt.
Ten behoeve van de vrijstelling heeft het kabinet in de periode 2021–2030 jaarlijks
€ 100 miljoen gereserveerd (Kamerstuk 32 847, nr. 681). Hiervan wordt € 500 miljoen ingezet om het structurele pakket te versterken met
kosteneffectieve stikstofreducerende maatregelen binnen de bouwsector. Zo wordt zeker
gesteld dat de emissies uit de bouwfase worden verminderd. De resterende € 500 miljoen
wordt gereserveerd om te borgen dat de doelstelling van de structurele aanpak wordt
gehaald. Aanvullende maatregelen in of buiten de bouw zijn erop gericht om maximaal
effect en stikstofreductie binnen het structurele pakket te verzekeren. Op basis van
de evaluatie van de bronmaatregelen in 2023 zal nader worden besloten over de inzet
van de gereserveerde middelen. Daarnaast wordt er door het kabinet gewerkt aan de
opzet van een natuurbank voor het compensatiedeel van de ADC-toets.
De bouwsector speelt een belangrijke rol in het herstel van de economie. Het is het
kabinet er dan ook veel aan gelegen om belemmeringen voor investeringen door de bouwsector
weg te nemen. Het kabinet blijft daarom met de bouwsector in gesprek om in gezamenlijkheid
te werken aan oplossingen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten